Besluit Verkeersregeling Oude Spoorbaan, Gashouder en De Loodsen

Gemeenteblad III, 2016, nr. 57 (zaak 361198)

Burgemeester en wethouders van Hilversum hebben het volgende overwogen ;

Krachtens artikel 15 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 dient een verkeersbesluit te worden genomen voor het plaatsen of verwijderen van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Inleiding

De Oude Spoorbaan, Gashouder en De Loodsen zijn aangelegde wegen in het woongebied Villa Industria. Dat gebied is omsloten door de Jan van der Heijdenstraat, Minckelersstraat, Kleine Drift en Lorentzweg. Het ontwerp voor Oude Spoorbaan, Gashouder en De Loodsen is zodanig dat deze hoofdzakelijk zijn ingericht en bedoeld voor gebruik door voetgangers, in samengaan met fietsers.

De Oude Spoorbaan bestaat uit het op maaiveld tweezijdig gelegen voetpad en een direct ondergelegen parkeergelegenheid (‘parkeerstraat’) bedoeld voor auto’s van bezoekers aan bewoners en bijvoorbeeld nabije maatschappelijke voorzieningen. Op deze ondergelegen parkeergelegenheid ontsluiten de eveneens beneden gelegen besloten private (auto)parkeerplaatsen en –stallingen. De ondergelegen parkeergelegenheid voor bezoekers hierna te noemen de ‘gemeentelijke parkeergelegenheid’. In het kader van het gemeentelijk parkeerbeleid kan voor de gemeentelijke parkeergelegenheid een vorm van regulering worden toegepast.

Er bestaat behoefte aan het toepassen van verkeersmaatregelen in de Oude Spoorbaan, Gashouder en De Loodsen.

Doel en maatregel en

voetpaden

In het belang van de verkeersveiligheid, de bescherming van voetgangers en het voorkomen van geluidhinder en overlast door niet bedoeld verkeer of bestuurders, zoals bromfietsers en snorfietsers, is het gewenst de Oude Spoorbaan (maaiveld), Gashouder en De Loodsen aan te wijzen als voetpad zonaal, waarbij fietsen is toegestaan. Het snorfietsen is niet toegestaan.

gemeentelijke parkeergelegenheid

De gemeentelijke parkeergelegenheid bestaat uit hellingbanen voor het in- en uitrijden en een rijloper met aan weerszijde parkeervakken voor personenauto’s.

Via de gemeentelijke parkeergelegenheid ontsluiten de aan- of naastgelegen private parkeerstallingen of andere ruimten.

In verband met de verschillende gebruikersgroepen, het aantal verkeersbewegingen, de beperkte breedte en hoogte, het aantal uitmondingen van stallingen e.d. en de ligging van de toegangen ten opzichte van de omliggende wegen, is het gelet op de verkeersveiligheid, de bescherming van gebruikers en de bereikbaarheid van de gemeentelijke parkeergelegenheid, noodzakelijk maatregelen te nemen.

Daartoe behoren het vaststellen van een snelheid maximaal 15km/h (stapvoets) en instellen van eenrichtingverkeer voor de gemeentelijke parkeergelegenheid. Fietsen kan worden uitgezonderd van het eenrichtingverkeer.

Alle verkeersbewegingen worden daarmee zo goed en veilig mogelijk geleid en het verkeer op het aansluitende wegennet ondervindt zo weinig mogelijk beperkingen, hinder of oponthoud.

De inrit van de gemeentelijke parkeergelegenheid ligt aan de Jan van der Heijdenstraat, dit is ter plaatse een 50km-gebiedsontsluitingsweg. De uitrit aan de Kleine Drift komt uit in een 30km-gebied. Aldaar wordt een bord A1 30km zonaal bijgeplaatst. Aan de uitritzijde Kleine Drift moet verkeer komende uit de gemeentelijke parkeergelegenheid voorrang verlenen aan verkeer op de Kleine Drift. Daartoe deze uitrit uit te voeren met uitritblokken. Door de constructie van de gemeentelijke parkeergelegenheid en ondergelegen stallingen e.d. dient ten slotte een hoogtebeperking van 2 meter te worden vastgesteld.

Bovengenoemde maatregelen zullen noch op de Oude Spoorbaan, Gashouder en De Loodsen, noch op één van de aangrenzende straten, leiden tot een overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen, als genoemd in titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer.

Bovengenoemde maatregelen zullen, noch op de Oude Spoorbaan, Gashouder en De Loodsen, noch op één van de aangrenzende straten, leiden tot een formele reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder.

De korpschef politie is gehoord in overeenstemming met artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW). De politie adviseert de aansluiting op de Kleine Drift zodanig uit te voeren dat deze door alle weggebruikers als een uitrit wordt gezien en herkend.

Hierdoor dienen bestuurders die de uitrit verlaten het overige kruisende verkeer voor te laten gaan. Dit advies is overgenomen en wordt uitgevoerd door toepassing van uitritblokken. Gelet op de mogelijkheid tot fietsen in de gemeentelijke parkeergelegenheid adviseert de politie om fietsen uit te zonderen van het eenrichting verkeer. Ook dit advies is overgenomen. Overigens adviseert de politie positief.

Het ontwerp van dit besluit is op 1 december 2016 op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. Een ieder is gedurende 6 weken in de gelegenheid gesteld om zijn of haar zienswijze ten aanzien van dit ontwerpbesluit kenbaar te maken. Van deze mogelijkheid is gebruik gemaakt door 3 bewoners. De ingebrachte zienswijzen en reactie van de gemeente daarop zijn in een aparte reactienota opgenomen. Zie de bijlage.

De ingebrachte zienswijzen hebben niet geleid tot een regeltechnische aanpassing in de verkeersregeling. De ervaring kan evenwel aanleiding zijn voor aanvullende verkeersmaatregelen.

De Oude Spoorbaan, Gashouder en De Loodsen zijn gelegen binnen deze gemeente en bij de gemeente in beheer en onderhoud.

Op grond van artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) is het college bevoegd ten aanzien van het verkeer op de binnen deze gemeente gelegen wegen, welke niet onder het beheer van het rijk, de provincie of een waterschap vallen, de besluiten te nemen als bedoeld in artikel 12 van het BABW en het college heeft deze bevoegdheid gemandateerd aan de portefeuillehouder verkeer, laatstelijk in het bevoegdhedenregister 2014 (besluit van 22 april 2014).

Bij ons besluit van 30 augustus 2005 is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht, van toepassing verklaard voor verkeersbesluiten (besluiten op grond van de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer) met uitzondering van besluiten met betrekking tot gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken.

Burgemeester en wethouders van Hilversum besluiten ;

• 1. Door het plaatsen van bord G7 -zonaal van de bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, hierna te noemen ‘de bijlage’, de Oude Spoorbaan (maaiveld), Gashouder en De Loodsen aan te wijzen als voetpad met onderbord tekst ‘uitgezonderd fietsers, snorfietsen niet toegestaan’;

• 2. Door het plaatsen van bord A1 van de bijlage, voor de gemeentelijke parkeergelegenheid de maximumsnelheid vast te stellen op 15 km/h;

• 3. Door het plaatsen van borden C2 en C3 van de bijlage, de gemeentelijke parkeergelegenheid tussen de Jan van der Heijdenstraat en de Kleine Drift, te sluiten voor bestuurders in de richting Jan van der Heijdenstraat;

• 4. Door het plaatsen van onderborden ‘OB52’, fietsers in de gemeentelijke parkeergelegenheid uit te zonderen van het onder punt 3 benoemde;

• 5. Door het plaatsen van bord C19 van de bijlage, de gemeentelijke parkeergelegenheid gesloten verklaren voor voertuigen met inbegrip van lading, hoger dan 2,0 meter.

Hilversum, 22 september 2017

Burgemeester en wethouders van Hilversum,

Namens dezen:

De portefeuillehouder verkeer,

F.G.J. Voorink

Bijlage Reactienota op zienswijzen

Dit besluit met eventuele bijlagen wordt op 5 oktober 2017 bekend gemaakt op de website www.officielebekendmakingen.nl onderdeel Staatscourant en is daarna gedurende 6 weken in zijn geheel in te zien. Dit is de enige rechtsgeldige bekendmaking. Ter informatie is een gelijkluidend exemplaar gedurende 6 weken in te zien op de website www.hilversum.nl/verkeersbesluiten van de gemeente Hilversum.

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen 6 weken na de bovengenoemde dag van bekendmaking beroep worden ingesteld bij de rechtbank Midden-Nederland, sector Bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende die tijdig bij het college zienswijzen naar voren heeft gebracht op het ontwerpbesluit van de verkeersregeling. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht.

Het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste uw naam en adres, dagtekening (datum), een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden van uw beroep bevatten. Het beroepschrift moet schriftelijk worden ingediend. Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt. Het beroep heeft geen schorsende werking. Als u een beroepschrift heeft ingediend, kunt u de rechter ook verzoeken om een voorlopige voorziening waardoor het besluit niet in werking treedt, totdat op het verzoek is beslist. Het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening kan alleen als ook een beroepschrift is ingediend. Een verzoek moet worden opgestuurd naar de Voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland (afd. voorlopige voorzieningen), postbus 16005, 3500 DA Utrecht.

Aan het behandelen van een beroepschrift en een verzoek tot voorlopige voorziening zijn kosten verbonden (griffierecht). De actuele bedragen kunt u opvragen bij de rechtbank, telefoon 088 362 0000, of via www.rechtspraak.nl

Vr16/57 (zaak 361198)