Kostenbesluit honden Polen, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De heer D.D. Zdyb

Dautzenbergstraat 91

2523 KD ’s-Gravenhage

Datum: 5 februari 2016

Betreft: Besluiten met betrekking tot 16 honden uit Polen (15-1474)

Geachte heer Zdyb,

In aanvulling op mijn besluit van 13 oktober 2015 met kenmerk NVWA/2015/8708 geef ik hieronder een nadere motivering van het besluit van 13 oktober 2015. Daarnaast informeer ik u over de verdere besluiten die ik in de zaak met kenmerk 15-1474 heb genomen.

Naar aanleiding van een onderzoek door de Nationale Politie naar de illegale handel in honden heeft een inspecteur van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA) een onderzoek ingesteld naar de invoer van veertien (14) pups (elf (11) vermoedelijk van het ras Yorkshire en drie (3) vermoedelijk een kruising Boomer) en twee (2) volwassen honden van het ras Chihuahua (een teef met een geïmplanteerde transponder met nummer 6160 9001 0806 686 en een reu met een tattoo met kenmerk 253K) uit Polen. Elf (11) van de hierboven genoemde pups zijn bij de opslaghouder voorzien van een geïmplanteerde transponder; drie (3) pups zijn bij de opslaghouder doodgegaan. Een overzicht van de chipnummers van de nog in leven zijnde honden is als bijlage 1 bij deze besluiten gevoegd.

Uit het onderzoek is gebleken dat de regels voor de invoer van de hierboven genoemde pups en honden niet zijn nageleefd. De veertien pups zijn op een leeftijd jonger dan twaalf (12) weken zonder identificatiedocumenten en geldige rabiësvaccinatie naar Nederland vervoerd en het vervoer heeft plaatsgevonden zonder geldig gezondheidscertificaat. De twee volwassen honden, die voorzien waren van Poolse vaccinatieboekjes en vermoedelijk ook zijn ingevoerd vanuit Polen, waren ook niet voorzien van een geldige rabiësvaccinatie of identificatiedocument.

Besluiten

Op grond van artikel 2.32 van de Regeling handel levende dieren en levende producten (hierna: Regeling handel) en artikel 106 van de Gezondheids- en welkzijnswet voor dieren (hierna: Gwwd), in samenhang met artikelen 5:29 en 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), besluit ik:

  • 1. De hierboven genoemde nog levende elf pups en twee volwassen honden, die op 8 oktober 2015 in tijdelijke afzondering zijn geplaatst door deze mee te voeren en op te slaan en die op 30 oktober 2015 (de volwassen honden) respectievelijk op 24 november 2015 (de pups) voldeden aan de veterinaire vereisten, niet aan u terug te geven en te verkopen

  • 2. Alle kosten die voortvloeien uit de toepassing van de bestuursdwang en onder officiële toezicht plaatsing van de veertien pups en twee volwassen honden voor uw rekening te laten komen. Deze kosten stel ik vast op € 15.108,30. Ik breng deze kosten bij u in rekening.

Motivering

Feiten en omstandigheden

Uit onderzoek van de Nationale Politie is gebleken dat u met een personenauto naar Polen bent gereden en op 8 oktober 2015 bent teruggekeerd bij uw woning gelegen aan de Dautzenbergstraat 91 te Den Haag. Bij uw aankomst is vastgesteld dat er kratjes/kooien met daar overheen een doek de woning zijn binnengebracht. Na het binnentreden van de woning door medewerkers van de Nationale Politie en de NVWA bent u met veertien pups aangetroffen in de kruipruimte van uw woning. Uit onderzoek van de medewerkers van de NVWA is gebleken dat de veertien aangetroffen pups niet waren voorzien van een elektronische transponder en dat zij niet voorzien waren van een geldige rabiësvaccinatie of een geldig identificatiedocument. Daarnaast heeft het vervoer van de pups plaatsgevonden zonder geldig gezondheidscertificaat. De pups zijn bij aankomst door de opslaghouder geschat op een leeftijd variërend van zeven tot negen weken.

De twee volwassen honden zijn in een slaapkamer aangetroffen. De bij de volwassen honden behorende Poolse vaccinatieboekjes bevatten geen geldige vaccinatiestickers, maar bevatten wel een geschreven tekst over de rabiësvaccinatie voorzien van de stempel van een Poolse dierenarts. In uw woning zijn valse stempels aangetroffen van een Poolse dierenarts. Daarnaast hadden de volwassen honden geen geldig identificatiedocument.

Gelet op het vorenstaande voldeden de pups en volwassen honden niet aan de veterinaire vereisten voor het uit Polen in Nederland brengen van honden. Hierdoor bestaat ernstige twijfel over de gezondheidstoestand van de ingevoerde honden en bestaat een groot risico op de insleep van rabiës in Nederland. Rabiës is een zoönose waardoor tevens een ernstig risico bestaat ten aanzien van de volksgezondheid. Vanwege het niet naleven van de invoervereisten en de mogelijke risico’s op rabiës is besloten de pups en volwassen honden in tijdelijke afzondering te plaatsen door deze mee te voeren en op te slaan.

Wettelijk kader

Op het door u uitgevoerde transport van de veertien pups van Polen naar Nederland zijn de veterinaire voorschriften voor commercieel handelsverkeer tussen lidstaten van de Europese Unie van toepassing. Dit kan anders zijn als het aantal honden niet meer dan vijf bedraagt én als het transport niet tot doel heeft om de hond(en) te verkopen of de eigendom ervan over te dragen.

Voor het commercieel handelsverkeer gelden de volgende wettelijke bepalingen. Ingevolge artikel 2.1, lid 2, eerste gedachtestreepje van de Regeling handel is het verboden honden in Nederland in te voeren uit lidstaten van de Europese Unie, als niet voldaan wordt aan de vereisten genoemd in de artikelen 2.22 tot en met 2.31 en artikel 8.4 van de Regeling handel. In artikel 8.4, aanhef en sub e van de Regeling handel is bepaald dat indien honden worden verzonden vanuit een lidstaat en bestemd zijn voor Nederland of een andere lidstaat, zij vergezeld moeten gaan van een gezondheidscertificaat dat is voorgeschreven op grond van artikel 10, lid 2 van Richtlijn 92/65/EEG.

Het gezondheidscertificaat kan slechts worden afgegeven als voldaan is aan artikel 10, lid 2 van Richtlijn 92/65/EEG. In laatstgenoemd artikel is bepaald dat honden slechts tot het handelsverkeer mogen worden toegelaten als zij voldoen aan artikel 6 van Verordening (EU) nr. 576/2013. Hierin is onder andere opgenomen dat honden een rabiësvaccinatie hebben ontvangen die voldoet aan de geldigheidsvoorschriften genoemd in Bijlage III bij Verordening (EU) nr. 576/2013. Een rabiësvaccinatie kan slechts als geldig worden aangemerkt indien een goedgekeurd vaccin is toegediend door een gemachtigd/bevoegde dierenarts. Daarnaast geldt dat de hond niet eerder dan op een leeftijd van minstens twaalf weken mag worden gevaccineerd en dat de vaccinatiedatum vermeld moet worden in het identificatiedocument. Ook geldt dat de vaccinatie alleen geldig is als deze is aangebracht bij een geïdentificeerd dier. De geldigheidsduur van de vaccinatie vangt aan na 21 dagen na toediening ervan. De geldigheidsduur van de vaccinatie moet vermeld zijn in het identificatiedocument.

Voorgaande impliceert dat pups minimaal een leeftijd van vijftien (15) weken moeten hebben bereikt, voordat zij vanuit een lidstaat op het grondgebied van Nederland mogen worden gebracht.

Nu de honden niet aan de invoervereisten voldoen dienen zij op grond van artikel 2.32 van de Regeling handel in tijdelijke afzondering te worden geplaatst. Gelet op artikel 106 van de Gwwd ben ik bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang om de verplichtingen bij of krachtens de Gwwd te handhaven.

Hierboven is reeds aangegeven dat in artikel 8.4, aanhef en sub e van de Regeling handel is bepaald dat indien honden worden verzonden vanuit een lidstaat en bestemd zijn voor Nederland of een andere lidstaat, zij vergezeld moeten gaan van een gezondheidscertificaat dat is voorgeschreven op grond van artikel 10, lid 2 van Richtlijn 92/65/EEG.

Het gezondheidscertificaat is het meest geschikte middel om naleving van veterinaire eisen te garanderen en te controleren. De bevoegde veterinaire autoriteit van het land van verzending van de honden, in dit geval Polen, geeft het gezondheidscertificaat slechts af als aan alle veterinaire verplichtingen is voldaan, zoals hierboven omschreven. In aanvulling daarop is het een voorwaarde voor het afgeven van het gezondheidscertificaat dat de honden geschikt en gezond moeten worden bevonden om te worden vervoerd.

U heeft de in de bijlage bij dit besluit genoemde pups en honden geïmporteerd zonder dat zij vergezeld gingen van een gezondheidscertificaat. Deze overtreding is niet herstelbaar; het is immers niet mogelijk om achteraf de vereiste inspecties uit te voeren voorafgaande aan de (eventuele) afgifte van het gezondheidscertificaat.

In artikel 2.32 van de Regeling handel zijn de veterinaire maatregelen genoemd die toegepast kunnen worden. Ten eerste geldt dat dieren in tijdelijke afzondering worden geplaats of worden gedood als wordt vermoed dat ziektenverwekkers aanwezig zijn bij de dieren of zij afkomstig zijn uit een met een epidemische dierziekte besmet gebied. Rabiës komt voor in Polen. Ten tweede geldt dat bij constatering van overtreding van de Regeling handel, dieren onder toezicht van een officiële dierenarts worden geplaatst, worden gedood of worden teruggezonden naar de lidstaat van verzending. Het terugzenden van dieren naar het land verzending, in dit geval Polen, acht ik niet uitvoerbaar omdat ik niet kan beoordelen of de dieren in Polen worden gehouden en verhandeld met inachtneming van de veterinaire vereisten en welzijnsnormen. Het toepassen van de hiervoor genoemde maatregel tot het doden van de dieren wordt in Nederland uit maatschappelijke en politieke overwegingen niet geaccepteerd.

Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden, bieden de veterinaire maatregelen genoemd in de Regeling handel geen geschikte mogelijkheid voor de vervolgbestemming van de honden. Omdat de door u gepleegde overtreding niet-herstelbaar is, geldt voor u een verbod om de honden op Nederlands grondgebied te brengen en kan ik niet anders dan besluiten de dieren niet aan u terug te geven.

Artikel 5:30 van de Awb biedt de mogelijkheid om meegevoerde en opgeslagen zaken die niet kunnen worden teruggeven, te verkopen of weg te geven als verkopen niet mogelijk is. Ik zal gebruik maken van deze mogelijkheden.

Alle kosten die voortvloeien uit de toepassing van bestuursdwang voor wat betreft het meevoeren en opslaan van de dieren komen, gelet op artikel 5:25 van de Awb voor uw rekening. Ingevolge artikel 2.32 van de Regeling handel geldt dit eveneens voor de kosten die voortvloeien uit de onder officiële toezicht plaatsing van dieren. Het betreft onder meer kosten voor vervoer, opslag, veterinaire keuring, (laboratorium)onderzoeken en behandelingen.

Kosten

De volwassen honden zijn op 9 oktober 2015 tegen rabiës ingeënt. De geldigheidsduur van de vaccinatie vangt aan na 21 dagen na toediening ervan. Dit betekent dat zij op 30 oktober 2015 veterinair in orde waren en er voor de volwassen honden 22 dagen kosten voor opvang aan u kunnen worden doorberekend. Ook de kosten voor entingen en geneeskundige behandelingen die in deze periode zijn uitgevoerd worden aan u door berekend.

De pups zijn bij aankomst bij de opslaghouder geschat op een leeftijd van zeven tot negen weken. Pups kunnen pas bij het bereiken van de leeftijd van twaalf weken een geldige rabiësvaccinatie ontvangen. Zij zijn dan 3 november 2015 tegen rabiës ingeënt. De geldigheidsduur van de vaccinatie vangt aan na 21 dagen na toediening ervan. De betekent dat pups op 24 november 2015 veterinair in orde waren en er voor 48 dagen kosten voor opvang aan u kunnen worden doorberekend, met uitzondering voor de drie pups die respectievelijk op 27 oktober 2015 (na 20 dagen), 15 november 2015 (na 39 dagen) en 20 november 2015 (na 44 dagen) zijn doodgegaan. Ook de kosten voor entingen en geneeskundige behandelingen die in deze periode zijn uitgevoerd worden aan u door berekend.

De inspecteur heeft op 8 oktober 2015 vijf (5) uur besteed aan de feitelijke toepassing van de bestuursdwang, te weten het op de Dautzenbergstraat 91 te Den Haag aanwezig zijn voor vinden van de honden, controleren van (de papieren van) de honden, regelen van opvang voor de honden etc. Het kwartiertarief NVWA voor dit type werkzaamheden bedraagt € 28,16 gebaseerd op artikel 6, aanhef, sub b juncto bijlage C, onderdeel I, sub d van de Regeling NVWA-tarieven.

Specificatie kosten

De kosten zijn als volgt gespecificeerd:

Kosten verblijf, inclusief BTW

€ 10.212,75

Kosten vervoer naar opslaghouder, inclusief BTW

€ 248,45

Kosten dierenarts, inclusief BTW

€ 4.083,90

Kosten inspecteur, inclusief BTW

€ 563,20

Totaal

€ 15.108,30

Deze kosten breng ik bij u in rekening middels bijgevoegde factuur. Informatie over de betalingswijze en betalingsvoorwaarden treft u aan in de factuur.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Namens deze, J.P.G. den Ambtman P.G. den Ambtman Hoofdinspecteur Divisie Landbouw en Natuurlijk van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief is de verzenddatum.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl/bezwaar. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van deze brief mee als PDF-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van deze brief mee met uw bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u vragen, kijk dan op mijn.rvo.nl. Of neem telefonisch contact met ons op:

088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE 1

Overzicht chipnummers elf pups en twee volwassen honden (15-1474)

nummer

Chipnummer

1

616090010806686 (volwassen teef)

2

528210004252477 (volwassen reu)

3

528210004241822 (pup)

4

528210004243348 (pup)

5

528210004243986 (pup)

6

528210004244122 (pup)

7

528210004246195 (pup)

8

528210004246848 (pup)

9

528210004249477 (pup)

10

528210004249779 (pup)

11

528210004250469 (pup)

12

528210004250768 (pup)

13

528210004253822 (pup)

Pan D.D. Zdyb

Dautzenbergstraat 91

2523 KD ’s-Gravenhage

Data: 5 februari 2016

Dotyczy: Decyzje dotyczące 16 psów w Polski (15-1474)

Szanowny Pan Zdyb,

w uzupełnieniu do mojej decyzji z dnia 13 października 2015 r. o numerze ref. NVWA/2015/8708 przekazują niniejszym dokładniejsze uzasadnienie decyzji z dnia 13 października 2015 r. Ponadto informuję o pozostałych decyzjach podjętych przeze mnie w związku ze sprawą o nr. ref. 15-1474.

Po rozpoczęcia dochodzenia przez policję w sprawie nielegalnego handlu psami również inspektor Holenderskiego Instytutu Żywności i Bezpieczeństwa Produktów Konsumenckich (zwanego dalej: NVWA) również rozpoczął dochodzenie w sprawie wwozu czternastu (14) szczeniąt (jedenastu (11) przypuszczalnie rasy Yorkshire i trzech (3) przypuszczalnie krzyżówki Boomer) oraz dwóch (2) dorosłych psów rasy Chihuahua (samiec z wszczepionym transponderem o numerze 6160 9001 0806 686 oraz samica z tatuażem z oznaczeniem 253K) z Polski. Jedenastu (11) z wyżej wymienionych szczeniąt wszczepiono transponder u specjalisty ds. przetrzymywania zwierząt, trzy (3) szczenięta zdechły u niego. Zestawienie numerów chipów żyjących jeszcze psów dołączono do niniejszych decyzji w postaci załącznika 1.

Z dochodzenia wynika, że nie przestrzegano przepisów wwozu wymienionych wyżej szczeniąt i psów. Czternaście szczeniąt młodszych niż dwanaście (12) tygodni przewieziono do Holandii bez dokumentów identyfikacyjnych i ważnego szczepienia przeciw wściekliźnie, a transport odbył się bez ważnego certyfikatu zdrowia. Dwa dorosłe psy posiadające polskie książeczki szczepień, które prawdopodobnie zostały wwiezione z Polski, również nie posiadały ważnych szczepień przeciw wściekliźnie ani dokumentów identyfikacyjnych.

Decyzje

Na podstawie art. 2.32 przepisów w sprawie handlu żywymi zwierzętami i żywymi produktami (zwanych dalej: przepisami w sprawie handlu) oraz art. 106 ustawy w sprawie zdrowia i dobrostanu zwierząt (zwanej dalej: Gwwd), w związku z art. 5:29 i 5:30 ogólnej ustawy o prawie administracyjnej (zwanej dalej: Awb), postanawiam:

  • 1. Nie zwracać Panu, lecz sprzedać wymienionych wyżej żyjących jeszcze jedenaścioro szczeniąt oraz dwa dorosłe psy, które w dniu 8 października 2015 r. zostały poddane kwarantannie po przewiezieniu i przetrzymaniu, a w dniu 30 października 2015 r. (dorosłe psy) lub 24 listopada 2015 r. (szczenięta) spełniły wymagania weterynaryjne

  • 2. Wszystkie koszty wynikające z zastosowania przymusu administracyjnego i umieszczenia pod oficjalnym nadzorem czternastu szczeniąt i dwóch dorosłych psów ponosi Pan. Koszty te ustalam na € 15.108,30 euro. Rozliczeniem tych kosztów obciążam Pana.

Uzasadnienie

Fakty i okoliczności

Dochodzenie policji wykazało, że pojechał pan samochodem osobowym do Polski i wrócił 8 października 2015 r. do swojego mieszkania pod adresem Dautzenbergstraat 91 w Hadze. Po przyjeździe stwierdzono, że do mieszkania wniesiono skrzynki/kosze zakryte płachtą. Funkcjonariusze policji i przedstawiciele NVWA, którzy weszli do mieszkania, zastali Pana z czternastoma szczeniętami w podpiwniczeniu domu. Dochodzenie przedstawicieli NVWA wykazało, że czternaście znalezionych szczeniąt nie posiada elektronicznego transpondera ani ważnych szczepień przeciw wściekliźnie lub ważnego dokumentu identyfikacyjnego. Ponadto transport szczeniąt odbywał się bez ważnego certyfikatu zdrowia. Specjalista ds. przetrzymywania zwierząt po przybyciu ocenił wiek zwierząt na od siedmiu do dziewięciu tygodni.

Dwa dorosłe psy znaleziono w sypialni. W polskich książeczkach szczepień dla dorosłych psów brakuje ważnych naklejek szczepień, natomiast zawierają napisany tekst dotyczący szczepienia przeciwko wściekliźnie z pieczątką polskiego weterynarza. W Pana mieszkaniu znaleziono podrobione pieczątki polskiego weterynarza. Ponadto dorosłe psy nie miały ważnego dokumentu identyfikacyjnego.

Uwzględniając powyższe fakty szczenięta i dorosłe psy nie spełniały wymagań weterynaryjnych w zakresie przewozu psów z Polski do Holandii. W związku z tym istnieją poważne wątpliwości do co stanu zdrowia wwiezionych psów, a także istnieje duże ryzyko przeniesienia wścieklizny do Holandii. Wścieklizna jest chorobą zwierzęcą, w związku z czym istnieje poważne ryzyko dla zdrowia publicznego. Ze względu na nieprzestrzeganie wymagań wwozu i możliwego ryzyka wścieklizny, postanowiono poddać szczenięta i dorosłe psy kwarantannie po przewiezieniu i przetrzymaniu.

Ramy prawne

Do zrealizowanego przez Pana transportu czternastu szczeniąt z Polski do Holandii stosuje się przepisy weterynaryjne dla handlu komercyjnego między państwami członkowskimi Unii Europejskiej. Przepisów tych nie stosuje się, jeżeli liczba psów nie przekracza pięciu, a transport nie ma na celu sprzedaży psów lub przeniesienia ich własności.

W przypadku handlu komercyjnego obowiązują poniższe przepisy prawa. Na podstawie art. 2.1, lid 2, pierwszy myślnik przepisów w sprawie handlu zabrania się wwożenia do Holandii psów z państw członkowskich Unii Europejskiej, jeżeli nie zostaną spełnione wymagania w art. 2.22 do 2.31 i art. 8.4 przepisów w sprawie handlu. W art. 8.4, zwrot i ppkt e przepisów w sprawie handlu ustalono, że jeżeli psy są wysyłane z państwa członkowskiego z miejscem docelowym w Holandii lub innym państwie członkowskim, muszą posiadać certyfikat zdrowia, wymagany na podstawie art. 10, ust. 2 dyrektywy 92/65/EWG.

Certyfikat zdrowia można wydać tylko po spełnieniu wymogów art. 10, ust. 2 dyrektywy 92/65/EWG. W ostatnim wymienionym artykule ustanowiono, że psy zostają dopuszczone do handlu tylko po spełnieniu wymogów art. 6 rozporządzenia (UE) nr 576/2013. Stanowi on między innymi, że psy zostały zaszczepione przeciw wściekliźnie, a szczepienia te są zgodne z obowiązującymi przepisami wymienionymi w załączniku III rozporządzenia (UE) nr 576/2013. Szczepienie przeciw wściekliźnie może zostać uznane za ważne tylko wtedy, jeżeli uprawniony/upoważniony weterynarz podał atestowaną szczepionkę. Ponadto obowiązuje zasada, że nie wolno szczepić psów młodszych niż dwanaście miesięcy, a datę szczepienia należy podać na dokumencie identyfikacyjnym. Obowiązuje również zasada, że szczepienie jest ważne tylko wtedy, gdy wykonano je na zwierzęciu, którego identyfikacja jest możliwa. Okres obowiązywania szczepienia zaczyna się 21 dni po jego wykonaniu. Okres obowiązywania szczepienia należy podać na dokumencie identyfikacyjnym.

Z poprzedniego stanu faktycznego wynika, że szczenięta muszą być w wieku co najmniej piętnastu (15) tygodni, aby można je było przewieźć z państwa członkowskiego na teren Holandii.

Ponieważ psy nie spełniają wymagań wwozu, na podstawie art. 2.32 przepisów w sprawie handlu muszą zostać poddane kwarantannie. Uwzględniają art. 106 ustawy w sprawie zdrowia i dobrostanu zwierząt jestem upoważniony do nałożenia przymusu administracyjnego w celu dotrzymania zobowiązań wynikających z ustawy w sprawie zdrowia i dobrostanu zwierząt.

Powyżej podano już, że w art. 8.4, zwrot i ppkt e przepisów w sprawie handlu ustalono, iż jeżeli psy są wysyłane z państwa członkowskiego z miejscem docelowym w Holandii lub innym państwie członkowskim, muszą posiadać certyfikat zdrowia, wymagany na podstawie art. 10, ust. 2 dyrektywy 92/65/EWG.

Certyfikat zdrowia jest najodpowiedniejszym środkiem do zagwarantowania i kontrolowania przestrzegania wymagań weterynaryjnych. Upoważniony organ weterynaryjny z kraju wysłania psów, w tym przypadku z Polski, wydaje certyfikat zdrowia tylko wtedy, jeżeli spełnione są wszystkie zobowiązania weterynaryjne zgodnie z powyższym opisem. W uzupełnieniu do powyższego, warunkiem wydania certyfikatu zdrowia jest uznanie psów za przystosowane i zdrowe do transportu.

Pan importował szczenięta wymienione w załączniku do niniejszej decyzji bez wydanego dla nich certyfikatu zdrowia. Tego wykroczenia nie można skorygować. Nie ma możliwości późniejszego wykonania wymaganych kontroli przed (ewentualnym) wydaniem certyfikatu zdrowia.

W art. 2.32 przepisów w sprawie handlu wymieniono środki weterynaryjne, które można stosować. Po pierwsze obowiązuje zasada, że zwierzęta są poddawane kwarantannie lub uśmiercane w razie przypuszczenia występowania u zwierząt bakterii wywołujących choroby lub jeżeli zwierzęta ta pochodzą z terenu, na którym występuje epidemia chorób zwierzęcych. Wścieklizna występuje w Polsce. Ponadto obowiązuje zasada, że po stwierdzeniu naruszenia przepisów w sprawie handlu zwierzęta muszą zostać umieszczone pod nadzorem oficjalnego weterynarza, uśmiercone lub odesłane do państwa członkowskiego, z którego zostały wysłane. Uważam, że odesłanie zwierząt do kraju wysyłki, w tym przypadku Polski, nie jest możliwe do zrealizowania, ponieważ nie jestem w stanie ocenić, czy zwierzęta w Polsce są trzymane i traktowane z uwzględnieniem wymagań weterynaryjnych i norm dobrostanu. Zastosowanie wymienionego wcześniej środka polegającego na uśmierceniu zwierząt nie jest akceptowane w Holandii z powodów społecznych i politycznych.

Uwzględniając powyższe okoliczności, środki weterynaryjne wymienione w przepisach w sprawie handlu nie dają właściwej możliwości do dalszej dyspozycji dla psów. Ponieważ popełnionego przez Pana wykroczenia nie można skorygować, obowiązuje dla Pana zakaz przywozu psów na teren Holandii i nie mogę podjąć innej decyzji niż niezwracanie Panu psów.

Art. 5:30 ogólnej ustawy o prawie administracyjnym daje możliwość sprzedaży lub – jeżeli sprzedaż nie jest możliwa – oddania przywiezionych i przetrzymywanych rzeczy, których nie można zwrócić. Skorzystam z tych możliwości.

Wszystkie koszty wynikające z zastosowania przymusu administracyjnego związane z przywozem i przechowywaniem zwierząt, z uwzględnieniem art. 5:25 ogólnej ustawy o prawie administracyjnym, ponosi Pan. Na podstawie art. 2.32 rozporządzenia w sprawie handlu dotyczy to również kosztów wynikających z umieszczenia zwierząt pod oficjalnym nadzorem. Dotyczy to między innymi kosztów przewozu, przechowywania, certyfikatu weterynaryjnego, badań (laboratoryjnych) i postępowania.

Koszty

Dorosłe psy zostały zaszczepione przeciwko wściekliźnie w dniu 9 października 2015 r. Okres obowiązywania szczepienia zaczyna się 21 dni po jego wykonaniu. Oznacza to, że w dniu 30 października 2015 r. były we właściwym stanie weterynaryjnym i nalicza się Panu koszty przetrzymania dorosłych psów przez 22 dni. Również koszty szczepienia i zabiegów zdrowotnych wykonanych w tym okresie zostały Panu naliczone.

Specjalista ds. przetrzymywania zwierząt po przybyciu ocenił wiek zwierząt na od siedmiu do dziewięciu tygodni. Szczenięta mogą być szczepione przeciwko wściekliźnie dopiero po ukończeniu dwunastego tygodnia życia. Zostały zaszczepione przeciwko wściekliźnie w dniu 3 listopada 2015 r. Okres obowiązywania szczepienia zaczyna się 21 dni po jego wykonaniu. Oznacza to, że szczenięta znalazły się we właściwym stanie weterynaryjnym w dniu 24 listopada 2015 r. i naliczone zostaną Panu koszty za 48 dni przetrzymywania, z wyjątkiem trzech szczeniąt, które zdechły 27 października 2015 r. (po 20 dniach), 15 listopada 2015 r. (po 39 dniach) i 20 listopada 2015 r. (po 44 dniach). Również koszty szczepienia i zabiegów zdrowotnych wykonanych w tym okresie zostały Panu naliczone.

W dniu 8 października 2015 r. o godz. piątej (5) inspektor wyznaczony do faktycznego zastosowania przymusu administracyjnego pojawił się pod adresem Dautzenbergstraat 91 w Hadze w celu znalezienia psów, sprawdzenia (dokumentów itd.) psów, zasad przetrzymywania psów itd. Stawka kwadransowa w NVWA za ten rodzaj czynności wynosi 28,16 euro na podstawie art. 6, zwrot, ppkt b wraz z załącznikiem C, część I, ppkt d przepisów w sprawie stawek NVWA.

Specyfikacja kosztów

Specyfikacja kosztów jest następująca:

Koszty przebywania z VAT

€ 10.212,75

Koszty przewozu do specjalisty ds. przetrzymywania zwierząt z VAT

€ 248,45

Koszty weterynarza z VAT

€ 4.083,90

Koszty inspektora z VAT

€ 563,20

Razem

€ 15.108,30

Koszty przekazuję Panu do rozliczenia na załączonej fakturze. Informacja o metodach płatności i warunkach płatności znajdują się na fakturze.

Z poważaniem,

Sekretarz Stanu ds. Spraw Ekonomicznych,

W imieniu,

pani J.P.G. den Ambtman

główny inspektor wydziału Rolnictwa i Środowiska Naturalnego Holenderskiego Instytutu Żywności i Bezpieczeństwa Produktów Konsumenckich

Odwołanie

W przypadku niezaakceptowania tej decyzji może Pan w ciągu sześciu tygodni po przesłaniu tego pisma złożyć odwołanie w sposób elektroniczny lub pisemny. Data w górnej części tego pisma oznacza datę wysyłki.

Odwołanie elektroniczne można złożyć na stronie mijn.rvo.nl/bezwaar. W przypadku złożenia odwołania elektronicznego należy przesłać kopię niniejszego pisma jako plik PDF lub pocztą.

W przypadku odwołania pisemnego należy przesłać podpisane pismo z odwołaniem do Holenderskiej Agencji Przedsiębiorczości, dział spraw prawnych, skr. poczt. 40 219, 8004 DE Zwolle. Razem z odwołaniem pisemnym należy przesłać kopię niniejszego pisma.

Więcej informacji

Odpowiedzi na pytania można znaleźć na stronie mijn.rvo.nl. Można również skontaktować się z nami telefonicznie: 088 042 42 42 (taryfa lokalna).

ZAŁĄCZNIK 1

Zestawienie numerów chipów jedenastu szczeniąt i dwóch dorosłych psów (15-1474)

numer

Numer chipa

1

616090010806686 (dorosły samiec)

2

528210004252477 (dorosła samica)

3

528210004241822 (szczenię)

4

528210004243348 (szczenię)

5

528210004243986 (szczenię)

6

528210004244122 (szczenię)

7

528210004246195 (szczenię)

8

528210004246848 (szczenię)

9

528210004249477 (szczenię)

10

528210004249779 (szczenię)

11

528210004250469 (szczenię)

12

528210004250768 (szczenię)

13

528210004253822 (szczenię)

Naar boven