City Deal Circulaire Stad

PARTIJEN,

1. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Almere, handelend als bestuursorgaan van deze gemeente, namens deze de heer Tjeerd Herrema, Wethouder Growing Green Cities;

2. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Amsterdam, handelend als bestuursorgaan van deze gemeente, namens deze de heer Abdeluheb Choho, Wethouder Duurzaamheid;

3. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Apeldoorn, handelend als bestuursorgaan van deze gemeente, namens deze de heer Mark Sandmann, Wethouder Duurzaamheid;

4. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Dordrecht, handelend als bestuursorgaan van deze gemeente, namens deze de heer Rik van der Linden, Wethouder Duurzaamheid en Milieu;

5. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Haarlemmermeer, handelend als bestuursorgaan van deze gemeente, namens deze de heer John Nederstigt, Wethouder Duurzame Economische Ontwikkeling;

6. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Rotterdam, handelend als bestuursorgaan van deze gemeente, namens deze de heer Joost van Maaren, Hoofd Inzameling & Hergebruik;

7. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Utrecht, handelend als bestuursorgaan van deze gemeente, namens deze mevrouw Lot van Hooijdonk, Wethouder Duurzaamheid;

8. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Venlo, handelend als bestuursorgaan van deze gemeente, namens deze de heer Wim van den Beucken, Wethouder Duurzaamheid en Cradle to Cradle;

hierna gezamenlijk te noemen: de City Deal-gemeenten;

9. HaskoningDHV Nederland B.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer ir. Anton van der Sanden, Directeur Transport & Planning, hierna te noemen: Royal HaskoningDHV;

10. De Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek TNO, te dezen vertegenwoordigd door de heer ir. Paul van Ruiten, Directeur Milieu en Duurzaamheid, hierna te noemen: TNO;

11. Coöperatieve Circle Economy U.A., te dezen vertegenwoordigd door mevrouw Klaske Kruk, Director of Programs, hierna te noemen: Circle Economy;

12. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (IenM), de Minister voor Wonen en Rijksdienst (WenR) en de Minister van Economische Zaken (EZ), handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordigers van de Staat der Nederlanden, hierna gezamenlijk te noemen: Rijksoverheid;

hierna allen tezamen genoemd: Partijen;

OVERWEGEN HET VOLGENDE,

Algemene context Rijksbrede programma Circulaire Economie en Agenda Stad

  • a. Gemeenten, de Rijksoverheid, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties onderkennen de noodzaak om de transitie naar een circulaire economie te versnellen om, binnen de draagkracht van de aarde, ons welvaartsniveau op een hoog niveau te houden. Die ambities kunnen alleen gerealiseerd worden door met elkaar samen te werken.

  • b. Gemeenten, de Rijksoverheid, private partijen, kennisinstellingen en andere actoren werken aan de totstandkoming van de Agenda Stad, die de groei, innovatie en leefbaarheid van steden in samenhang moet versterken om daarmee het concurrentievermogen en groeipotentieel van het Nederlandse stedennetwerk te vergroten.

  • c. Deze actoren tezamen beogen hier onder andere invulling aan te geven door middel van het sluiten van ‘City Deals’. City Deals onderscheiden zich in het feit dat ze:

    • 1) een aansprekende ambitie formuleren ten aanzien van een of meerdere grote maatschappelijke opgaven;

    • 2) agglomeratiekracht organiseren (massa/schaalvoordeel door samenwerking tussen en/of binnen stedelijke regio’s);

    • 3) betrokkenheid kennen van uiteenlopende publieke en private partijen (waaronder het Rijk);

    • 4) innovatief en gericht zijn op doorbraken, door bijvoorbeeld bestaande systemen anders vorm te geven; en

    • 5) (inter)nationaal aansprekend en uitventbaar zijn.

  • d. In het position paper 'Resetting cities' 1 hebben de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven gezamenlijk hun ambities voor Agenda Stad in kaart gebracht. Deze propositie is in samenspel met de Rijksoverheid ontwikkeld, en omvat een 'kansen' agenda langs drie sporen: lerende en innovatieve steden, (compacte) groene en gezonde steden, veilige en inclusieve steden. Deze City Deal Circulaire Stad sluit hier op aan, evenals op ambities van enkele G32-steden uit hun propositie ‘Nederland Stedenland’2.

Context City Deal Circulaire Stad

Onze samenleving draait op wat de aarde ons geeft: we gebruiken de grondstoffen voor voedsel, onderdak, warmte, kleding, consumptiegoederen en mobiliteit. Die behoefte aan grondstoffen neemt alleen maar toe. In 2050 zijn er naar verwachting ruim negen miljard mensen die voldoende voedsel en water nodig hebben en in welvaart willen leven. Ook zal gezien het VN-klimaatakkoord van Parijs de uitstoot van broeikasgassen fors teruggebracht moeten worden.

De ‘circulaire economie’ is daarmee een antwoord op de grote uitdaging om goed om te gaan met grondstoffen in de 21ste eeuw en duurzame, kwalitatieve groei te realiseren. De circulaire economie gaat binnen ecologische en economische randvoorwaarden efficiënt en maatschappelijk verantwoord om met producten, materialen en hulpbronnen en levert als zodanig ook een bijdrage aan het beperken van de uitstoot van broeikasgassen.

De circulaire economie biedt ons land volop economische kansen. De nieuwe businessmodellen c.q. transacties in de circulaire economie brengen echter stevige uitdagingen met zich mee. Veel van de uitdagingen zijn met nieuwe technologie en dus met kennis en innovatie op te lossen. Dit schept mogelijkheden voor bestaande bedrijven, nieuwkomers (start ups) en de wetenschap. En het levert (nieuwe) werkgelegenheid op. Het leidt bovendien tot nieuwe exportkansen. De circulaire economie kan daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan het toekomstige verdienvermogen van Nederland. Nederland heeft een goede uitgangspositie met een goede infrastructuur, mainports en toonaangevende bedrijven. Daarom werken gemeenten, Rijksoverheid en bedrijven in deze City Deal samen.

Nederland loopt voorop met andere manieren van productie, distributie en consumptie. En er ontstaat steeds meer interesse in dit positieve, holistische alternatief voor ons huidige systeem door het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen en tegelijkertijd op de langere termijn realiseren van duidelijk betere bedrijfseconomische resultaten. Daarom hebben bedrijven, overheden en kennisinstellingen in het kader van het Nederlands voorzitterschap van de EU gezamenlijk een visie en campagne ontwikkeld: ‘Nederland als circulaire hotspot’. Belangrijke elementen zijn de noodzaak voor opschaling van innovaties, nieuwe vormen van financiering en financiële stimulansen, successen zichtbaar maken, nieuwe rollen en samenwerking, en het makkelijk maken voor consumenten om slimme keuzes te maken. Met de resultaten van deze City Deal kunnen steden samen met lidstaten de Europese arena actief beïnvloeden wat betreft beleidsvorming, inzet van financiële middelen en kennisontwikkeling.

Het stadsregionale schaalniveau leent zich bij uitstek om de breed gewenste transitie naar een circulaire economie vorm te geven. Door de nabijheid van vraag en aanbod kunnen publieke en private partijen op het stadsregionale niveau grondstoffenketens sluiten. Bovendien is de lokale overheid de schakel naar inwoners. Cruciaal in de omslag naar een circulaire economie is dat iedereen op elk niveau mee doet. Bestuurders, directeuren van bedrijven maar ook onze inwoners. Het regionale niveau van de stad is daarmee essentieel voor het bereiken van de nationale transitie naar een circulaire economie. Steden zien dan ook terecht in toenemende mate een belangrijke rol voor zichzelf weggelegd in de transitie naar een circulaire economie. Dit blijkt uit de concrete programma’s die als bijlage bij deze City Deal zijn gevoegd.

Steden hebben elkaar gevonden om gezamenlijk stappen te zetten om de transitie naar een circulaire economie te versnellen. Met het uitvoeren van concrete projecten wordt het inzicht vergroot in maatregelen en inzet die nodig zijn om te komen tot de versnelling en opschaling naar een circulaire economie. De City Deal gemeenten vervullen een voorbeeldfunctie in de transitie naar een circulaire economie. De kracht van deze City Deal Circulaire Stad is dat iedere stad deze transitie op haar eigen wijze vormgeeft, maar daarbij wel leert van ervaringen in andere steden en samen optrekt met de Rijksoverheid en maatschappelijke partners om de transitie naar een circulaire economie te versnellen. Het regionale niveau van de stad is daarmee, in combinatie met een landelijke aanpak, een essentieel onderdeel voor het bereiken van de nationale transitie naar een circulaire economie.

Met deze City Deal Circulaire Stad neemt een coalitie van ambitieuze steden, een aantal ministers, kennisinstellingen en bedrijven het voortouw om de transitie naar een circulaire economie te versnellen. Een City Deal die ruimte creëert om op stadsregionaal niveau de transitie naar een circulaire economie te verwezenlijken.

Partijen verwelkomen andere gemeenten, bedrijfsleven, kennisinstituten en maatschappelijke organisaties om toe te treden tot deze City Deal voor zover zij de ambities en het doel van deze City Deal onderschrijven en tevens bereid zijn zich daarvoor in spannen.

KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN,

Artikel 1 Doel

De overkoepelende ambitie van de City Deal Circulaire Stad is om uiterlijk in 2050 tot volledig circulaire steden te komen, analoog aan de ambitie zoals verwoord in het Rijksbrede programma Circulaire Economie. Dit betekent meer concreet dat de Partijen met de City Deal Circulaire Stad beogen circulaire gebiedsontwikkeling en bijbehorende stedelijke bedrijvigheid tot stand te brengen en daarmee de transitie naar een circulaire economie te versnellen. Ketens worden op verschillende schaalniveaus binnen stad en regio zo effectief mogelijk bij elkaar gebracht. Deze ambitie laat zich in vijf concrete doelen vertalen die aan het einde van de looptijd van deze City Deal zijn gerealiseerd:

  • a. Het maken van indicatoren ten behoeve van de ontwikkeling van een monitoringssysteem om de voortgang naar een regionale circulaire economie inzichtelijk te maken.

  • b. Het door de City Deal-gemeenten uitvoeren van minstens twee circulaire projecten binnen iedere gemeente waarbij de City Deal-gemeenten en de Rijksoverheid openheid geven en van elkaars ervaringen leren in living labs.

  • c. Benoemen van huidige belemmeringen die een succesvolle uitvoering van circulaire gebiedsontwikkeling in de weg staan en zoeken naar oplossingen vanuit stedelijk perspectief.

  • d. Stimuleren dat iedere vrager en aanbieder toegang heeft tot de nieuwe markt voor circulaire economie.

  • e. Nederlandse steden internationaal op de kaart zetten als koploper van de circulaire stad.

Artikel 2 Algemene afspraken

  • 1. Partijen dagen elkaar uit in het aanscherpen van de huidige ambities met betrekking tot de circulaire economie, deze te toetsen in de praktijk en op basis daarvan verder aan te scherpen. Om zo te komen tot concrete invulling van het begrip Circulaire Stad.

  • 2. Partijen werken samen om de toegang tot de nieuwe markt voor circulaire economie voor vragers en aanbieders te stimuleren door kennis en goede voorbeelden toegankelijk(er) te maken via gezamenlijke (digitale) platforms, en koplopers in de etalage te zetten.

  • 3. Partijen richten een werkgroep op die wordt belast met:

    • het opstellen van een actieplan. Dit dient drie maanden na ondertekening van deze City Deal gereed te zijn;

    • het voorbereiden van de werkateliers;

    • het benoemen van projecten die gerealiseerd moeten worden binnen de looptijd van deze City Deal;

    • het doen van voorstellen voor indicatoren om de voortgang van de circulaire economie inzichtelijk te maken;

    • het aan TNO aanleveren van de vragen en uitdagingen die voortkomen uit de circulaire projecten van de City Deal-gemeenten.

  • 4. Partijen werken samen om goede Nederlandse initiatieven internationaal uit te venten. Ook zullen de Partijen een actieve inbreng leveren op het Europees partnerschap Circulaire Economie, als onderdeel van de Urban Agenda for the EU.

Artikel 3 Specifieke inzet en acties van Partijen

Bijdragen van de City Deal-gemeenten aan deze City Deal:

  • 1. Iedere City Deal-gemeente voert binnen de looptijd van deze City Deal minstens twee concrete circulaire projecten. Iedere City Deal gemeente maakt de eigen ambities expliciet en vertaalt deze naar de twee circulaire projecten met aandacht voor de benodigde technische, economische en sociale innovaties.

  • 2. Elke City Deal gemeente heeft een concreet programma circulaire economie waarvan de projecten tevens gericht bijdragen aan het realiseren van de gezamenlijke doelen. En omgekeerd biedt dit alle steden de mogelijkheid om versneld de eigen programma’s uit te voeren.

  • 3. Tijdens de looptijd van deze City Deal wordt door de City Deal-gemeenten tenminste drie keer op locatie een werkatelier georganiseerd en nemen zij op directieniveau daaraan deel.

  • 4. In een werkatelier benoemen de City Deal-gemeenten ter plekke de geconstateerde belemmeringen bij de uitvoering van de in onder het eerste lid genoemde projecten (zoals belemmerende wet- en regelgeving, governance vraagstukken en rolopvatting van publieke en private partijen) en maken afspraken over het actief delen van de opgedane kennis met andere steden in Nederland en partnersteden op internationale schaal.

  • 5. Iedere City Deal-gemeente neemt actief deel in de ontwikkeling van een gezamenlijk monitoringsysteem en past deze toe voor haar eigen beleid. Hierbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van bestaande Europese en landelijke systemen.

  • 6. Als dat tot versnelling van circulaire gebiedsontwikkeling zal leiden, spant de betreffende City Deal-gemeente zich tot het uiterste in om gemeentelijke regelgeving, organisatie of rolopvatting aan te passen.

  • 7. De City Deal-gemeente deelt actief de best practices, kansen en belemmeringen met andere steden via G4, G32 of andere kanalen en ook internationaal via bijvoorbeeld Eurocities en C40.

Bijdragen van TNO aan deze City Deal:

  • 8. TNO verwerkt de vragen en uitdagingen die voortkomen uit de circulaire projecten van de City Deal-gemeenten in haar kennisprogramma rond het thema Circulaire Economie.

Bijdrage van Royal HaskoningDHV aan deze City Deal:

  • 9. Royal HaskoningDHV draagt waar mogelijk aanvullende praktijkprojecten aan in de City Deal-gemeenten om te fungeren als proefgebied voor circulaire gebiedsontwikkeling, met gebruikmaking van de toolbox Cirkelregio.

  • 10. Royal HaskoningDHV zal haar netwerken gebruiken voor het internationaal op de kaart zetten van Nederland als koploper van de circulaire stad.

  • 11. Royal HaskoningDHV treedt desgevraagd op als onafhankelijk facilitator van bijeenkomsten in het kader van deze City Deal.

Bijdrage van Circle Economy aan deze City Deal:

  • 12. Circle Economy draagt bij aan het inventariseren van circulaire economie mogelijkheden in de verschillende gebieden door middel van onder meer een grondstoffenanalyse.

  • 13. Circle Economy draagt, desgevraagd door de in artikel 3, derde lid, van deze City Deal bedoelde werkgroep, bij door complexe circulaire systemen begrijpbaar te visualiseren voor alle Partijen.

Bijdragen van de Rijksoverheid aan deze City Deal:

  • 14. De Staatssecretaris van IenM is voor de andere partijen bij deze City Deal het eerste aanspreekpunt bij de Rijksoverheid.

  • 15. De Staatssecretaris van IenM verzorgt het eerste jaar de secretariële ondersteuning ten behoeve van de in artikel 3, derde lid, van deze City deal bedoelde werkgroep.

  • 16. De Staatssecretaris van IenM en de Ministers EZ en voor WenR vertalen de ambities uit het Rijksbrede Programma Circulaire Economie in een aantal aanvullende innovatietrajecten. De resultaten worden publiekelijk bekend gemaakt en gebruikt om waar mogelijk de ambities verder aan te scherpen.

  • 17. De Staatssecretaris van IenM coördineert de totstandkoming van een gezamenlijk monitoringsysteem en levert dit aan het einde van de City Deal op.

  • 18. De Minister voor WenR biedt de City Deal-gemeenten de inzet van de Expertteams Transformatie, Versnellen en Eigenbouw aan bij de uitvoering van de projecten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van deze City Deal.

  • 19. Als dat tot versnelling van circulaire economie zal leiden, spannen de Staatssecretaris van IenM en de ministers van EZ en voor WenR zich tot het uiterste in om landelijke regelgeving, organisatie of rolopvatting aan te passen.

  • 20. De Staatssecretaris van IenM en de ministers van EZ en voor WenR leveren input voor de werkateliers. En delen actief best practices, kansen en belemmeringen via Platform 31, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) of andere kanalen. En internationaal via de Europese en internationale samenwerkingsverbanden.

OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 4 Kosten

Iedere partij draagt haar eigen kosten in het kader van deze City Deal.

Artikel 5 Toetreding

  • 1. Teneinde andere partijen in zo ruim mogelijke mate te doen participeren in deze City Deal , bestaat voor hen de mogelijkheid om gedurende de looptijd van deze City Deal als partij toe te treden. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de City Deal Circulaire Stad voortvloeien, zonder voorbehoud te aanvaarden.

  • 2. Een toetredende partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan de in artikel 3, derde lid van deze City Deal bedoelde werkgroep. Zodra deze werkgroep schriftelijk heeft ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van partij van de City Deal Circulaire Stad en gelden voor die partij de voor haar uit City Deal Circulaire Stad voortvloeiende rechten en verplichtingen.

  • 3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de City Deal Circulaire Stad gehecht.

Artikel 6 Afdwingbaarheid

Deze City Deal is niet in rechte afdwingbaar.

Artikel 7 Ongeldigheid

Indien een bepaling van deze City Deal in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, wordt die bepaling, voor zover nodig, uit deze City Deal verwijderd en vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. Het overige deel van de City Deal blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 8 Voortgang

Alle in deze City Deal Circulaire Stad genoemde afspraken worden zo snel mogelijk ter hand genomen.

Artikel 9 Inwerkingtreding en looptijd

Deze City Deal treedt in werking met ingang van de dag na de laatste ondertekening en eindigt op 31 december 2018.

Artikel 10 Toepasselijk recht

Op deze City Deal is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

Artikel 11 Citeertitel

Deze City Deal wordt aangehaald als: City Deal Circulaire Stad.

Artikel 12 Openbaarmaking

  • 1. Binnen [termijn] na ondertekening van deze City Deal wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

  • 2. Bij wijzigingen in deze City Deal vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing.

  • 3. Van toetreden, uittreden, opzeggen of ontbinden wordt melding gemaakt in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en ondertekend te Utrecht, 11 november 2016

Namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Almere, T. Herrema, Wethouder Green Growing Cities

Namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Amsterdam, A. Choho, Wethouder Duurzaamheid

Namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Apeldoorn, M. Sandmann, Wethouder Duurzaamheid

Namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Dordrecht, R. van der Linden, Wethouder Duurzaamheid en Milieu

Namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Haarlemmermeer, J. Nederstigt, Wethouder Duurzame Economische Ontwikkeling

Namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Rotterdam, J. van Maaren, Hoofd Inzameling & Hergebruik

Namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Utrecht, L. van Hooijdonk, Wethouder Duurzaamheid

Namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Venlo, W. van den Beucken, Wethouder Duurzaamheid en Cradle to Cradle

Namens HaskoningDHV Nederland B.V A. van der Sanden, Directeur Transport & Planning

Namens de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek TNO, P. van Ruiten, Directeur Milieu en Duurzaamheid

Namens Coöperatieve Circle Economy U.A K. Kruk, Director of Programs

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven