Regeling van de Minister van Financiën van 29 november 2017, 2017-0000220404, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Regeling eindtermen en toetstermen examens financiële dienstverlening Wft in verband met de PE-examens in 2018

DE MINISTER VAN FINANCIËN,

Gelet op artikel 9, vierde lid, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling eindtermen en toetstermen examens financiële dienstverlening Wft wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In toetsterm 1b.4 wordt ‘(chartaal geld, pinbetaling, chipknip en creditcard)’ vervangen door: (zoals chartaal geld, contactloos betalen, pinbetaling en creditcard).

2. Na toetsterm 1c.26 wordt een toetsterm ingevoegd, luidende:

1c.27

De kandidaat kan op hoofdlijnen beschrijven in welke gevallen en tegen welke voorwaarden een natuurlijk persoon tijdelijk uitstel van zijn betalingsverplichtingen kan krijgen.

K

3. Na toetsterm 1d.18 wordt een toetsterm ingevoegd, luidende:

1d.19

De kandidaat kan op hoofdlijnen de kenmerken van een algemeen pensioenfonds (apf), bedrijfstakpensioenfonds (bpf) en een ondernemingspensioenfonds (opf) opsommen.

K

4. Toetsterm 1f.2 komt te luiden:

1f.2

De kandidaat kan op hoofdlijnen beschrijven wat het Essentiële-informatiedocument (Eid), de verzekeringskaart en het dienstverleningsdocument is.

K

5. In toetsterm 1f.3 wordt ‘een financiële bijsluiter’ vervangen door: het Essentiële-informatiedocument (Eid).

6. In toetsterm 1f.5 wordt ‘Stichting Tuchtraad Banken’ vervangen door: stichting Tuchtrecht Banken.

B

Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In toetsterm 3b.1 wordt in de tweede kolom ‘een volledige inventarisatie’ vervangen door ‘de inventarisatie’ en vervalt in de vierde kolom de laatste volzin.

2. In toetsterm 1d.3 wordt ‘casus’ vervangen door: bepaalde situatie.

3. In eindterm 2e wordt onder het eerste opsommingsteken na ‘de premie’ ingevoegd: en het te verzekeren bedrag.

4. Toetsterm 2e.1 komt te luiden:

2e.1 Informatie gebruiken die in de bedrijfstak beschikbaar is ter zake van protocollen, convenanten, bedrijfsregelingen en gedragscodes.

De kandidaat gebruikt de informatie op de juiste wijze.

De kandidaat kan met behulp van een inboedelwaardemeter uit een bepaald jaar en de indexcijfers de globale waarde van een inboedel berekenen.

De kandidaat kan met behulp van de herbouwwaardemeter de globale herbouwkosten van een woonhuis berekenen.

Toepassing VRKI Woningen, Herbouwwaardemeter, Inboedelwaardemeter, etc.

5. Toetsterm 2e.2 komt te luiden:

2e.2 De premies en te verzekeren bedragen van verzekeringen berekenen.

De kandidaat gebruikt de juiste gegevens, inclusief assurantiebelasting.

De kandidaat kan gebruikmaken van indexcijfers. De berekening is correct.

Gebruikt ICT-toepassingen, waaronder vergelijkingssoftware. De kandidaat moet kunnen rekenen met een index, promillage/percentage, een vast bedrag in euro’s (per dag) of via inschaling in een tabel(lenstelsel).

6. Toetsterm 1h.20 komt te luiden:

1h.20

De kandidaat kan aan de klant de waardemaatstaf uitleggen die de verzekeraar hanteert bij het behandelen van een schadeclaim op de woonhuisverzekering.

B

7. Toetsterm 2g.3 komt te luiden:

2g.3 Beoordelen of verzekeraar en verzekerde in voldoende mate meewerken aan een correcte afwikkeling van het schadeproces.

De klant begrijpt wat verzekeraar en verzekerde van elkaar mogen verwachten in het schadeproces en wat de gevolgen kunnen zijn als de verplichtingen en gedragsregels niet worden nageleefd.

Voorkomen moet worden dat de schade groter wordt of de schadeafwikkeling onnodig wordt vertraagd of bemoeilijkt door gebrek aan of onvoldoende medewerking van de verzekeraar of benadeelde.

C

Bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het onderdeel ‘Onder vermogensbeschermende schadeverzekeringen (rubriek B) dienen de volgende zakelijke schadeverzekeringen te worden verstaan:’ wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

  • 5. Cyber- en datarisks

2. In toetstermen 1c.1 en 1e.2 wordt ‘casus’ telkens vervangen door: bepaalde situatie.

3. Na toetsterm 1c.16 wordt onder rubriek b vermogensbeschermende schadeverzekeringen ‘onderdeel a1 aansprakelijkheid’ vervangen door: onderdeel b1 aansprakelijkheid.

4. In toetsterm 3b.1, tweede kolom, vervalt: volledige.

5. In eindterm 2e wordt onder het eerste opsommingsteken na ‘de premie’ ingevoegd: en het te verzekeren bedrag.

6. Toetsterm 2e.2 komt te luiden:

2e.2 De premies en te verzekeren bedragen van verzekeringen berekenen.

De kandidaat gebruikt de juiste gegevens, inclusief assurantiebelasting.

De kandidaat kan gebruikmaken van indexcijfers, de informatie uit de balans en resultatenrekening.

De berekening is correct.

Gebruikt ICT-toepassingen, waaronder vergelijkingssoftware.

De kandidaat moet kunnen rekenen met een index, promillage/percentage, een vast bedrag in euro’s (per dag) of via inschaling in een tabel(lenstelsel).

7. Toetsterm 2e.18 vervalt.

8. Toetsterm 1i.17, tweede kolom, komt te luiden: De kandidaat kan aan de klant de waardemaatstaf uitleggen die de verzekeraar hanteert bij het behandelen van een schadeclaim op de opstalverzekering.

9. Toetsterm 2g.3 komt te luiden:

2g.3 Beoordelen of verzekeraar en verzekerde in voldoende mate meewerken aan een correcte afwikkeling van het schadeproces.

De klant begrijpt wat verzekeraar en verzekerde van elkaar mogen verwachten in het schadeproces en wat de gevolgen kunnen zijn als de verplichtingen en gedragsregels niet worden nageleefd.

Voorkomen moet worden dat de schade groter wordt of de schadeafwikkeling onnodig wordt vertraagd of bemoeilijkt door gebrek aan of onvoldoende medewerking van de verzekeraar of benadeelde.

D

Bijlage 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Toetsterm 1a.2, tweede kolom, komt te luiden: De kandidaat kan de mogelijke juridische, financiële en persoonlijke consequenties van een niet-professioneel en/of niet-integer advies uitleggen zoals vastgelegd in de artikelen 4:23 en 4:24a Wft.

2. Na toetsterm 1a.6 wordt een toetsterm ingevoegd, luidende:

1a.7

De kandidaat kan de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de Europese Verordening marktmisbruik op hoofdlijnen uitleggen.

B

3. In toetsterm 1b.3, tweede kolom, na ‘vermogensopbouw’ vervalt: en.

4. In toetsterm 1b.15 wordt na ‘instelling voor collectieve belegging’ ingevoegd: in effecten.

5. In toetsterm 1b.16 wordt ‘Nationale’ vervangen door: nationaal.

6. Na toetsterm 1b.16 wordt een toetsterm ingevoegd, luidende:

1b.17

De kandidaat kan de invloed van de premie Zorgverzekeringswet (Zvw) op het netto inkomen verklaren.

B

7. In eindterm 1f wordt ‘economie’ vervangen door: mondiale economie.

8. Na toetsterm 1i.18 wordt een toetsterm ingevoegd, luidende:

1i.19

De kandidaat kan voor de waardering van een beleggingsproduct het verschil aangeven tussen een kwalitatieve waardering en een kwantitatieve waardering en kan aangeven welke gegevens bij deze twee waarderingsmethodes een rol spelen.

B

9. In toetsterm 1k.3 wordt ‘ook’ vervangen door ‘kan’ en vervalt na ‘dienstverlening’: kan.

10. Na toetsterm 1k.4 wordt een toetsterm toegevoegd, luidende:

1k.5

De kandidaat kan de invloed op het rendement van alle te verwachten kosten van de productoplossing uitleggen aan de klant.

B

11. In toetsterm 1l.4 wordt ‘de financiële bijsluiter’ vervangen: het Essentiële-informatiedocument (Eid).

12. In toetsterm 2g.3, eerste kolom, vervalt: te.

13. Na toetsterm 2g.12 wordt een toetsterm ingevoegd, luidende:

2g.13 Het adviestraject op de juiste wijze vastleggen in het klantdossier.

Dossier bevat de juiste gegevens en deze zijn op een makkelijke manier terug te vinden. Te beoordelen is of de advisering op een juiste manier heeft plaatsgevonden.

In verband met de zorgplicht is een goede vaststelling en archivering van belang. Ook in het kader van het toezicht is het van belang dat het dossier compleet en goed reconstrueerbaar is. De Wet bescherming persoonsgegevens moet daarbij betrokken worden.

E

Bijlage 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In toetsterm 1a.5 wordt na ‘(minimumloon en max. dagloon)’ ingevoegd: bij benadering.

2. Toetsterm 1f.1 komt te luiden:

1f.1

De kandidaat kan bij een inkomensproduct onderscheid maken tussen inkomensverzekeringen en niet-inkomensverzekeringen.

B

3. Toetsterm 1f.13 komt te luiden:

1f.13

De kandidaat kan de meest relevante convenanten opsommen en de strekking ervan uitleggen.

B

4. Toetsterm 1g.16, tweede kolom, komt te luiden: De kandidaat kan uitleggen wat de verschillen zijn tussen de keuringsmethodiek die het UWV bij de WIA hanteert en de door de private verzekeraars toegepaste methodieken ‘passende arbeid’ en ‘beroepsarbeidsongeschiktheid’.

F

Bijlage 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In toetsterm 3c.1, derde kolom, wordt ‘in vergelijking met’ vervangen door ‘ten behoeve van de opgebouwde aanspraken in vergelijking of in combinatie met’, wordt na ‘de hoogte van het’ ingevoegd ‘opgebouwde’, wordt ‘en zijn BV hebben ten aanzien van’ vervangen door ‘en zijn B.V. hebben ten aanzien van de voorzetting van’, wordt na ‘gevolgen van verzekeren en de’ ingevoegd ‘mogelijkheden met betrekking tot’ en wordt na ‘fiscale waardering van de’ ingevoegd: bestaande.

2. In toetsterm 1g.5 wordt ‘fiscale’ vervangen door: (fiscale).

3. In toetsterm 2g.6, tweede kolom, wordt ‘pensioendatum’ vervangen door ‘de pensioenrichtleeftijd respectievelijk pensioeningangsdatum’, wordt na ‘en niet vallen onder de OCF’ ingevoegd, ‘wat’, en wordt ‘pensioenverzekeringen en een premiepensioenvordering’ vervangen door: pensioenverzekeraars en premiepensioeninstellingen.

4. In de eindtermen 3d, 3e, 3f en 3g wordt ‘pensioendatum’ telkens vervangen door: pensioenrichtleeftijd respectievelijk pensioeningangsdatum.

5. Toetsterm 1j.14, tweede kolom, komt te luiden: De kandidaat kan de gevolgen van het overgangsrecht in de Wet uitfasering PEB, Witteveen, wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en Levensloop (Wet VPL) en Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet (IPW) (de gevolgen indien lopend DGA-pensioen onder de Pensioenwet valt door overgangsrecht) signaleren en kan daarbij situaties beschrijven wanneer waardeoverdracht kan worden toegepast naar en van de DGA-pensioenverzekering. De kandidaat kan het begrip ‘open indexatie’ beschrijven.

6. In toetsterm 1j.18 wordt ‘onvoldoende middelen en onderverzekering’ vervangen door: (gedeeltelijk) prijsgeven en onderdekking.

7. In toetsterm 2h.1, derde kolom, wordt ‘dus eventuele eigen beheersituatie’ vervangen door: inclusief eventueel de premievrije pensioenaanspraken eigen beheersituatie.

8. In toetsterm 2h.2 wordt in de eerste kolom na ‘Wet’ ingevoegd ‘uitfasering’ en wordt in de tweede kolom ‘de pensioentoezegging naar risico’s voor de BV.’ vervangen door: deze pensioentoezegging naar risico’s voor de B.V.

G

Bijlage 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In toetsterm 1a.9 wordt ‘het traject’ vervangen door ‘de inzetbaarheid en de procedures’ en wordt ‘klachtenprocedures’ vervangen door ‘klachtentrajecten’.

2. In toetsterm 1a.11 wordt ‘Stichting Tuchtraad Banken’ vervangen door: stichting Tuchtrecht Banken.

H

Bijlage 12 komt te luiden:

BIJLAGE 12. TOETSTERMEN PERIODIEKE EXAMENS

Periodieke examen

Toetstermen

Adviseur basis

1a.3,1a.4,1a.5,1a.6,1a.8,1a.9,1a.10,1b.1,1b.2,1b.3,1b.4,1b.5,1b.11,1b.17,1b.20, 1b.21, 1c.2, 1c.5, 1c.7,1c.11,1c.22,1c.27,1d.7, 1d.8,1d.9,1d.19,1e.6,1e.10,1f.2, 1f.4,1f.5,1f.13, 1f.33,2a.1,2b.1,2d.1,3b.1,3c.1,3d.1.3d.2,3e.3,4a.2,4a.3,4a.5

Adviseur consumptief krediet

1a.1,1a.2,1e.4,1h.2,1h.3, 1h.6, 1i.4 2c.1.2d.1, 2e.1, 3a.1,3b.1,3e.1, 3e.2,4a.2,4.a3

 

Module basis

1a.3,1a.4,1a.5, 1a.6, 1a.8, 1a.9, 1a.10,1b.1,1b.2, 1b.3, 1b.4, 1b.5,1b.11,1b.17,1b.20, 1b.21, 1c.2, 1c.5, 1c.7,1c.11, 1c.22,1c.27,1d.7, 1d.8,1d.9, 1d.19,1e.6, 1e.10, 1f.2, 1f.4,1f.5, 1f.13, 1f.33, 2a.1,2b.1,2d.1,3b.1,3c.1,3d.1,3d.2,3e.3,4a.2,4a.3,4a.5

Adviseur zorgverzekering

1a.2, 1a.3,1a.6, 1a.7,1a.11,1c.3,1d.1,1d.6,1f.5,1f.16,1j.1,1l.4,2e.2,2e.7,2e.8, 2g.2, 2g.4,3c.1,3d.2,3e.2,3f.3,4a.3

Adviseur schadeverzekering particulier

1a.4, 1a.10, 1a.11, 1c.3,1c.4,1c.6, 1c8 1c.11,1c.12,1c.14,1d.2 t/m ,1d.4, 1d.18, 1f.8,1g.2, 1h.2,1h.4,1h.6,1h.8,1h.10, 1h.22, 1h.26, 2b.2, 2c.1,2c.2, 2c.4, 2d.1, 2d.2,2e.1,2e.2, 2e.6, 2e.10 t/m 2e.12 2g.3 2g.6, 3d.1 t/m 3d.4, 3e.2 t/m ,3e.3,4a.2

 

Module basis

1a.3,1a.4,1a.5, 1a.6, 1a.8, 1a.9, 1a.10,1b.1,1b.2, 1b.3, 1b.4, 1b.5,1b.11,1b.17,1b.20, 1b.21, 1c.2, 1c.5, 1c.7,1c.11, 1c.22,1c.27,1d.7, 1d.8,1d.9, 1d.19,1e.6, 1e.10, 1f.2,1f.4,1f.5, 1f.13, 1f.33,2a.1,2b.1,2d.1,3b.1, 3c.1, 3d.1.3d.2,3e.3, 4a.2,4a.3, 4a.5

Adviseur schadeverzekering zakelijk

1a.1 1b.3,1c.1, 1c.3, 1c.6,1c.7, 1c.13,1c.15,1c.17, 1e.2,1e.17,1f.1, 1h.2,1i.2, 1i.10, 2a.3, 2a.4,2b.1,2c.1, 2c.2, 2c.5,2e.4,2e.5,2g.2,3d.2,3e.2

 

Module schadeverzekering particulier

1a.4, 1a.10, 1a.11, 1c.3,1c.4,1c.6, 1c8 1c.11,1c.12,1c.14,1d.2 t/m ,1d.4, 1d.18, 1f.2, 1f.8,1g.2, 1h.2,1h.4,1h.6,1h.8,1h.10, 1h.22, 1h.26, 2b.1, 2b.2, 2c.1,2c.2, 2c.4, 2d.1, 2d.2,2e.1, 2e.2, 2e.5. 2e.6, 2e.10 t/m 2e.12 2g.3 2g.6, 3d.1 t/m 3d.4, 3e.2 t/m ,3e.3, 4a.2

 

Module basis

1a.3,1a.4,1a.5, 1a.6, 1a.8, 1a.9, 1a.10,1b.1,1b.2, 1b.3, 1b.4, 1b.5,1b.11,1b.17,1b.20, 1b.21, 1c.2, 1c.5, 1c.7,1c.11, 1c.22,1c.27,1d.7, 1d.8,1d.9, 1d.19,1e.6,1e.10, 1f.2, 1f.4,1f.5, 1f.13,1f.33, 2a.1,2b.1,2d.1,3b.1, 3c.1, 3d.1,3d.2,3e.3,4a.2,4a.3,4a.5

Adviseur vermogen

1b.1,1b.2, 1b.4,1b.5,1b.8,1b.9,1b.15, 1b.16,1c.4, 1f.1,1f.3, 1f.4, 1g.6,1g.8, 1g.10,1i.4,1k.3, 1k.5, 1l.4,1l.8, 1l.9,1l.13, 1m.1,1m.2, 1m.7 1m.8,,1o.1, 1o.2, 2a.4,2c.1.2d.2,2d.3, 2f.1,2g.1 t/m ,2g.3, 2g.5, 2g.8, 2g.10, 2g.13,2h.1, 2i.2,2i.3,2i.6,3a.2,3c.3,3d.2,4a.2,4a.3,4b.2, 4b.5,

 

Module basis

1a.3,1a.4,1a.5, 1a.6, 1a.8, 1a.9, 1a.10,1b.1,1b.2, 1b.3, 1b.4, 1b.5,1b.11,1b.17,1b.20, 1b.21, 1c.2, 1c.5, 1c.7,1c.11, 1c.22,1c.27,1d.7, 1d.8,1d.9, 1d.19,1e.6, 1e.10, 1f.2, 1f.4, 1f.5, 1f.13, 1f.33, 2a.1,2b.1,2d.1,3b.1, 3c.1, 3d.1,3d.2,3e.3, 4a.2,4a.3,4a.5

Adviseur inkomen

1a.6 t/m ,1a.8. 1b.1 t/m 1b.3, 1b.6, 1b.7,1d.1 t/m 1d.3, 1f.9, 1g.23,1h.3,1i.2,,1i.3, 1i.8,1i.13, 1i.14,1k.1,1k.2,2c.1,2g.7,3a.1,2f.2,3b.1 t/m 3b.5,3c.1 t/m 3c.3, 3c.6, 3c.7, 3d.2, 3d.4,4a.2,4b.2

 

Module basis

1a.3,1a.4,1a.5, 1a.6, 1a.8, 1a.9, 1a.10,1b.1,1b.2, 1b.3, 1b.4, 1b.5,1b.11,1b.17,1b.20, 1b.21, 1c.2, 1c.5, 1c.7,1c.11, 1c.22,1c.27,1d.7, 1d.8,1d.9, 1d.19,1e.6, 1e.10, 1f.2, 1f.4, 1f.5, 1f.13, 1f.33, 2a.1,2b.1,2d.1,3b.1, 3c.1, 3d.1,.3d.2,3e.3,4a.2,4a.3,4a.5

Adviseur hypothecair krediet

1a.1 t/m 1a.5, 1b.1. 1b.5 t/m 1b.7,1e.9,1e.10,1h.1,1h.4,2a.3, 2a.5, 2c.1, 2d.1,2d.2,2e.1,3c.1,3c.2,3c.5,3e.3,3e.4,3f.1

 

Module vermogen

1b.1,1b.2, 1b.4,1b.5,1b.8,1b.9,1b.15, 1b.16,1c.4, 1f.1,1f.3, 1f.4, 1g.6,1g.8, 1g.10,1i.4,1k.3, 1k.5, 1l.4,1l.8, 1l.9,1l.13, 1m.1,1m.2, 1m.7 1m.8,,1o.1, 1o.2, 2a.4,2c.1.2d.2,2d.3, 2f.1,2g.1 t/m ,2g.3, 2g.5, 2g.8, 2g.10, 2g.13,2h.1, 2i.2,2i.3,2i.6,3a.2,3c.3,3d.2,4a.2,4a.3,4b.2,4b.5,

 

Module basis

1a.3,1a.4,1a.5, 1a.6, 1a.8, 1a.9, 1a.10,1b.1,1b.2, 1b.3, 1b.4, 1b.5,1b.11,1b.17,1b.20, 1b.21, 1c.2, 1c.5, 1c.7,1c.11, 1c.22,1c.27,1d.7, 1d.8,1d.9, 1d.19,1e.6, 1e.10, 1f.2, 1f.4, 1f.5, 1f.13, 1f.33, 2a.1,2b.1,2d.1,3b.1, 3c.1, 3d.1.3d.2,3e.3,4a.2,4a.3,4a.5

Adviseur pensioen

1b.1,1b.5, 1b.6,1c.4,1c.5,1c.12,1d.5,1e.1,1e.2,1e.4,1e.7,1f.1 t/m 1f.4,1g.3 t/m 1g.12, 1h.1, t/m 1h.9, 1h.12 t/m 1h.20, 1h.23, 1i1,1i.8, 1i.10, 1i.11, 1j.2,1j.3,1j.6,1j.7,1j.9,1j.14,1j.17,1j.18.

2a.2, 2a.5, 2c.1, 2e.1,2e.3, 2f.2, 2g.1 t/m 2g.4, 2g.6, 2g.7, 2h.2, 2j.1 t/m 2j.5, 3a.2, 3b.1, 3b.2, 3c.1, 3d.1, t/m 3d.6, 3f.1 t/m 3f.4, 3g.1, 4a.4

 

Module vermogen

1b.1,1b.2, 1b.4,1b.5,1b.8,1b.9,1b.15, 1b.16,1c.4, 1f.1,1f.3, 1f.4, 1g.6,1g.8, 1g.10,1i.4,1k.3, 1k.5, 1l.4,1l.8, 1l.9,1l.13, 1m.1,1m.2, 1m.7 1m.8,,1o.1, 1o.2, 2a.4,2c.1.2d.2,2d.3, 2f.1,2g.1 t/m ,2g.3, 2g.5, 2g.8, 2g.10, 2g.13,2h.1, 2i.2,2i.3,2i.6,3a.2,3c.3,3d.2,4a.2, 4a.3,4b.2, 4b.5,

 

Module basis

1a.3,1a.4,1a.5, 1a.6, 1a.8, 1a.9, 1a.10,1b.1,1b.2, 1b.3, 1b.4, 1b.5,1b.11,1b.17,1b.20, 1b.21, 1c.2, 1c.5, 1c.7,1c.11, 1c.22,1c.27,1d.7, 1d.8,1d.9, 1d.19,1e.6,1e.10, 1f.2, 1f.4, 1f.5, 1f.13,1f.33,2a.1,2b.1,2d.1,3b.1, 3c.1, 3d.1.3d.2,3e.3,4a.2,4a.3,4a.5

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

TOELICHTING

Algemeen

In de Regeling eindtermen en toetstermen examens financiële dienstverlening Wft is geregeld welke eind- en toetstermen er gelden voor de verschillende Wft-examens. Aan die regeling zijn de toetstermen toegevoegd die gelden voor de verschillende PE-examens die per 1 april 2018 zullen worden afgenomen. De toetstermen, die zijn gebaseerd op de nieuwe PE-ontwikkelingen, zijn opgenomen in bijlage 12.1 De ontwikkelingen zien met name op nieuwe of gewijzigde regelgeving die van belang is voor de adviespraktijk van de adviseur zoals MiFID II, IDD en PSD II. Deze wijziging treedt in werking met ingang van 1 april 2018 omdat per die datum de nieuwe PE-ontwikkelingen in de PE-examens worden verwerkt. Hiernaast bevat de onderhavige regeling wijzigingen van (wets)technische en taalkundige aard.

Regeldruk

De wijziging van de Regeling eindtermen en toetstermen examens financiële dienstverlening Wft brengt ten opzichte van de bestaande regeling geen extra lasten met zich.

Consultatieverslag

De conceptregeling is openbaar geconsulteerd op www.internetconsultatie.nl. De looptijd van de consultatie betrof vier weken (van 2 oktober 2017 tot 30 oktober 2017). Hierbij is één niet-openbare reactie ontvangen.

De reactie richt zich op de wijzigingen in de modules Vermogen en Pensioen. De respondent is van mening dat in de module Vermogen een aantal ontwikkelingen is verwerkt die thuishoren in de module Pensioen. Het gaat om het verplicht gebruik van het door de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars ontwikkelde instrument Pensioen 1-2-3, kennis over wet- en regelgeving omtrent de vrijwillige voortzetting van pensioenopbouw en kennis over de mogelijkheden van uitfaseren van pensioen in eigen beheer door de directeur-grootaandeelhouder. Ten aanzien van kennis inzake Pensioen 1-2-3 geldt dat de adviseur Vermogen over enige kennis dient te beschikken van de verschillende lagen binnen Pensioen 1-2-3 om de klant uitleg en toelichting te kunnen geven over zijn persoonlijke situatie. Met betrekking tot de vrijwillige voortzetting van pensioenopbouw gaat het bij nader inzien te ver om te eisen dat een adviseur Vermogen over deze kennis beschikt. De betreffende toetsterm (2e.18) is geschrapt. Tot slot geldt met betrekking tot de mogelijkheden van uitfaseren van pensioen in eigen beheer door de directeur-grootaandeelhouder dat de adviseur Vermogen wel degelijk kennis dient te hebben over de mogelijkheden die de directeur-grootaandeelhouder heeft. Als de directeur-grootaandeelhouder bijvoorbeeld kiest voor afkoop heeft dit een directe impact op het advies over overlijden en vermogensopbouw. De adviseur Vermogen dient deze keuzemogelijkheden derhalve mee te kunnen nemen in zijn advies. De toetsterm met betrekking tot deze ontwikkeling is verduidelijkt om beter aan te sluiten op de adviespraktijk van de adviseur Vermogen.

Tot slot is aan de module Vermogen nog een drietal toetstermen toegevoegd (1a.7, 1i.19 en 1k.5). ESMA heeft richtsnoeren opgestelde voor de beoordeling van kennis en bekwaamheid.2 Deze richtsnoeren zijn van toepassing op beleggingsondernemingen en haar medewerkers die klanten adviseren dan wel informeren en gelden per ingang van 3 januari 2018.

Aangezien er overlap bestaat tussen de beroepspraktijk van de adviseur Vermogen en de beleggingsadviseur werkzaam bij een beleggingsonderneming zijn deze toetstermen toegevoegd aan de module Vermogen.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Een overzicht van de PE-actualiteiten is te raadplegen op de site van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening: http://www.cdfd.nl/nieuws/cdfd-biedt-advies-wft-ontwikkelingen-2018-aan.

Naar boven