Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 1 juni 2018, nr. 1357503, tot wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs mede in verband met wijzigingen als gevolg van de eerste suppletoire begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het begrotingsjaar 2018 en in verband met de vaststelling van de hoogte van het wettelijk collegegeld voor het studiejaar 2019–2020

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 2.2, vierde lid, 4.11, eerste lid, 4.21, tweede lid, 4.23, eerste lid, 4.24, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE REGELING FINANCIËN HOGER ONDERWIJS

De Regeling financiën hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, zesde lid, komt te luiden:

  • 6. De bedragen, bedoeld in artikel 4.21, tweede lid, van het besluit, zijn € 79.149 voor een promotie en € 65.958 voor een ontwerperscertificaat.

B

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

  • 1. Het volledig wettelijk collegegeld, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van het besluit bedraagt na toepassing van artikel 2.2, vierde lid, van het besluit, voor het studiejaar 2019–2020 € 2.078.

  • 2. Het minimumbedrag van het gedeeltelijk wettelijk collegegeld, bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van het besluit bedraagt na toepassing van artikel 2.2, vierde lid, van het besluit, voor het studiejaar 2019–2020 € 1.237.

C

Bijlage 1 komt te luiden:

BIJLAGE 1. BIJ ARTIKEL 3, EERSTE LID, ONDERDEEL A, VAN DE REGELING

Bedragen onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

   

€ 298.823

>€ 298.823

21PB

Universiteit Leiden

 

>€ 2.509.627

>€ 2.778.167

>€ 5.287.794

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

 

>€ 2.078.484

>€ 1.043.101

>€ 3.121.585

21PD

Universiteit Utrecht

 

>€ 5.471.935

>€ 2.907.079

>€ 8.379.014

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

 

>€ 491.288

>€ 9.005.071

>€ 9.496.359

21PF

Technische Universiteit Delft

 

>€ 31.300

>€ 15.774.699

>€ 15.805.999

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

   

>€ 544.165

>€ 544.165

21PH

Universiteit Twente

   

>€ 14.305.321

>€ 14.305.321

21PI

Wageningen University

 

>€ 26.083

>€ 284.463

>€ 310.546

21PJ

Universiteit Maastricht

 

>€ 592.465

>€ 2.483.674

>€ 3.076.139

21PK

Universiteit van Amsterdam

 

>€ 2.844.118

>€ 4.075.869

>€ 6.919.987

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

 

>€ 1.024.915

>€ 4.645.027

>€ 5.669.942

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

 

>€ 1.544.425

>€ 2.199.061

>€ 3.743.486

21PN

Tilburg University

 

>€ 517.768

>€ 286.545

>€ 804.313

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

   

>€ 3.530

>€ 3.530

22NC

Open Universiteit

 

>€ 335.293

>€ 1.406.835

>€ 1.742.128

23BF

Universiteit voor Humanistiek

   

>€ 2.738

>€ 2.738

25AV

Theologische Universiteit Kampen

   

>€ 3.498

>€ 3.498

 

Totaal

 

>€ 17.467.701

>€ 62.047.666

>€ 79.515.367

Bedragen onderwijsopslag universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

21PI

Wageningen University

     

>€ 0

D

Bijlage 3 komt te luiden:

BIJLAGE 3. BIJ ARTIKEL 3, TWEEDE LID, ONDERDEEL A, VAN DE REGELING

Bedragen onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

 

>€ 257.898

>€ 14.968

>€ 272.866

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

 

>€ 382.427

>€ 341.746

>€ 724.173

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

 

>€ 564.921

>€ 480.317

>€ 1.045.238

02BY

Gerrit Rietveld Academie

 

>€ 828.666

>€ 77.750

>€ 906.416

02NR

Hotelschool The Hague

   

>€ 542.026

>€ 542.026

02NT

Design Academy Eindhoven

 

>€ 378.443

>€ 48.073

>€ 426.516

07GR

Avans Hogeschool

 

>€ 464.742

>€ 1.534.377

>€ 1.999.119

08OK

Pedagogische Hogeschool De Kempel

 

>€ 294.741

>€ 6.833

>€ 301.574

09OT

Iselinge Hogeschool

 

>€ 315.209

>€ 54.779

>€ 369.988

10IZ

Marnix Academie

 

>€ 790.071

>€ 92.154

>€ 882.225

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

 

>€ 657.665

>€ 168.035

>€ 825.700

15BK

Driestar educatief

   

>€ 18.619

>€ 18.619

21CW

HAS Hogeschool

   

>€ 34.729

>€ 34.729

21MI

HZ University of Applied Sciences

 

>€ 798.258

>€ 2.401.723

>€ 3.199.981

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

 

>€ 646.172

>€ 469.869

>€ 1.116.041

21RI

Hogeschool Leiden

 

>€ 822.523

>€ 1.182.586

>€ 2.005.109

21UG

Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar

 

>€ 700.011

>€ 14.542

>€ 714.553

21UI

NHTV internationale hogeschool Breda

   

>€ 1.328.785

>€ 1.328.785

21WN

NHL Hogeschool

 

>€ 198.541

>€ 1.445.997

>€ 1.644.538

22EX

Stenden Hogeschool

 

>€ 1.488.035

>€ 1.281.619

>€ 2.769.654

22HH

Viaa-Gereformeerde Hogeschool

 

>€ 691.824

>€ 115.622

>€ 807.446

22OJ

Hogeschool Rotterdam

 

>€ 4.050.422

>€ 1.453.350

>€ 5.503.772

23AH

Saxion Hogeschool

 

>€ 1.200.456

>€ 2.566.130

>€ 3.766.586

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

 

>€ 599.848

>€ 143.054

>€ 742.902

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

 

>€ 550.593

>€ 705.229

>€ 1.255.822

25BE

Hanzehogeschool Groningen

 

>€ 1.544.020

>€ 2.913.052

>€ 4.457.072

25DW

Hogeschool Utrecht

 

>€ 2.973.277

>€ 1.762.966

>€ 4.736.243

25JX

Zuyd Hogeschool

 

>€ 1.554.932

>€ 2.615.920

>€ 4.170.852

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

 

>€ 1.200.154

>€ 3.097.200

>€ 4.297.354

27NF

ArtEZ

 

>€ 1.037.987

>€ 240.396

>€ 1.278.383

27PZ

Hogeschool INHolland

 

>€ 3.536.453

>€ 427.602

>€ 3.964.055

27UM

De Haagse Hogeschool

 

>€ 1.760.262

>€ 367.308

>€ 2.127.570

28DN

Hogeschool van Amsterdam

 

>€ 1.402.069

>€ 2.912.682

>€ 4.314.751

30GB

Fontys Hogescholen

 

>€ 3.208.941

>€ 1.892.389

>€ 5.101.330

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

   

>€ 72.708

>€ 72.708

30TX

Aeres Hogeschool

   

>€ 50.284

>€ 50.284

30VP

Hogeschool Thomas More

   

>€ 7.374

>€ 7.374

 

Totaal

 

>€ 34.899.561

>€ 32.882.793

>€ 67.782.354

Bedragen onderwijsopslag van hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

21CW

HAS Hogeschool

   

>€ 716.827

>€ 716.827

27PZ

Hogeschool INHolland

       

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

       

30TX

Aeres Hogeschool

 

>€ 13.941

>€ 267.572

>€ 281.513

 

Totaal

 

>€ 13.941

>€ 984.399

>€ 998.340

E

Bijlage 5 komt te luiden:

BIJLAGE 5. BIJ ARTIKEL 4, EERSTE LID, VAN DE REGELING

Bedragen onderzoek universiteiten, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Bedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

>€ 229.220

21PB

Universiteit Leiden

>€ 25.006.730

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

>€ 20.590.537

21PD

Universiteit Utrecht

>€ 23.121.652

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

>€ 13.148.972

21PF

Technische Universiteit Delft

>€ 18.335.876

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

>€ 13.130.783

21PH

Universiteit Twente

>€ 12.655.830

21PI

Wageningen University

 

21PJ

Universiteit Maastricht

>€ 12.669.563

21PK

Universiteit van Amsterdam

>€ 13.294.296

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

>€ 11.780.136

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

>€ 17.767.626

21PN

Tilburg University

>€ 4.508.500

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

–€ 33.661

22NC

Open Universiteit

>€ 2.050.518

23BF

Universiteit voor Humanistiek

>€ 340.671

25AV

Theologische Universiteit Kampen

>€ 145.112

 

Totaal

>€ 188.742.361

Bedragen onderzoek universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Bedrag

21PI

Wageningen University

>€ 9.188.100

F

Bijlage 9 komt te luiden:

BIJLAGE 9. BIJ ARTIKEL 4, DERDE LID, VAN DE REGELING

Bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen, bedoeld in artikel 4.24, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Bedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

>€ 54.609

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

>€ 23.968

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

>€ 258.381

02BY

Gerrit Rietveld Academie

 

02NR

Hotelschool The Hague

 

02NT

Design Academy Eindhoven

 

07GR

Avans Hogeschool

>€ 41.703

08OK

Pedagogische Hogeschool De Kempel

>€ 56.101

09OT

Iselinge Hogeschool

>€ 26.426

10IZ

Marnix Academie

>€ 99.648

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

>€ 11.852

15BK

Driestar educatief

>€ 81.913

21CW

HAS Hogeschool

 

21MI

HZ University of Applied Sciences

>€ 21.773

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

>€ 25.197

21RI

Hogeschool Leiden

>€ 107.286

21UG

Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar

>€ 62.159

21UI

NHTV internationale hogeschool Breda

 

21WN

NHL Hogeschool

>€ 156.539

22EX

Stenden Hogeschool

>€ 89.024

22HH

Viaa-Gereformeerde Hogeschool

>€ 34.416

22OJ

Hogeschool Rotterdam

>€ 232.218

23AH

Saxion Hogeschool

>€ 74.538

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

>€ 4.126

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

>€ 46.619

25BE

Hanzehogeschool Groningen

>€ 103.247

25DW

Hogeschool Utrecht

>€ 339.504

25JX

Zuyd Hogeschool

>€ 25.461

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

>€ 309.039

27NF

ArtEZ

>€ 55.926

27PZ

Hogeschool INHolland

>€ 153.993

27UM

De Haagse Hogeschool

>€ 79.981

28DN

Hogeschool van Amsterdam

>€ 287.968

30GB

Fontys Hogescholen

>€ 506.842

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

 

30TX

Aeres Hogeschool

>€ 4.917

30VP

Hogeschool Thomas More

>€ 48.990

 

Totaal

>€ 3.424.364

Bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.24, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Bedrag

21CW

HAS Hogeschool

 

27PZ

Hogeschool INHolland

 

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

 

30TX

Aeres Hogeschool

>€ 67.937

 

Totaal

>€ 67.937

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

  • 1. Artikel I, uitgezonderd onderdeel B, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

  • 2. Artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van 1 september 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

1. Algemeen

Met deze regeling wordt de Regeling financiën hoger onderwijs gewijzigd. De aanpassingen van de Regeling financiën hoger onderwijs hangen onder meer samen met de eerste herberekening van de rijksbijdrage 2018 in overeenstemming met de eerste suppletoire begroting 2018 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De eerste berekening van de rijksbijdrage 2018 betrof de berekening in overeenstemming met de ontwerpbegroting 2018 van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

2. Gevoerd overleg

Een concept van de regeling is voor bestuurlijke reactie voorgelegd aan de VSNU, Vereniging Hogescholen en Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). De VSNU stemt in met de aanpassingen en verzoekt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om de universiteiten op korte termijn inzicht te geven in het meerjarig beeld van de inkomsten uit de studievoorschotmiddelen. Hieraan zal tegemoet gekomen worden. De Vereniging Hogescholen stemt in met de aanpassingen en vraagt aandacht voor de positie van de agrarische hogescholen.

3. Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets

DUO acht de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar.

4. Financiële gevolgen

De wijzigingen in deze regeling hebben geen gevolgen voor de Rijksbegroting. Wijziging mede vanwege de tweede suppletoire (ontwerp-) begroting 2018 kan op grond van artikel 2.5, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek nog leiden tot nadere bepaling van de in deze regeling opgenomen bedragen en percentages.

5. Gevolgen administratieve lasten

De regeling heeft geen gevolgen voor administratieve lasten.

Artikelen

Artikel I Wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs

A

Dit onderdeel betreft een aanpassing van de bedragen promoties en ontwerperscertificaten in artikel 4 van de Regeling financiën hoger onderwijs. De bedragen zijn gewijzigd als gevolg van de wijziging van de omvang van het totale onderzoekdeel wo in de rijksbijdrage.

B

Op grond van artikel 2.2, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 wordt het wettelijk collegegeld (gedeeltelijk en volledig) voor het studiejaar 2019/2020 aangepast aan de hand van de consumentenprijsindex. Onder de consumentenprijsindex wordt verstaan: de consumentenprijsindex ‘reeks alle huishoudens’ zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het bedrag van het volledig wettelijk collegegeld voor het studiejaar 2018–2019 wordt vermenigvuldigd met 102,89 (indexcijfer april 2018) en gedeeld door 101,98 (indexcijfer april 2017). De hieruit resulterende bedragen zijn afgerond opgenomen in deze regeling conform het onderstaande overzicht voor het studiejaar 2019–2020; zij vervangen de bedragen voor het studiejaar 2018–2019. De jaarlijkse verhoging met € 22, zoals genoemd in artikel 2.2, derde lid van het besluit, komt per studiejaar 2019–2020 te vervallen.

 

2018/2019

2019/2020

Afgerond

Niet-afgerond

Na indexering

Afgerond

Volledig wettelijk collegegeld en maximumbedrag gedeeltelijk wettelijk collegegeld.

>€ 2.060

>€ 2.060,06

>€ 2.078,44

>€ 2.078

Minimumbedrag gedeeltelijk wettelijk collegegeld.

>€ 1.226

>€ 1.226,39

>€ 1.237,33

>€ 1.237

C

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2018 met 2,24944% van alle ‘bedragen onderwijsopslag universiteiten’ in bijlage 1. Daarnaast is er sprake van wijzigingen om de volgende redenen:

  • a. onder de noemer kwetsbare opleidingen zijn de middelen voor Geesteswetenschappen herverdeeld. Er is een herschikking van € 160.000 voor indexering doorgevoerd ter financiering van het Platform Talen in Nederland (penvoerder Vrije Universiteit Amsterdam) en de toekenning voor de landelijke onderzoeksscholen is aangepast vanwege de overgang van het penvoerderschap van Archon van Universiteit Leiden naar de Vrije Universiteit Amsterdam (brief van 19 maart 2018 met kenmerk 1330186).

  • b. onder de noemer kwetsbare opleidingen is een bijdrage van € 179.108 opgenomen voor het experiment educatieve module voor het jaar 2018. In hoofdstuk 4 van het Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs (Stb. 2016, 145) zijn in de artikelen 26 tot en met 32 bepalingen opgenomen op basis waarvan universiteiten bij experiment in de periode van 1 juli 2016 tot en met 31 juni 2019 een educatieve module aan kunnen bieden. Deze module wordt gevolgd na afronding van de bachelor, maar komt naar omvang en inhoud overeen met de minor die kan worden gevolgd tijdens de bacheloropleiding. Er is sprake van een vaste bijdrage per ingeschrevene via de onderwijsopslag in bedragen universiteiten die als volgt wordt opgebouwd: 1/2 van het bedrag dat bij reguliere bekostiging voor één jaarinschrijving in de betreffende bacheloropleiding beschikbaar zou worden gesteld vermeerderd met 1/6 van de diplomabonus voor onderwijs en onderzoek dat bij reguliere bekostiging per afgestudeerde zou zijn ontvangen. De vergoeding wordt in de jaren 2017 tot en met 2019 jaarlijks verwerkt bij de rijksbijdragebrief die samenhangt met de eerste suppletoire begroting van OCW.

  • c. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn in het kader van het programma Holland Scholarship de vanuit OCW beschikbare middelen voor deelnemende universiteiten voor inkomende en uitgaande beurzen herverdeeld op basis van gegevens van universiteiten over het aantal gerealiseerde inkomende en uitgaande beurzen (brief van 15 december 2014 met kenmerk 707380). De bijdrage voor het jaar 2018 komt daarbij voor indexering uit op € 1.022.953.

  • d. onder de noemer bijzondere voorzieningen is een bijdrage van € 161.949 opgenomen als financiële compensatie voor universiteiten waar studenten een graad voor een tweede studie zorg/onderwijs behaald hebben tussen oktober 2016 en oktober 2017. Dit betreft de financiële compensatie van universiteiten in verband met de uitspraak van het CBHO op 8 juli 2015 over de hoogte van het collegegeld voor studenten die een tweede studie volgen op gebied van onderwijs of gezondheidszorg (brief 13 augustus 2015 met kenmerk 799560). OCW heeft de universiteiten gewezen op de gevolgen van deze rechterlijke uitspraak, namelijk om voor collegejaar 2015-2016 en 2016-2017 aan de desbetreffende categorie studenten (opleiding onderwijs voorafgegaan door een graad in gezondheidszorg of een opleiding gezondheidszorg voorafgegaan door een graad in onderwijs) niet meer dan het wettelijk collegegeld te vragen en de andersluidende indicatie vanuit DUO daarbij te negeren. OCW zal de instellingen via de onderwijsopslag in bedragen compenseren voor het niet ontvangen van bekostiging voor deze studenten.

  • e. onder de noemer bijzondere voorzieningen is de tranche 2018 van de Comenius beurzen toegekend (€ 2.000.000 in 2018, € 850.000 in 2019 en € 150.000 in 2020 voor indexering). Deze middelen worden verdeeld over de universiteiten via 23 Teaching, 11 Senior en 3 Leadership Fellows. Deze beurzen worden dit jaar verdeeld over dertien universiteiten (brieven van 1 mei 2018 met map-kenmerk 1354085).

  • f. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2018 een bedrag van € 725.336 opgenomen ten behoeve van halvering collegegeld eerstejaars studenten HO bij opleidingen met een verhoogd wettelijke collegegeld (kenmerk ‘kleinschalig en intensief’ en Open Universiteit). Universiteiten ontvangen via de rijksbijdrage compensatie voor de Regeerakkoord maatregel ‘halvering collegegeld eerstejaars HO’. Met dit voorstel wordt het wettelijk collegegeld voor eerstejaars studenten in het HO gehalveerd. Opleidingen met het kenmerk ‘kleinschalig en intensief’ en de Open Universiteit mogen een verhoogd wettelijk collegegeld vragen. Dit verhoogde tarief wordt ook gehalveerd en daarvoor ontvangen deze universiteiten extra middelen. De middelen worden verdeeld over Universiteit Leiden, Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit Twente, Universiteit Maastricht, Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam en de Open Universiteit (brief van 9 april 2018 met kenmerk 1346352).

  • g. aan de onderwijsopslag van de Technische Universiteit Delft is voor het jaar 2018 een bedrag van € 41.100 voor indexering toegevoegd voor het plan van aanpak kwartiermaker open en verbonden HO (brief van 4 oktober 2017 met kenmerk 1258243).

  • h. aan de onderwijsopslag van de Vrije Universiteit Amsterdam is voor het jaar 2018 een bedrag van € 200.000 voor indexering toegevoegd voor een bijdrage aan de leergemeenschap Slotervaart. De leergemeenschap Slotervaart moet antwoorden gaan geven op maatschappelijke vragen rond gelijke kansen in de grootstedelijke context (brief van 19 december 2017 met kenmerk 1294509).

  • i. aan de onderwijsopslag van de Vrije Universiteit Amsterdam is voor het jaar 2018 een bedrag van € 1.189.190 voor indexering toegevoegd vanwege een correctie van de bekostiging van joint degrees voor het bekostigingsjaar 2018 (brief van 20 april 2018 met kenmerk 1350477).

  • j. aan de onderwijsopslag van de Open Universiteit is voor het jaar 2018 een bedrag van € 1.100.000 voor indexering toegevoegd. De betreft een verzoek van de VSNU voor compensatie voor de Open Universiteit naar aanleiding van de gekozen verdeelsystematiek voor de middelen prestatiebox en studievoorschot in 2018.

D

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2018 met 2,33830% van alle ‘bedragen onderwijsopslag hogescholen’ in bijlage 3. Alle ‘bedragen onderwijsopslag van hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving’ worden verhoogd met 2,40389%. Daarnaast is er sprake van wijzigingen om de volgende redenen:

  • a. onder de noemer bijzondere voorzieningen zijn in het kader van het programma Holland Scholarship de vanuit OCW beschikbare middelen voor deelnemende hogescholen voor inkomende en uitgaande beurzen herverdeeld op basis van gegevens van hogescholen over het aantal gerealiseerde inkomende en uitgaande beurzen (brief van 15 december 2014 met kenmerk 707380). De bijdrage voor het jaar 2018 komt daarbij voor indexering uit op € 1.145.016.

  • b. onder de noemer bijzondere voorzieningen is een bijdrage van € 427.621 opgenomen als financiële compensatie voor hogescholen waar studenten een graad voor een tweede studie zorg/onderwijs behaald hebben tussen oktober 2016 en oktober 2017. Dit betreft de financiële compensatie van hogescholen in verband met de uitspraak van het CBHO op 8 juli 2015 over de hoogte van het collegegeld voor studenten die een tweede studie volgen op gebied van onderwijs of gezondheidszorg (brief 13 augustus 2015 met kenmerk 799560). OCW heeft de hogescholen gewezen op de gevolgen van deze rechterlijke uitspraak, namelijk om voor collegejaar 2015-2016 en 2016-2017 aan de desbetreffende categorie studenten (opleiding onderwijs voorafgegaan door een graad in gezondheidszorg of een opleiding gezondheidszorg voorafgegaan door een graad in onderwijs) niet meer dan het wettelijk collegegeld te vragen en de andersluidende indicatie vanuit DUO daarbij te negeren. OCW zal de instellingen via de onderwijsopslag in bedragen compenseren voor het niet ontvangen van bekostiging voor deze studenten.

  • c. onder de noemer bijzondere voorzieningen is de tranche 2018 van de Comenius beurzen toegekend (€ 2.000.000 in 2018, € 850.000 in 2019 en € 150.000 in 2020 voor indexering). Deze middelen worden verdeeld over de hogescholen via 23 Teaching, 11 Senior en 3 Leadership Fellows. Deze beurzen worden dit jaar verdeeld over zeventien hogescholen (brieven van 1 mei 2018 met map-kenmerk 1354085).

  • d. onder de noemer bijzondere voorzieningen is voor het jaar 2018 een bedrag van € 227.860 opgenomen ten behoeve van halvering collegegeld eerstejaars studenten HO bij opleidingen met het kenmerk ‘kleinschalig en intensief’. Hogescholen ontvangen via de rijksbijdrage compensatie voor de Regeerakkoord maatregel ‘halvering collegegeld eerstejaars HO’. Met dit voorstel wordt het wettelijk collegegeld voor eerstejaars studenten in het HO gehalveerd. Opleidingen met het kenmerk ‘kleinschalig en intensief’ mogen een verhoogd wettelijk collegegeld vragen. Dit verhoogde tarief wordt ook gehalveerd en daarvoor ontvangen deze hogescholen extra middelen. De middelen worden verdeeld over de Gerrit Rietveld Academie, Hotelschool The Hague, NHTV internationale hogeschool Breda, Zuyd Hogeschool en Hogeschool van Amsterdam (brief van 9 april 2018 met kenmerk 1346352).

  • e. aan de onderwijsopslag van de Christelijke Hogeschool Windesheim is voor het jaar 2018 een bedrag van € 99.940 voor indexering toegevoegd ten behoeve van de organisatie van de eerste landelijke associate degree conferentie. Het hoofddoel van de conferentie is om de associate degree breed onder de aandacht te brengen van de verschillende doelgroepen, waaronder het bedrijfsleven (brief van 6 april 2018 met kenmerk 1344952).

  • f. aan de onderwijsopslag van de NHTV internationale hogeschool Breda is voor het jaar 2018 een bedrag van € 31.210 voor indexering toegevoegd ten behoeve van verdere professionalisering van de leden van de raden van toezicht van hogescholen (brief van 16 februari 2018 met kenmerk 1318779.

  • g. aan de onderwijsopslag van de Christelijke Hogeschool Ede is voor het jaar 2018 een bedrag van € 18.000 voor indexering toegevoegd om een eenmalige bijdrage te leveren aan de opstartkosten van het Teach-nasium. Het Teach-nasium, zoals op te starten door de Christelijke Hogeschool Ede, heeft als doel de kwaliteit, kwantiteit en diversiteit van de instroom van de lerarenopleidingen te vergroten en daarmee een bijdrage te leveren aan het terugdringen van het lerarentekort (brief van 23 april 2018 met kenmerk 1352588).

  • h. aan de onderwijsopslag van de Hogeschool Utrecht is voor het jaar 2018 een bedrag van € 8.610 voor indexering toegevoegd voor de bijdrage aan de conferentie Bildung en Burgerschap (brief van 20 maart 2018 met kenmerk 1331992).

  • i. aan de onderwijsopslag van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is voor de jaren 2018 en 2019 jaarlijks een bedrag van € 50.000 voor indexering toegevoegd ten behoeve van de startsubsidie voor het experiment vraagfinanciering (brief van 19 maart 2018 met kenmerk BEK/BPR-2018/4967 M). De vouchers zelf worden gefinancierd op basis van de Subsidieregeling vraagfinanciering hoger onderwijs.

  • j. aan de onderwijsopslag van Hogeschool INHolland is voor de jaren 2018 en 2019 jaarlijks een bedrag van € 100.000 voor indexering toegevoegd ten behoeve van kennisdeling en monitoring regionale samenwerking mbo-hbo en vo-ho (brief van 26 maart 2018 met kenmerk 1340354).

E

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2018 met 2,21150% van alle ‘bedragen voorziening onderzoek universiteiten’ in bijlage 5. Alle ‘bedragen onderzoek universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving’ worden verhoogd met 2,22999%.

F

Dit onderdeel betreft de verhoging vanwege loon- en prijsbijstelling 2018 met 2,33851% van alle ‘bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen’ in bijlage 9. Alle ‘bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving’ worden verhoogd met 2,36496%.

Artikel II Inwerkingtreding

Artikel I, uitgezonderd onderdeel B, heeft betrekking op het begrotingsjaar 2018 en treedt daarom met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2018.

De bepaling inzake het collegegeld treedt in werking per 1 september 2019.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven