Verkeersbesluit instellen E3 zone Oosterdokseiland

Logo Amsterdam

Nummer CE1 8 -02246 d.d. 31 mei 2018

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Gelet op de bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990,

Gelet op het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

Gelet op onderdeel l.1uit de Verordening op het lokaal bestuur behorende bevoegdhedenregister van het dagelijks alsmede onderdeel l.1 van het algemeen mandaatbesluit stadsdeel Centrum,

gelet op de bepalingen van de Wegenverkeerswet (WVW 1994), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990),

Overwegende dat:

  • dat de aan te wijzen zone op het zuidelijk deel van het Oosterdokseiland globaal begrensd wordt door de Oosterdokskade (west-, zuid- en oostzijde) en de Oosterdoksstraat (noordzijde)

  • dat dit gebied is ingericht met een hoge ambitie voor de kwaliteit van de openbare ruimte.

  • dat het gebied mede is ingericht om door grote hoeveelheden voetgangers comfortabel en veilig gebruikt te worden.

  • dat buiten vakken, rekken, nietjes en inpandige stallingen geparkeerde fietsen en bromfietsen dit gebruik ernstig kunnen hinderen.

  • dat in het gebied (brom-)fietsparkeervoorzieningen zijn gerealiseerd en dat op maaiveld en in stallingen zoveel voorzieningen aanwezig zijn, dat er in beginsel voldoende capaciteit beschikbaar is om aan de verwachte vraag tegemoet te komen.

  • dat het gebied op basis van APV artikel 4.27 is aangewezen als gebied waar het verboden is fietsen en bromfietsen buiten de daarvoor bestemde voorzieningen te stallen.

  • dat dit verbod gehandhaafd kan worden door het toepassen van bestuursdwang, waarbij foutgeparkeerde fietsen en bromfietsen na een waarschuwing en het in acht nemen van een begunstigingstermijn verwijderd kunnen worden.

  • dat het door het ontbreken van de benodigde middelen zoals ruimte, materieel en mankracht praktisch niet mogelijk is deze bestuursdwang toe te passen bij foutgeparkeerde bromfietsen.

  • dat bromfietsen een kenteken hebben, wat het mogelijk maakt bij (parkeer-)overtredingen sancties op kenteken op te leggen.

  • dat dit alleen mogelijk is als een (parkeer-)verbod wordt overtreden.

  • dat het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) het mogelijk maakt een dergelijk verbod in te stellen door het plaatsen van verkeersborden conform model E03-ZB (E3 zonebord)/E03-ZE (E3 zone einde bord) van Bijlage 1 van het RVV.

  • dat deze zone dezelfde begrenzing kent als de op basis van artikel 4.27 APV aangewezen gebieden op de Rode Loper in de stadsdelen Centrum en Zuid waar het verboden is om buiten de daarvoor bestemde voorzieningen te parkeren.

  • dat krachtens artikel 2.1 Wegenverkeerswet 1994 deze maatregel genomen wordt:

    • om de veiligheid op de diverse wegen te verzekeren

    • ter bescherming van de weggebruikers en hun passagiers

    • om de vrijheid van het verkeer zoveel mogelijk te waarborgen

    • ter voorkoming van of beperking van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade

  • dat overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer overleg is gepleegd met de gemandateerde van de politie, regionale eenheid Amsterdam, waarbij over dit voorstel positief is geadviseerd

  • dat de betreffende weggedeelten in beheer zijn bij en gelegen zijn binnen de grenzen van stadsdeel Centrum.

BESLUIT

  • 1.

    Door het plaatsen van verkeersborden conform model E03-ZB (E3 zonebord)/E03-ZE (E3 zone einde bord) van Bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 "Verbod fietsen en bromfietsen te plaatsen buiten de daarvoor bestemde voorzieningen" een zone in te stellen waarbinnen het verboden is fietsen en bromfietsen buiten de daarvoor bestemde voorzieningen te parkeren

  • 2.

    De onder punt 1. bedoelde borden te plaatsen op alle toegangswegen waarover fietsen en bromfietsen de E3 zone rijdend binnen mogen komen volgens het als bijlage bij dit besluit opgenomen bordenplan.

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam

namens hen het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Centrum

namens deze,

I.Reuselaars

Afdelingshoofd Schoon en Heel

MEDEDELINGEN

Bezwaar- of beroepsclausule

Belanghebbenden kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum van publicatie een gemotiveerd bezwaar maken tegen dit besluit.

Een bezwaarschrift moet worden ondertekend en minstens bevatten: uw naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt, de gronden van uw bezwaar en het kenmerk van dit besluit. Wilt u ook uw telefoonnummer vermelden en een kopie van dit besluit meezenden. Het algemeen bestuur stelt het op prijs als u een kopie van uw bezwaarschrift faxt naar nummer 020 2564433

U stuurt uw bezwaarschrift naar:

Algemeen bestuur van de bestuurscommissie voor Stadsdeel Centrum

Juridische Zaken

Postbus 202

1000 AE Amsterdam

Het maken van bezwaar schorst de werking van dit besluit niet. In spoedeisende gevallen kunt u bij de Voorzieiningenrechter een voorlopige voorzieing vragen, nadat u bezwaar heeft gemaakt, bij de Voorzieingenrechter, sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. U betaalt hiervoor griffierechten

Origineel aan:

Informatievoorziening IDB

 

 

Naar boven