Gemeente Enschede, Verkeerbesluit, Verkeersmaatregelen Geessinkweg, Rhaanbrink en Striepebrink te Enschede.

Logo Enschede

Datum : 10 augustus 2018

Ons kenmerk : V-2018-5037 1800071282

 

 

Burgemeester en Wethouders van Enschede

 

Besluit

- door middel van het treffen van een infrastructurele maatregel de toegang van Geessinkweg richting Rhaanbrink (en v.v.) te beperken tot voetgangers en fietsers;

 

- door middel van het verwijderen van de verkeersborden G11 van bijlage 1 van het RVV, inclusief onderbord OB505 ‘pijl omhoog – pijl omlaag’ de huidige bebording dat het verplichte fietspad aangeeft aan de oostzijde van Geessinkweg op te heffen;

 

- door middel van het plaatsen van de verkeersborden A1-30 (begin- en einde zone) van het RVV 1990 de 30 km/h zone sluitend te maken ter hoogte van het kruispunt Geessinkweg met de Striepebrink, in de richting van de Striepebrink;

 

- door middel van het (ver)plaatsen van de verkeersborden G5 en G6 van bijlage 1 van RVV 1990 de toegang tot het bestaande erf op de Rhaanbrink te verplaatsen direct ten noorden van de aansluiting met de Striepebrink, zodat het bestaande erf op de Rhaanbrink gehandhaafd blijft;

 

- door middel van het plaatsen en verwijderen van de verkeersborden E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 het bestaande parkeerverbod aan de oostzijde van de Geessinkweg te verplaatsen in zuidelijke richting, direct ten noorden van de aansluiting met de Striepebrink.

 

- door middel van het plaatsen van de verkeersborden G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 inclusief de onderborden OB505 ‘pijl omhoog – pijl omlaag’ een verplicht twee richtingen fietspad aan te wijzen over een afstand van circa 100 meter tussen de Striepebrink en de Lindebrink.

 

Belangenafweging en motivering

Dit besluit wordt genomen uit oogpunt van de genoemde doelen in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994:

- het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan

- het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer

Bij de afweging van de diverse belangen zijn deze doelstellingen zwaarder bevonden dan andere met dit besluit betrokken doelstellingen en belangen.

 

Er is overleg gevoerd met de verkeersadviseur van Politie Oost-Nederland, district Twente, die kan instemmen met deze maatregel.

 

Huidige situatie

Wesselerbrink Noord is een woonwijk in het zuiden van Enschede waar de afgelopen jaren en de komende jaren grote infrastructurele maatregelen plaatsvinden. De wijk wordt omsloten door de Geessinkweg, Broekheurnerrondweg, Wesselerbrinklaan en de Broekheurne-ring. Naast dat een groot gedeelte van de bestaande woningbouw opnieuw wordt gerealiseerd is ook gekeken naar de huidige infrastructuur in het gebied. Het gehele project neemt enkele jaren in beslag, hierdoor is er voor gekozen om alles gefaseerd uit te voeren. Voorliggend verkeersbesluit gaat in op fase 4 en 5 van het gehele plan. Dit is de noordwestzijde van de wijk, direct aangrenzend aan de Geessinkweg.

 

Aanleiding nieuw verkeersbesluit

Doordat in fase 4 en 5 van het project meerdere infrastructurele maatregelen plaatsvinden waarbij verkeersborden uit het RVV 1990 worden geplaatst, verwijderd of verplaatst is het noodzakelijk een verkeersbesluit te nemen. Het gaat hierbij om het opheffen van de aansluiting Rhaanbrink met de Geessinkweg voor gemotoriseerd verkeer. Hierbij is het alleen nog mogelijk voor fietsverkeer en voetgangers om gebruik te maken van deze doorsteek. Gemotoriseerd verkeer dient gebruik te maken van de (nieuwe) zuidelijk gelegen aansluiting op de Geessinkweg, namelijk de Striepebrink. Om de juridische basis te bieden dienen enkele verkeersborden rondom beide kruispunten verplaatst of verwijderd te worden. Hierbij gaat het specifiek om het verplaatsten van de erf borden bij de (oude) aansluiting Rhaanbrink met de Geessinkweg

 

Daarnaast zal bij de nieuwe aansluiting tussen de Geessinkweg en de Striepebrink een nieuwe 30 km/h zonepoort worden gerealiseerd. Hiervoor dient nieuwe bebording geplaatst te worden. Hierdoor komt de woonwijk vanaf de Striepebrink in de 30km/h zone te liggen. Aangezien dit kruispunt ook aan zal sluiten op de Rhaanbrink wordt aan de noordzijde van de Striepebrink, in de richting van de Rhaanbrink, de bebording van een erf aangegeven.

 

Aan de oostzijde van de Geessinkweg is een parkeerverbod van kracht om de doorgang op de weg te waarborgen. Door het wijzigen van de kruispunten is het noodzakelijk de huidige bebording die het parkeerverbod aangeven te verplaatsen of te verwijderen.

 

De verbinding tussen de Striepebrink en de Lindebrink wordt gevormd door het verplicht fietspad. Dit verplichte fietspad betreft een pad in twee richtingen. Naast dat de bebording hierbij geplaatst zal worden zal aan weerszijden een fietspadpaaltje geplaatst worden, deze worden met inleidende markering vormgegeven. Hierdoor moet gemotoriseerd verkeer op het fietspad voorkomen worden.

 

Doelstelling nieuw verkeersbesluit

Met het nemen van voorliggend verkeersbesluit wordt de juridische basis gelegd voor de uit te voeren verkeersmaatregelen zoals in de besluitenlijst is opgenomen.

 

Wettelijk kader

Het nemen van een verkeersbesluit is volgens artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 vereist indien:

- door plaatsing of verwijdering van verkeerstekens, en onderborden, een gebod of verbod wordt ingesteld of aangepast,

- fysieke voorzieningen op de weg worden aangebracht of verwijderd, of de inrichting van de weg wordt aangepast waardoor het aantal categorieën weggebruikers, dat van de weg gebruik kan maken, wordt beperkt of uitgebreid.

 

Burgemeester en Wethouders zijn volgens artikel 18, lid 1d, van de Wegenver¬keerswet 1994 (WVW)

bevoegd om verkeersbesluiten te nemen, te wijzigen en in te trekken.

 

Verkeersbesluiten worden genomen na overleg met de (vertegenwoordiger van) de korpschef conform artikel 24 van het BABW.

 

Bebordingsplan

 

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan iedereen van wie het belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, hiertegen een bezwaarschrift indienen. Dit moet gebeuren binnen zes weken na de dag waarop burgemeester en wethouders het besluit hebben verzonden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Burgemeester en Wethouders, Commissie Bezwaarschriften, Postbus 20, 7500 AA te Enschede. In het bezwaarschift moeten in ieder geval de volgende onderwerpen opgenomen zijn:

- uw naam en adres;

- de datum waarop u het bezwaarschrift schrijft;

- de datum van vermelding in de digitale Staatscourant;

- tegen welk besluit u bezwaar maakt (met vermelding van besluitnummer);

- de reden waarom u het er niet mee eens bent;

- uw handtekening;

 

Het maken van bezwaar schorst niet de werking van dit besluit.

 

Aldus vastgesteld op 10 augustus 2018

 

Burgemeester en Wethouders van Enschede,

namens dezen,

J.H. van Maren,

teamleider afdeling Bestemmen & Vergunnen

Naar boven