Gemeente Delft, verkeersbesluit instellen fietsstraat Van Foreestweg tussen Persijnlaan en Van Kinschotstraat

Nummer: 3111642

Burgemeester en wethouders van Delft,

Gelet op:

• artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap;

• artikel 15 lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

• artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van borden model A1, A2, G11, G12, G12a en G12b zoals bedoeld in Bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) en het plaatsen en verwijderen van onderborden moet geschieden krachtens een verkeerbesluit;

• artikel 24 BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met een gemachtigde van de korpschef van de politie;

Overwegende dat:

• de Van Foreestweg in de Kuyperwijk is gelegen;

• aan de Van Foreestweg verschillende winkels gevestigd zijn, waaronder een PLUS supermarkt;

• de PLUS supermarkt plannen heeft om het winkeloppervlak van de supermarkt uit te breiden;

• hiervoor naast dit besluit tevens een bestemmingsplanwijziging doorlopen wordt en een omgevingsvergunning is ingediend;

• de uitbreiding verkeerskundige consequenties heeft;

• de PLUS supermarkt door een extern bureau (ARUP) een verkeerskundige toets heeft laten uitvoeren om de verkeerskundige consequenties in kaart te brengen;

• deze toets onder andere is uitgevoerd met behulp van een simulatiemodel, waarmee de verkeersafwikkeling inzichtelijk is gemaakt;

• het externe bureau op basis van de uitkomsten heeft geconcludeerd dat de uitbreiding van de PLUS en daaraan gekoppelde wijziging van de infrastructuur geen significante verslechtering van de verkeersafwikkeling oplevert;

• het externe adviesbureau op basis van de uitkomsten van deze toets aanbevelingen heeft gedaan ten aanzien van de verkeersveiligheid en daarbij heeft aanbevolen om een fietsstraat met een breed profiel in te stellen en twee parkeervakken op te heffen;

• de aanbevelingen in het plan zijn overgenomen, waarbij het externe bureau heeft geconcludeerd dat het nieuwe plan ook qua verkeersveiligheid voldoet;

• de volgende maatregelen ten behoeve van de verkeersveiligheid en bereikbaarheid worden in de praktijk uitgevoerd:

  • de Van Kinschotstraat wordt voor een gedeelte opgeheven ten behoeve van de uitbreiding van de PLUS supermarkt en de aansluiting van de Van Kinschotstraat op de parallelweg van de Van Foreestweg vervalt en daarmee ook het aanwezige parkeerverbod aan de westzijde van de Van Kinschotstraat;

  • aan de achterzijde van de PLUS supermarkt wordt een inpandige laad- en losgelegenheid gerealiseerd die te bereiken is via de Van Schuijlenburgstraat of Van der Lelijstraat en Van Adrichemstraat en de Van Kinschotstraat;

  • er voor het autoverkeer vanaf de Persijnlaan een nieuwe ontsluiting ontstaat door de parallelweg van de Van Foreestweg vanaf de Persijnlaan tot aan de huidige aansluiting met de Van Kinschotstraat geschikt te maken voor autoverkeer door het realiseren van een fietsstraat;

  • in de te realiseren fietsstraat voor gemotoriseerd verkeer eenrichtingsverkeer wordt ingesteld in westelijke richting;

  • het realiseren van extra parkeerplaatsen in de directe omgeving ten behoeve van zowel compensatie van de vervallen parkeerplaatsen als realisatie van extra parkeerplaatsen als gevolg van de uitbreiding van de supermarkt;

• voor de verschillende hierboven genoemde verkeersmaatregelen een verkeersbesluit verplicht is;

• deze maatregelen zijn uitgewerkt in verschillende verkeersbesluiten;

• dit verkeersbesluit ingaat op het instellen van een fietsstraat;

• de Persijnlaan een doodlopende straat is voor het verkeer (met uitzondering van (brom)fietsers) in de richting van de parallelweg van de Van Foreestweg;

• voor de routering van het verkeer in het kader van verkeersveiligheid en bereikbaarheid het wenselijk is om gemotoriseerd verkeer dat vanuit de Persijnlaan komt af te wikkelen over de parallelweg van de Van Foreestweg;

• daarvoor de doorgang geschikt gemaakt wordt voor motorvoertuingen, waardoor de Persijnlaan niet meer doodlopend is;

• de parallelweg van de Van Foreestweg tussen de Persijnlaan en de Van Kinschotstraat op dit moment een verplicht (brom)fietspad is;

• deze weg een belangrijke fietsroute is voor fietsers van en naar de Kuyperwijk en de achterliggende wijken;

• het voor de bereikbaarheid en ontsluiting van de wijk, waaronder de bezoekers van de Plus, gewenst is om het fietspad geschikt te maken voor gemotoriseerd verkeer;

• hiermee het aantal verkeersbewegingen door de wijk wordt beperkt;

• het geschikt maken voor gemotoriseerd verkeer in de vorm van een fietsstraat de meest verkeersveilige vorm is;

• voor het inrichten van de fietsstraat de rijbaan van het huidige (brom)fietspad verbreed wordt naar 3,85 meter;

• verkeer op de fietsstraat voorrang heeft op het overige verkeer;

• er op de fietsstraat voor het gemotoriseerde verkeer een eenrichtingsregime zal worden ingesteld in westelijke richting;

• voor het instellen van deze eenrichtingsweg op 13 november 2017 een verkeersbesluit met referentienummer 3111669 genomen is;

• deze fietsstraat uitgevoerd wordt als een verplicht fietspad met als onderbord ‘fietsstraat’ en een onderbord ‘motorvoertuigen en bromfietsers toegestaan’ op de parallelweg van de Van Foreestweg tussen de Persijnlaan en de Van Kinschotstraat;

• de bovenvermelde maatregel wordt genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de vrijheid van het verkeer zoveel mogelijk te waarborgen en het verzekeren van de veiligheid op de weg;

• de parallelweg van de Van Foreesteweg in eigendom, beheer en onderhoud is bij de gemeente Delft;

• het college van burgemeester en wethouders, overeenkomstig artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994, het bevoegd gezag is voor het nemen van dit verkeersbesluit en dat deze bevoegdheid op grond van het gewijzigde mandaatbesluit van 27 september 2011 is gemandateerd aan de gemeentedirecteur, waarbij ondermandaat is verleend aan het afdelingshoofd Ruimte & Economie Advies;

• overeenkomstig artikel 24 van het BABW op 21 september overleg is gevoerd met de gemachtigde van de korpschef van de politie;

nemen, gelet op het voorgaande, de volgende

B E S L U I T E N :

• 1. het opheffen van een verplicht (brom)fietspad door het verwijderen van borden model G12a en G12b voor het pad tussen de Persijnlaan en de Van Kinschotstraat;

• 2. het instellen van een verplicht fietspad door het plaatsen van borden model G11 en G12 van Bijlage 1 van het RVV 1990 met de onderborden ‘fietsstraat’ en ‘motorvoertuigen en bromfietsers toegestaan’ op de parallelweg van de Van Foreestweg tussen de Persijnlaan en Van Kinschotstraat;

• 3. Het instellen van een voorrangsregeling op de parallelweg van de Van Foreestweg tussen de Persijnlaan en de Van Kinschotstraat waarbij het verkeer op het verplichte fietspad voorrang heeft op het overige verkeer door het plaatsen van borden model B5 en B6 van Bijlage 1 van het RVV 1990 en haaientanden zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990;

• 4. de in dit besluit genoemde verkeerstekens te plaatsen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende situatietekening;

• 5. dit besluit in werking te laten treden op het moment van vaststellen van bestemmingsplan ‘Van Foreestweg’.

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

Namens het college,

Mevrouw L.E. van Reenen

Afdelingshoofd Ruimte & Economie Advies

Delft, 13 november 2017

Bijlage: Situatietekening

Als u het met dit besluit niet eens bent, kunt u binnen 6 weken na dagtekening een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat dit besluit genomen heeft. Hoe u dat doet, kunt u lezen op www.delft.nl/bezwaarschrift.

Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet. Degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, als er sprake is van spoedeisend belang, ook op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, bij de president van de Arrondissementsrechtbank ‘s-Gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH ’s-Gravenhage vragen een voorlopige voorziening te treffen. Voor het behandelen van een dergelijk verzoek wordt griffierecht geheven.