Besluit van het College van procureurs-generaal houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging ten aanzien van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (Mandaatbesluit Algemene Verordening Gegevensbescherming Openbaar Ministerie 2018)

Het College van procureurs-generaal,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en op de artikelen 15 tot en met 22 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (PbEU 2016, L 119);

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Mandaat tot het nemen van besluiten op verzoeken op grond van artikelen 15 tot en met 22 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en daarmee samenhangende beslissingen wordt verleend aan:

    • a. de hoofden van de parketten van het Openbaar Ministerie;

    • b. het hoofd van de Afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken van het Parket-Generaal;

    • c. de directeur van de Rijksrecherche;

    • d. de directeur van de Dienstverleningsorganisatie Openbaar Ministerie.

  • 2. Aan het hoofd Bestuurlijke en Juridische Zaken van het Parket-Generaal en aan de hoofdofficier van Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie wordt daarnaast mandaat verleend ten aanzien van behandeling van en beslissing op bezwaar- en beroepschriften.

  • 3. De in lid 1 en 2 genoemde functionarissen kunnen het mandaat doorgeven aan onder hen ressorterende ambtenaren.

Artikel 2

De functionarissen als bedoeld in artikel 1 brengen in de ondertekening van de besluiten tot uitdrukking dat de besluiten zijn genomen namens het College. De ondertekening luidt:

Het College van procureurs-generaal,

namens het College,

[handtekening en vermelding van naam van de functionaris]

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 20 juni 2018.

Artikel 4

Met inwerkingtreding van dit besluit wordt de Mandaatregeling Wet bescherming persoonsgegevens Openbaar Ministerie (Stcrt. 2013, 580) ingetrokken.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Algemene Verordening Gegevensbescherming Openbaar Ministerie 2018.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Het College van procureurs-generaal, M. Otte

TOELICHTING

Het College van procureurs-generaal (hierna: het College) was op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens en de daaruit voorvloeiende jurisprudentie (ABRS 2 juli 2003 LJN AH8979) de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens door het Openbaar Ministerie. Met inwerkingtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) is de Wet bescherming persoonsgegevens komen te vervallen, waardoor verwerking van persoonsgegevens door het College nu geschiedt op grond van de AVG.

Zoals is opgenomen in artikel 34 van de Uitvoeringswet AVG, geldt een schriftelijke beslissing op een verzoek als bedoeld in de artikelen 15 tot en met 22 van de AVG, voor zover deze is genomen door een bestuursorgaan, als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Dit mandaatbesluit voorziet in mandaat voor het nemen van die besluiten aan de hoofden van de verschillende OM-onderdelen en het hoofd Bestuurlijke en Juridische Zaken van het Parket-Generaal. Daarnaast blijft de hoofdregel uit artikel 10:12 Awb gelden, namelijk dat met mandaat gelijkgesteld wordt de verlening, onderscheidenlijk doorgifte van volmacht om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Met de term ‘samenhangende beslissingen’ worden alle beslissingen bedoeld die bij de behandeling van een aanvraag op grond van de AVG genomen moeten worden, zoals een verdaging, de vaststelling (toekenning of herziening daarvan) van dwangsommen in de zin van de Awb, de plicht tot terugbetaling van een dwangsom, etc.

De gemandateerde bevoegdheden kunnen zoals gebruikelijk ook worden uitgeoefend door degene die als plaatsvervanger, waarnemer of fungerend functionaris is aangewezen.

Tot slot moet worden opgemerkt dat dit mandaatbesluit niet ziet op de verwerking van de verantwoordelijkheid en bevoegdheden van het College van procureurs-generaal voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Het mandaat ten aanzien van die wet is geregeld in de Aanwijzing Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Stcrt. 2013, 32596).

Naar boven