Verkeersbesluiten onverplicht fietspad De Dogger

Kenmerk: AU17.04544 / Ruimte en Economie

Bevoegdheid

Op grond van artikel 18, lid 1, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot het nemen van verkeersbesluiten.

Grondslag

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de WVW moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Adviezen

Conform artikel 24 BABW is over het nemen van het verkeersbesluit overleg gepleegd met een Verkeersadviseur van de politie Eenheid Noord-Holland, daartoe gemandateerd door de Korpschef van de politie. De politie heeft een positief advies uitgebracht over dit verkeersbesluit.

Motivering

Ten noorden van de burgemeester Ritmeesterweg 31 een nieuwe verbinding aan te leggen, waar zowel fietsers als voetgangers gebruik van kunnen maken wordt een ontbrekende schakel in het fiets- en voetgangersnetwerk opgevuld. In de huidige situatie moeten fietsers over bedrijventerrein De Dogger rijden; dit is niet logisch en komt de verkeersveiligheid vooral voor de fietsers niet ten goede op het moment dat fietsers moeten mengen met het overige verkeer. Voetgangers moeten nu op de route van west naar oost (vv) omlopen via de bestaande langzaam-verkeersbrug die aan de oostzijde van de wijk Nieuw Den Helder ligt.

Overwegingen

1.

Het nieuwe pad verzorgt een verbinding tussen enerzijds een onverplicht fietspaden-netwerk dat door Nieuw Den Helder Zuid-Oost loopt en anderzijds de hoofdrijbaan van de burgemeester Ritmeesterweg. Een overweging om het nieuwe pad de status van verplicht fietspad door plaatsing van bord G11 (van bijlage 1 van het RVV) te geven zou gezien de status van de andere fietspaden in de wijk geen logische aansluiting geven.

Voor een veilige afwikkeling van het verkeer op het fietspad en in het kader van de volgende belangen uit artikel 2 van de Wvw 1994 zijn maatregelen gewenst:

- het verzekeren van de veiligheid op het fietspad;

- het beschermen van de weggebruikers.

2.

Voor de voorrangsregeling ter plaatse van de aansluiting van het nieuwe pad op de hoofdrijbaan van de burgemeester Ritmeesterweg is het in het kader van het verzekeren van de veiligheid en het beschermen van de weggebruikers van belang dat de voorrang wordt geregeld door het plaatsen van bord B6 (van bijlage 1 van het RVV) in combinatie met het aanbrengen van haaientanden op het wegdek.

Besluit

Het college van B&W besluit op grond van bovenvermelde overwegingen;

1. door het plaatsen van bord G13 en G14 van bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 het nieuw te realiseren pad ten noorden van Burgemeester Ritmeesterweg 31 aan te wijzen als een onverplicht fietspad;

2. door het plaatsen van bord B6 van bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 in combinatie met het aanbrengen van haaientanden op het wegdek dat verkeer komende vanaf het onverplichte fietspad voorrang moet verlenen aan verkeer dat rijdt op de rijbaan van de Burgemeester Ritmeesterweg;

3. dit besluit ter openbare kennis te brengen.

Den Helder, 23 mei 2017

Burgemeester en Wethouders van Den Helder,

namens dezen,

de manager van de afdeling

Ruimte en Economie,

H.Kaag-van der Boon

MEDEDELINGEN

Bezwaar- of beroepsclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan iedereen wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, hiertegen een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen. Dit moet dan gebeuren binnen zes weken na de dag waarop burgemeester en wethouders het besluit heeft gepubliceerd. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan burgemeester en wethouders van Den Helder, Postbus 36, 1780 AA Den Helder. Het bezwaarschrift dient gedateerd en ondertekend te zijn.

Bij de president van de Arrondissementsrechtbank te Haarlem, kan een verzoek om voorlopige voorziening (waaronder schorsing) worden ingediend. Een dergelijk verzoek kan pas worden gedaan als het bezwaarschrift is ingediend en onverwijlde spoed, gelet op het betrokken belang, dat vereist. Voor de behandeling het verzoek wordt een bedrag aan griffierecht geheven.