Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 juli 2018, 2018-0000121603, tot wijziging van de Regeling ketenbepaling bijzondere functies en hogere vergoeding kantonrechter in verband met een wijziging van de mogelijkheid om de ketenbepaling buiten toepassing te verklaren voor werknemers die vanwege ziekteverzuim invallen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 668a, achtste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 1, onderdeel g, van de Regeling ketenbepaling bijzondere functies en hogere vergoeding kantonrechter komt te luiden:

  • g. de werknemer op een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, voor zover de arbeidsovereenkomst is aangegaan in verband met vervanging wegens ziekte van een werknemer die een onderwijsgevende of onderwijsondersteunende functie met lesgebonden of behandeltaken bekleedt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 juli 2018

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 7:668a, achtste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat bij collectieve arbeidsovereenkomst (cao) of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan de ketenbepaling buiten toepassing kan worden verklaard voor bij ministeriële regeling aangewezen functies in een bedrijfstak. Aanwijzing bij ministeriële regeling kan plaatsvinden indien het voor die functies in die bedrijfstak bestendig gebruik is en vanwege de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering en van die functies noodzakelijk is de arbeid uitsluitend op grond van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd te verrichten. De functies, bedoeld in artikel 7:668a, achtste lid, BW zijn aangewezen in de Regeling ketenbepaling bijzondere functies en hogere vergoeding kantonrechter (hierna: de regeling).

Primair onderwijs

Op grond van artikel 1, onderdeel g, van de regeling kan de ketenbepaling op dit moment bij cao buiten toepassing worden verklaard voor onderwijsgevend personeel of onderwijsondersteunend personeel met lesgebonden of behandeltaken, voor zover de functie wordt uitgeoefend in verband met vervanging wegens onvoorzien ziekteverzuim op basis van een in de maanden januari tot en met maart aangevangen arbeidsovereenkomst van ten hoogste 14 dagen. In de cao Primair Onderwijs 2016-2017 is van deze uitzonderingsmogelijkheid gebruik gemaakt. Onder de werkingssfeer van de cao Primair Onderwijs 2016-2017 vallen de schoolsoorten, bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra, te weten: scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs.

Met onderhavige regeling is artikel 1, onderdeel g, van de regeling gewijzigd. Als functie, bedoeld in artikel 7:668a, achtste lid, BW wordt aangewezen: de werknemer op een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, voor zover de arbeidsovereenkomst is aangegaan in verband met vervanging wegens ziekte van een werknemer die een onderwijsgevende of onderwijsondersteunende functie met lesgebonden of behandeltaken bekleedt. Niet langer wordt de eis gesteld dat het moet gaan om vervanging voor ten hoogste 14 dagen, dat deze vervanging plaatsvindt in de periode januari tot en met maart en dat het ziekteverzuim onvoorzien is.

Deze verruimde uitzonderingsmogelijkheid van de ketenbepaling voor de functie van tijdelijke invalkracht in het basisonderwijs en speciaal onderwijs wordt gerechtvaardigd geacht. Het is bestendig gebruik dat de functie van invalkracht in het basisonderwijs en speciaal onderwijs uitsluitend op basis van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd wordt verricht. Uit de evaluatie CAO afspraken Primair Onderwijs blijkt dat de momenteel in de regeling opgenomen uitzonderingsmogelijkheid voorziet in een duidelijke behoefte, maar niet volstaat.1 Vrijwel alle besturen in het bijzonder onderwijs hebben een vervangingsbeleid geformuleerd, maar desondanks is het in de praktijk erg lastig om te sturen op het regelen van vervanging. Daarbij is gebleken dat de vervanging wegens ziekte zich niet alleen voordoet in de griepgevoelige periode tussen januari en maart, maar gedurende het gehele schooljaar (met weliswaar een piek in het late najaar, de winter en het vroege voorjaar). Verder blijkt uit onderzoek dat veel invalkrachten kortdurende vervangingen niet aantrekkelijk vinden omdat zij dan snel aan het maximum van de ketenbepaling zitten bij een school of schoolbestuur waarvoor zij het liefst werken.2 Gevolg hiervan is dat schoolbesturen veel moeite hebben om invalkrachten te vinden.

Ook de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering en de functie van invalkracht rechtvaardigen de verruiming van de uitzonderingsmogelijkheid van de ketenbepaling. Voor de bedrijfsvoering in het basisonderwijs en speciaal onderwijs is het noodzakelijk dat een schoolbestuur in geval van ziekte van een leerkracht op tijdelijke basis over een vervanger kan beschikken, als bijvoorbeeld andere oplossingen, zoals het inzetten van een vervanger in vaste dienst van de school of het inspringen van een parttime leerkracht, geen soelaas bieden. Scholen zijn er voor verantwoordelijk om te voorkomen dat ziekte van een leerkracht leidt tot lesuitval. In de Wet op het primair onderwijs is de minimale onderwijstijd voorgeschreven die kinderen gedurende 8 jaar basisonderwijs moeten krijgen. Bij lesuitval dreigt deze voorgeschreven tijd in het gedrang te komen of niet te worden gehaald. Dit is maatschappelijk onwenselijk, aangezien het afdoet aan de continuïteit van het onderwijs. Dit moet daarom zoveel als mogelijk voorkomen worden. Naast de wettelijke bepalingen over de onderwijstijd, zorgt ook de jonge leeftijd van de leerlingen en/of de organisatie van het onderwijs ervoor dat scholen en schoolbesturen er alles aan doen om bij ziekte van een leerkracht vervanging te vinden.

Tot slot zij opgemerkt dat in het regeerakkoord is opgenomen dat in het primair onderwijs tijdelijke contracten voor invalskrachten in verband met vervanging wegens ziekte worden uitgezonderd van de ketenbepaling.3 Deze maatregel is opgenomen in het ontwerpwetsvoorstel arbeidsmarkt in balans.4 Bij inwerkingtreding van genoemd ontwerpwetsvoorstel, is de uitzonderingsmogelijkheid in de regeling niet langer nodig. De regeling zal daar dan op aangepast worden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Evaluatie CAO afspraken Primair Onderwijs, Andersson Elffers Felix (juni 2017).

X Noot
2

Vervanging geregeld. Een QuickScan van de effecten van de Wwz, PentaRho Organisatie en Ontwikkeling (februari 2017).

X Noot
3

Vertrouwen in de toekomst. Regeerakkoord 2017–2021 VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, Bijlage bij Kamerstukken II 2017/18, 34 700, nr. 34, p. 23.

X Noot
4

Dit ontwerpwetsvoorstel heeft van 9 april 2018 tot en met 7 mei 2018 opengestaan voor internetconsultatie, https://www.internetconsultatie.nl/arbeidsmarkt_in_balans.

Naar boven