VERKEERSBESLUIT – bromfieters op de rijbaan – fietspad Prins Hendrikstraat tussen de Vetteoordsekade en de Parallelweg – Vlaardingen

Logo Vlaardingen

1610773

Vastgesteld hebbende, dat de bestuurlijke bevoegdheid hiertoe op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 bij het college van Burgemeerster en Wethouders ligt, omdat dit verkeersbesluit betrekking heeft op een weg of gedeelte daarvan, zoals genoemd in artikel 1, eerste lid, onder b, van die wet, die onder het beheer van noch het Rijk, noch de provincie, noch het waterschap valt en is gelegen in de gemeente Vlaardingen;

gezien het Mandaatbesluit Ambtenaren 2016 en het Ondermandaatbesluit Ambtenaren 2017;

gelezen het advies van de politie d.d. 17 september 2017 die met dit besluit instemt en waarmee tevens is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

overwegende dat op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

overwegende dat op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is bepaald, alsmede op de bepalingen ter zake van de Algemene wet bestuursrecht;

Het college van Burgemeester en Wethouders b esluit :

  • 1.

    tot het verwijderen van de verkeersborden G12a en deze te vervangen voor G11 volgens bijlage I van het RVV 1990 op het fietspad Prins Hendrikstraat tussen de Vetteoordsekade en de Parallelweg waardoor dit een verplicht fietspad wordt;

  • 2.

    tot het formaliseren van een tweerichtingen fietspad middels plaatsing van asmarkering of OB505;

  • 3.

    tot het aanpassen van onderbord OB54 zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en 3 van het BABW onder L8 op kruising Prins Hendrikstraat-Parallelweg te vervangen voor OB52 zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en 3 van het BABW;

  • 4.

    dat de verkeersborden en verkeersmaatregelen worden geplaatst zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening;

  • 5.

    dat dit verkeersbesluit in werking treedt op de dag van bekendmaking in de Staatscourant.

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

Aanleiding en bestaande situatie is dat :

  • Vlaardingen conform de Nederlandse regelgeving en richtlijnen bromfietsers binnen de bebouwde kom niet op het fietspad toelaat maar mee laat rijden op gebiedsontsluitingswegen waarbij de snelheid van 50km/u of erftoegangswegen waarbij de snelheid 30km/u wordt gehanteerd;

  • het fietspad langs een school en schoolplein loopt en bromfietsers gevaarlijke situaties veroorzaken nabij de entree van de school en het schoolplein;

  • de bromfiets het voertuig is met het hoogste ongevalsrisico gemeten in het aantal slachtoffers per afgelegde kilometer;

  • het ongevalsrisico voor bromfietsers zeven keer groter is dan voor fietsers en zo'n veertig keer groter dan voor automobilisten;

  • binnen de categorie bromfietsers, de 16- en 17-jarigen nog eens dubbel zoveel risico lopen als andere bromfietsers.

Verkeerskundige aspecten zijn:

  • het grote risico van jonge bromfietsers enerzijds te maken heeft met leeftijdsspecifieke kenmerken van de bestuurder en anderzijds met de voertuigeigenschappen;

  • de bromfiets een evenwichtsvoertuig is, waarmee relatief hoge snelheden behaald kunnen worden en weinig bescherming biedt aan zijn bestuurder;

  • veel bromfietsers die op het fietspad reden, op kruispunten in botsing/conflict kwamen met afslaande automobilisten;

  • door de relatief hoge snelheid van bromfietsers afslaande automobilisten vaak worden verrast door snel naderende bromfietsers;

  • sinds bromfietsers zich tussen het autoverkeer mengen, dit type ongeval sterk is verminderd;

  • gezien bovenstaande overwegingen sinds december 1999 bromfietsers binnen de bebouwde kom over het algemeen gebruik moeten maken van de rijbaan;

  • de wegbeheerder door middel van borden kan aangeven waar bromfietsers het verplichte fiets/bromfietspad moeten gebruiken en waar de rijbaan;

  • het vanuit verkeersveiligheidsoogpunt wenselijk is dat bromfietsers verplicht worden de rijbaan te gebruiken;

  • dit kan worden bereikt door het instellen van verplichte fietspaden;

  • door het geringe snelheidsverschil (maximumsnelheid voor bromfietsers is 45 km/uur) dit niet leidt tot problemen voor het overige verkeer;

  • sinds de invoering van ‘Bromfiets op de rijbaan' het aantal geregistreerde bromfietsslachtoffers is gedaald;

Uit het oogpunt van:

  • dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

Is het gewenst om:

•door middel van het nemen van de voorgestelde verkeersmaatregelen de verkeersveiligheid te vergroten.

Belangenafweging

  • bij de afweging van de belangen gaat het om de verkeerskundige aspecten, in dit geval het verzekeren van de verkeersveiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan zoals geformuleerd in artikel 2, eerste lid sub a en b van de Wegenverkeerswet 1994;;

  • er zijn geen individuele belangen in het geding die de positie van één of meer personen kunnen aantasten;

  • er zijn dan ook geen aanwijzingen dat er sprake is of kan zijn van belangen die strijdig zijn met de gewenste verkeersmaatregelen;

  • daarom kan bij het nemen van het besluit evenmin sprake zijn van onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Zorgvuldigheid

  • dat bij de voorbereiding van dit besluit dan ook gehandeld is overeenkomstig de zorgvuldigheid die op grond van artikel 3:1 van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van besluiten als deze moet worden betracht;

  • dat met de vaststelling van dit besluit dan ook geen sprake is van een besluit met onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Vlaardingen

Namens burgemeester en wethouders van Vlaardingen,

N.A. Krijnen

Teammanager Openbare Ruimte

MEDEDELINGEN

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht tegen dit besluit binnen zes weken na bekendmaking daarvan, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, onder vermelding van “bezwaarschrift verkeersbesluit”, Postbus 1002, 3130 EB Vlaardingen.

Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste bevatten:

 

  • 1.

    naam en adres van belanghebbende;

  • 2.

    de dagtekening;

  • 3.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

  • 4.

    de gronden van het bezwaar;

  • 5.

    een volmacht, indien het bezwaarschrift niet door de belanghebbende maar door een ander, namens hem, wordt ingediend. 

    Het maken van bezwaar schorst niet de werking van dit besluit (zie artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht).

    De indiener van een bezwaarschrift kan ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, als onverwijlde spoed dat – gelet op de betrokken belangen – vereist, eveneens een voorlopige voorziening (waaronder schorsing) vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Rotterdam, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.

     

    Afschriften

    Afschriften van dit verkeersbesluit zijn verzonden aan:

  • 1.

    de politie;

Naar boven