Tijdelijke verkeersmaatregel Bosscherweg

Logo Maastricht

Ruimte / Mobiliteit / 2018-26355

Gemeente Maastricht

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Overwegende dat de herinrichting van de kruising Frontensingel-Franssensingel-Boschstraat begin oktober 2018 van start gaat;

dat hiervoor de Bosscherweg tijdelijk wordt gesloten voor alle gemotoriseerde verkeer;

dat er voor het verkeer omleidingsroutes worden ingesteld;

dat de maatregelen in 3 fasen worden uitgevoerd;

dat in fase 1 de Bosscherweg wordt afgesloten voor al het gemotoriseerd verkeer, tussen afrit Boschpoort en de Frontensingel;

dat ook de Franssensingel is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer;

dat het verkeer van en naar Sappi gebruik kan maken van de ingang via knoop Boschpoort en het spoor;

dat de Frontensingel is afgesloten richting Maagdendries;

dat de Frontensingel wel open is voor verkeer richting Boschstraat, maar dat het verkeer alleen rechtsaf kan richting Maasboulevaard;

dat fietsers van en naar de Boschpoort doorgang hebben langs het werkvak;

dat de verkeersmaatregelen in fase 2 gelijk zijn aan fase 1 maar dat de fietsers in deze fase een nieuwe route hebben;

dat in fase 3 de Bosscherweg weer open is;

dat de Boschstraat weer open is richting de Maasboulevard;

dat de Boschstraat in de richting van de Noorderbrug nog afgesloten is, evenals de Fransensingel;

dat de afsluiting van kracht blijft tot het kruispunt definitief is ingericht (naar verwachting eind november 2018);

dat deze maatregelen worden genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren en de weggebruikers en passagiers te beschermen;

dat plaatsing van de in dit besluit genoemde verkeerstekens geschiedt zoals weergegeven in de tekeningen NBT-68-TD-204081, NBT-68-TD-204082 en NBT-68-TD-204083;

dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Maastricht;

dat te nemen verkeersmaatregelen besproken zijn met de Districtchef van politiedistrict Maastricht;

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het “Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer” en paragraaf 4 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;

BESLUITEN

Fase 1

 

  • 1.

    door het plaatsen van het bord A1 van Bijlage I van het RVV 1990 de maximum snelheid in te stellen op 30 km/u:

    - op de Maasboulevard, net na de  aansluiting met de Maasmolendijk;

    - op de Boschstraat, ter hoogte van het Bassin;

    - op de Frontensingel, net na het Sphinx parkeerterrein;

    - op de nieuwe afrit van de Noorderbrug, ter hoogte van de Bosscherweg;

    - op de Bosscherweg, ter hoogte van de Van Eyckstraat;

  • 2.

    door het plaatsen van het bord A1 van Bijlage I van het RVV 1990 de maximum snelheid in te stellen op 50 km/u op de Noorderbrug ter hoogte van de Borgharenweg;

  • 3.

    door het plaatsen van de borden C1 van Bijlage I van het RVV 1990 gesloten te verklaren in beide richtingen voor alle motorvoertuigen:

    - het noordelijke deel van de Franssensingel, tussen de Commandeurslaan en de Boschstraat;

    - de Boschstraat, na de aansluiting met de Frontensingel in noordelijke richting;

  • 4.

    door het plaatsen van de borden C1 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden met de tekst ”Uitgezonderd werkverkeer” gesloten te verklaren in beide richtingen voor alle motorvoertuigen met uitzondering van werkverkeer:

    - de Bosscherweg, ter hoogte van de op- en afrit van de Noorderbrug;

  • 5.

    door het plaatsen van de borden C2 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden eenrichtingsverkeer in te stellen, gesloten voor motorvoertuigen:

    - voor de Boschstraat, net na de aansluiting met de Maasboulevard, gesloten in de richting van de Frontensingel;

  • 6.

    door het plaatsen van de borden D2 van Bijlage I van het RVV 1990 alle bestuurders te gebieden het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft;

  • 7.

    door het plaatsen van de borden F1 van Bijlage I van het RVV 1990 een verbod in te stellen voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen voor:

    - de Maasboulevard, net na de aansluiting met de Maasmolendijk;

    - de Frontensingel, net na het Sphinx parkeerterrein;

    - de Noorderbrug, ter hoogte van de Borgharenweg ;

    - de nieuwe afrit van de Noorderbrug, ter hoogte van de Bosscherweg

  • 8.

    door het plaatsen van het bord G12a van Bijlage I van het RVV 1990 aan te wijzen als verplicht fiets/bromfietspad:

    - het vrijliggende pad ten oosten van de Boschstraat, net na de aansluiting met de Maasboulevard;

    - het zuidelijke deel van de Fransensingel tussen de Commandeurslaan en de Boschstraat;

     

Fase 2

 

  • 1.

    door het plaatsen van de borden B6 van Bijlage I van het RVV 1990 aan te geven dat het verkeer komende van de Frontensingel voorrang dient te verlenen aan het verkeer op de Bosscherweg;

  • 2.

    door het plaatsen van de borden C1 van Bijlage I van het RVV 1990 gesloten te verklaren in beide richtingen voor alle motorvoertuigen:

    - het zuidelijke deel van de Fransensingel net ten oosten van de aansluiting met de Boschstraat;

    - de Boschstraat, ter hoogte van de aansluiting met de Frontensingel;

  • 3.

    door het plaatsen van het bord C2 van Bijlage I van het RVV 1990 eenrichtingsverkeer in te stellen voor de Bosscherweg, net voor de aansluiting met de Frontensingel;

  • 4.

    door het plaatsen van het bord C3 van Bijlage I van het RVV 1990 eenrichtingsverkeer in te stellen voor het verplichte fiets/bromfietspad ten noorden van de Frontensingel, bij de aansluiting met de Bosscherweg;

  • 5.

    door het plaatsen van het bord C15 van Bijlage I van het RVV 1990 een geslotenverklaring in te stellen voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen voor de oostzijde van de Bosscherweg;

  • 6.

    door het plaatsen van het bord C16 van Bijlage I van het RVV 1990 een geslotenverklaring in te stellen voor voetgangers voor de oostzijde van de Bosscherweg;

  • 7.

    door het plaatsen van de borden D2 van Bijlage I van het RVV 1990 alle bestuurders te gebieden het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft;

  • 8.

    door het plaatsen van de borden F1 van Bijlage I van het RVV 1990 een verbod in te stellen voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen voor de Frontensingel, net na het Sphinx parkeerterrein;

  • 9.

    door het plaatsen van de borden G12a van Bijlage I van het RVV 1990 aan te wijzen als verplicht fiets/bromfietspad:

    - het vrijliggende pad ten oosten en ten noorden van de Frontensingel, bij de aansluiting met de Bosscherweg;

    - het vrijliggende pad ten noorden van de aansluiting Frontensingel en Bosscherweg;

 

Fase 3

 

  • 1.

    door het plaatsen van het bord A1 van Bijlage I van het RVV 1990 de maximum snelheid in te stellen op 50 km/u voor de Frontensingel net voor de aansluiting met de Bosschstraat;

  • 2.

    door het plaatsen van de borden B1 van Bijlage I van het RVV 1990 aan te wijzen als voorrangsweg de Bosschstraat, ter hoogte van de aansluiting met de Frontensingel;

  • 3.

    door het plaatsen van de borden B6 van Bijlage I van het RVV 1990 aan te geven dat het verkeer voorrang dient te verlenen aan:

    - het verkeer op de Fransensingel, komende vanaf de parallelle weg ten noorden van de Fransensingel;

    - het verkeer op de Boschstraat, komende vanaf de Fransensingel;

    - het verkeer op de Boschstraat, komende vanaf de Frontensingel;

  • 4.

    door het plaatsen van de borden C1 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden met de tekst ”Uitgezonderd werkverkeer” gesloten te verklaren in beide richtingen voor alle motorvoertuigen met uitzondering van werkverkeer:

    - het noordelijke deel van de Fransensingel ten oosten van de aansluiting met de Bosschstraat;

  • 5.

    door het plaatsen van het bord C7b van Bijlage I van het RVV 1990 een geslotenverklaring in te stellen voor autobussen en vrachtauto’s voor de Fransensingel ten westen van de Commandeurslaan;

  • 6.

    door het plaatsen van de borden C15 van Bijlage I van het RVV 1990 een geslotenverklaring in te stellen voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen voor de westzijde van de Fransensingel;

  • 7.

    door het plaatsen van de borden C16 van Bijlage I van het RVV 1990 een geslotenverklaring in te stellen voor voetgangers voor de westzijde van de Fransensingel;

  • 8.

    door het plaatsen van de borden D2 van Bijlage I van het RVV 1990 alle bestuurders te gebieden het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft;

  • 9.

    door het plaatsen van het bord D6 van Bijlage I van het RVV 1990 het verkeer komende van de Boschstraat, in de richting van de Frontensingel, te gebieden één van de rijrichtingen te volgen die op het bord is aangegeven;

10. door het plaatsen van de borden G12a van Bijlage I van het RVV 1990 aan te wijzen als verplicht fiets/bromfietspad:

- het vrijliggende pad aan de oostzijde van de Boschstraat, na de aansluiting met de Fransensingel;

- het vrijliggende pad aan de noordzijde van de Fransensingel, aansluitend op de Boschstraat;

-het vrijliggende pad ten noorden en ten oosten van de Frontensingel.

 

Maastricht, 20 augustus 2018

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Duurzaamheid, Mobiliteit en Kenniseconomie,

voor deze,

Teammanager Mobiliteit,

E. Westbroek

Dit besluit is op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht van 30 augustus 2018 tot en met 11 september 2018, waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant van 30 augustus 2018.

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via www.gemeentemaastricht.nl/bezwaar. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Bijlage

Naar boven