Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 10 november 2017, kenmerk 1255882-170120-WJZ, houdende wijziging van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp en de Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars in verband met de indexering van de bezoldigingsmaxima voor het kalenderjaar 2018

De Minister voor Medische Zorg,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 2.7, tweede lid, 3.3 en 3.4, tweede lid, van de Wet normering topinkomens;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3 van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp wordt de tabel vervangen door:

Klasse

Bezoldigingsmaximum

I

€ 103.000

II

€ 125.000

III

€ 151.000

IV

€ 172.000

V

Het bedrag, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, van de wet.

ARTIKEL II

Artikel 2 van de Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘Sectorale bezoldigingsnorm 2017’ vervangen door: Sectorale bezoldigingsnorm 2018.

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor het kalenderjaar 2018 bedraagt de sectorale bezoldigingsnorm voor zorgverzekeraars:

    • a. € 277.000, indien zij op 1 januari 2017 meer dan 1.000.000 verzekerden hadden;

    • b. € 240.000, indien zij op 1 januari 2017 tussen de 300.000 en 1.000.000 verzekerden hadden;

    • c. € 203.000, indien zij op 1 januari 2017 minder dan 300.000 verzekerden hadden.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

I. Algemeen

De Wet normering topinkomens (WNT) stelt regels over de bezoldigingsmaxima van topfunctionarissen bij instellingen met een publieke of semipublieke taak. Op grond van de WNT bestaan de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp (hierna: Regeling zorg en jeugdhulp) en de Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars (hierna: Regeling zorgverzekeraars). Voornoemde regelingen bepalen dat topfunctionarissen in de zorg en jeugdhulp respectievelijk bij zorgverzekeraars per kalenderjaar niet meer bezoldiging ontvangen dan het voor dat kalenderjaar vastgestelde bedrag. Deze bedragen worden in de maand november van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop het bedrag betrekking heeft, vastgesteld (artikelen 2.7, tweede lid, 3.3 en 3.4, tweede lid, van de WNT). Voorliggende regeling stelt de bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen in de zorg en jeugdhulp (Artikel I) respectievelijk bij zorgverzekeraars (Artikel II) voor het kalenderjaar 2018 vast.

Administratieve lasten

De wijziging van de normen heeft beperkte impact op de administratieve lasten en nalevingskosten. Instellingen die onder de reikwijdte van de Regeling zorg en jeugdhulp en de Regeling zorgverzekeraars vallen, moeten kennisnemen van de nieuwe bezoldigingsmaxima. Gezien de verwaarloosbare impact worden de administratieve lasten niet verder gekwantificeerd.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

De Regeling zorg en jeugdhulp bepaalt dat topfunctionarissen van instellingen in de zorg en jeugdhulp per kalenderjaar niet meer bezoldiging ontvangen dan het voor dat kalenderjaar vastgestelde bedrag. Daarbij worden de instellingen ingedeeld in klassen; elke klasse kent een eigen bezoldigingsmaximum.

Het bezoldigingsmaximum van de hoogste klasse (V) is gelijk aan het wettelijke bezoldigingsmaximum genoemd in artikel 2.3, eerste lid, van de WNT. Laatstbedoeld bedrag wordt per 1 januari 2018 verhoogd tot € 187.000. Daarmee is gevolg gegeven aan het bepaalde in artikel 2.3, tweede en vierde lid, van de WNT. Op grond van deze bepalingen wordt het bezoldigingsmaximum per 1 januari van elk jaar aangepast aan de ontwikkeling van de contractuele loonkosten voor de overheid, zoals deze voor het voorafgaande jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is bepaald. Voor het kalenderjaar 2016 is deze ontwikkeling van de contractuele loonkosten op 3,1% bepaald. In navolging van artikel 2.3, tweede lid, van de WNT en de toelichting hierbij wordt het bedrag naar boven op een duizendvoud in euro’s afgerond. De overige klassen voor de zorg en jeugdhulp zijn op eenzelfde wijze aangepast.

In verband met de mogelijkheid tot het tussentijds verhogen van de maximum bezoldiging genoemd in artikel 2.3, eerste lid, van de WNT, die met ingang van het in werking treden van de Evaluatiewet WNT is opgenomen in artikel 7.4 van de WNT, is thans als grens voor de hoogste klasse niet langer een vast bedrag opgenomen, maar wordt verwezen naar het bedrag in artikel 2.3 van de WNT.1

Artikel II

De Regeling zorgverzekeraars bepaalt dat topfunctionarissen bij zorgverzekeraars per kalenderjaar niet meer bezoldiging ontvangen dan het voor dat kalenderjaar vastgestelde bedrag. Daarbij worden de zorgverzekeraars ingedeeld in klassen op grond van het aantal verzekerden; elke klasse kent een eigen bezoldigingsmaximum.

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een voorstel te doen over de bezoldigingsmaxima van topfunctionarissen bij zorgverzekeraars (artikel 3.6, eerste lid, van de WNT). ZN heeft vastgesteld dat de loonontwikkeling binnen de branche van zorgverzekeraars voor het kalenderjaar 2016 1,4% bedraagt en voorgesteld om de bezoldigingsmaxima van topfunctionarissen bij zorgverzekeraars mede in het licht van deze loonontwikkeling aan te passen.

Bij de vaststelling van de bezoldigingsmaxima is – net als in voorgaande jaren – rekening gehouden met de bezoldiging voor vergelijkbare functies bij openbare lichamen, de bezoldiging in relevante andere sectoren van de arbeidsmarkt, de verhouding met de bezoldiging van het overige personeel binnen de zorgverzekeraars en maatschappelijke opvattingen over de hoogte (artikel 3.6, tweede lid, van de WNT). Daarbij is er nadrukkelijk rekening mee gehouden dat zorgverzekeraars zowel op de publieke als private markt opereren. Om die reden is hetzelfde uitgangspunt als bij de verlaging van de bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen bij zorgverzekeraars naar aanleiding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT gehanteerd, te weten dat zorgverzekeraars voor 50% op de private markt opereren en voor 50% op de publieke markt.

Voor topfunctionarissen bij zorgverzekeraars bedroeg het bezoldigingsmaximum voor het kalenderjaar 2017 € 270.000. Voor de aanpassing in deze regeling wordt allereerst het door het CBS voor het kalenderjaar 2016 vastgestelde indexcijfer (3,1%) voor de contractuele loonkosten voor de sector overheid per maand gebruikt. Daarnaast wordt de loonontwikkeling binnen de branche van zorgverzekeraars voor het kalenderjaar 2016 gebruikt. Zoals gezegd bedraagt deze 1,4%. Het gemiddelde van deze percentages is 2,25. Een verhoging van € 270.000 met laatstgenoemd percentage leidt tot een bedrag van € 276.075. In navolging van artikel 2.3, tweede lid, van de WNT en de toelichting hierbij wordt het bedrag naar boven op een duizendvoud in euro’s afgerond. Hiermee is het bezoldigingsmaximum voor het jaar 2017 bepaald op een bedrag van € 277.000. De overige twee klassen voor zorgverzekeraars zijn op eenzelfde wijze aangepast.

Artikel III

Op grond van de artikelen 2.7, tweede lid, 3.3 en 3.4, tweede lid, van de WNT wordt deze regeling vastgesteld in november 2017. De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018. Daarmee wordt aangesloten bij het beleid van het kabinet inzake vaste verandermomenten van regelgeving.

Voor de duidelijkheid zij opgemerkt dat deze regeling van toepassing is op bezoldigingen die verschuldigd zijn voor werkzaamheden vanaf 1 januari 2018.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins


X Noot
1

Stb. 2017, 151.

Naar boven