Gemeente Midden-Delfland - Verkeersbesluit – Onverplicht fietspad Groeneveldsepolder

Logo Midden-Delfland

Burgemeester en wethouders van Midden-Delfland;

 

op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) zijn wij bevoegd dit verkeersbesluit te nemen;

gelet op hoofdstuk 10, titel 1, afdeling 1 (Mandaat en delegatie) van de Algemene wet bestuursrecht hebben wij de bevoegdheid tot het nemen van verkeersbesluiten gemandateerd aan het afdelingshoofd Openbare Werken bij collegebesluit van 22 december 2015;

op grond van artikel 15, eerste lid, van de WVW 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

 

overwegende:

 

dat het op grond van artikel 2 van de WVW 1994 voor wat betreft:

het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg;

het verzekeren van de veiligheid op de weg;

het beschermen van weggebruikers en passagiers;

het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade;

 

dat het gewenst is om de nieuw te realiseren fietsverbinding in de Groeneveldse Polder in Schipluiden aan te wijzen als onverplicht fietspad, zie de gewaarmerkte situatietekening, door middel van het aanbrengen van borden G13 en G14 van bijlage 1 van het RVV 1990;

 

dat het nieuwe fietspad in de Groeneveldse Polder buiten de bebouwde kom van Schipluiden is gelegen tussen de fietsbrug over de Zweth en de aansluiting op de Groeneveld net ten westen van de Groeneveldse Molen;

 

dat vooruitlopend op een definitieve realisatie van het fietspad in 2016 twee bruggen zijn aangelegd om een extra wandelroute in het gebied beschikbaar te krijgen en daarmee de verkeerssituatie op de Molenlaan te verbeteren;

 

dat het voor de bescherming van weggebruikers en ter voorkoming van overlast en schade in de tijdelijke situatie wenselijk was om enkele groepen weggebruikers, waaronder mountainbikers en motorcrossers, van de ontstane verbinding te weren;

 

dat de nieuw ontstane verbinding tussen de twee bruggen daarom, in aansluiting op het eerdere verkeersbesluit van 6 juni 2013 was aangewezen als verplicht voetpad;

 

dat het nieuwe fietspad, gezien de aansluiting op regionale recreatieve routestructuren en de ligging in een groengebied, vooral een functie krijgt bij het faciliteren van verschillende vormen recreatief verkeer waaronder fietsers, wandelaars, skaters en hardlopers;

 

dat de beschikbare breedte op het nieuwe fietspad nodig is om deze verschillende vormen van recreatief verkeer gelijktijdig en op een veilige manier af te kunnen wikkelen;

 

dat, om de verkeersveiligheid te waarborgen, de onderlinge snelheidsverschillen op het fietspad daarom zo klein mogelijk dienen te zijn;

 

dat het op grond hiervan onwenselijk is om bromfietsen, snorfietsen met een ingeschakelde verbrandingsmotor en nieuwe fietscategoriën zoals speed-pedelecs op het nieuwe fietspad in de Groeneveldse Polder toe te staan;

 

dat de naastgelegen Groeneveldse Wetering en de Woudse Polder op grond van de Provinciale Milieuverordening zijn aangewezen als stiltegebied;

 

dat hierdoor niet-gebiedseigen activiteiten die leiden tot een toename van geluidniveau, waaronder het toelaten van gemotoriseerd verkeer, zijn verboden;

 

dat een beleving van het landelijke gebied door de recreant, met gebiedseigen geluiden en zonder bronnen voor lawaai, in stiltegebieden voorop staat;

 

dat het geluid van brom- en snorfietsen met ingeschakelde verbrandingsmotor niet bijdragen aan een positieve beleving van het landelijke gebied;

 

dat het ook op grond hiervan onwenselijk is om bromfietsen en snorfietsen met een ingeschakelde verbrandingsmotor op het nieuwe fietspad in de Groeneveldse Polder toe te staan;

 

dat de verkeersveiligheid op het fietspad en het beperken van de door verkeer veroorzaakte overlast het beste kan worden bereikt door het nieuwe fietspad aan te wijzen als onverplicht fietspad;

 

dat voetgangers, gelet op artikel 4 RVV 1990, wel gebruik mogen maken van paden die zijn aangewezen als onverplicht fietspad;

 

dat bromfietsers, gelet op artikel 6 RVV 1990, geen gebruik mogen maken van paden die zijn aangewezen als onverplicht fietspad;

 

dat snorfietsers, gelet op artikel 5 RVV 1990, alleen met uitgeschakelde verbrandingsmotor gebruik mogen maken van paden die zijn aangewezen als onverplicht fietspad;

 

dat snorfietsen, uitgerust met een elektromotor, op grond van artikel 5 RVV 1990 wel gebruik mogen maken van een onverplicht fietspad;

 

dat er voor bromfietsen en snorfietsen, uitgerust met een verbrandingsmotor, alternatieve routes beschikbaar zijn en blijven via bijvoorbeeld de Zwethkade Noord en/of de Noord-Lierweg;

 

dat op deze routes, gelet op de functie voor het autoverkeer, minder langzaam verkeer aanwezig is en de snelheidsverschillen tussen brom- en snorfietsers en overige weggebruikers kleiner zijn en dat daarmee de veiligheid van deze categorieën weggebruikers hier voldoende is verzekerd;

 

dat het nemen van deze maatregel hierdoor geen nadelige gevolgen heeft voor de bereikbaarheid van brom- en snorfietsen;

 

dat het voorkomen of beperken van de door brom- en snorfietsen met ingeschakelde verbrandingsmotor veroorzaakte overlast/hinder ten opzichte van andere weggebruikers en de omgeving in deze zwaarder weegt dan het kunnen berijden van het fietspad met deze voertuigcategorieën;

 

dat het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

 

dat het genoemde fietspad in de Groeneveldse Polder in eigendom, onderhoud en beheer zijn van de Gemeente Midden-Delfland;

 

dat in overeenstemming met artikel 24 van het BABW overleg heeft plaatsgevonden over de te nemen maatregel met de politie regio Den Haag;

 

B E S L U I T E N:

 

De nieuw te realiseren fietsverbinding in de Groeneveldse Polder in Schipluiden aan te wijzen als onverplicht fietspad, zie de gewaarmerkte situatietekening, door middel van het aanbrengen van borden G13 en G14 van bijlage 1 van het RVV 1990;

 

De eerdere, als tijdelijke maatregel bedoelde, aanwijzing van de verbinding in de Groeneveldsepolder als verplicht voetpad in te trekken;

 

afkondiging van dit besluit te doen plaatsvinden op de gebruikelijke wijze.

 

 

Schipluiden, 25 mei 2018

 

Met vriendelijke groet,

namens het college van burgemeester en wethouders,

 

 

 

 

Peter van den Heuvel

hoofd afdeling Openbare Werken

 

 

Bent u het niet eens met dit besluit?

Dan kunt u bezwaar maken. In dat geval adviseren wij u om eerst telefonisch contact met ons op te nemen. We nemen samen met u het besluit door. Bent u het na dit gesprek nog steeds niet eens met dit besluit? Dan kunt u een bezwaarschrift sturen naar het college van burgemeester en wethouders. Zorgt u er voor dat u het bezwaarschrift indient binnen zes weken na de dag waarop het besluit is verzonden. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer kunnen behandelen.

 

Hoe maakt u bezwaar?

U kunt uw bezwaarschrift digitaal indienen. Daarvoor moet u wel beschikken over een DigiD inlogcode. Op de website van de gemeente vindt u onder de knop ‘Inwoners’, Digitaal Loket’, ‘Formulieren’ het formulier ‘Bezwaar indienen’. Daar vindt u alle informatie.

 

U kunt uw bezwaarschrift ook schriftelijk indienen. Uw bezwaarschrift richt u aan het college van burgemeester en wethouders.

In het bezwaarschrift moet ten minste het volgende staan:

de datum en uw handtekening;

uw naam, adres en graag ook uw telefoonnummer;

de datum en het kenmerk van dit besluit of een kopie van het besluit;

de reden waarom u het niet eens bent met dit besluit.

 

Voor nadere informatie over het indienen van bezwaar, kijk op www.middendelfland.nl.

 

 

 

 

Naar boven