Besluit: Wijziging bebouwde komgrens Wegenverkeerswet Cruquiusweg (N201) Heemstede

Logo Heemstede

De raad van de gemeente Heemstede;

 

Overwegende:

 

  • dat de bebouwde kom bij besluit door de gemeenteraad wordt vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;

  • dat op grond van artikel 156a Wegenverkeerswet 1994 deze bebouwde kom moet worden aangeduid met de borden H1 en H2 uit bijlage 1 van het RVV 1990;

  • dat de huidige bebouwde komgrens volgens de Wegenverkeerswet 1994 op de Cruquiusweg (N201) ligt op de eigendomsgrens van het wegvak tussen de provincie Noord-Holland en de gemeente Heemstede;

  • dat de huidige bebouwde komgrens op de Cruquiusweg is vastgesteld in 1973 en sindsdien niet meer is gewijzigd;

  • dat met de ontwikkeling van het bouwproject Slottuin in Heemstede de bebouwing in Heemstede wordt uitgebreid;

  • dat het logisch is de bebouwde komgrens conform de bepalingen in het BABW te plaatsen op de grens waar bebouwing begint;

  • dat vanwege de nieuwe bebouwing de bebouwde komgrens op de hoofdrijbaan van de N201 Cruquiusweg met 192 meter in zuidoostelijke richting dient te worden verplaatst;

  • dat met het verplaatsen van de bebouwde komgrens de maximumsnelheid op dit wegvak omlaag gaat, waarmee geluid en uitstoot worden verminderd;

  • dat de weginrichting van dit wegvak aangepast moet worden om ervoor te zorgen dat het wegvak de uitstraling krijgt van een weg binnen de bebouwde kom;

  • dat de provincie Noord-Holland als wegbeheerder ervoor zal moeten zorgen dat het betreffende wegvak een inrichting krijgt van een weg binnen de bebouwde kom;

  • dat de provincie als beheerder en eigenaar van de weg gehoord is;

  • dat over dit besluit overleg is gevoerd met de door de korpschef van de Nationale Politie daartoe gemachtigde medewerker verkeersadvisering.

     

Besluit:

De bebouwde komgrens op basis van de Wegenverkeerswet op de Cruquiusweg 192 meter in zuidoostelijke richting te verplaatsen.

 

Heemstede, 22 februari 2018

 

De raad voornoemd,

 

de griffier, de voorzitter,

 

 

 

mw. drs. I.C.M. Hesp mw. mr. A.C. Nienhuis

 

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekend gemaakt bij de raad een bezwaarschrift indienen ingevolge het bepaalde in de artikelen 8:1, juncto 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Een bezwaarschrift dient te worden ondertekend en in ieder geval de volgende onderdelen te bevatten:

  • -

    naam en adres indiener;

  • -

    de dagtekening;

  • -

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;

  • -

    de gronden waarop het bezwaar rust.

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Als een belanghebbende die een bezwaarschrift heeft ingediend, in afwachting van de uitkomst van de bezwaarschriftenprocedure, schorsing wenst van het besluit, kan hij/zij een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de President van de Rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Een verzoek om voorlopige voorziening kan ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht worden ingediend indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dit vereist.

Naar boven