Verkeersmaatregel Capucijnenstraat

Logo Maastricht

Ruimte / Mobiliteit / 2017-27073

 

Gemeente Maastricht

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Overwegende, dat de nieuwe A2-tunnel in Maastricht-Oost de verkeersdoorstroming verbetert in noord-zuid richting;

dat het project Noorderbrugtracé hierop aansluit en zorgt voor een betere doorstroming van het Maaskruisende verkeer aan de noordkant van de stad;

dat het project Noorderbrugtracé ook zorgt voor een snellere verbinding België (Lanaken/Smeermaas) en voor een goede aansluiting op het wegennet in Maastricht-West;

dat hiervoor aan de noordzijde van de (binnen)stad een geheel nieuwe verkeersstructuur wordt gerealiseerd;

dat het Noorderbrugtracé een totale lengte van ongeveer vijf kilometer heeft en zich uitstrekt van de brandweerkazerne in Limmel (Maastricht-Oost) tot aan de Nobellaan (Maastricht-West) en Brusselseweg (Maastricht-Noordwest);

dat door het nieuwe tracé richting het noorden te schuiven en een rechtstreekse verbinding met België te maken de drukke Statensingel en Hertogsingel ontlast worden;

dat dit leidt tot een betere lucht- en milieukwaliteit in grote delen van de stad;

dat door de nieuwe aanlanding van de Noorderbrug de Frontensingel en de aansluiting op de Statensingel opnieuw ingericht worden;

dat de aansluiting van de Capucijnenstraat op de Statensingel ook opnieuw ingericht wordt en geen doorgang meer wordt voor het busvervoer;

dat deze maatregelen worden genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren en de weggebruikers en passagiers te beschermen;

dat plaatsing van de in dit besluit genoemde verkeerstekens geschiedt zoals weergegeven in de tekening NBT-02-TU-001005;

dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Maastricht;

dat te nemen verkeersmaatregelen besproken zijn met de Districtchef van politiedistrict Maastricht;

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het “Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer” en paragraaf 4 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;

BESLUIT

 

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van de Capucjinenstraat in hun besluit van 4 januari 2002 / SOG / Stedelijke Inrichting / SOG 2001-43001;

  • 2.

    door het verwijderen van de haaientanden als bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990 op de kruising Capucijnenstraat en Lindenkruis de voorrangsregeling op te heffen;

  • 3.

    door het verwijderen van het bord D5 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderbord de verplichte rijrichting voor motorvoertuigen op te heffen;

  • 4.

    door het plaatsen van het bord G12a van Bijlage I van het RVV 1990 de aansluiting van de Capucijnenstraat op de Statensingel aan te wijzen als fiets/bromfietspad;

  • 5.

    door het verwijderen van het woord “BUS” op het wegdek van de Capucijnenstraat, tussen de Lindenkruis en de Statensingel, de busbaan zoals bedoeld in artikel 81 van het RVV 1990 op te heffen;

  • 6.

    door het verwijderen van de doorgetrokken streep en de fietsvignetten, de fietsstrook zoals bedoeld in artikel 1 lid n van het RVV 1990, aan de westzijde van de Capucijnenstraat tussen het Lindenkruis en de Statensingel op te heffen;

  • 7.

    door het verwijderen van de zebramarkering, de voetgangersoversteekplaats zoals bedoeld in artikel 49 van het RVV 1990 voor de aansluiting met de Statensingel op te heffen;

  • 8.

    door het in stand houden van de borden C2, C3 en C4 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderbord het gedeelte van de Capucijnenstraat, tussen het Lindenkruis en de Grote Gracht aan te wijzen als eenrichtingsweg, gesloten voor alle motorvoertuigen in de richting van de Grote Gracht.

Maastricht, 22 augustus 2017

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht, Wethouder Duurzaamheid, Mobiliteit en Kenniseconomie, voor deze, Interimmanager Mobiliteit,

E. Engels

Dit besluit is op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht van 31 augustus 2017 tot en met 12 oktober 2017, waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant van 31 augustus 2017.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via www.gemeentemaastricht.nl/bezwaar. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Bijlage

 

Naar boven