Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 september 2017, nr. 2017-0000156091, tot aanpassing van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ in verband met enkele wijzigingen in het verdeelmodel en het vangnet

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 74, zevende lid, van de Participatiewet en de artikelen 6, derde lid, en 10, eerste lid, onderdelen a en b, van het Besluit Participatiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6. Gegevens verdeelmodel

In bijlage I bij deze regeling zijn de gewichten en peildata opgenomen die gelden voor de indicatoren, bedoeld in tabel 1 van de bijlage bij het Besluit Participatiewet alsmede de normbedragen, bedoeld in tabel 2 van de bijlage bij het Besluit Participatiewet.

B

1. In artikel 15, eerste lid, wordt verwijderd: ‘dat tevens is opgenomen in Bijlage II bij deze regeling’

2. In artikel 15, vijfde lid, wordt ‘zesde’ vervangen voor ‘vierde’.

3. In artikel 15, zesde lid, wordt ‘onder gebruikmaking van het formulier dat is opgenomen in bijlage III bij deze regeling’ vervangen voor: onder gebruikmaking van het door de minister elektronisch beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

C

De Bijlage behorende bij artikel 6 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde Bijlage I behorende bij artikel 6 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ 2018.

D

De Bijlage behorende bij artikel 6 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde Bijlage I behorende bij artikel 6 van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017.

E

Bijlage 2 behorende bij artikel 15, eerste lid, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018 met uitzondering van artikel I, onderdeel D, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 september 2017

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

BIJLAGE I BEHORENDE BIJ ARTIKEL 6 VAN DE REGELING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2018

Tabel 1: gewichten en peildata van de indicatoren die zijn opgenomen in het objectief verdeelmodel

Indicatoren

Gewichten

Peildatum schatting

Peildatum verdeling

Niet-rechthebbenden

     

Te veel vermogen

     

Alleenstaande, vermogen boven € 5.000

–2,1712073

1-1-2015

1-1-2015

Alleenstaande, vermogen tot € 5.000, overwaarde boven € 50.000

–0,7360128

1-1-2015

1-1-2015

Paar/eenouder, vermogen boven € 10.000

–1,5461975

1-1-2015

1-1-2015

Paar/eenouder, vermogen tot € 10.000, overwaarde boven € 50.000

–0,5435330

1-1-2015

1-1-2015

Andere uitkering

     

AO-uitkering, mate van AO 15–80% of onbekend in hh

–3,5915080

5-1-2015

30-6-2016

AO-uitkering, mate van AO 80–100% in hh

–4,1292852

5-1-2015

30-6-2016

WW-uitkering in hh

–0,9849648

5-1-2015

31-12-2016

ANW-uitkering in hh

–4,8966364

5-1-2015

31-12-2016

Zw-uitkering, wachtgeld, of overige uitkering in hh

–1,6395228

5-1-2015

31-12-2015

Pensioenuitkering in hh

–0,5980323

5-1-2015

31-12-2015

Kan/wil niet werken

     

Student (mbo/hbo/wo) in hh

–1,5141054

1-10-2014

1-10-2016

Aanbodkant van de arbeidsmarkt

     

Leeftijd

     

Leeftijd 18 tot 20 jaar in hh (referentie)

referentie

1-1-2015

31-12-2016

Leeftijd 20 tot 25 jaar in hh

0,9876552

1-1-2015

31-12-2016

25 tot 30-jarige in hh

1,5115013

1-1-2015

31-12-2016

30 tot 40-jarige in hh

1,9217435

1-1-2015

31-12-2016

40 tot 50-jarige in hh

2,1170513

1-1-2015

31-12-2016

50-jarige tot AOW-leeftijd in hh

2,4918892

1-1-2015

31-12-2016

Gezinssituatie

     

Alleenstaande (referentie)

referentie

1-1-2015

31-12-2016

Eenouder-moeder, jongste kind tot 5

1,0046071

1-1-2015

31-12-2016

Eenouder-moeder, jongste kind 5–12

0,5313511

1-1-2015

31-12-2016

Eenouder-moeder, jongste kind 12–18

0,2459510

1-1-2015

31-12-2016

Eenouder-moeder, jongste kind 18+

–0,1488373

1-1-2015

31-12-2016

Eenouder-vader, jongste kind tot 5

0,0589087

1-1-2015

31-12-2016

Eenouder-vader, jongste kind 5–12

0,0415768

1-1-2015

31-12-2016

Eenouder-vader, jongste kind 12–18

–0,3841473

1-1-2015

31-12-2016

Eenouder-vader, jongste kind 18+

–0,9442488

1-1-2015

31-12-2016

Paar, jongste kind 18–

–1,1880374

1-1-2015

31-12-2016

Paar, jongste kind 18+

–1,5970013

1-1-2015

31-12-2016

Paar zonder kinderen

–1,0998867

1-1-2015

31-12-2016

Thuiswonend meerderjarig kind

–0,4601433

1-1-2015

31-12-2016

Overig huishouden

0,4176256

1-1-2015

31-12-2016

Wonen in corporatiewoning

1,5086775

1-1-2015

31-12-2016

Wonen op standplaats

1,6652760

1-1-2015

31-12-2016

Afkomst

     

Autochtoon in hh (referentie)

Referentie

1-1-2015

31-12-2016

Turk in hh

0,2302467

1-1-2015

31-12-2016

Surinamer in hh

0,3992060

1-1-2015

31-12-2016

Nederlands-Antilliaan in hh

0,5031265

1-1-2015

31-12-2016

Marokkaan in hh

0,5331498

1-1-2015

31-12-2016

Ghanees in hh

0,0483582

1-1-2015

31-12-2016

Somaliër of Eritreeër in hh

1,9020293

1-1-2015

31-12-2016

Afrikaan (excl. Marokkaan, Ghanees, Somaliër, Eritreeër) in hh

0,6565407

1-1-2015

31-12-2016

Afghaan in hh

1,1227614

1-1-2015

31-12-2016

Irakees in hh

1,2753868

1-1-2015

31-12-2016

Syriër in hh

2,1859601

1-1-2015

31-12-2016

Iranees in hh

0,8873818

1-1-2015

31-12-2016

Chinees in hh

–0,2646087

1-1-2015

31-12-2016

Indiaas in hh

–0,6174269

1-1-2015

31-12-2016

Overig niet-westers in hh

0,1699424

1-1-2015

31-12-2016

Joegoslavisch in hh

0,5282636

1-1-2015

31-12-2016

Sovjet-Unie in hh

0,4353026

1-1-2015

31-12-2016

Overig westers in hh

–0,3762044

1-1-2015

31-12-2016

Opleiding

     

Aandeel laagst opgeleiden in gemeente

–0,0608753

1-1-2015

1-1-2015

HCI (human capital index) onbekend (referentie)

referentie

26-9-2014 en 2011 t/m 2014

26-9-2014 en 2011 t/m 2014

Lage HCI in hh

1,1656085

26-9-2014 en 2011 t/m 2014

26-9-2014 en 2011 t/m 2014

Middelbare of hoge HCI in hh

-1,4397757

26-9-2014 en 2011 t/m 2014

26-9-2014 en 2011 t/m 2014

(V)SO/PrO gevolgd in hh

1,4506260

Gevolgd tussen 2010/2011–2013/2014, niet in 2014/2015

Gevolgd tussen 2012/2013–2015/2016, niet in 2016/2017

Gezondheid

     

Zorgkosten boven € 50.000 in hh

0,3748772

Heel 2014

Heel 2014

Gebruik GGZ-zorg in hh

0,6986785

Heel 2014

Heel 2014

Medicijnen voor verslaving in hh

0,3531340

Heel 2014

Heel 2015

Medicijnen voor depressie in hh

0,3171071

Heel 2014

Heel 2015

Medicijnen voor psychose in hh

0,5321603

Heel 2014

Heel 2015

Medicijngebruik uit minder dan 4 hoofdgroepen in hh (referentie)

referentie

Heel 2014

Heel 2015

Medicijngebruik uit 4 tot 6 hoofdgroepen in hh

0,1032811

Heel 2014

Heel 2015

Medicijngebruik uit 6 tot 8 medicijngroepen in hh

0,2841185

Heel 2014

Heel 2015

Medicijngebruik uit meer dan 8 hoofdgroepen in hh

0,4659539

Heel 2014

Heel 2015

Combinaties van factoren

     

Niet-westerse afkomst in hh en 50-jarige tot AOW in hh

0,1192810

1-1-2015

31-12-2016

Niet-westerse afkomst in hh en gezondheidsproblemen in hh

0,0975355

1-1-2015 voor afkomst, heel 2014 voor gezondheidsproblemen

31-12-2016 voor afkomst, heel 2014/2015 voor gezondheidsproblemen

Lage HCI in hh en gezondheidsproblemen in hh

0,6170873

26-9-2014 en 2011 t/m 2014, heel 2014 voor gezondheidsproblemen

26-9-2014 en 2011 t/m 2014, heel 2014/2015 voor gezondheidsproblemen

Vraagkant van de arbeidsmarkt

     

Beschikbaarheid van banen

     

Banen per lid beroepsbevolking in gemeente, gecorrigeerd voor grenspendel

–5,9570165

1-1-2015

1-1-2016

Werken onder je niveau

     

Aandeel werkend onder zijn niveau in gemeente

1,9986633

1-1-2015

1-1-2015

Aandeel studenten (hbo/wo) onder de potentiële beroepsbevolking in gemeente

–0,2749815

1-10-2014

1-10-2016

Aandeel WW’ers onder de beroepsbevolking in gemeente

10,1550829

2015

2015

Buurteffecten

     

Arbeidsethos

     

Aandeel van de beroepsbevolking in gemeente in buurt waar werken niet de norm is obv postcodegebieden (6 posities)

0,7837501

1-1-2014

1-1-2016

Leefbaarheid

     

Index overlast en onveiligheid

1,2919475

1-1-2014

1-1-2014

Constante

–1,6750015

n.v.t.

n.v.t.

Tabel 2: de bruto normbedragen zoals gehanteerd in het objectief verdeelmodel

Type huishouden

Normbedrag

Alleenstaande (ouder), leeftijd 21 tot aow

€ 15.104,76

Alleenstaande (ouder), 18, 19 of 20 jaar

€ 2.922,24

Gehuwd paar, beide partners leeftijd 21 tot aow

€ 19.548,46

Gehuwd paar, beide partners 18, 19 of 20 jaar, zonder kind(eren)

€ 5.844,48

Gehuwd paar, beide partners 18, 19 of 20 jaar, met kind(eren)

€ 9.226,80

Gehuwd paar, één van beide partners 18, 19 of 20 jaar, zonder kind(eren)

€ 11.378,16

Gehuwd paar, één van beide partners 18, 19 of 20 jaar, met kind(eren)

€ 16.157,91

Normen gerechtigde leeftijd 21 tot AOW bij aantal kostendelers

Normbedrag

2 kostendelers

€ 9.774,23

3 kostendelers

€ 7.997,25

4 kostendelers

€ 7.108,77

5 kostendelers

€ 6.575,83

6 kostendelers

€ 6.220,47

7 kostendelers

€ 6.039,96

8 kostendelers

€ 5.919,12

9 kostendelers

€ 5.825,16

10 kostendelers (of meer)

€ 5.750,04

Normen gehuwde paren (1 partner jonger dan 21, 1 partner leeftijd 21 of ouder) afhankelijk van aantal kostendelers met kinderen

2 kostendelers

€ 16.157,91

3 kostendelers

€ 14.380,94

4 kostendelers

€ 13.492,45

5 kostendelers

€ 12.959,51

6 kostendelers

€ 12.604,15

7 kostendelers

€ 12.350,36

8 kostendelers

€ 12.223,68

9 kostendelers

€ 12.129,72

10 kostendelers (of meer)

€ 12.054,60

Normen gehuwde paren (1 partner jonger dan 21, 1 partner leeftijd 21 of ouder) afhankelijk van aantal kostendelers zonder kinderen

2 kostendelers

€ 11.378,16

3 kostendelers

€ 10.250,64

4 kostendelers

€ 9.686,88

5 kostendelers

€ 9.348,72

6 kostendelers

€ 9.123,24

7 kostendelers

€ 8.962,20

8 kostendelers

€ 8.841,36

9 kostendelers

€ 8.747,40

10 kostendelers (of meer)

€ 8.672,28

Afwijkende normen gehuwden obv art. 24 Pw

 

rechthebbende leeftijd 21 of ouder met of zonder kinderen

€ 9.774,23

rechthebbende leeftijd jonger dan 21, zonder kind

€ 2.922,24

rechthebbende leeftijd jonger dan 21, met kind

€ 4.613,40

BIJLAGE I BEHORENDE BIJ ARTIKEL 6 VAN DE REGELING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2017

Tabel 2: gewichten en peildata van de indicatoren die zijn opgenomen in het objectief verdeelmodel 2017

Indicatoren

Gewichten

Peildata

Niet-rechthebbenden

   

Te veel vermogen

   

Alleenstaande, vermogen boven € 5,000

–2,1218908

1-1-2014

Alleenstaande, vermogen tot € 5,000, overwaarde boven € 50,000

–0,8347285

1-1-2014

Paar/eenouder, vermogen boven € 10,000

–1,6163950

1-1-2014

Paar/eenouder, vermogen tot € 10,000, overwaarde boven € 50,000

–0,6938642

1-1-2014

Andere uitkering

 

AO-uitkering, mate van AO 15-80% of onbekend in hh

–3,4305993

31-12-2015

AO-uitkering, mate van AO 80-100% in hh

–3,9618166

31-12-2015

WW-uitkering in hh

–0,9471454

31-12-2015

Kan/wil niet werken

 

Student (mbo/hbo/wo) in hh

–1,4279903

1-10-2015

Aanbodkant van de arbeidsmarkt

 

Leeftijd

 

Leeftijd 18 tot 20 jaar in hh (referentie)

Referentie

31-12-2015

Leeftijd 20 tot 25 jaar in hh

0,9223741

31-12-2015

25 tot 30-jarige in hh

1,4465451

31-12-2015

30 tot 40-jarige in hh

1,8539903

31-12-2015

40 tot 50-jarige in hh

2,0701296

31-12-2015

50-jarige tot AOW-leeftijd in hh

2,3231491

31-12-2015

Gezinssituatie

 

Alleenstaande (referentie)

Referentie

31-12-2015

Eenouder-moeder, jongste kind tot 5

0,9958206

31-12-2015

Eenouder-moeder, jongste kind 5–12

0,5756126

31-12-2015

Eenouder-moeder, jongste kind 12–18

0,2969241

31-12-2015

Eenouder-moeder, jongste kind 18+

–0,1744503

31-12-2015

Eenouder-vader, jongste kind tot 5

0,0257323

31-12-2015

Eenouder-vader, jongste kind 5–12

–0,0009759

31-12-2015

Eenouder-vader, jongste kind 12–18

–0,3920911

31-12-2015

Eenouder-vader, jongste kind 18+

–0,8189126

31-12-2015

Paar, jongste kind 18-

–1,0512133

31-12-2015

Paar, jongste kind 18+

–1,3640839

31-12-2015

Paar zonder kinderen

–0,9597622

31-12-2015

Instellingsbewoner

0,2471997

31-12-2015

Thuiswonend meerderjarig kind

–0,3451916

31-12-2015

Overig huishouden

0,5077583

31-12-2015

Wonen in corporatiewoning

1,4682090

1-1-2014

Afkomst

 

Autochtoon in hh (referentie)

Referentie

31-12-2015

Turk in hh

0,2197861

31-12-2015

Surinamer in hh

0,4489445

31-12-2015

Nederlands-Antilliaan in hh

0,5438544

31-12-2015

Marokkaan in hh

0,4729175

31-12-2015

Ghanees in hh

–0,0076907

31-12-2015

Somaliër in hh

1,6043187

31-12-2015

Afrikaan (excl, Marokkaan, Ghanees, Somaliër) in hh

0,6217360

31-12-2015

Afghaan in hh

1,0222757

31-12-2015

Irakees in hh

1,2577724

31-12-2015

Syriër in hh

1,1561002

31-12-2015

Overig niet-westers in hh

0,1768018

31-12-2015

Joegoslavisch in hh

0,5589672

31-12-2015

Overig westers in hh

–0,3252521

31-12-2015

Opleiding

 

Aandeel laagst opgeleiden in gemeente

0,4222808

1-1-2015

HCI (human capital index) onbekend (referentie)

Referentie

1-10-2013 en 2009 t/m 2013

Lage HCI in hh

0,6296349

1-10-2013 en 2009 t/m 2013

Middelbare of hoge HCI in hh

–2,1408429

1-10-2013 en 2009 t/m 2013

Gezondheid

 

Zorgkosten boven € 50.000 in hh

0,2802837

heel 2013

Gebruik GGZ-zorg in hh

0,9248614

heel 2013

Medicijnen voor verslaving in hh

0,4627427

heel 2014

Medicijnen voor depressie in hh

0,3747223

heel 2014

Medicijnen voor psychose in hh

0,5754972

heel 2014

Medicijngebruik uit minder dan 4 hoofdgroepen in hh (referentie)

referentie

heel 2014

Medicijngebruik uit 4 tot 6 hoofdgroepen in hh

0,3514143

heel 2014

Medicijngebruik uit 6 tot 8 medicijngroepen in hh

0,4827839

heel 2014

Medicijngebruik uit meer dan 8 hoofdgroepen in hh

0,5936744

heel 2014

Vraagkant van de arbeidsmarkt

 

Beschikbaarheid van banen

 

Banen per lid beroepsbevolking in gemeente, gecorrigeerd voor grenspendel

–6,2935877

1-1-2015

Werken onder je niveau

 

Aandeel werkend onder zijn niveau in gemeente

1,8457149

1-1-2015

Aandeel studenten (hbo/wo) onder de potentiële beroepsbevolking in gemeente

–0,1624092

1-10-2015

Aandeel WW’ers onder de beroepsbevolking in gemeente

8,2487884

heel 2015

Regionaal klantenpotentieel

0,0942900

1-1-2015

Buurteffecten

 

Arbeidsethos

 

Aandeel van de beroepsbevolking in gemeente in buurt waar werken niet de norm is

0,3442578

1-1-2014

Leefbaarheid

 

Index overlast en onveiligheid

1,0203167

1-1-2014

Constante

–0,6129996

n.v.t.

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 6, derde lid, van het Besluit Participatiewet bepaalt dat jaarlijks de peildata en gewichten worden vastgesteld voor de indicatoren die zijn genoemd in de bijlage van dat besluit. Vanaf 1 januari 2018 worden ook de bruto normbedragen voor de verschillende typen huishoudens zoals die toegepast worden in het objectief verdeelmodel in de regeling gepubliceerd. In deze regeling worden de peildata, gewichten en normbedragen voor verdeelmodel 2018 vastgelegd.

Met terugwerkende kracht worden ook de peildata en gewichten voor verdeelmodel 2017 vastgelegd. Gebleken is namelijk dat de verdelingssystematiek op één aspect niet conform de voor de verdeling geldende regelgeving is toegepast. Het budget dient hiervoor gecorrigeerd te worden en daarvoor dienen ook de gewichten van de indicatoren zoals vastgelegd in de Regeling Participatiewet IOAW, IOAZ (Regeling Participatiewet) aangepast te worden. De peildata wijzigen overigens niet. Per beschikking zal het gecorrigeerde budget aan gemeenten bekend worden gemaakt.

De onjuiste toepassing heeft betrekking op het in het objectief verdeelmodel gehanteerde kenmerk ‘gebruik GGZ-zorg in huishouden’. Dit kenmerk had geoperationaliseerd moeten worden als ‘het aandeel personen in een huishouden dat gebruik maakt van GGZ-zorg’. Dit is bij de voorlopige verdeling vorig jaar echter geoperationaliseerd als ‘het aantal personen in een huishouden dat gebruik maakt van GGZ-zorg’. Als bijvoorbeeld 1 van beide partners (tweepersoonshuishouden) gebruik maakt van GGZ-zorg is aan dit huishouden een score 1 toegekend in plaats van 0,5 (de helft van het huishouden maakt gebruik van GGZ-zorg).

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Omdat de grondslag in het Besluit Participatiewet voor artikel 6 van deze regeling per 1 januari 2018 wijzigt wordt artikel 6 overeenkomstig aangepast. Per 1 januari 2018 worden ook de bruto normbedragen in de Regeling Participatiewet gepubliceerd.

Artikel I, onderdeel B en E

Het aanvraagformulier dat gebruikt dient te worden bij de aanvraag van een vangnetuitkering, wordt in het vervolg niet langer in de bijlage opgenomen maar elektronisch beschikbaar gesteld. De regeling wordt hierop aangepast.

Artikel I, onderdeel C en D

De bijlage behorende bij artikel 6 wordt vervangen in verband met het opnemen van de nieuwe indicatoren bij het verdeelmodel en de actualisatie van de gehanteerde brongegevens. Tevens wordt hiermee voldaan aan de verplichting op grond van artikel 6, derde lid, van het Besluit Participatiewet om de peildata en gewichten van de indicatoren en de bruto normbedragen vast te stellen zoals die in het verdeelmodel gehanteerd worden. Dit is opgenomen in Bijlage I, behorende bij de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ 2018. In verband met de correctie zoals toegelicht in het algemene deel van de toelichting worden de gecorrigeerde gewichten van de indicatoren zoals toegepast in het verdeelmodel voor het jaar 2017 met terugwerkende kracht per 1 januari 2017 gepubliceerd in de bij deze regeling opgenomen Bijlage I aangeduid met het jaar 2017.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018, op hetzelfde moment dat de wijziging van het Besluit Participatiewet in werking treedt. In verband met de correctie zoals toegelicht in het algemene deel van de toelichting worden de gecorrigeerde gewichten van de indicatoren zoals toegepast in het verdeelmodel voor het jaar 2017 met terugwerkende kracht per 1 januari 2017 aangepast.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven