Afbouw

Bedrijfstakeigen regelingen 2017/2021

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 2017 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Afbouw inzake de bedrijfstakeigen regelingen

UAW Nr. 11910

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van het Secretariaat CAO-partijen namens de partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partijen ter ener zijde: Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven en Algemene Nederlandse Bond van Natuursteenbedrijven;

Partijen ter andere zijde: FNV en CNV Vakmensen.

Naar aanleiding van dit verzoek zijn schriftelijke bedenkingen ingebracht door de Landelijke Belangen Vereniging (LBV) mede namens partijen bij de cao voor Vakwerkbedrijven in de Bedrijfstak Natuursteen en de cao Fonds Duurzaamheid en Innovatie Vakwerkbedrijven Natuursteen.

Deze bedenkingen kunnen als volgt worden samengevat:

Bedenkinghebbende stelt dat partijen bij de onderhavige cao, met het verzoek tot wijziging van de werkingssfeerbepaling, bewust een overlap van werkingssferen veroorzaken met de cao’s voor Vakwerkbedrijven in de Bedrijfstak Natuursteen en het Fonds Duurzaamheid en Innovatie Vakwerkbedrijven. Hoewel deze laatste twee cao’s nog niet algemeen verbindend zijn verklaard, zijn partijen die bij deze cao’s betrokken zijn van mening dat de onderhavige cao niet algemeen verbindend verklaard kan worden alvorens de overlap van werkingssferen is opgelost.

Overwegende ten aanzien van de bedenkingen:

Werkingssfeer

Het bepalen van de werkingssfeer en de reikwijdte van de cao is primair een zaak van cao-partijen. De beoordeling of de werkzaamheden van een onderneming vallen onder de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen is – mede gelet op de technische aard van deze vraag – eveneens in eerste aanleg een zaak van cao-partijen. Een geschil kan eventueel aan de burgerlijke rechter worden voorgelegd.

In reactie op de bedenkingen hebben partijen aangegeven dat de wijziging van de werkingssfeer van de onderhavige cao plaats heeft gevonden door een fusie tussen de werkgeversvereniging de Nederlandse Ondernemersverenging voor Afbouwbedrijven (NOA) en de werkgeversverenging de Algemene Nederlandse Bond voor Natuursteenbedrijven (ABN). De fusie heeft ertoe geleid dat de NOA, als betrokken werkgeversvereniging bij de onderhavige cao, mede het terrein van de bedrijfstak natuursteen is gaan betreden als rechtsopvolger van de ABN, die betrokken was bij de voorgaande cao’s in de natuursteensector. Verder hebben cao-partijen aangetoond dat de cao-bepalingen waarop het verzoek tot algemeen verbindend verklaring betrekking heeft, gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen, die zijn omschreven in de gewijzigde werkingssfeerbepaling van de onderhavige cao. De ingediende bedenkingen tegen de gewijzigde werkingssfeerbepaling vormen dan ook geen beletsel om tot avv over te gaan.

Werkingssfeeroverlap

In reactie op de bedenkingen hebben partijen aangegeven dat er geen geenszins sprake is van een werkingssfeeroverlap zoals omschreven in paragraaf 6.2.1 van het Toetsingskader AVV. In de onderhavige situatie is er weliswaar een overlapping van werkingssferen tussen de voorliggende cao en de cao’s voor Vakwerkbedrijven in de Bedrijfstak Natuursteen en het Fonds Duurzaamheid en Innovatie Vakwerkbedrijven, maar is geen sprake van overlapping van werkingssferen tussen twee of meer bedrijfstakcao’s waarvan de bepalingen doorgaans voor algemeen verbindend verklaring worden voorgedragen. Derhalve is naar het oordeel van partijen dan ook geen sprake van een werkingssfeeroverlap zoals bedoeld in paragraaf 6.2.1 van het Toetsingskader AVV.

In paragraaf 6.2.1 van het Toetsingskader AVV is bepaald dat bepalingen inzake de werkingssfeer die overlapping met één of meer andere cao’s teweeg brengen waarvan de bepalingen doorgaans algemeen verbindend zijn verklaard niet algemeen verbindend verklaard worden. Algemeen verbindend verklaring van deze bepalingen is niet mogelijk, omdat op een arbeidsverhouding niet gelijktijdig twee algemeen verbindend verklaarde besluiten van dezelfde aard van toepassing kunnen zijn. Deze beleidsregel doelt op die situaties waarbij sprake is van overlapping van werkingssferen tussen twee of meer bedrijfstak-cao’s waarvan bepalingen algemeen verbindend zijn verklaard of doorgaans algemeen verbindend worden verklaard. Daarvan is in casu geen sprake nu de werkingssferen van de cao’s voor Vakwerkbedrijven in de Bedrijfstak Natuursteen en het Fonds Duurzaamheid en Innovatie Vakwerkbedrijven zich geheel bevinden binnen de werkingssfeer van de cao voor de Afbouw inzake de bedrijfstakeigen regelingen, en de cao’s voor Vakwerkbedrijven in de Bedrijfstak Natuursteen en het Fonds Duurzaamheid en Innovatie Vakwerkbedrijven niet algemeen verbindend zijn verklaard, noch doorgaans algemeen verbindend worden verklaard.

Gelet op het bovenstaande vormen de ingebrachte bedenkingen geen beletsel om tot algemeen verbindend verklaring over te gaan.

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Afbouw Bedrijfstakeigen regelingen1 wordt met inachtneming van dictum II en III als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 2 lid 1 komt te luiden:

‘Artikel 2 Werkingssfeer

  • 1. De bepalingen van deze cao zijn van toepassing op alle werkgevers, die werkzaamheden verrichten of doen verrichten in ondernemingen op het gebied van het stukadoors-afbouwbedrijf, het plafond- en wandbedrijf, het vloerenbedrijf, het terrazzobedrijf, het blokkenstellersbedrijf en het natuursteenbedrijf (ook genoemd: het stukadoors-, afwerk- en terrazzo/vloeren- en natuursteenbedrijf) en op alle werknemers, werkzaam in de ondernemingen op het hiervoor genoemde gebied.’

Artikel 2 lid 7 wordt toegevoegd en komt te luiden:

  • 7. ‘Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op ondernemingen en delen van ondernemingen, waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het be- of verwerken van natuursteen of het plaatsen van blokken, platen (ongeacht hun maat), halfproducten, eindproducten of tegels van natuursteen. Deze cao is ook van toepassing op bedrijven die deze zaken (doen) leveren en stellen op bouw- en begraafplaatsen.

    Onder ‘bewerken van natuursteen’ valt ook het kristalliseren, schuren en slijpen van natuursteen, het aanbrengen, reinigen en restaureren van inscripties evenals het onderhoud van grafwerk. Kunststeen wordt gelijkgesteld aan natuursteen. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is ook van toepassing op (delen van) bouwondernemingen of (delen van) ondernemingen in andere sectoren, die de werkzaamheden die zijn opgenomen in lid 1 uitvoeren en daarvoor personeel in dienst hebben.’

Artikel 10 lid 2 komt te luiden:

‘Artikel 10

  • 2. De hoogte van de premies worden jaarlijks – na overleg met de CAO-partijen – door de besturen van de betreffende fondsen bepaald. Voor de onderstaande fondsen en regelingen zijn per 1 januari 2017 de volgende premies vastgesteld:

    Regeling

    Grondslag

    Aandeel werkgever

    Aandeel werknemer

    O&O Afbouw

         

    premie werknemer

    bruto sv-loon

    0,83%

    0,28%

           

    Deze premie geldt voor het jaar 2017 niet voor het natuursteenbedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 7.

         

    O&O Afbouw

         

    premie per werknemer.

    bruto sv-loon

    1,33%

    0,28%

           

    Deze premie geldt uitsluitend in 2017 voor het natuursteenbedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 7.

         

    Fysiotherapie

         

    premie per werknemer

    sv-dag

    € 0,12

     
           

    Voorziening bij ongeval

         

    premie per werknemer

    sv-dag

    € 0,13

     

    Het uurloon, dat wordt gebruikt voor de berekening van alle uurloon afhankelijke regelingen, komt tot stand door het garantie-uurloon te vermeerderen met (indien van toepassing) diplomatoeslag, voorliedentoeslag, prestatietoeslag en tariefloon.

     

    Onder garantieloon wordt verstaan het loon waarop de werknemer krachtens artikel 36 of 41 van de cao Afbouw recht kan doen gelden.’

Artikel 13 lid 2 komt te luiden:

‘Artikel 13 Eindejaarsuitkering

  • 2. Werknemers die vanaf 1 januari 2016 instromen in de WAO/WIA hebben geen recht op een eindejaarsuitkering. Dit lid geldt niet voor het natuursteenbedrijf als bedoeld in artikel 2 lid 7.’

Artikel 13 lid 2a wordt toegevoegd en komt te luiden:

  • ‘2a Werknemers die vanaf 1 januari 2017 instromen in de WAO/WIA hebben geen recht op een eindejaarsuitkering. Dit lid geldt uitsluitend voor het natuursteenbedrijf als bedoeld in artikel 2 lid 7.’

Artikel 14 lid 6 wordt toegevoegd en komt te luiden:

‘Artikel 14 Overgangsregeling extra verlofdagen oudere werknemers (m.u.v. natuursteenbedrijf)

  • 6. Dit artikel geldt niet voor het natuursteenbedrijf als bedoeld in artikel 2 lid 7.’

Artikel 14A wordt toegevoegd en komt te luiden:

‘Artikel 14 A Overgangsregeling extra verlofdagen oudere werknemers natuursteenbedrijf (vanaf 1-1-2017)

  • 1. De werknemer die op 31 december 2016 53 jaar of ouder is en onafgebroken onder deze cao werkzaam blijft, heeft recht op 1 extra verlofdag.

  • 2. De werknemer die op 31 december 2016 54 jaar of ouder is en onafgebroken onder deze cao werkzaam blijft, heeft recht op 2 extra verlofdagen.

  • 3. De werknemer die op 31 december 2016 55 jaar of ouder is en onafgebroken onder deze cao werkzaam blijft, heeft recht op 13 extra verlofdagen.

  • 4. De extra verlofdagen moeten worden opgenomen in het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd.

  • 5. De werkgever betaalt over deze extra verlofdagen 90% van het overeengekomen loon door. De pensioenopbouw van de werknemer blijft gebaseerd op 100% van het overeengekomen loon.

  • 6. Het O&O fonds Afbouw vergoedt aan de werkgever de loonkosten van de extra opgenomen verlofdagen. De loonkosten over de extra opgenomen verlofdagen die in een kalenderjaar zijn gemaakt dienen door de werkgever binnen 6 maanden na het verstrijken van dat kalenderjaar worden gedeclareerd bij het administratiekantoor met het daartoe bestemde formulier. Na deze termijn ontvangen declaraties worden niet vergoed.

  • 7. Dit artikel geldt uitsluitend voor het natuursteenbedrijf als bedoeld in artikel 2 lid 7.’

Artikel 14B wordt toegevoegd en komt te luiden:

‘Artikel 14 B Overgangsregeling vierdaagse werkweek werknemer natuursteen van 59 jaar en ouder

  • 1. De werknemer die werkzaam in een bedrijf als bedoeld in artikel 2 lid 7 van deze cao en op 5 juli 2016 gebruikt maakt van de regeling vierdaagse werkweek van 59 en ouder als bedoeld in artikel 23 cao natuursteen 2016-2017, blijft recht hebben op een vierdaagse werkweek, in te vullen binnen het in de onderneming gebruikelijke werkrooster en in overleg tussen werkgever en werknemer.

  • 2. Om de vierdaagse werkweek te kunnen realiseren, levert de werknemer vakantie- of roostervrije dagen in. Wel moeten minimaal 15 dagen resteren voor de aaneengesloten vakantie en er moet rekening worden gehouden met de verplichte roostervrije dagen, zoals die zijn geregeld in artikel 31 cao natuursteen 2016-2017. Artikel 31 lid 1 cao natuursteen 2016-2017, waarin is opgenomen dat 5 mei in beginsel een roostervrije dag is, blijft van toepassing. De benodigde aanvullende verlofdagen worden door de werkgever doorbetaald.

  • 3. De werkgever krijgt de verletkosten van de hierboven genoemde aanvullende vakantie- of roostervrije dagen vergoed vanuit het O&O fonds Afbouw. De verletkosten bestaan uit het loon en de premies en bijdragen die op grond van de Wet en de cao zijn verschuldigd.’

BIJLAGE 1 STATUTEN VAN DE STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS AFBOUW

Artikel 2 komt te luiden:

‘Artikel 2 Doel

  • 1. De stichting heeft ten doel: het financieren van opleidings- en ontwikkelingsactiviteiten en van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in het stukadoors-, afbouw- en terrazzo-/vloeren- en natuursteenbedrijf. De stichting tracht dit doel te bereiken door gelden te innen bij ondernemingen in het stukadoors-, afbouw-, terrazzo-/vloeren- en natuursteenbedrijf en deze, met andere baten van de stichting aan te wenden voor de financiering van activiteiten als bedoeld in dit artikel. Deze activiteiten zijn:

    • a. de financiering van opleidingen voor het stukadoors-, afbouw-, terrazzo-/vloerenbedrijf en natuursteenbedrijf;

    • b. de bestrijding van verletkosten van in opleiding zijnde werknemers, onder meer door het zo nodig verstrekken van vergoedingen aan werkgevers bij wie betrokken werknemers in dienst zijn, en die door de werkgevers bij Savantis te Waddinxveen kunnen worden aangevraagd;

    • c. subsidiëren en het (doen) publiceren van de resultaten in de sector van onderzoeksactiviteiten voor het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in het belang van de bedrijfstak;

    • d. de uitgifte van brochures, CAO-boekjes, periodieken en kennisdragers ten behoeve van alle werknemers en werkgevers in het stukadoors-, afbouw- en terrazzo-/vloeren- en natuursteenbedrijf in het belang van de arbeidsverhoudingen in het stukadoors-, afbouw- en terrazzo-/vloeren- en natuursteenbedrijf;

    • e. het stimuleren en subsidiëren van de reïntegratie van arbeidsongeschikte of met werkloosheid bedreigde werknemers in het stukadoors-, afbouw- en terrazzo-/vloeren- en natuursteenbedrijf;

    • f. financiering dan wel subsidiëring van werkzaamheden voor het doen van onderzoek en het (doen) publiceren van de resultaten in de sector en het ontwikkelen van projecten ten behoeve van de arbeidsomstandigheden en de bevordering en bescherming van de gezondheid in het stukadoors-, afbouw- en terrazzo-/vloeren- en natuursteenbedrijf;

    • g. het doen van uitkeringen in verband met loonderving als gevolg van Rouwverlof, Palliatief verlof en Kortdurend verlof zoals bedoeld in het Verlofdeclaratiereglement O&O-fonds Afbouw;

    • h. het geven en/of doen geven van voorlichting over doelstellingen en activiteiten van het fonds;

    • i. het innen van premies ten behoeve van door de werkgeversorganisaties dan wel CAO-partijen afbouw aangegane collectieve verzekeringen;

    • j. de financiering van de Stichting Technisch Bureau Afbouw;

    • k. het direct dan wel indirect verstrekken van suppleties op door werknemers te ontvangen sociale verzekeringsuitkeringen;

    • l. het bevorderen van arbeidsmobiliteit van werknemers in het stukadoors-, afbouw-, terrazzo-/vloeren- en natuursteenbedrijf;

    • m. het financieren van verlofdagen oudere werknemers.’

BIJLAGE 2 FINANCIERINGSREGLEMENT VAN DE STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS AFBOUW

Artikel 2 lid 4 komt te luiden:

‘Artikel 2 Premieverplichting

  • 4. De premie bedraagt per 1 januari 2017 0,83% van het bruto sv-loon, te betalen door de werkgever en 0,28% van het bruto sv-loon, te betalen door de werknemer. Dit lid geldt in het jaar 2017 niet voor het natuursteenbedrijf als bedoeld in artikel 2 lid 7 van de cao Afbouw Bter 2017-2021.’

Artikel 2 lid 5 wordt toegevoegd en komt te luiden:

  • 5. ‘De premie voor het natuursteenbedrijf als bedoeld in artikel 2 lid 7 van de cao Afbouw Bter 2017-2021 bedraagt in 2017 1,33% van het bruto sv-loon, te betalen door de werkgever en 0,28% van het bruto sv-loon, te betalen door de werknemer.’

Artikel 3 lid 2, 3 en 4 komen te luiden:

‘Artikel 3 Premiebetaling

  • 2. De werkgever is de premie als bedoeld in artikel 2 per het einde van het kalenderjaar over het hele kalenderjaar verschuldigd. De betalingen van de bijdragen dienen per periode van 4 weken of per maand bij wijze van voorschot te worden voldaan aan het administratiekantoor.

  • 3. De werkgever dient per loonbetalingstijdvak van vier weken of een kalendermaand opgave te doen van de actuele loongegevens. Als de werkgever niet voldaan heeft aan deze verplichtingen is de werkgever vaststellingsrente verschuldigd met ingang van dag 15 na afloop van het desbetreffende loonbetalingstijdvak. De vaststellingsrente is gelijk aan de wettelijke rente.

  • 4. Als de werkgever niet voldaan heeft aan de verplichtingen als bedoeld in lid 2 is de werkgever invorderingsrente verschuldigd met ingang van dag 15 na afloop van de dag waarop het voorschot is vastgesteld. De invorderingsrente is gelijk aan de wettelijke rente.’

BIJLAGE 3 REGLEMENT FYSIOTHERAPIE, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 15 VAN DEZE CAO

Artikel 3 lid 2, 3 en 4 komen te luiden:

‘Artikel 3 Premiebetaling

  • 2. De werkgever is de premie als bedoeld in artikel 2 per het einde van het kalenderjaar over het hele kalenderjaar verschuldigd. De betalingen van de bijdragen dienen per periode van 4 weken of per maand bij wijze van voorschot te worden voldaan aan het administratiekantoor.

  • 3. De werkgever dient per loonbetalingstijdvak van vier weken of een kalendermaand opgave te doen van de actuele loongegevens. Als de werkgever niet voldaan heeft aan deze verplichtingen is de werkgever vaststellingsrente verschuldigd met ingang van dag 15 na afloop van het desbetreffende loonbetalingstijdvak. De vaststellingsrente is gelijk aan de wettelijke rente.

  • 4. Als de werkgever niet voldaan heeft aan de verplichtingen als bedoeld in lid 2 is de werkgever invorderingsrente verschuldigd met ingang van dag 15 na afloop van de dag waarop het voorschot is vastgesteld. De invorderingsrente is gelijk aan de wettelijke rente.’

BIJLAGE 4 ALGEMENE VOORWAARDEN VAN DE ONGEVALLENVERZEKERING TEN BEHOEVE VAN WERKNEMERS IN DEZE CAO, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 16 VAN DEZE CAO

Artikel 3 lid 2, 3 en 4 komen te luiden:

‘Artikel 3 Premiebetaling

  • 2. De werkgever is de premie als bedoeld in artikel 2 per het einde van het kalenderjaar over het hele kalenderjaar verschuldigd. De betalingen van de bijdragen dienen per periode van 4 weken of per maand bij wijze van voorschot te worden voldaan aan het administratiekantoor.

  • 3. De werkgever dient per loonbetalingstijdvak van vier weken of een kalendermaand opgave te doen van de actuele loongegevens. Als de werkgever niet voldaan heeft aan deze verplichtingen is de werkgever vaststellingsrente verschuldigd met ingang van dag 15 na afloop van het desbetreffende loonbetalingstijdvak. De vaststellingsrente is gelijk aan de wettelijke rente.

  • 4. Als de werkgever niet voldaan heeft aan de verplichtingen als bedoeld in lid 2 is de werkgever invorderingsrente verschuldigd met ingang van dag 15 na afloop van de dag waarop het voorschot is vastgesteld. De invorderingsrente is gelijk aan de wettelijke rente.’

Dictum II

In verband met nader te voeren overleg tussen partijen bij de cao Afbouw inzake de bedrijfstakeigen regelingen en bedenkinghebbenden is dit besluit tot en met 28 februari 2018 niet van toepassing op ondernemingen die op de datum van dat besluit lid zijn van de werkgeversorganisatie DI-Stone.

Dictum III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 7 december 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes

Naar boven