Uitvoeringsprogramma VTH Gooise Meren 2017 en 2018

Logo Gooise Meren

Kerngegevens

Dit uitvoeringsprogramma heeft betrekking op diverse uitvoeringstaken van de gemeente Gooise Meren in het jaar 2017 en 2018. Door de fusie is het op- en vaststellen vertraagd. In principe dient het programma gebaseerd te zijn op beleid op het gebied van vergunningverlening toezicht en handhaving omgevingsrecht. Ditbeleid is in maart 2017 door het college vastgesteld.

Het voorliggende programma is gebaseerd op de jaarverslagen 2015 en 2016 en uiteraard ophet Beleidsplan VTH Gooise Meren 2017-2020. Met het opstellen van dit uitvoeringsprogramma is gewacht tot het beleidsplan is vastgesteld. Het gevolg is dat we inmiddels al een stuk gevorderd zijn in 2017. Het college heeft er daarom voor gekozen om het uitvoeringsprogramma voor twee jaar vast te stellen, namelijk voor 2017 en 2018. Uiteraard zal van ieder jaar afzonderlijk een jaarverslag opgesteld worden. Waar nodig zullen in het uitvoeringsprogramma accenten worden aangebracht van activiteiten die in 2017 dan wel in 2018 gaan plaatsvinden.

H e t uitvoeringsprogramma gaat verder dan hetgeen wettelijk verplicht is. Ook de Drank- enHorecawet, vergunningverlening op het gebied van APV, activiteiten rond de kinderopvang en de verrichtingen van de Boa’s krijgen een plaats in het programma. Als bijlage is toegevoegd het Uitvoeringsprogramma OFGV 2017 Gooise Meren, dat samen met dit uitvoeringsprogramma wordt vastgesteld. Het programma is insamenwerking met de handhavingspartners (OFGV, brandweer en politie) tot stand gekomen.

1 Algemeen

1.1 Inleiding

Voor u ligt het uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht en Handhaving Gooise Meren 2017 en 2018. Met dit programma geeft het college van burgemeester en wethouders de voorgenomen activiteiten weer van de uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van de Wabo, milieu, Kinderopvang en bijzondere wetgeving. Normaal gesproken wordt een dergelijk programma zo vroeg mogelijk in het jaar vastgesteld. Dat was in dit geval echter niet mogelijk. Het uitvoeringsprogramma dient gebaseerd te zijn op vastgesteld beleid, inclusief omgevingsanalyse en prioriteitenstelling. Dit beleid is vanwege de fusie pas in maart 2017 door het college vastgesteld. Aangezien 2017 reeds halverwege is, is er voor gekozen om het uitvoeringsprogramma voor een periode van twee jaar, namelijk 2017 en 2018, vast te stellen. Daarbij wordt opgemerkt dat voor ieder jaar een afzonderlijk jaarverslag zal worden opgesteld.

Het uitvoeringsprogramma is voor het college een instrument om de doelstellingen voor, in dit geval, de komende twee jaren vast te stellen en daarbij ook te bepalen welke capaciteit en financiële middelen hiervoor benodigd zijn. In die zin vormt het programma de leidraad bij de uitvoering van activiteiten. De prioritering uit het beleidsplan VTH vormen hierbij uiteraard de basis bij het plannen van deze activiteiten.

In het Beleidsplan VTH Gooise Meren 2017 – 2020 zijn doelstellingen en beleid geformuleerd die er toe moeten leiden dat in Gooise Meren de VTH-taken worden uitgevoerd op basis van prioriteiten, planmatig en programmatisch, meetbaar en volgens een uniforme wijze. Daarbij staat de missie va n Gooise Meren centraal, die kortweg neerkomt op het creëren en behouden van een schone, gezonde en veilige leefomgeving voor bewoners en bedrijven.

Het uitvoeringsprogramma dient op grond van artikel 7.3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) door het college te worden vastgesteld en ter kennisgeving aan de gemeenteraad te worden voorgelegd. In het kader van het Interbestuurlijk Toezicht (IBT) dient het uitvoeringsprogramma eveneens ter

kennisgeving te worden voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland.

In dit uitvoeringsprogramma wordt niet alleen aandacht besteedt aan de taken waarvoor de gemeente verplicht is een programma op te stellen, te weten de uitvoering van taken op het gebied van de Wabo. Daarnaast worden ook een aantal niet Wabo-gebonden taken belicht. Het gaat dan om taken die voortvloeien uit bijzondere wetten en andere regelgeving zoals de Drank- en Horecawet (DHW), de Algemene Plaatselijke verordening (APV) en de Wet op de kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko). De toezichtstaken van de buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s) maken eveneens onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma.

Dit is het eerste uitvoeringsprogramma dat is gebaseerd op het vastgestelde VTH beleid in Gooise Meren. Er is geprobeerd zoveel mogelijk recht te doen aan dit beleid, zodanig dat de doelstellingen ervan gerealiseerd zullen worden. Juist omdat het de eerste keer is dat deze systematiek gevolgd wordt zal het nog niet optimaal zijn. Des te meer reden om reeds tijdens de looptijd en na afloop ervan zaken te monitoren en te evalueren, zodat een verdere optimalisatie kan plaatsvinden in het uitvoeringsprogramma VTH Gooise Meren 2019.

Dit uitvoeringsprogramma is tot stand gekomen in overleg met de relevante externe samenwerkingspartners. Het onderdeel brandveiligheid is voorgelegd en besproken met de regionale brandweer, het onderdeel Boa’s is voorgelegd aan de direct toezichthouder Boa’s van de politie en het onderdeel milieu is voorgelegd aan de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV). Deze dienst heeft bovendien in samenwerking met de gemeente een uitvoeringsprogramma 2017 opgesteld voor de milieutaken die bij deze dienst zijn ondergebracht. Dit programma is als bijlage bij dit uitvoeringsprogramma gevoegd en maakt daarvan onderdeel uit en wordt daarmee eveneens vastgesteld. Tenslotte is het programma uiteraard ook tot stand gekomen in overleg met zowel medewerkers van de afdeling VTH en de verschillende teams als die van andere relevante afdelingen.

1.2  Ontwikkelingen en beleid 2017 en 2018

In maart 2017 is het Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving Gooise Meren 2017 –2020 vastgesteld. Op grond van dit beleidsplan dienen, afgezien van dit uitvoeringsprogramma, een aantal zaken concreet uitgewerkt te worden. De belangrijkste zaken voor 2017 en 2018 worden in de tabel hieronder weergegeven.

Onderwerp

Termijn

Bijzonderheden

Verordening Drank en Horecawet Gooise Meren

2017

Vaststelling gemeenteraad

Handhavingsstrategie en stappenplan DHW

2017

Vaststelling burgemeester

Digitaliseren inrichtingenbestand DHW

2017

 

Opstellen gedoogbeleid

2017

Vaststelling college

Beleidsregels Bibob

2017

Vaststelling college

Leidraad dwangsommen en begunstigingstermijnen

2017

Vaststelling college

Productenboek VTH

2018

Vaststelling college

Verordening kwaliteitseisen VTH

2017

Vaststelling gemeenteraad

Toetsprotocol Wabo vergunningen

2017

 

Integraal toezichtsprotocol Wabo toezicht

2018

 

Verbeteren klachten- en meldingenregistratie

2017

 

Toetsprotocollen APV/evenementen

2018

 

Uitwerken werkprocessen VTH

2018

 

Prioriteiten

Het aantal gemeentelijke taken op het gebied van VTH is zeer omvangrijk en divers. Het is niet mogelijk om al deze taken, met de daarvoor beschikbare middelen, volledig uit te voeren. Daarom moeten keuzes gemaakt worden. In het beleidsplan VTH Gooise Meren 2017 – 2010 zijn prioriteiten bepaald en vastgesteld. Deze prioriteiten gelden voor zowel vergunningverlening als toezicht en handhaving. Deze prioriteitenlijst kan, als er aanleiding voor is, jaarlijks worden geactualiseerd en in het uitvoeringsprogramma worden vastgelegd. Voor het voorliggende uitvoeringsprogramma gelden de prioriteiten zoals die zijn vastgelegd in het beleidsplan. Daarnaast wordt rekening gehouden met de landelijke prioriteiten. Dit zijn overigens voor het grootste deel milieuaspecten, die tot het takenpakket van de OFGV behoren.

Landelijke Handhavingsstrategie (LHS)

In het beleidsplan VTH heeft Gooise Meren de landelijke handhavingsstrategie van toepassing verklaard. Deze strategie wordt gevolgd bij alle toezichts- en handhavingstaken met betrekking tot de omgevingstaken. De LHS is een sanctiestrategie waarin is bepaald hoe en wanneer wordt opgetreden bij overtredingen van wetgeving.

Vergunningen

De belangrijkste taken ten aanzien van vergunningen zijn de volgende:

  • -

    Het in behandeling nemen van vergunningaanvragen en deze verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken;

  • -

    Het in behandeling nemen en afhandelen van meldingen;

  • -

    Het verlenen van ontheffingen/afwijkingen ruimtelijke regels;

  • -

    Het behandelen en beantwoorden van informatieverzoeken.

Per onderwerp is waar mogelijk aangegeven welke aantallen verwacht worden voor de komende twee jaren. Er worden in die periode geen grote schommelingen in aantallen verwacht. Op grond van prioritering worden aanvragen uitvoerig of minder uitvoerig getoetst.

Toezicht en handhaving

Toezicht bestaat uit het controleren of aan de regelgeving wordt voldaan. Handhaving is het optreden in het geval van geconstateerde overtredingen. Waar mogelijk zijn in dit uitvoeringsprogramma aantallen controles weergegeven, zoals in het kader van de Drank- en Horecawet, bouwcontroles en brandveiligheidsinspecties door de brandweer. Het merendeel van deze taken wordt uitgevoerd naar aanleiding van verleende vergunningen en meldingen. Deze taken zijn dan ook vooraf te plannen. Een ander type controles vindt plaats op grond van activiteiten. Dit zijn periodieke controles, zoals die bijvoorbeeld plaatsvinden bij milieu en horeca instellingen.

Beschikbare middelen en formatie

Het uitgangspunt voor dit uitvoeringsprogramma is uiteraard dat het realistisch is. Daarvoor zijn middelen en is personele capaciteit nodig. Deze zijn voor de afdeling VTH opgenomen in de begroting 2017 en in de conceptbegroting 2018. De beschikbare middelen en capaciteit zijn bij iedere activiteit in een tabel opgenomen en waar mogelijk nader gespecificeerd.

1.3  Landelijke ontwikkelingen en wetgeving

Daarnaast zijn er andere, meer landelijke ontwikkelingen die gevolgd zullen worden omdat deze van invloed zijn op de werkzaamheden van de afdeling VTH. Het gaat om de hieronder kort besproken onderwerpen.

Omgevingswet

Hoewel het omgevingsrecht de afgelopen jaren een grote ontwikkeling heeft doorgemaakt is er nog geen einde gekomen aan het veranderen van ruimtelijke regelgeving. In 2014 is het wetsvoorstel Omgevingswet voorgelegd aan de Tweede Kamer en deze wet is inmiddels in 2016 ook goedgekeurd door de Eerste Kamer. De wet, die binnen enkele jaren van kracht moet worden, moet de wettelijke kaders voor burgers, bedrijven en overheden verduidelijken. Bundeling, vereenvoudiging en modernisering vormen de basisbegrippen die ten grondslag liggen aan deze nieuwe wet.

Onder de nieuwe wet worden 26 wetten verenigd in één wet. Ook de grote hoeveelheid AMvB’s en andere regelgeving die nog verbonden is met de verschillende wetten wordt fors minder. Er blijven hiervan uiteindelijk nog 4 AMvB’s over. De wetswijziging betekent een grote verandering voor de werkwijze binnen de gemeente. Dit beperkt zich niet alleen tot de afdeling VTH, maar raakt de hele ambtelijke organisatie. Er is dan ook een projectgroep binnen de gemeente actief met de voorbereidingen op de nieuwe wet en het volgen van de ontwikkelingen. De beleidsadviseur en een jurist van de afdeling VTH zijn vertegenwoordigd in deze projectgroep en hebben hiervoor tijd beschikbaar. De leidende rol hierbij ligt bij de afdeling Mens en Omgeving. In 2017 wordt de voorbereiding voortgezet en mogelijk geïntensiveerd. Naar verwachting treedt de wet niet voor 1 januari 2020 in werking.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)

Dit wetsvoorstel regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen.

Hiermee wordt de positie van de particuliere en de zakelijke bouwconsument versterkt. Door de toenemende complexiteit in de bouw is herziening van het huidige stelsel van kwaliteitsborging noodzakelijk. Hiermee wordt de relatie tussen de opdrachtgever, de bouwconsument, en de bouwende partijen evenwichtiger. Het wetsvoorstel ligt momenteel bij de Eerste Kamer ter besluitvorming voor.

De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel met een aantal amendementen. Deze moeten uitgewerkt worden in een AMvB maar vooralsnog is onduidelijk of deze uitwerking door het Ministerie wel tot tevredenheid is uitgevoerd. Hierover zal de politiek nog een standpunt moeten innemen. De wet zal in ieder geval gefaseerd worden ingevoerd: eerst bij minder ingrijpende bouwwerken. Nog onduidelijk is welke rol publiek toezicht nog zal hebben bij bouwaanvragen en – werkzaamheden. Het is in ieder geval duidelijk dat de wet niet gaat gelden voor bestaande bouw en monumenten. De toetsing aan het Bouwbesluit bij bijvoorbeeld dakkapellen en aanbouwen komt te vervallen. De ontwikkelingen hierover zullen gevolgd worden door de afdeling VTH. Zoals het er nu uitziet zal de wet niet voor 1 januari 2019 in werking treden. Eind 2017/begin 2018 zal een inventarisatie worden uitgevoerd om te bepalen welke gevolgen invoering van de wet zal hebben voor de werkzaamheden van de afdeling en voor de personele capaciteit. Ook zal dan onderzocht worden wat dit betekent voor de legesheffing.

Wet vergunningverlening, toezicht en handhaving (Wet VTH)

In deze wet, die in 2016 in werking is getreden, staat het voldoen aan kwaliteitsnormen voor de uitvoering van taken op het gebied van omgevingsrecht centraal. Voor taken die zijn ondergebracht bij een omgevingsdienst dienen de aangesloten partners gezamenlijk een verordening vast te stellen, waarbij dan kwaliteitscriteria KPMG 2.1 leidend zijn. Dit geldt in ieder geval voor de basistaken. In 2016 heeft de gemeenteraad de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Gooise Meren 2016 vastgesteld. Insteek daarbij is dat de kwaliteitscriteria 2.1 van toepassing worden verklaard voor alle door Gooise Meren bij de OFGV ondergebrachte (milieu)taken. Voor omgevingsdiensten bestaat namelijk de wettelijke verplichting om te voldoen aan de landelijk opgestelde kwaliteitscriteria. Voor wat betreft de zogenaamde thuistaken heeft de wetgever besloten dat gemeenten en provincies zelf kunnen aangeven hoe ze de kwaliteit van de uitvoering willen borgen. Dit is de zogenaamde zorgplicht.

Uit een onderzoek in 2016 is gebleken dat voor wat betreft de personele capaciteit Gooise Meren vrijwel geheel voldoet aan de landelijk geldende kwaliteitscriteria. Dit geldt niet voor het onderwerp monumenten. Hiervoor zal een passende oplossing gezocht moeten worden. Met de vaststelling van het Beleidsplan VTH Gooise Meren 2016 wordt ook voldaan aan de procescriteria. In 2017 zal dan ook bekeken worden hoe Gooise Meren aan het bovenstaande invulling gaat geven: door het vaststellen van een nieuwe verordening, waarbij de kwaliteitscriteria ook van kracht zullen worden verklaard voor de thuistaken of op een andere manier.

Drank- en Horecawet

Op grond van de Drank- en Horecawet zijn gemeenten verplicht om ten aanzien van paracommerciële instellingen een verordening vast te stellen die in ieder geval ziet op de schenktijden van alcohol. Regionaal is hiervoor een conceptverordening vastgesteld, om rechtsgelijkheid te voorkomen en de handhaafbaarheid zo optimaal mogelijk te maken. In de praktijk echter hebben de drie voormalige kernen sterk uiteenlopende verordeningen vastgesteld, in ieder geval wat betreft de schenktijden. Deze verordening moet geharmoniseerd worden. In 2017 wordt een uniforme verordening door de gemeenteraad vastgesteld.

Ook is in de wet geregeld dat er een meerjarig preventie- en handhavingsplan opgesteld wordt. Dit is regionaal opgepakt en de raden van de drie voormalige gemeenten hebben ook een dergelijk plan vastgesteld. Dit plan wordt nu geëvalueerd. In 2017 zal een nieuw meerjarig preventie- en handhavingsplan vastgesteld worden waarvoor in 2016 de voorbereidingen gestart zijn.

2 Wabo omgevingsvergunningen

De taken op het gebied van vergunningverlening en toezicht worden in Gooise Meren uitgevoerd door twee teams. Het team vergunningen is verantwoordelijke voor de vergunningverlening en het in behandeling nemen van meldingen in het kader van de Wabo. Het team bouwtoezicht voert controles uit in het kader van een juiste uitvoering voor wat betreft wet- en regelgeving, zowel voor nieuw-, ver- en aanbouw als voor bestaande bouw. Hieronder worden beide afzonderlijk weergegeven.

2.1 Vergunningen

Voor de uitvoering van de taken van Wabo-vergunningverlening beschikt de afdeling VTH over de volgende capaciteit en middelen.

Middelen

Budget Commissie CRK& E begrotingGooise Meren 2017 en 2018

€ 73.500

Kosten uitvoeren constructieberekeningen (extern)

€ 35.000

Kosten toetsing Bouwbesluit (extern)

€ 50.000

Contributie Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland

€ 1.715

5 medewerkers (4,o fte)

5.400 uur

Budget inhuur (2017)

€ 275.000

Secretaris welstandscommissie (0,6 fte)

810 uur

Administratieve ondersteuning (1,6 fte)

2.160 uur

De afdeling beschikt niet over alle expertise als het gaat om Wabo-vergunningen. In het geval van activiteiten zoals in- en uitritvergunningen en kapvergunningen fungeert de vergunningverlener als casemanager. In die rol is deze medewerker voor de inhoudelijke expertise aangewezen op de collega’s verkeer en groen van de afdeling BORG. Deze zorgen voor advies waarna de casemanager de vergunningprocedure afrondt. Ook als het gaat om afwijken van ruimtelijke regels en/of grotere bouwprojecten, bij monumenten en aanvragen waarbij natuurwetgeving betrokken is zit de expertise bij een andere afdeling, in dit geval bij de afdeling Mens en Omgeving, of wordt expertise ingehuurd bij een extern bureau. Hier wordt dezelfde werkwijze toegepast.

Commissie Ruimtelijke Kwaliteit & Erfgoed (CRK&E)

Gooise Meren heeft een Welstandsnota, waarin is bepaald in welke gevallen bouwplannen voorgelegd moeten worden om te beoordelen of een plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. De gemeente kent een rijke historie en heeft een groot aantal monumentale panden. Als er veranderingen aan of in deze panden plaats gaan vinden wordt dit ook ter advisering voorgelegd en nauwkeurig beoordeeld in de CRK&E. Gebleken is het afgelopen jaar dat er veel plannen voorgelegd moeten worden, namelijk zo’n 600, zowel grote als kleine plannen. Dit doet een flink beslag op de tijd van de hiervoor beschikbare medewerkers en op de leden van de commissie.

De werkzaamheden op het gebied van omgevingsvergunningen, en dan met name voor wat betreft de activiteit bouwen, worden sterk beïnvloed door wat er bij de gemeente daadwerkelijk aan aanvragen ingediend wordt. Het werk is dus sterk aanbod gericht. Op grond van de ervaringscijfers in 2015 en 2016 worden voor de periode waarop dit uitvoeringsprogramma heeft (2017 en 2018) de volgende aantallen omgevingsvergunningen verwacht.

Product

Aantal

Omgevingsvergunning totaal

750

Omgevingsvergunning bouwen

550

Omgevingsvergunning afwijken ruimtelijke regels

150

Omgevingsvergunning vellen houtopstand

150

Omgevingsvergunning slopen bouwwerk

30

Melding slopen met asbest

200

Omgevingsvergunning aanlegvergunning

40

Omgevingsvergunning in-/uitrit

25

Omgevingsvergunning brandveilig gebruik

20

Melding brandveilig gebruik

20

Aanvragen vooroverleg

115

Behandeling plannen in CRK&E

600

Ten tijde van de economische crisis liep het aantal bouwaanvragen enorm terug. Nu het economisch weer beter gaat zien we het aantal aanvragen toenemen. Het blijven echter onzekere tijden en het kan zo maar weer omslaan. Dit zijn factoren waar een gemeente uiteraard weinig invloed op heeft. Een andere factor is het feit dat de wetgever steeds meer bouwactiviteiten vergunning vrij maakt. Naast het in behandeling nemen van aanvragen zien we een forse toename van vragen over zeer uiteenlopende zaken die met vergunningsvrije- en plichtige bouw- en gebruiksmogelijkheden te maken hebben. Deze vragen leggen steeds meer beslag op de beschikbare tijd van de vergunningverleners. Het is daarbij zaak te bewaken dat het team vergunningen niet gaat fungeren als een adviesbureau.

Doelen

Een algemeen doel dat in het VTH-beleid is opgenomen ten aanzien van vergunningverlening is dat in het geval van bezwaar en/of beroep tenminste 95% van de beschikkingen in stand blijft. Verder worden alle aanvragen, meldingen en ontheffingen binnen de wettelijke termijnen afgehandeld.

In het VTH-beleid is ten aanzien van Wabo-vergunningverlening aan een aantal zaken een hoge prioriteit toegekend. Dit betreft aanvragen om vergunning voor woongebouwen, appartementen en kamerverhuur, verblijfsgebouwen zoals hotel, kantoren, horeca, etc. en voor maatschappelijke gebouwen (scholen, zorg, etc.). Dergelijke aanvragen zullen volledig getoetst worden, met name als het gaat om veiligheid. Andere zaken zoals bijvoorbeeld aanvragen om een dakkapel of een schutting, krijgen een lage prioriteit. Dit betekent dat deze veel minder diepgaand getoetst zullen worden. In 2017 zal een toetsingskader worden opgesteld waarin de gestelde prioritering tot uiting komt. Dit zal in de eerste helft van 2018 worden vastgesteld. Daarnaast zullen in 2018 protocollen en werkprocessen worden vastgesteld, waarmee deze uniform en transparant zullen zijn.

2.2  Toezicht

Voor de uitvoering van het toezicht op Wabo-vergunningen beschikt de afdeling VTH over de volgende capaciteit:

Middelen

5 medewerkers (3,45 fte)

5.548 uur

2 medewerkers afdeling BORG (kapvergunningen, 1,6 fte)

2.160 uur

Naast controle op nieuw- en verbouw dient er echter ook op andere gebieden toezicht uitgevoerd te worden. Dit is in de eerste plaats het gebruik in relatie tot het bestemmingsplan: is het geconstateerde gebruik in overeenstemming met de gebruiksbepalingen in het bestemmingsplan. Hetzelfde geldt voor bouwen: is de nieuw- en verbouw toegestaan in het bestemmingsplan, is er eventueel vergunning voor verleend en als dit laatste niet het geval is, is het dan vergunningsvrij. Als er vergunning verleend is, dan dient gebouwd te worden conform het bestemmingsplan, welstand en het Bouwbesluit. Tenslotte dient er toezicht uitgevoerd te worden ten aanzien van bestaande bouw, zoals verzorgingshuizen en zwembaden en houden toezichthouders zich bezig met klachtenafhandeling.

Net als bij vergunningverlening geldt bij het toezicht dat, zeker als het om de controles van verleende vergunningen gaat, de werkzaamheden sterk aanbod gerelateerd zijn. Op grond van de ervaringscijfers van 2015 en 2016 worden in onderstaande tabel de verwachte werkzaamheden op het gebied van toezicht weergegeven.

Product

Aantal

Bouwcontroles

1.350

Gereed meldingen

400

Controles bestaande bouw

30

Opleggen bouwstop

10

Klachten en meldingen

50

Slopen met asbest (asbestinventarisatierapporten)

190

De toezichthouders hebben naast het controleren van verleende vergunningen uiteraard ook een belangrijke taak bij het opsporen van illegale bouwwerken en activiteiten. Een deel van hun werk bestaat dan ook uit zogenaamde vrije veld controles. Vaak wordt daarbij geacteerd naar aanleiding van klachten en meldingen. Gemeente Gooise Meren is voor deze werkzaamheden verdeeld in wijken en tijdens hun rondes hebben de toezichthouders oog voor de omgeving. Gebleken is dat het toezicht ten aanzien van het kappen van houtopstanden (veelal bomen) verbeterd kan worden. In 2017 zal hierover in overleg getreden worden met de afdeling BORG om hier goede werkafspraken over te maken en uiteindelijk deze in werkprocessen vast te leggen.

Doelen

In het vastgestelde VTH-beleid is als doel opgenomen dat 95% van alle klachten en meldingen met betrekking tot de openbare ruimte binnen 5 werkdagen in behandeling wordt genomen. Voor zover dit betrekking heeft op het werkterrein van de Wabo geldt dit doel ook voor de toezichthouders bouwen. Als het gaat om een goede registratie geldt dat deze op dit punt verbeterd moet worden. Momenteel zitten klachten en meldingen verscholen in diverse zaaktypen in Mozard. Een uniforme wijze van het registreren ontbreekt waardoor een volledig overzicht niet mogelijk is.

Een aantal zaken hebben in het VTH-beleid voor wat betreft bouwtoezicht een hoge prioriteit gekregen. Dit geldt voor strijdig gebruik met het bestemmingsplan (wonen, bedrijfsmatige activiteiten), het splitsen van woningen zonder vergunning, het gebruiken van woningen zonder te voldoen aan de constructieve eisen uit het Bouwbesluit en kamerbewoning.

In 2017 zal samen met de toezichthouders naar aanleiding hiervan een toezicht protocol worden opgesteld, waarbij dan zaken met een hogere prioriteit anders gecontroleerd zullen worden dan zaken met een lagere prioriteit. Eén en ander moet dan ook vervolgens in overeenstemming zijn met de t oets wijze zoals die door de vergunningverleners zal worden toegepast, zoals hierboven beschreven in de paragraaf vergunningverlening.

Daarnaast zal er in 2017 een lijst worden opgesteld van bestaande bouwwerken die gecontroleerd zullen worden. Dat zal in veel gevallen samen met de brandweer gebeuren, omdat het in dat soort gebouwen ook gaat om de brandveiligheid. Hiermee wordt tegelijkertijd invulling gegeven aan twee van de punten die staan op de lijst van landelijke handhavingsprioriteiten: constructieve veiligheid en brandveiligheid.

Speciale projecten/aandachtspunten bouw- en woningtoezicht

Vanwege wet- en regelgeving zijn er een aantal zaken die de komende jaren speciale aandacht verdienen binnen het werkveld bouwtoezicht. Deze worden hieronder kort beschreven.

Asbestdaken

Vanaf 2024 zal er een verbod gaan gelden op het hebben van asbesthoudende daken in Nederland. Dit is althans in het ontwerpbesluit wijzigen Asbestverwijderingsbesluit 2005 als zodanig opgenomen en zal naar verwachting ook daadwerkelijk in regelgeving omgezet worden. Het gebruik van asbest is reeds sinds 1994 verboden in Nederland. In het verleden is dit als bouwmateriaal veelvuldig gebruikt, ook als dakbedekkingsmateriaal. Het bekendste voorbeeld zijn wel de asbest golfdaken bij agrarische bedrijven. Dit materiaal is jarenlang blootgesteld aan de weersomstandigheden en gaat verweren waardoor asbestvezels losraken en in het milieu terecht komen en op die manier een gevaar gaan zorgen voor de volksgezondheid. Om die reden heeft de wetgever besloten dat eigenaren van gebouwen met asbesthoudende daken deze uiterlijk in 2024 verwijderd moeten hebben. Het is dus in eerste instantie een aangelegenheid van deze eigenaren. Daarna zal de gemeente echter een toezicht- en handhavende taak hebben in die gevallen waar deze daken in 2024 niet verwijderd zijn. Probleem hierbij is echter dat er geen overzicht is waar zich dergelijke daken binnen de gemeentegrenzen bevinden. Het is dus zaak om dit in beeld te krijgen. Reeds in 2016 is in het kader van de handhavingsestafette, samen met de OFGV, in een straat in het buitengebied van Naarden in kaart gebracht waar zich asbesthoudende daken bevinden. In 2017 zal overleg starten, samen met de OFGV en de daarbij aangesloten partners, hoe regio breed de asbestdaken in beeld gebracht kunnen worden zodat eigenaren van dergelijke panden direct benaderd kunnen worden. Daarnaast zal vanaf 2017 ook door middel van communicatiekanalen zoals het huis-aan huisblad en de website dit onderwerp onder de aandacht gebracht worden. Het rijk heeft diverse subsidiemogelijkheden om eigenaren van asbestdaken financieel tegemoet te komen.

Galerijflats

In 2011 is in Leeuwarden een deel van een galerij ingestort. Uit onderzoek dat vervolgens door het ministerie is uitgevoerd is gebleken dat galerijvloeren die zijn vast gestort aan de binnenvloer van woningen van galerijflats, gebouwd in de periode vόόr 1975 mogelijk niet voldoen aan de minimale veiligheidseisen. Het gaat daarbij om instortingsgevaar als gevolg van problemen in de wapening. Naar aanleiding hiervan heeft de wetgever het Bouwbesluit 2012 zodanig aangepast dat eigenaren van dergelijke galerijflats een onderzoeksplicht opgelegd krijgen naar de staat van de galerijen. Deze onderzoeksrapporten moeten vόόr 1 juli 2017 ter goedkeuring aan de gemeente toegestuurd worden.

In 2016 heeft de gemeente de relevante flats voor Gooise Meren in kaart gebracht. De eigenaren zijn in alle gevallen een vereniging van eigenaren (vve’s). In januari 2017 zijn alle vve’s door middel van een brief van het bovenstaande op de hoogte gesteld en op hun verantwoordelijkheid als eigenaar gewezen. Ook zijn de vve’s erop attent gemaakt dat er een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd moet worden en dat de rapportage hiervan tijdig ter beoordeling aan de gemeente voorgelegd moet worden. Ook zal dit onderwerp door middel van communicatie (huis- aan huisblad) onder de aandacht van bewoners van dergelijke flats gebracht worden. Na 1 juli 2017 zal, indien de gevraagde rapportage ontbreekt, hierop actief gehandhaafd gaan worden.

Roestvrijstaal zwembaden

In 2011 heeft in een zwembad in Tilburg een dodelijk ongeval plaatsgevonden doordat een geluidsbox naar beneden is gevallen. Dit ongeluk kon gebeuren omdat bepaalde typen roestvrijstaal niet bestand zijn tegen chloorlucht. Bij een breuk kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Uit eerder onderzoek is gebleken dat in 67% van de overdekte zwembaden nog gevaarlijk roestvrijstaal is toegepast. Om die reden is een onderzoeksplicht in het Bouwbesluit 2012 opgenomen. Eigenaren van overdekte zwembaden moeten vanaf 1 juli 2016 verplicht aantonen dat er geen gevaarlijk roestvrijstaal meer aanwezig is. Met deze onderzoeksplicht wil het ministerie ervoor zorgen dat zwembaden alles doen om de veiligheid van hun bezoekers te garanderen. Het onderzoek moet voor 1 januari 2017 uitgevoerd worden. Als er sprake is van gevaarlijk roestvrijstaal dan zal de eigenaar dit moeten verwijderen of vervangen om te voldoen aan de constructieve veiligheidseisen. Gemeenten kunnen het onderzoeksrapport opvragen en handhaven als niet wordt voldaan aan deze onderzoeksplicht.

In Gooise Meren gaat het om twee zwembaden: de Lunet in Naarden en de Zandzee in Bussum. Beide zwembaden zijn in het bezit van de gemeente maar het feitelijke onderhoud vindt plaats door Sportfondsen Nederland. In 2016 heeft de afdeling VTH, samen met de contactpersoon van de afdeling gebouwenbeheer, bij deze erop aangedrongen een dergelijk onderzoek uit te laten voeren. Dit onderzoek is ook op tijd uitgevoerd en begin 2017 aan de gemeente voorgelegd. In 2017 zal dit verder, samen met de gebouwenbeheerder, opgepakt en uitgewerkt worden.

3 Milieu

Gooise Meren heeft al haar uitvoerende milieutaken ondergebracht bij de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV). Voor een aantal taken, de zogenaamde basistaken, is dit wettelijk verplicht. De asbesttaken worden voor een deel uitgevoerd door de OFGV. Met de OFGV vindt overleg plaats om in 2017 alle verplichte asbesttaken bij de OFGV onder te brengen. Voor de overige, de plustaken, geldt die verplichting niet. Net als een groot aantal andere gemeenten heeft Gooise Meren ook deze taken ondergebracht bij de OFGV. Hierdoor wordt de gemeente hiervoor ontzorgd en neemt bovendien de kwaliteit van de uitvoering van deze taken toe. In 2016 heeft de gemeente een Verordening kwaliteitscriteria VTH vastgesteld, waarin is bepaald dat de OFGV voor de taken die de gemeente er heeft ondergebracht moet voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.1. Jaarlijks dient de OFGV in haar rapportage aan te geven of zij aan deze criteria voldoet.

Bijdrage Gooise Meren aan OFGV 2017

€ 757.064

Bijdrage Gooise Meren aan OFGV 2018

€ 757.064

Bovengenoemde financiële bijdrage aan de OFGV is gebaseerd op de systematiek van de zogenaamde lumpsum: de OFGV voert de taken conform het vastgestelde uitvoeringsprogramma vast, zonder dat dit gekoppeld als aan prijzen voor producten en aantallen. Vanaf de start van de OFGV in 2013 is het de bedoeling geweest om deze financieringswijze te veranderen en over te gaan op outputfinanciering door middel van een zogenaamde kostprijssystematiek (KPS). De voorbereiding hiervan heeft de nodige tijd gevraagd, ook om hiermee proef te draaien, ervaring op te doen en ervoor te zorgen dat er ook met correcte gegevens gewerkt zal gaan worden. In 2017 zal het Algemeen Bestuur van de OFGV, waarin alle 15 partners van de OFGV een wethouder milieu of een gedeputeerde als afgevaardigde hebben, een besluit nemen over het wel of niet invoeren van de KPS. Dit zal ook invloed hebben op de jaarlijkse financiële bijdrage van Gooise Meren. Deze zal naar verwachting iets lager worden.

Samen met alle partners werkt de OFGV momenteel aan het opstellen van een gemeenschappelijk beleidskader. Dit kader, dat vervolgens vastgesteld moet worden door staten en colleges, moet ertoe leiden dat ook op milieugebied aan de wettelijke verplichting (beleid op het gebied van milieuvergunningen, toezicht en handhaving) voldaan wordt. Dit kader omvat ook een omgevings- en probleemanalyse en een prioriteitenstelling, evenals beleid op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving. De verwachting is dat dit beleid eind 2017 vastgesteld kan worden.

Jaarlijks stelt de OFGV samen met de gemeente een uitvoeringsprogramma op. Het uitvoeringsprogramma OFGV 2017 Gooise Meren vormt een bijlage bij dit uitvoeringsprogramma en wordt daarmee samen vastgesteld. Jaarlijks wordt verslag gedaan in een jaarverslag dat wordt vastgesteld door het college en ter kennisname wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Tenslotte organiseert de OFGV jaarlijks de handhavingsestafette. Doel hiervan is om verschillende partijen met elkaar kennis te laten maken bij diverse onderwerpen en projecten die in een week uitgevoerd worden. Uiteindelijk moet dit leiden tot meer integrale samenwerking met zowel interne als externe partners. Gooise Meren zal, net als in het verleden, ook hier participeren in enkele projecten.

4 Brandveiligheid

De taken op het gebied van brandveiligheid worden voor Gooise Meren uitgevoerd door de Regionale Brandweerorganisatie Gooi en Vechtstreek (BGV). De financiële middelen hiervoor zijn vastgelegd in de begroting van de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek.

Middelen

Financiën

Bijdrage Gooise Meren veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek 2017, begroting risicobeheersing

€ 579.854

Bijdrage Gooise Meren veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek 2018, begroting risiciobeheersing

€ 611.731 *

In hoofdzaak gaat het, als het de VTH-taken betreft, om advisering op het gebied van brandveiligheid en het uitvoeren van toezicht op de brandveiligheid. Het in gebruik hebben van een gebouw in strijd met brandveiligheidseisen heeft een grote prioriteit gekregen in het beleidsplan. In de begroting van de veiligheidsregio worden de uit te voeren taken in onderstaande tabel niet nader gespeci ficeerd. De bovengenoemde bijdrage is lumpsum. Onderstaande taakuitvoering vindt financiële dekking in de gehele bijdrage.

Taken

Aantallen

Advisering omgevingsvergunning bouwen

80

Advisering omgevingsvergunning brandveilig gebruik

20

Advisering gebruiksmelding

20

Advisering brandveiligheid inrichtingen (APV/BBV)

100

Advisering omgevingsvergunning of melding milieu

3

Toezicht omgevingsvergunning bouwen

40

Toezicht brandveilig gebruik (gebruiksvergunning, -melding)

177

Toezicht APV/BBV

5

Toezicht omgevingsvergunning of melding milieu

10

De Brandweer Gooi en Vechtstreek levert een aantal diensten aan de gemeenten, die in hoofdzaak bestaan uit advisering over brandveiligheid en het uitvoeren van toezicht op brandveiligheid. Een deel van deze activiteiten is goed vooraf te voorspellen (periodiek toezicht op brandveilig gebruik van bestaande bouwwerken). Andere zaken zijn lastiger te begroten, omdat de adviestaken van de regionale brandweer met name afhankelijk zijn van het aanbod aan vergunningsaanvragen en meldingen dat bij de gemeente binnenkomt. Hiervoor zijn in bovenstaande tabel de realisatiecijfers van afgelopen jaar (2016) als basis gebruikt. Enkele aantallen zijn verhoogd omdat er een duidelijke trend is waar te nemen waarbij het aantal aanvragen om omgevingsvergunning stijgt. Dit kan mee veroorzaakt worden door de toenemende economische groei.

Het reguliere toezicht op brandveilig gebruik in bestaande bouwwerken wordt door de brandweer gepland o.b.v. de Handleiding Prevap; een branche richtlijn van Brandweer Nederland. In de handleiding wordt onderscheid gemaakt in 4 verschillende prioriteitsklassen, afhankelijk van het type gebruiksfunctie en het aantal aanwezige personen in een gebouw. Gebouwen als verzorgingstehuizen en zeer grote horecagelegenheden hebben de hoogste prioriteit (prio 1) en bv. kantoren en middelgrote winkels de laagste (prio 4). Voor elke situatie geeft de handleiding Prevap een voorgestelde controlefrequentie en kengetallen voor de benodigde tijd om deze uit te voeren.

In het kader van risicogericht werken en om de toezichtcapaciteit zo doelmatig mogelijk in te zetten, heeft de BGV met de gemeente afgesproken dat alle objecten met prioriteit 1 en 2 conform de voorgeschreven controlefrequentie (Prevap) worden bezocht. Voor objecten met een lager risico (prio 3 en 4) wordt een controlefrequentie van 10% van de Prevap richtlijn gehanteerd.

De gemeente Gooise Meren heeft in totaal 522 gebouwen, waar periodiek toezicht op brandveilig gebruik nodig is. Met de bovengenoemde uitgangspunten moeten per jaar gemiddeld 155 gebouwen bezocht worden, waar in totaal 177 brandveiligheidscontroles uitgevoerd moeten worden (sommige objecten moeten 2x per jaar gecontroleerd worden). Onder de 177 controles vallen in ieder geval alle 114 objecten in de gemeente met een prioriteit 1 of 2. In het beleidsplan VTH is aangegeven dat ook toegezien zal worden op het voldoen aan de wettelijke eisen bij bestaande gebouwen. Dat geldt vooral voor gebouwen waar zich minder zelfredzame personen bevinden zoals verzorgingshuizen. Deze controles zullen waar mogelijk samen met de brandweer uitgevoerd worden. Met bovenstaande wordt zowel invulling gegeven aan de hoge prioriteit die dit onderwerp bij Gooise Meren heeft als de landelijke prioriteit.

Overige producten

De bovenstaande gegevens hebben alleen betrekking op de (wettelijke) advies- en toezichtstaken brandveiligheid, die de BGV voor de gemeente uitvoert. Daarnaast worden door de brandweer ook (in toenemende mate) producten op het gebied van Brandveilig Leven geleverd. Deze activiteiten hebben vooral tot doel een de bewustwording over brandveiligheid te vergroten en de zelfredzaamheid van burgers te stimuleren. In de loop van dit jaar zal de BGV met de gemeente in overleg treden om te gaan starten met Jaarplannen, waarin concrete prestatieafspraken voor de taken van de brandweer worden vastgelegd. Deze gelden zowel voor de reguliere diensten op het gebied van Risicobeheersing, als voor de producten Brandveilig Leven.

Kwaliteitscriteria VTH

Brandweer Gooi en Vechtstreek heeft deskundige en ervaren medewerkers, waarmee voor de meeste taken voldoen wordt aan de kwaliteitscriteria. Daar waar niet voldaan kan worden heeft dit vooral te maken met het werkaanbod. Om de kwaliteit van het werk voldoende te kunnen waarborgen en de kwetsbaarheid te beperken werkt de BGV met name voor specialistische taken samen met andere veiligheidsregio’s (incidenteel met Flevoland voor complexe bouwplannen; met Amsterdam- Amstelland structureel voor BRZO taken). Door deze samenwerking kan kennis, ervaring en capaciteit uitgewisseld worden. Door in het werkproces een scheiding te maken tussen advisering en toezicht en tussen bouwen en gebruik wordt invulling gegeven aan de functiescheidingsprincipes. De BGV is momenteel bezig om te onderzoeken op welke wijze objectief inzichtelijk gemaakt kan worden, in hoeverre medewerkers voldoen aan de gestelde criteria/vakmanschap.

Werkwijze m.b.t. hercontroles

De huidige werkwijze van de brandweer is niet in overeenstemming met het vastgestelde toezicht- en handhavingsbeleid van Gooise Meren. Dit vanwege het feit dat na het constateren van ‘lichtere’ overtredingen tijdens brandveiligheidstoezicht geen hercontroles uitgevoerd worden. Dit is echter al jaren de gangbare praktijk bij de BGV en ook zodanig vastgelegd in de DVO met de gemeente. Het past wat de BGV betreft in een risicogerichte werkwijze (ingrijpen waar het er toe doet) en draagt bij aan een efficiënte inzet van beschikbare capaciteit. Ook binnen de brandveiligheidsregelgeving kan immers een differentiatie worden gemaakt in essentiële brandveiligheidsvoorzieningen en minder belangrijke voorschriften, die niet direct tot een gevaarlijke situatie leiden. In het gemeentelijk handhavingsbeleid komt dit vaak niet naar voren, omdat brandveiligheid als een hoge prioriteit is aangeduid. In 2017 zal dit onderwerp besproken met de brandweer, ook al omdat het vaststellen van een nieuwe dienstverleningsovereenkomst binnenkort aan de orde is en dit onderwerp daarin meegenomen zal worden.

Doelen

Een belangrijk doel van brandveiligheidscontroles is natuurlijk het voorkomen van incidenten met brand doordat voldaan wordt aan de voorschriften die in dat kader gesteld worden in wet - en regelgeving. Zeker bij gebouwen met een verhoogd risico zoals verzorgingshuizen en scholen, waar kwetsbare personen aanwezig zijn, is dit het geval. In het beleidsplan VTH heeft het in gebruik hebben van een gebouw in strijd met de brandveiligheidseisen een hoge prioriteit gekregen. Dit komt tot uiting in het toezichtprogramma van de brandweer.

5 Bijzondere wetgeving

Onder bijzondere wetgeving valt diverse regelgeving zoals de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Drank- en Horecawet (DHW). Maar ook de marktverordening en de Wet op de kansspelen vallen hieronder. Uitvoering op het gebied van vergunningverlening en meldingen gebeurt door het team bijzondere wetgeving. Het toezicht wordt uitgevoerd door de Boa’s. Dat geldt niet voor het toezicht op grond van de DHW bij inrichtingen waar tegen betaling alcohol geschonken of verkocht wordt zoals cafés, sportverenigingen, snackbars en supermarkten. Deze taak wordt regionaal uitgevoerd door Boa’s van de gemeente Hilversum op basis van een samenwerkingsovereenkomst.

Middelen

4 medewerkers (3,55 fte)

4.792 uur

Bijdrage controles DHW Hilversum (zowel voor 2017 en 2018)

€ 59.100

5.1 Vergunningverlening

Op de afdeling zijn 4 medewerkers bijzondere wetten belast met vergunningverlening op het gebied van de APV, de Drank- en Horecawet en andere bijzondere wetgeving. Daarnaast vindt, zeker in 2017, nog inhuur plaats vanwege de grote hoeveelheid werkzaamheden. Met name het aantal evenementen is de laatste jaren sterk toegenomen. Aangezien de medewerkers een belangrijk deel van hun tijd besteden aan vergunningen en meldingen op het gebied van de APV is niet exact weer te geven hoeveel tijd op gaat aan DHW-vergunningverlening en andere wet- en regelgeving. Het is de bedoeling dat hierover meer inzicht ontstaat in 2017 en 2018, zodat hier vanaf 2019 gerichter op ingezet kan worden. Ook wordt er van uitgegaan dat een aantal zaken dan afgerond is die nu nog moeten uitgewerkt, zoals het vaststellen van een toetsingskader voor bepaalde typen evenementen en het afgeven van meerjarige vergunningen waardoor de behandeling van aanvragen dan sneller en meer gestructureerd kan plaatsvinden. Op basis van de cijfers uit 2015 en 2016 worden voor 2017 en 2018 de volgende getallen verwacht wat betreft vergunningverlening op grond van bijzondere wetgeving.

Product

Verwacht aantal

DHW-vergunning

15

Wijzigen aanhangsel DHW-vergunning

20

Ontheffing schenken alcohol (tijdelijke vergunning)

35

Exploitatievergunning

15

Terrasvergunning

10

Melding ontheffing schenktijden paracommercie

20

Aanwezigheidsvergunning (kansspelautomaten)

10

Evenementenvergunning (art. 2:26 APV)

150

Vergunning plaatsen voorwerpen op de openbare weg

200

Ontheffing inrijverbod Naarden-vesting

100

Melding incidentele festiviteiten

20

Vuurwerkvergunning

6

Standplaatsvergunning (weekmarkt en elders)

30

Overige (collecte, loterij, etc.)

50

Een belangrijk doel in het beleidsplan VTH Gooise Meren 2017 – 2020 is dat aanvragen om vergunningen, meldingen en ontheffingen binnen de wettelijke termijnen worden afg ehandeld en bij voorkeur nog sneller. Ook moet de registratie hiervan verbeterd worden en houden in het geval van bezwaar en/of beroep tegen verleende vergunningen deze in tenminste 95% van de gevallen stand.

In 2017 en 2018 zal het beleidskader rond de toetsing van aanvragen om evenementen ontwikkeld en uiteindelijk vastgesteld worden. Het uitgangspunt daarbij is een onderscheid in evenementen in zogenaamde A-, B- of C-categorieën. De laatste is de zwaarste categorie, met de grootste impact op de omgeving en de meeste risico’s. Deze zullen uitgebreider getoetst worden en er zullen hier meer eisen aan de aanvraag gesteld worden, dan de overige categorieën. Dit toetsingskader zal in de voorliggende periode uitgewerkt worden. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de hoge prioriteit die dit onderwerp heeft gekregen in het beleidsplan. Dit geldt overigens ook voor de overige vergunningen en meldingen. Ook hier zal in overeenstemming met de prioritering toetsingskaders worden vastgesteld. In het geval van grotere evenementen geldt dat adviezen worden ingewonnen bij politie, brandweer en de GHOR. Deze adviezen dienen om in de vergunningen openbare orde en veiligheid maximaal te borgen.

Voor wat betreft de Drank- en Horecawet geldt dat er sprake is van hoge prioriteit ten aanzien van aanvragen om DHW-vergunningen en bij wijzigingen hiervan. Dat geldt ook voor exploitatievergunningen. Hier moet het landelijke toetsingskader gevolgd worden. Het beleid ten aanzien van terrassen moet nog geharmoniseerd worden, aangezien er nu nog een verschillend beleid is in de kernen. In Naarden en Muiden geldt dat terrassen vallen onder de exploitatievergunning. Bussum kent een afzonderlijk terrassenbeleid hiervoor. In 2017 zal het beleid geharmoniseerd worden.

Het beleid van Gooise Meren is dat er een up-to-date inrichtingenbestand is van de locaties binnen de gemeente waar tegen betaling alcohol verstrekt wordt. Dat geldt voor het horecabestand, maar in het kader van toezicht en handhaving moet dit uiteraard ook gelden voor niet-vergunningplichtige inrichtingen zoals supermarkten en snackbars. Er is momenteel geen systeem waarin deze zaken goed en overzichtelijk geregistreerd worden en waarmee managementinformatie gegenereerd kan worden en bijvoorbeeld controles gepland kunnen worden. In 2017 zal hierin voorzien gaan worden. Er wordt naar gestreefd om ook APV-vergunningen beter en meer gestructureerd te registreren.

Tenslotte zal in 2017 de verordening op grond van de DHW ten aanzien van paracommerciële inrichtingen geharmoniseerd worden. Hiervoor gold dat op grond van de bestaande verordeningen de schenktijden bij veldsportverenigingen sterk uiteen liepen, waardoor er sprake was van ernstige rechtsongelijkheid binnen de gemeentegrenzen. Door het vaststellen van een nieuwe Verordening Drank- en Horecawet Gooise Meren 2017 wordt dit ongedaan gemaakt. Daarnaast zullen er nog enkele andere bepalingen in de verordening worden opgenomen zoals het verbod op happy hours en te grote tijdelijke kortingen op alcoholische dranken.

Doelen

In het VTH-beleidsplan worden als belangrijke doelen voor vergunningverlening genoemd het binnen wettelijke termijnen afhandelen van aanvragen en meldingen. Dit geldt ook voor DHW-vergunningen en APV-vergunningen. De registratie van vergunningen, meldingen en ontheffingen wordt verbeterd. Tenslotte geldt dat in het geval van bezwaar en beroep tenminste 95% van de vergunningen stand houdt bij een dergelijke procedure.

De registratie van APV- en DHW-vergunningen is op dit moment niet op orde. In de tweede helft van 2017 zal een start gemaakt worden met het verbeteren hiervan. Dit moet ertoe leiden dat er in 2018 het bestand van alcoholverstrekpunten volledig up-to-date is. Onderzocht zal tevens worden hoe de APV- vergunningen en meldingen hierin mee genomen kan worden.

De in het beleidsplan opgenomen prioriteiten zijn aanvragen om evenementenvergunningen type B en C en aanvragen om sexinrichtingen (APV) en aanvragen om een DHW-vergunning, wijziging hiervan en een exploitatievergunning. In 2017 zal gestart worden met het opstellen van een toetsingskader hiervan en het beschrijven van het werkproces hiervan. Dit moet uiteindelijk in 2018 vastgesteld worden.

5.2 Toezicht

Het toezicht op bovenstaande wordt grotendeels uitgevoerd door de Boa’s van Gooise Meren. Meldingen en vergunningen op grond van de APV worden aan hen doorgegeven waarna zij dit inplannen in hun werkzaamheden. De Boa’s geven na afloop een terugkoppeling van hun bevindingen aan de vergunningverleners. Het toezicht op grote evenementen heeft prioriteit: deze zullen altijd bezocht worden door de Boa’s. Het toezicht op de weekmarkten ligt bij de marktmeester. Dat onderwerp wordt hieronder afzonderlijk besproken.

Uitzondering op het bovenstaande vormt ook het toezicht in het kader van de DHW. Dit toezicht is per 1 januari 2013 een gemeentelijke taak, waarvoor de burgemeester het bevoegd gezag is. Voor wat betreft de verstrekking van alcohol is het toezicht door middel van een samenwerkingsovereenkomst regionaal ondergebracht bij de gemeente Hilversum. Hiervoor zijn financiële middelen in de begroting van Gooise Meren opgenomen. In totaal worden er jaarlijks zo’n 115 inrichtingen gecontroleerd. Voorafgaand aan het kalenderjaar wordt in overleg een lijst met te controleren inrichtingen opgesteld. Ook grote evenementen waar alcohol geschonken wordt en naar verwachting (veel) jeugd aanwezig is wordt door de Boa’s van Hilversum gecontroleerd. Ook is Hilversum verantwoordelijk voor de uitvoering van het jaarlijkse mysteryshop-onderzoek dat ook in 2017 en 2018 uitgevoerd zal worden. Dit vormt een belangrijk instrument om het nalevingsgedrag te monitoren. Deze actie is nadrukkelijk geen handhavingsinstrument maar een middel om te beoordelen in hoeverre het ingezette beleid effectief is en zo nodig dit bij te stellen.

Ook voor 2017 is een lijst met te controleren inrichtingen opgesteld en ter beschikking gesteld aan de uitvoerende afdeling van de gemeente Hilversum. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt in basiscontroles (aanwezigheid vergunning, beoordeling op actualiteit van de vergunning, aanwezigheid leidinggevenden, etc.) en leeftijdcontroles waarbij het schenken aan minderjarigen centraal staat. Daarnaast zijn er ook nog zogenaamde hotspots: alcoholverstrekpunten waarvan bekend is dat minderjarigen er komen en/of vaak aankooppogingen doen. Deze hotspots worden vaker gecontroleerd.

In geval van overtredingen zal vervolgens conform het vastgestelde stappenplan worden opgetreden. Bij geconstateerde overtredingen worden de resultaten voorgelegd aan de juristen van de afdeling VTH die het handhavingstraject vervolgens oppakken en uitvoeren. Zo nodig vertegenwoordigen zij ook de burgemeester in het geval van bezwaar en beroep. Aangezien van tevoren niet is aan te geven wat geconstateerd zal worden is uiteraard ook niet aan te geven welke capaciteit hier mee gemoe id is. Aangezien uit de mysteryshopacties van de laatste jaren keer op keer blijkt dat het naleefgedrag bij sportverenigingen te wensen over laat zullen in 2017 en 2018 deze verenigingen vaker bezocht gecontroleerd worden op het naleven van de leeftijdgrenzen.

Markten:

Het toezicht op de markten in Bussum en Naarden wordt uitgevoerd door de marktmeester. Hij is werkzaam bij de afdeling BORG. Het toezicht op standplaatsen wordt uitgevoerd door de Boa’s.

Middelen

Marktmeester (0,5 fte)

675 uur

De marktmeester is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op de weekmarkten van Naarden en Bussum. Ook is hij het aanspreekpunt voor de marktondernemers en –bezoekers. De marktmeester is in de ochtend aanwezig bij de opbouw van de markt en is ook gedurende de marktdag regelmatig aanwezig. De markten kennen een regulering in die zin dat de branches beperkt zijn in aanwezigheid van kramen. De marktmeester houdt toezicht op het feit dat alleen vergunninghouders aanwezig zijn, controleert op branche, zorgt voor de dagopvulling van eventuele vrijkomende kramen en houdt een registratie bij, zodat ieder kwartaal vanuit de gemeente facturatie kan plaatsvinden. Ook bemiddelt de martkmeester bij conflicten en is hij het eerste aanspreekpunt voor de marktondernemer en marktbezoeker in het geval van onenigheid. Zo nodig kan hij gebruik maken van zijn toezichthoudende bevoegdheden.

Doelen

In het beleidsplan heeft toezicht op evenementen van het type C prioriteit gekregen. De Boa’s zullen hiervoor gericht ingezet worden in die zin dat dergelijke evenementen altijd bezocht en gecontroleerd worden.

6 Kinderopvang

Met de invoering van de wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko), in werking getreden op 1 januari 2005, zijn gemeenten verantwoordelijk voor de naleving van de kwaliteit van de kinderopvang binnen de gemeente. Het toezicht wordt uitgevoerd door de GGD Gooi & Vechtstreek. Inspecteurs van de GGD bezoeken instellingen voor kinderopvang en rapporteren daarover aan de gemeente. Indien er sprake is van overtredingen kan tot handhaving worden overgegaan. Dit wordt uitgevoerd door de gemeente. Naast deze taak is de gemeente ook verantwoordelijk voor het bijhouden van het LRKP (Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen) van instellingen voor kinderopvang, gastouderbureaus en gastouders. Dat geldt ook voor peuterspeelzalen. Nieuwe meldingen worden na goedkeuring door de GGD in het LRKP geregistreerd door de gemeente.

Middelen

Twee medewerkers ( samen 0,66 fte)

890 uur

Bijdrage aan GGD Gooi en Vechtstreek 2017

€ 100.000

Bijdrage aan GGD Gooi en Vechtstreek 2018

€ 100.000

Het doel van de Wko is de kwaliteit van kinderopvang te waarborgen. In de Wko staan onder meer de basiskwaliteitseisen waaraan kinderopvang moet voldoen en waaraan zij zich moeten houden.

Iedere bestaande locatie moet jaarlijks worden geïnspecteerd en iedere nieuwe locatie moet binnen 10 weken geïnspecteerd en afgerond worden. Voor 2017 geldt de volgende planning.

Soort opvang

Aantal controles

Kinderdagverblijf

26

Buitenschoolse opvang

36

Peuterspeelzaal

18

Gastouderbureau

3

Voorziening gastouderopvang

55

Naar verwachting zal dit programma in 2018 ongeveer gelijk zijn. Voor 2017 geldt dat er dit jaar extra inspecties uitgevoerd worden bij alle peuterspeelzalen. Dit vanwege het feit dat in het kader van harmonisatie peuterspeelzalen per 1 januari 2018 wat betreft kwaliteitscriteria gelijk getrokken wordt met kinderdagverblijven. De extra inspectie dient ertoe de peuterspeelzalen hierop te wijzen, zodat zij begin 2018 ook op dit punt voldoen aan de wettelijke regelgeving. In de regio Gooi en Vechtstreek is sprake van een vastgesteld regionaal beleidskader handhaving kinderopvang. Dit beleid dient opnieuw vastgesteld te worden, ook al omdat in het kader van de Wet Arhi dergelijk beleid binnen 2 jaar na de fusiedatum geharmoniseerd dient te worden. Basis voor dit beleid vormt het model hiervoor van de VNG. Regionaal zal dit worden afgestemd, waarna naar verwachting eind 2017 het beleidskader door de gemeente zal worden vastgesteld.

7 Algemeen/beleid en juridische ondersteuning

Naast de vergunningverlenende en toezichthoudende taken bestaan er nog andere werkzaamheden op het gebied van het omgevingsrecht binnen de afdeling VTH. Taken die direct verband hebben met de voorgaande taken en processen. In de eerste plaats gaat het dan om de taak van de juridisch medewerkers. Zij behandelen de bezwaar- en beroepzaken als het gaat om vergunningprocedures.

Ook als het gaat om het handhavingsproces bij geconstateerde overtredingen en/of verzoeken tot handhaving wordt dit gedaan door de juristen. Daarnaast moet beleid opgesteld, gemonitord, geëvalueerd en bijgesteld worden.

Middelen

2 juristen vergunningen (1,34 fte)

1.810 uur

2 juristen handhaving (1,67 fte)

2.255 uur

1 beleidsadviseur (1 fte)

1.350 uur

Het werk van de juristen is grotendeels afhankelijk van het aanbod: hoeveel juridische procedures er in een jaar zullen zijn is een onzekere factor. Op grond van de ervaringscijfers van 2015 en 2016 kan echter wel een schatting gemaakt worden van de verwachte aantallen. Deze zijn in de tabel hieronder weergegeven. De beleidsadviseur is verantwoordelijk voor het opstellen, evalueren en bijstellen van het VTH-beleid, het jaarlijkse uitvoeringsprogramma en het jaarverslag. Daarnaast is hij de contactpersoon vanuit de gemeente ten aanzien van de OFGV en de gemeente Hilversum als het gaat om uitvoering van de toezichtstaken VTH. Verder is hij het aanspreekpunt voor diverse meer beleidsmatige zaken op de afdeling, zowel intern als extern, en ziet hij toe op de implementatie van nieuwe relevante wet- en regelgeving.

Product

Aantal

Bezwaar

40

Beroep

10

Verzoek voorlopige voorziening

2

Dwangsomprocedures

5

Gedoogbeschikking

2

Bestuurlijke boete

5

Verzoeken om handhaving

15

Vergunningverlening-, toezicht- en handhavingsbeleid

200 uur

Uitvoeringsprogramma VTH

100 uur

Jaarverslag VTH

100 uur

Taken accounthouderschap OFGV

250 uur

Diverse beleidstaken

400 uur

Naast de juridische procedures hebben de twee juristen die zich bezig houden met vergunningen ook nog een adviserende rol bij aanvragen om een omgevingsvergunningen, zeker als het gaat om procedures in het kader van het afwijken van ruimtelijke regels. Daarnaast verrichten de juristen uiteraard ook veel werk dat ertoe leidt dat er uiteindelijk geen juridische procedures volgt, door middel van gesprekken en het geven van informatie, voorlichting en advies.

Doelen

Een belangrijk operationeel doel voor zowel vergunningverlening als toezicht en handhaving is dat bij eventuele bezwaar- of beroepsprocedures 95% van de beschikkingen in stand blijft. Met name voor de juristen vergunningverlening geldt daarbij dat zij voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de kwaliteit van de verleende vergunningen. Voor toezicht en handhaving geldt bovendien dat de registratie van toezicht- en handhavingsprocedures verbeterd wordt, zodanig dat altijd duidelijk is welke procedure loopt en in welke fase deze zich bevindt.

8 Jaarprogramma Boa’s

Gooise Meren beschikt over 9 buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s), verdeeld over domein 1 en domein 2. Zij houden zich bezig met toezicht en handhaving van de Wegenverkeerswet, de APV en andere bijzondere wetgeving. De Boa’s die werkzaam zijn in domein 2 kunnen daarnaast ook optreden op het gebied van groene wetgeving en milieu. Daarnaast is er nog een toezichthouder die zich specifiek met toezicht en handhaving betaald parkeren bezig houdt. Voor de uitvoering van hun taken maken de Boa’s gebruik van twee dienstvoertuigen: auto’s voorzien van striping en andere hulpmiddelen. Daarnaast beschikken de Boa’s over een scooter en dienstfietsen. Voor toezicht en handhaving van de Wegenverkeerswet en betaald parkeren wordt het softwarepakket van BySpy gebruikt (digitale handhaving). Registratie van werkzaamheden vindt plaats in het digitale registratiesysteem BRS, dat ook regionaal gebruikt wordt.

Middelen

5 Boa’s domein 1, (4,56 fte)

6.156 uur

4 Boa’s domein 2, (3, 89 fte)

5.252 uur

1 Toezichthouder (1,0 fte)

1.350 uur

Vervanging voertuig 2017

€ 50.000

Abonnement BRS (Boa-registratie)

€ 1.255

Abonnement softwarepakket BySpy (digitale handhaving)

€ 12.600

Het takenpakket van de Boa’s is veelzijdig en omvangrijk. Bij de uitvoering van hun werkzaamheden werken de Boa’s nauw samen met de politie aan een veilige en leefbare woonomgeving in Gooise Meren. Zij staan door middel van C2000 in contact met de politie. De Boa’s kunnen handhaven met strafrecht, met behulp van de bestuurlijke strafbeschikking. Dit is zinvol in die gevallen waar uitsluitend bestuursrechtelijk optreden tekort zou schieten of geen onmiddellijk effect kan hebben. Met de beboetbare overlastfeiten kan een breed scala aan overtredingen in de openbare ruimte worden aangepakt. Het doel van de invoering van de bestuurlijke strafbeschikking in 2010 is om de handhaving te versterken.

In het beleidsplan VTH Gooise Meren 2017 – 2020 hebben voor wat betreft de taken van de Boa’s de volgende zaken een hoge prioriteit gekregen:

Hoge prioriteiten Boa-taken

Jeugdoverlast/hangjongeren

Onjuist parkeren van fietsen en scooters

Zwerfvuil/afvaldumpingen

Grote evenementen

Foutief parkeren Wegenverkeerswet

In het uitvoeringsprogramma 2016 was reeds opgenomen dat gestreefd wordt naar een overgang van een ad hoc benadering naar een meer programmatische handhaving. In 2016 is hier vanwege de fusie nog geen invulling aan gegeven. Vanaf de tweede helft van 2017 zal hier echter meer invulling aan gegeven worden. Daarbij spelen de hierboven genoemde prioriteiten uiteraard een belangrijke rol. Maar daarnaast zijn er ook nog andere aandachtspunten, zoals de (verkeers)veiligheid rond scholen, controles aanwezigheidsvergunning (Wet op de kansspelen), de registratie en afhandeling van klachten en meldingen en toezicht rond het Naardermeer in het kader van het Handhavings- uitvoeringsprogramma Naardermeer 2016-2017 (provincie Noord-Holland). Dit resulteert in de volgende urenverdeling:

Onderwerp

Uren

Jeugdoverlast/hangjongeren

800 uur

Inzet bij grote evenementen

400 uur

Parkeren Wegenverkeerswet

3.750 uur

Fiscaal parkeren

3.750 uur

Veiligheid rond scholen

300 uur

Aanwezigheidsvergunningen

140 uur

Toezicht Naardermeer

200 uur

Behandelen klachten en meldingen

300 uur

Bepaalde zaken hebben weliswaar een hoge prioriteit maar zijn niet opgenomen in bovenstaand schema. Dit geldt voor de afvaldumpingen en het onjuist parkeren van fietsen en scooters. Voor afvaldumpingen geldt dat hier niet actief naar op zoek wordt gegaan maar dat dit aan wel met voorrang zal worden behandeld bij aantreffen tijdens surveillance en bij meldingen van derden.

Datzelfde geldt ook voor het onjuist parkeren van fietsen en scooters, met dien verstande dat bekend is waar dit regelmatig voorkomt en dat deze plaatsen dan ook actief in de surveillance worden meegenomen. In de tweede helft van 2017 zal een surveillanceplan Gooise Meren worden opgesteld waarin de werkzaamheden, ook onderstaande en de eerder genoemde prioriteiten, uitgewerkt gaan worden in concrete actieplannen.

Een aantal zaken heeft in de matrix een midden prioriteit gekregen, zoals objecten plaatsen op de openbare weg, uitstallingen, overlast honden, etc. Deze zaken worden meegenomen tijdens surveillance of actief opgepakt bij klachten en/of meldingen. De zaken met een lage prioriteit worden alleen bij klachten en meldingen opgepakt. Tenslotte zal er ook meer rekening gehouden worden met seizoensgebonden taken. Zo is verstoring in het buitengebied meer iets voor het voorjaar (vogelbroedseizoen), toezicht bij speelpark Oud Valkeveen een onderwerp tijdens weekenden en in het zomerseizoen en is veiligheid rond scholen bij uitstek een onderwerp bij het begin van en gedurende het schooljaar. Andere thema’s kunnen over het jaar verdeeld worden. Dit kan per periode (kwartaal of maand) bepaald worden.

In samenspraak met de Boa’s zullen in eerste instantie tweewekelijks afspraken gemaakt worden waar de prioriteit ligt voor de komende periode, welke werkzaamheden daarnaast verricht zullen worden en welke koppels welke gebieden zullen bezoeken. Dan zal ook duidelijk worden waar we minder tijd aan besteden. Op die manier wordt concreet invulling gegeven aan een programmatische werkwijze. Hieronder zullen nog enkele specifieke taken nader toegelicht worden.

Hangjeugd/overlast jongeren

Binnen de gemeente Gooise Meren wordt in toenemende mate overlast ondervonden door het gedrag van jongeren. Door de verhoging van de leeftijdsgrens in de Drank- en Horecawet van 16 naar 18 jaar komen veel jongeren de kroegen niet meer in en wordt hen ook de verkoop in supermarkten en cafetaria’s steeds vaker geweigerd. De Boa’s merken als gevolg daarvan dat de overlast door jeugd in de openbare ruimte hierdoor toeneemt. De laatste jaren zien zij steeds vaker dat daarbij alcohol in het spel is. Vanuit het veiligheidsoverleg is dan ook in 2016 verzocht om meer inzet van Boa’s op dit gebied. Dit is begonnen in de tweede helft van 2016, waarbij de Boa’s in de weekenden ook ’s avonds ingezet worden. Dit wordt in 2017 voortgezet.

Toezicht rond Naardermeer

In het Handhavingsuitvoeringsprogramma Naardermeer 2016-2017 van de provincie Noord-Holland is opgenomen dat de Gooise Meren als partner regelmatig surveilleert bij het Naardermeer, namelijk zo’n 4 uur per week. Dit vindt plaats in het kader van het beheersplan Naardermeer en is met name bedoeld om verstoring te voorkomen. Dit wordt in de dagelijkse werkzaamheden van de Boa’s meegenomen.

Aanwezigheidsvergunningen

Voor de aanwezigheid van zogenaamde kansspelautomaten is een aanwezigheidsvergunning vereist. Deze vergunningen worden in horeca-inrichtingen met een Drank- en Horecawetvergunning voor een periode van maximaal 5 jaar verleend. Tot op heden echter was het toezicht op de aanwezigheid van dergelijke vergunningen, en of voldaan werd aan de regelgeving hiervoor, zeer beperkt. Onduidelijk was wie hiervoor verantwoordelijk was. Inmiddels hebben twee Boa’s hiervoor een tweedaagse opleiding gevolg. Net als bij de andere gemeenten in de Gooi en Vechtstreek is deze taak bij hen belegd.

Hoewel in de prioriteitenmatrix dit onderwerp een lage prioriteit heeft gekregen zullen in 2017 de twee Boa’s alle horeca inrichtingen met kansspelen bezoeken en controleren op aanwezigheid en geldigheid van de aanwezigheidsvergunning en of aan de regelgeving voldaan wordt. Er is geen overzicht van inrichtingen waar kansspelen aanwezig zijn. De schatting is dat het om 35 mogelijke inrichtingen gaat. Dit betreft ook inrichtingen waarvan het vermoeden bestaat dat er één of meerdere kansspelen aanwezig zouden kunnen zijn. De controles zullen in nauw overleg met de vergunningverleners bijzondere wetten plaatsvinden. De resultaten worden teruggekoppeld naar zowel de vergunningverleners als de handhavingsjuristen. Naar verwachting hebben de Boa’s gezamenlijk vier uur per controle nodig. Uitgaande van 35 te controleren inrichtingen betekent dit dat er in 2017 in totaal 140 uur benodigd is.

Het uiteindelijke doel is om een up-to-date vergunningenbestand te creëren. In 2018 zal het toezicht zich beperken tot nieuw verleende aanwezigheidsvergunningen, controles bij inrichtingen waarvan vermoed wordt dat er zich wijzigingen hebben voorgedaan en naar aanleiding van signalen van derden.

Doelen

Een belangrijk te realiseren doel is het opzetten van een goede klachten- en meldingenregistratie voor zaken die de Boa’s in behandeling hebben. Net als bij het bouwtoezicht zitten deze verscholen in diverse zaaktypen in Mozard en zijn deze daarom niet goed traceerbaar. Dit zal in 2017 aandacht krijgen en moet ertoe leiden dat dit in 2018 operationeel is. Klachten en meldingen worden binnen 5 werkdagen in behandeling genomen.

Hoge prioriteit hebben de onderwerpen jeugdoverlast/hangjongeren, onjuist parkeren van fietsen en scooters, zwerfvuil/afvaldumpingen en foutief parkeren Wegenverkeerswet. Betaald parkeren heeft een gemiddelde prioriteit gekregen maar zal ook veel aandacht krijgen gedurende 2017 en 2018. De overige onderwerpen zullen onderdeel vormen van het in 2017 op te stellen surveillanceplan Boa’s Gooise Meren en daar nader uitgewerkt worden.

Bijlage 1: Uitvoeringsprogramma OFGV 2017

Naar boven