Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 december 2017, nr. WJZ/17170428, tot wijziging van de Regeling tarieven Plantenziektenwet

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 6a van de Plantenziektenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tarieven Plantenziektenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 48,64’ vervangen door ‘€ 49,28’ en ‘€ 1,52’ vervangen door: € 1,54.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 72,96’ vervangen door ’€ 73,92’ en ‘€ 2,28’ vervangen door: € 2,31.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 97,28’ vervangen door ‘€ 98,56’ en ‘€ 3,04’ vervangen door: € 3,08.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 10,64’ vervangen door: € 10,78.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 6,06’ vervangen door: € 6,14.

B

Artikel 10, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt ‘€ 10,64’ vervangen door: € 10,78.

2. De tabel in onderdeel b komt te luiden:

Inspectiepercentage

Tarief per 1.000 stelen

Minimumtarief per partij

Maximumtarief per partij

1%

€ 0,03

€ 0,30

€ 3,00

3%

€ 0,08

€ 0,80

€ 8,00

5%

€ 0,12

€ 1,20

€ 12,00

10%

€ 0,25

€ 2,50

€ 25,00

15%

€ 0,37

€ 3,70

€ 37,00

25%

€ 0,62

€ 6,20

€ 62,00

35%

€ 0,87

€ 8,70

€ 87,00

50%

€ 1,24

€ 12,40

€ 124,00

75%

€ 1,86

€ 18,60

€ 186,00

C

Artikel 12, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt ‘€ 10,64’ vervangen door: € 10,78.

2. De tabel in onderdeel b komt te luiden:

Inspectiepercentage

Tarief per ton

Minimumtarief per partij

3%

€ 0,03

€ 0,75

5%

€ 0,06

€ 1,50

7%

€ 0,08

€ 2,00

10%

€ 0,11

€ 2,75

15%

€ 0,17

€ 4,25

25%

€ 0,28

€ 7,00

35%

€ 0,40

€ 10,00

50%

€ 0,57

€ 14,25

75%

€ 0,85

€ 21,25

D

In artikel 14 wordt ‘€ 22,80’ vervangen door ‘€ 38,50’ en ‘€ 0,76’ vervangen door: € 0,77.

E

In artikel 15, eerste lid, wordt ‘€ 10,64’ vervangen door: € 10,78.

F

In artikel 16 wordt ‘€ 139,84’ vervangen door: € 141,68.

G

In artikel 17, eerste lid, wordt ‘€ 45,60’ vervangen door: € 46,20.

H

In artikel 18, eerste lid, wordt ‘€ 7,60’ vervangen door: € 7,70.

I

Artikel 20, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 49,15’ vervangen door ‘€ 49,89’ en ‘€ 1,33’ vervangen door: € 1,35.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 73,73’ vervangen door ‘€ 74,84’ en ‘€ 1,33’ vervangen door: € 1,35.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 128,90’ vervangen door ‘130,84’ en ‘€ 1,33’ vervangen door: € 1,35.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 73,73’ vervangen door ’€ 74,84’ en ‘€ 2,00’ vervangen door: € 2,03.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 98,30’ vervangen door ‘€ 99,78’ en ‘€ 2,66’ vervangen door; € 2,70.

J

In artikel 21 wordt ‘€ 59,00’ vervangen door: € 59,89.

K

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 59,05’ vervangen door: € 59,94.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 88,58’ vervangen door: € 89,91.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 138,80’ vervangen door: € 140,89.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 88,58’ vervangen door: € 89,91.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 118,10’ vervangen door: € 119,88.

6. In onderdeel f wordt ‘€ 25,20’ vervangen door: € 25,58.

L

In artikel 24 wordt ‘€ 8,55’ vervangen door: € 8,68.

M

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 132,95’ vervangen door: € 134,94.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 199,43’ vervangen door: € 202,41.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 265,90’ vervangen door: € 269,88.

N

Artikel 26a wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 17,85’ vervangen door: € 18,12.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 1,33’ vervangen door ‘€ 1,35’ en ‘€ 19,95’ door: € 20,25.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 17,85’ vervangen door: € 18,12.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 50,00’ vervangen door: € 50,75.

O

Artikel 26b wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 157,95’ vervangen door: € 160,32.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 142,80’ vervangen door; € 144, 94.

P

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1,33’ vervangen door: € 1,35.

2. In het derde lid wordt ‘€ 51,10’ vervangen door: € 51,87.

3. In het vierde lid wordt ‘€ 46,15’ vervangen door: € 46,84.

Q

Artikel 29, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 68,85’ vervangen door ‘€ 69,75’ en ‘€ 1,53’ vervangen door: € 1,55.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 34,43’ vervangen door: € 34,88.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 103,28’ vervangen door ‘€ 104,63’ en ‘€ 2,30’ door: € 2,33.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 137,70’ vervangen door ‘€ 139,50’ en ‘€ 3,06’ door: € 3,10.

R

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 99,45’ vervangen door: € 104,63.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 149,18’ vervangen door: € 156,94.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 149,18’ vervangen door: € 156,94.

d. In onderdeel d wordt ‘€ 198,90’ vervangen door: € 209,25.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 0,77’ vervangen door: € 0,78.

3. In het derde lid wordt ‘€ 15,30’ vervangen door: € 15,50.

4. In het vierde lid wordt ‘€ 27,54’ vervangen door ‘€ 27,90’ en ‘€ 0,77’ vervangen door: € 0,78.

S

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 10,43’ vervangen door: € 10,78.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 50,00’ vervangen door: € 50,65.

T

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 143,50’ vervangen door: € 145,40.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 215,25’ vervangen door: € 218,10.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 287,00’ vervangen door: € 290,80.

U

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 185,00’ vervangen door: € 188,00.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 161,50’ vervangen door: € 164,00.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 121,25’ vervangen door: € 123,00.

4. In onderdeel e wordt ‘€ 139,00’ vervangen door: € 141,00.

5. In onderdeel f wordt ‘€ 139,00’ vervangen door: € 141,00.

V

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 15,30’ vervangen door: € 15,50.

2. In het derde lid wordt ‘€ 50,50’ vervangen door: € 51,00.

W

De bijlage wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 december 2017

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

BIJLAGE BIJ DE ARTIKELEN 10 EN 12 VAN DE REGELING TARIEVEN PLANTENZIEKTENWET

Soort

Land van oorsprong

Minimum %

Snijbloemen

   

Aster

Zimbabwe

75

Dianthus

Colombia

3

Dianthus

Ecuador

15

Dianthus

Kenia

5

Dianthus

Turkije

15

Phoenix

Costa Rica

35

Rosa

Colombia

3

Rosa

Ecuador

3

Rosa

Ethiopië

5

Rosa

Kenia

5

Rosa

Tanzania

10

Rosa

Zambia

10

     

Fruit

   

Citrus

Marokko

5

Citrus

Peru

10

Citrus

Turkije

3

Citrus

Verenigde Staten

15

Malus

Argentinië

35

Malus

Brazilië

75

Malus

Chili

5

Malus

Nieuw-Zeeland

10

Malus

Zuid-Afrika

5

Passiflora

Colombia

7

Passiflora

Kenia

25

Passiflora

Vietnam

35

Passiflora

Zimbabwe

50

Passiflora

Zuid-Afrika

35

Prunus

Argentinië

75

Prunus

Chili

10

Prunus

Marokko

25

Prunus

Turkije

35

Prunus

Verenigde Staten

25

Prunus behalve Prunus persica

Zuid-Afrika

5

Pyrus

Argentinië

15

Pyrus

Chili

15

Pyrus

China

50

Pyrus

Zuid-Afrika

10

Vaccinium

Argentinië

25

     

Groenten

   

Capsicum

Marokko

5

Lycopersicon

Canarische eilanden

10

Lycopersicon

Marokko

5

Momordica

Suriname

35

Solanum melongena

Kenia

10

Solanum melongena

Turkije

25

TOELICHTING

1. Inleiding

Onderhavige regeling wijzigt de Regeling tarieven Plantenziektenwet (hierna: tarievenregeling). In deze tarievenregeling zijn onder meer de tarieven vastgelegd die in rekening worden gebracht voor de importinspecties die door de keuringsdiensten Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad- en pootgoed van landbouwgewassen (hierna: NAK), Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (hierna: Naktuinbouw), Stichting Bloembollenkeuringsdienst (hierna: BKD) en Stichting Kwaliteits-Controle-Bureau (hierna: KCB) en/ of NVWA (kunnen) worden uitgevoerd, zoals bepaald in Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (Pb EG 2000, L 169) (hierna: de richtlijn).

Op grond van artikel 6a van de Plantenziektenwet stelt de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de tarieven als vergoeding van de door de NVWA en/of de keuringsdiensten verrichte werkzaamheden vast. Hiertoe kunnen de NVWA en de keuringsdiensten een tariefvoorstel doen. Met deze regeling zijn tarieven voor fytosanitaire werkzaamheden verricht door KCB, BKD, NAK en Naktuinbouw aangepast. Uitgangspunt is dat deze fytosanitaire tarieven kostendekkend zijn. De fytosanitaire tarieven van de NVWA zijn in een andere wijzigingsregeling opgenomen. Hierna zal voor de keuringsdiensten afzonderlijk worden ingegaan op de wijzigingen in de tarievenregeling.

2. Tarieven KCB

2.1 Indexatie van tarieven

Het KCB verwacht in 2018 ten opzichte van de prognose voor 2017 een geringe stijging van het aantal import- en exportinspecties. Bij de lasten is uitgegaan van een stijging van 3%. Dit betreft een verwachte stijging van de personeelskosten van circa 2% en extra kosten door uitbreiding van het aantal inspecties. Om deze kosten van het KCB te kunnen blijven dekken is een indexatie van de tarieven met 1,3% nodig. De omzet zal met deze indexatie naar verwachting met 3% stijgen ten opzichte van de prognose voor 2017 (zie artikel I, onder A tot en met H). Het basistarief van artikel 14 (verwerking van inspectieaanvragen die niet via het elektronisch vooraanmeldsysteem worden aangemeld) stijgt meer dan de normale indexatie van 1,3%, namelijk van € 22,80 naar € 38,50. Het huidige tarief, dat relatief weinig in rekening wordt gebracht, is op basis van nacalculatie niet kostendekkend gebleken. De met dit tarief verband houdende werkzaamheden worden steeds complexer voor het KCB en vergen daardoor relatief meer tijd (zie artikel I, onder D).

2.2. Minimale inspectiefrequenties

In artikel 13 bis, tweede lid, van de richtlijn is bepaald dat voor bepaalde planten en plantaardige producten uit specifieke derde landen de bij een importkeuring uit te voeren identiteitscontrole en controle op de aanwezigheid van schadelijke organismen minder frequent mogen worden uitgevoerd, de zogenaamde reduced checks gelden. De Europese Commissie kan verlaagde minimum inspectiefrequenties vaststellen overeenkomstig de criteria van artikel 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1756/2004 van de Europese Commissie van 11 oktober 2004 tot vaststelling van de gedetailleerde voorwaarden inzake de vereiste aanwijzingen en de criteria inzake type en niveau van de beperking van de fytosanitaire controles op bepaalde in bijlage V, deel B, van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad genoemde planten, plantaardige producten of andere materialen (PbEU 2004, L 313) (hierna: de verordening). De lidstaten van de Europese Unie zijn niet verplicht deze verlaagde minimum inspectiefrequenties toe te passen. Lidstaten mogen hogere inspectiefrequenties toepassen. De Europese Commissie maakt na overleg met het Permanent Plantenziektekundig Comité een lijst bekend met verlaagde minimum inspectiefrequenties (artikel 2, derde lid, van de verordening). Artikel 13 quinquies, tweede lid, van de richtlijn bepaalt dat bij toepassing van reduced checks een evenredig verlaagde fytosanitaire retributie moet worden geïnd voor alle zendingen en partijen van betreffende groep, ongeacht of zij geïnspecteerd zijn. Bij de artikelen 10 en 12 van de tarievenregeling is een bijlage opgenomen met product-land combinaties en het te hanteren minimale inspectiepercentage. Deze (minimale) inspectiefrequenties hebben invloed op de hoogte van het door het KCB in rekening te brengen tarief. Deze bijlage is in lijn gebracht met de door de Europese Commissie nog vast te stellen en bekend te maken verlaagde inspectiefrequenties per 1 januari 2018. In de situatie dat de bijlage afwijkt van de eerder genoemde lijst, dan bepaalt artikel 13a van de tarievenregeling dat deze lijst uitgangspunt is bij het bepalen van de hoogte van het tarief in plaats van de bijlage.

3. Tarieven BKD

De tarieven van artikel I, onder I tot en met P stijgen met 1,5%. Deze tarieven zijn steeds gebaseerd op de kostprijs van de werkzaamheden en dienen om een kostendekkende exploitatie te kunnen realiseren. BKD verwacht dat met inachtneming van deze tarieven de kosten en opbrengsten voor fytosanitaire inspecties in 2018 gelijk aan elkaar zullen zijn. De verwachting is verder dat het volume van de laboratoriumwerkzaamheden zal groeien met circa 3%, minder dan 1% groei voor de buitendienstactiviteiten en een afname van het aantal geregistreerde bedrijven ten opzichte van de prognose van 2017. De personeelskosten zullen naar verwachting met meer dan 1% stijgen. In verband met haar langetermijnvisie wil BKD verder haar medewerkersbestand uitbreiden.

4. Tarieven Naktuinbouw

De tarieven van artikel I, onder Q tot en met T en V stijgen met 1,3%, met uitzondering van het basistarief van artikel 32, eerste lid, onder a (aanvragen niet via het elektronisch vooraanmeldsysteem gedaan) en het tarief van artikel 33, eerste lid. Het eerst genoemde tarief stijgt met 5% en voor het laatst genoemde tarief wordt het tarief gehanteerd dat het KCB voor dergelijke werkzaamheden in rekening brengt (zie bijvoorbeeld artikel I, onder A punt 4). De tarieven van artikel I, onder U (tarieven laboratoriumonderzoek) stijgen met gemiddeld 1,5%. Deze tarieven zijn steeds gebaseerd op de kostprijs van de werkzaamheden en dienen om een kostendekkende exploitatie te kunnen realiseren. Naktuinbouw verwacht dat met inachtneming van deze tarieven de kosten en opbrengsten voor fytosanitaire inspecties in 2018 nagenoeg gelijk aan elkaar zullen zijn.

5. Regeldrukeffecten

Retributies vallen als een concrete en directe verplichting om een geldbedrag over te maken aan de overheid of het bevoegd gezag niet onder de definitie van regeldruk. Het aanpassen van de minimale inspectiefrequenties in de bijlage van deze tarievenregeling heeft invloed op de hoogte van het tarief. Dit neemt niet weg dat de betrokken bedrijven kosten dienen te maken om kennis te nemen van wijzigingen in regelgeving. De huidige wijzigingen leiden in deze echter tot een verwaarloosbaar effect.

6. Inwerkingtreding

In lijn met het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) treedt deze wijzigingsregeling in werking per 1 januari 2018. Op grond van genoemd beleid geldt dat in beginsel twee maanden voor inwerkingtreding publicatie van de ministeriële regeling dient plaats te vinden. Het genoemde beleid biedt de mogelijkheid om daarop een uitzondering te maken indien Europese regelgeving daartoe aanleiding geeft of in het geval van tariefsaanpassingen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven