Mededeling
De Minister van BZK,
Deelt mee dat het volgende wetsvoorstel is bekrachtigd en dat daarover het onderstaande
besluit is genomen:
Titel: Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en
de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met waardeoverdracht van klein
pensioen en enige andere wijzigingen inzake waardeoverdracht (Wet waardeoverdracht
klein pensioen)
Vindplaats: Kamerstukken I 2017/18, 34 765, nr. A
Referendum mogelijk? Ja
Binnen vier weken na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze mededeling
is geplaatst, kan iedere kiesgerechtigde met betrekking tot een wet waarvan is vastgesteld
dat daarover een referendum kan worden gehouden, een verzoek tot het houden van een
referendum indienen. Een verzoek wordt ingediend door het tekenen van de lijst die
voor deze wet beschikbaar wordt gesteld door de Kiesraad. De lijst wordt ingediend
bij de Kiesraad.
Besluit
Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 december
2017, nr. 2017-0000638105 houdende het besluit of over de Wijziging van de Pensioenwet,
de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet
in verband met waardeoverdracht van klein pensioen en enige andere wijzigingen inzake
waardeoverdracht (Wet waardeoverdracht klein pensioen) een referendum kan worden gehouden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum;
Besluit:
Over de Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en
de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met waardeoverdracht van klein
pensioen en enige andere wijzigingen inzake waardeoverdracht (Wet waardeoverdracht
klein pensioen) (Kamerstukken I 2017/18, 34 765, nr. A)
kan een referendum worden gehouden op grond van artikel 4 van de Wet raadgevend referendum
Gedurende zes dagen na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin dit besluit
is geplaatst, kan een belanghebbende tegen het besluit beroep instellen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State.