Gezamenlijke Bekendmaking vervoer van gevaarlijke stoffen in gastankers binnen het GNB-werkingsgebied

nr. 01 – 2018

Vervoer van gevaarlijke stoffen in gastankers binnen het GNB-werkingsgebied

De Nederlandse Rijkshavenmeester Westerschelde en de Vlaamse Administrateur-generaal van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust maken het volgende bekend:

dat op 5 december 2008 in Nederland de Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende wijziging van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen, in werking is getreden.

Overwegende dat de zorg voor het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer alsmede de zorg voor het voorkomen of beperken van externe veiligheidsrisico’s noodzaken tot het vaststellen van regionale voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen met gastankers.

Overwegende dat er een nood aan gelijkvormigheid is met de LNG-beheersmaatregelen alsook dat er nieuwe technologieën ontwikkeld zijn die een her-evaluatie van de huidige maatregelen binnen het eigen werkingsgebied rechtvaardigen.

Gelet op artikel 51, tweede lid en op artikel 54, tweede lid van het Nederlandse Scheepvaartreglement Westerschelde 1990 alsmede gelet op artikel 9 van het Besluit van de Vlaamse regering betreffende de begeleiding van de scheepvaart en op artikel 47 van het Belgische Scheepvaartreglement voor de Beneden-Zeeschelde en op artikel 31, paragraaf 1, vierde lid van het Belgische Politiereglement van de Beneden-Zeeschelde;

voorts gelet op artikel 53, tweede lid van het Nederlandse Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen alsmede gelet op artikel 52 van het Belgische Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen en op artikel 26, paragraaf 1, vierde lid en artikel 26, paragraaf 2, vijfde lid van het Politie- en Scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust.

Alsdan worden de volgende voorschriften vastgesteld:

Artikel 1 Begripsbepalingen.

  • a.- Clearance:

    Het positief resultaat (toestemming) van de beslissing van de GNA.

  • b.- Gasdeskundige:

    Een persoon die in het bezit is van het certificaat van bekwaamheid gasdeskundige dat is afgegeven door een Nederlands- of Belgisch- erkende gecertificeerde instelling.

  • c.- GNB:

    Het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer, het door Nederland en Vlaanderen gezamenlijk gevoerde nautisch beheer in het Scheldegebied (Art. 1 lid j van het GNB Verdrag: Tractatenblad jaargang 2005 nr. 312).

  • d.- GNA:

    De Gemeenschappelijk Nautische Autoriteit. (Art. 1 lid e van het GNB Verdrag: Tractatenblad jaargang 2005 nr. 312).

  • e.- RVGZ

    Regeling Vervoer Gevaarlijke stoffen met Zeeschepen (Staatscourant 258 van het jaar 2008).

  • f.- Vaarplan IMO2 Gastanker:

    Een Gastankschip welke voldoet aan de in tabel 1 “Indeling Zeegaande Gastankers” gestelde voorwaarden.

    De GNA bepaalt na schriftelijke verstrekking van bepaalde gegevens van de Gastanker, opgegeven door de kapitein van het Gastankschip of diens plaatsvervanger, of het Gastankschip daadwerkelijk een Vaarplan IMO 2 Gastanker is.

Tabel 1:

Tabel 1: Indeling Zeegaande Gastankers.

Stofnaam

Proper Shipping name (UNnr.).

Vaarplan IMO 2

Gastanker

Geen Vaarplan IMO 2

Gastanker

*Chloor

Chlorine

(1017)

Capaciteit grootste ladingtank maximaal 600 m3 en Ladingcapaciteit alle tanks tezamen kleiner dan 1.200 m3.

Mag pas na uitdrukkelijke toestemming van de GNA worden vervoerd.

(zie artikel 2lid c).

*Zwaveldioxide

Sulpher Dioxide

(1079)

   

Ethyleenoxide

Ethylene Oxide

(1040)

Capaciteit grootste ladingtank 1.000 m3 of meer, en of

Ladingcapaciteit alle tanks tezamen 5.000 m3 of meer.

Capaciteit grootste ladingtank minder dan 1.000 m3 en

Ladingcapaciteit alle tanks tezamen minder dan 5.000 m3.

Methyl Bromide

Methyl Bromide

(1062)

   

Aceetaldehyde

Acetaldehyde

(1089)

Capaciteit grootste ladingtank 1.500 m3 of meer, en of

Ladingcapaciteit alle tanks tezamen 7.500 m3 of meer.

Capaciteit grootste ladingtank minder dan 1.500 m3 en

Ladingcapaciteit alle tanks tezamen minder dan 7500 m3.

Ammoniak,

watervrij

Ammonia, anhydrous

(1005)

Ethylchloride

Ethyl Chloride

(1037)

Methylchloride

Methyl Chloride

(1063)

Dimethylether

Dimethyl Ether

(1033)

   

*Dimethylamine,

watervrij

Dimethylamine,

anhydrous

(1032)

 

Mag pas na uitdrukkelijke toestemming van de GNA worden vervoerd.

(zie artikel 2lid c).

Butaan

Butane

(1011)

Capaciteit grootste ladingtank 3.000 m3 of meer en of

Ladingcapaciteit alle tanks tezamen 15.000 m3 of meer.

Capaciteit grootste ladingtank minder dan 3.000 m3 en

Ladingcapaciteit alle tanks tezamen minder dan 15.000 m3.

Mengsel van Koolwaterstofgassen, vloeibaar gemaakt N.E.G. [Butaan/Propaan-mengsels]

Hydrocarbon Gas Mixture, Liquefied N.O.S.

[Butane-propane mixture]

(1965)

Butadieen

Butadienes

Stabilized

(Or butadienes and hydrocarbon mixture, stabilized with more than 40% Butadienes;)

(1010)

Butylenen

Butylene

(1012)

Ethaan

Ethane

(1035/ 1961)

Ethyleen / Etheen

Ethylene

(1962 / 1038)

Methaan

Methane

(1972)

Methylacetyleen / Propadieenmengsels

Methyl Acetylene and Propadiene mixtures, stabilized

(1060)

Propaan

Propane

(1978)

Propyleen / Propeen

Propylene

(1077)

Vinylchloride

Vinyl Chloride,

stabilized

(1086)

C4 / Petroleumgassen

Petroleum Gasses, Liquefied

(1075)

Stikstof

Nitrogen,

(1066/1977)

   

Koolstofdioxide

Carbon Dioxide

(2187)

   

Dichloor-difluormethaan

Dichloro-difluoromethane

(1028)

Onder alle omstandigheden

Geen Vaarplan IMO 2

Dichloormonofluormethaan

Dichloro-fluoromethane

(1029)

Dichloor-tetrafluorethaan

1,2-Dichloro-1,1,2,2-tetrafluoroethane

(1958)

Monochloor-difluormethaan

Chloro-difluoromethane

(1018 koel-gas R22)

Monochloor-tetrafluorethaan

1-Chloro-1,2,2, 2-tetrafluoroethane

(1021)

Monochloor-trifluormethaan

Chlorotrifluoro-methane

(1022)

Artikel 2 Algemeen.

  • a.- Toepassing:

    De hier genoemde voorschriften zijn van toepassing op Gastankschepen beladen met of leeg van gevaarlijke stoffen in vloeibare vorm zoals omschreven in de:

    • GC-code (Gas Carrier Code, zie RVGZ artikel 1 lid f).

    • IGC-code (International Gas Carrier code, zie RVGZ artikel 1 lid h).

  • b.- Reikwijdte:

    Het GNB beheersgebied. Voor LNG-schepen komende van of met bestemming Zeebrugge gelden eveneens de voorschriften zoals bepaald in de “Nautische Beheersmaatregelen 001-2018 LNG procedures Op- en afvaart Zeebrugge”.

  • c.- Vloeibaar gemaakte gassen die niet in tankschepen mogen worden vervoerd.

    Het vervoer van gevaarlijke stoffen zoals genoemd in Artikel 15 lid 2 van het RVGZ in tankers is verboden (zie Tabel 2, “vloeibaar gemaakte gassen die niet in tankschepen mogen worden vervoerd”. Bron: RVGZ: bijlage 2 bij artikel 15 lid 2).

    Tabel 2:

    Tabel 2: Vloeibaar gemaakte gassen die niet in tankschepen mogen worden vervoerd.

    Stofnaam

    Proper shipping name (Unnr.):

    Chloor

    Chlorine (1017)

    Dicyaan

    Cyanogen (1026)

    Dimethylamine, watervrij

    Dimethylamine, anhydrous (1032)

    Waterstofbromide, watervrij

    Hydrogen Bromide, anhydrous (1048)

    Waterstofchloride, watervrij

    Hydrogen Chloride, anhydrous (1050)

    Waterstofsulphide (zwavelwaterstof)

    Hydrogen Sulphide (1053)

    Methylamine, watervrij

    Methylamine, anhydrous (1061)

    Distikstoftetroxide

    Dinitrogen Tetroxide / Nitrogen Dioxide (1067)

    Nitrosylchloride

    Nitrosyl Chloride (1069)

    Fosgeen

    Phosgene (1076)

    Zwaveldioxide

    Sulphur Oxide (1079)

    Chloortrifluorethyleen

    Trifluorochloroethylene, stabilized (1082)

    Trimethylamine, watervrij

    Trimethylamine, anhydrous (1083)

    Cyaanchloride

    Cyanogen Chloride, stabilized (1589)

    Arseenwaterstof

    Arsine (2188)

    Dichloorsilaan

    Dichlorosilane (2189)

    Germaanwaterstof

    Germane (2192)

    Wolfraamhexafluoride

    Tungstun Hexafluoride (2196)

    Waterstofjodide

    Hydrogen Iodide, anhydrous (2197)

    Fosforwaterstof (fosfine)

    Phosphine (2199)

    Waterstofselenide, watervrij

    Hydrogen Selenide, anhydrous (2202)

    Carbonylsulfide

    Carbonyl Sulphide (2204)

    Zwaveltetrafluoride

    Sulphur Tetrafluoride (2418)

    Methylchloorsilaan

    Methylchlorosilane (2534)

    Antimoonwaterstof (stibine)

    Stibine (2676)

  • d.- Afwijkingen op Artikel 2 lid c. Vloeibaar gemaakte gassen die niet in tankschepen mogen worden vervoerd:

    De in de tabel 2 (in geel gemarkeerde) gevaarlijke stoffen Chloor, Dymethylamine (watervrij) en Zwaveldioxide (voor indeling gevaren klassificatie zie tabel 1 stofnaam met *), kunnen pas na uitdrukkelijke toestemming van de GNA worden vervoerd. De GNA kan aan een dergelijk vervoer van de in dit artikel genoemde stoffen operationele voorschriften verbinden (RVGZ Artikel 15 lid 3).

  • e.- Gasvrijverklaring:

    Een Gastanker valt niet meer onder deze regeling indien de Gastanker een verklaring heeft van een gasdeskundige.

Artikel 3 Voorschriften voor alle Gastankers.

  • a.- Er dient zekerheid te bestaan dat er in de tanks geen gevaarlijke overdruk aanwezig is en er geen gassen vrijkomen in de open lucht (de kapitein van de gastanker dient dit op te geven).

  • b.- Zonder toestemming van de GNA mogen tankschepen geen (ladings)operaties uitvoeren waarbij ladingsdampen vrijkomen in de open lucht gedurende de reis door het GNB-beheersgebied dan wel ten anker liggend binnen het GNB-beheersgebied.

  • c.- Vanuit zee dienen bij het aanlopen van het loodsstation, ten laatste bij binnenkomst in het loodsgebied, de werkzaamheden hierboven genoemd onder artikel 3 lid b te zijn beëindigd.

  • d.- Bijzonderheden en afwijkingen van de toestand van het schip of de lading die de veiligheid kunnen beïnvloeden, dienen onverwijld gemeld te worden aan de GNA.

  • e.- Er dient een bevoegde loods aan boord zijn tenzij de gastanker, bij of krachtens wettelijke regeling ontheffing is verleend op het aan boord zijn van een bevoegde loods i.v.m. “Loodsen op afstand (LOA) bij Stormbeloodsing” (zie betreffende Gezamenlijke Bekendmaking).

  • f.- Indien het schip ten anker ligt in het GNB beheersgebied, moet er een persoon aan boord aanwezig zijn die op het door, of vanwege de bevoegde autoriteit aangewezen marifoonkanaal, een onafgebroken luisterwacht houdt en die bij aanroepen daarop door of vanwege de bevoegde autoriteit antwoord geeft.

  • i.- Verlading van Gastankers op het Kanaal van Gent naar Terneuzen.

    • Meldingen scheepvaart:

      Alle Gastankers zowel zeeschepen als binnenvaart moeten bij verlading van ammoniak op een ligplaats aan het Kanaal van Gent naar Terneuzen de starttijd en beëindigingtijd van de verlading, melden op VHF-kanaal 11 aan de Verkeerscentrale Terneuzen.

    • Informatie van Verkeerscentrale Terneuzen:

      De verkeerscentrale Terneuzen houdt op VHF-kanaal 11 de scheepvaart op de hoogte van de ammoniak verlading(en).

    • Vaarsnelheid:

      Aangezien de ligplaats zeer dicht langs het Kanaal van Gent naar Terneuzen is gesitueerd, dient de scheepvaart bij het passeren van een hier genoemd schip, in verband met de veiligheid, zijn vaarsnelheid aan te passen

Artikel 4 Voorschriften voor “Vaarplan IMO 2 Gastankers”.

Voor een “Vaarplan IMO 2 Gastanker” moeten naast de genoemde voorschriften onder Artikel 3 tevens de volgende voorschriften in acht te worden genomen:

  • A.- LOA bij stormbeloodsing:

    Een Vaarplan IMO 2 Gastanker komt niet voor LOA in aanmerking.

  • B.- Clearance:

    • b1.- Een Vaarplan IMO 2 schip dient vóór de aanvang van een reis door het GNB gebied en gedurende de gehele duur van deze reis, Clearance te hebben.

    • b2.- Deze Clearance kan te allen tijde worden ingetrokken.

    • b3.- Alleen de GNA is bevoegd tot geven van Clearance of het intrekken ervan.

  • C.- Vaart verboden / onderbreken reis:

    • c1.- Zichtbeperking:

      De vaart van een Vaarplan IMO 2 Gastanker is verboden indien:

      • c1a.- Op het van zee komend traject, tot aan de lijn De Nolle – Nieuwe Sluis (buitengaatslijn, Schepenwet Art. 1 lid a) het zicht minder dan 1.000 meter bedraagt, of.

      • c1b.- Op het bovenwaartse traject, vanaf de lijn De Nolle – Nieuwe Sluis (buitengaatslijn, Schepenwet Art. 1 lid a) tot en met Antwerpen of Gent het zicht minder dan 2.000 meter bedraagt.

    • c2.- Indien een Vaarplan IMO 2 Gastanker clearance heeft en tijdens de reis het zicht minder dan de onder c1 genoemde zichtbeperkingswaarden komt, dan bepaalt de GNA na overleg met de kapitein / loods van de Gastanker of de reis moet worden onderbroken, door te ankeren, dan wel dat de reis kan worden voortgezet.

    • c3.- Indien de vaart van een Vaarplan IMO 2 Gastanker om enigerlei reden zou moeten worden onderbroken, moet het schip ten anker komen op een door de GNA aangewezen (nood)ankerplaats.

  • D.- Route Vaarplan IMO 2 Gastanker:

    • d1.- Voor het Zeetraject via de Wandelaar:

      Bij zowel inkomende dan wel uitgaande vaart moet de route langs Vaargeul-1 of A1 en het Scheur en de hoofdvaargeul te worden gevolgd. Voorkeur wordt gegeven aan de route via A1 inkomend en via Vaargeul 1 uitgaand, maar in functie van het (te verwachten) verkeersbeeld kan hiervan afgeweken worden. Het schip meldt welke route het zal gebruiken of indien het zal afwijken van de vermeldde route.

    • d2.- Voor het Zeetraject, via de Steenbank, de zgn. “West-rond route”:

      Bij zowel inkomende dan wel uitgaande vaart moet de route Steenbank langs Westpit, Rabsbank, de NEA, het Scheur (via de boei S4) en de hoofdvaargeul te worden gevolgd.

    • d3.- Voorzorgsgebied:

      Aangezien het manoeuvreren met Vaarplan IMO 2 Gastankers in het voorzorgsgebied tot een minimum dient te worden beperkt,

      • zijn kompascompenseren en aanverwante manoeuvres waarbij het voorzorgsgebied meerdere malen zou moeten worden doorkruist, verboden.

      • is het verboden dat er twee (2) of meer Vaarplan IMO 2 Gastankers tegelijk gaan loodswisselen op Vlissingen rede.

      • worden er geen passagiers meegegeven of geland voor doorvarende (niet loodswisselende) Vaarplan IMO2 schepen.

    • d4.- Het riviertraject:

      Bovenwaarts Vlissingen dient de hoofdvaargeul te worden gevolgd en in de Pas van Borssele en de Bocht van Bath zijn ontmoetingen en oploopmanoeuvres van “Vaarplan IMO 2 Gastankers” met de volgende vaartuigen verboden:

      • Bijzonder en buitennormale transporten.

      • Bovenmaatse schepen.

      • Vaarplan IMO 2 Gastankers.

  • E.- Meld- en Communicatieprocedure Vaarplan IMO 2 Gastanker:

    • e1.- Ter onderscheiding van een Vaarplan IMO 2 Gastanker met een gewoon gasschip, zal achter de scheepsnaam de term “IMO2” worden gebruikt bij de communicatie op de VHF kanalen.

    • e2.- Bij binnenkomende vaart dient naast het melden van de gebruikelijke info op de onderscheiden meldpunten tevens de passagetijd van boei “S3” (Scheur 3 boei) te worden gemeld.

    • e3.- Bij afvarende vaart dient naast het melden van de gebruikelijke info op de onderscheiden meldpunten na passage Vlissingen eveneens de passagetijd van boei “S4”(Scheur 4 boei) te worden gemeld indien bestemd voor de Wandelaar.

  • F.- Vaarplan:

    • f1.- Er dient een vaarplan te worden opgesteld en te worden gevolgd.

    • f2.- Een afschrift van het vaarplan dient op verzoek ter inzage te worden gegeven aan de GNA

Artikel 5 Slotbepalingen.

  • a.- De GNA kan, in verband met de veiligheid, indien de redelijkheid en billijkheid dit betaamt, rekening houdend met alle relevante belangen, afwijken van deze voorschriften en richtlijnen.

  • b.- De Gezamenlijke Bekendmaking 02-2009 d.d. 1 maart 2009 wordt hierbij ingetrokken.

  • c.- Deze bekendmaking wordt gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant en het Belgisch Staatsblad en treedt in werking op 1 juli 2018.

Middelburg, 14 juni 2018

De Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit:

De Rijkshavenmeester Westerschelde, Th.F. van de Gazelle

De Administrateur-generaal Maritieme Dienstverlening en Kust, J. D’Havé

Naar boven