VERKEERSBESLUIT

Logo Doetinchem

Nummer 1026744

Onderwerp: inrichten onverplicht fietspad naar de Multifunctionele Accommodatie Gaanderen (MFA)

Burgemeester en wethouders van Doetinchem,

gelet op het bepaalde in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens,

Overwegende:

dat de Pelgrimstraat, de Lange Huitinkstraat en de Watertapweg (voor zover hier van belang) zijn gelegen binnen de bebouwde kom van Gaanderen;

dat de Pelgrimstraat, de Lange Huitinkstraat en de Watertapweg in beheer zijn bij en eigendom zijn van de gemeente Doetinchem;

dat wij op grond van artikel 18, lid 1, sub d van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd zijn dit verkeersbesluit te nemen;

dat aan de Pelgrimstraat naast de Pol een multifunctionele accommodatie (MFA) wordt gebouwd;

dat in de MFA in eerste instantie twee scholen (nml. de St. Martinusschool en de St. Augustinusschool) en de voetbalvereniging worden ondergebracht;

dat te zijner tijd ook basisschool Wis en Wierig in de MFA ondergebracht zal worden;

dat het concentreren van 2 resp. 3 scholen en een voetbalvereniging in één gebouw zal leiden tot een toename van het aantal verkeersbewegingen van zowel gemotoriseerd als niet gemotoriseerd verkeer op de wegen rond de MFA;

dat door de toename van gemotoriseerd verkeer op de aanrijroutes naar de MFA de verkeersveiligheid voor het niet gemotoriseerd verkeer op die routes onder druk komt te staan;

dat het niet gemotoriseerd verkeer op de aanrijroutes naar de MFA als gevolg van de aldaar te huisvesten scholen en voetbalvereniging voor een niet onbelangrijk deel uit fietsende basisschoolleerlingen bestaat;

dat wij van mening zijn dat het niet gemotoriseerd verkeer de MFA op een zo veilig mogelijke manier moet kunnen bereiken;

dat de huidige aanrijroutes in de nieuwe situatie niet optimaal veilig zijn, omdat er op die routes geen sprake is van gescheiden rijbanen voor gemotoriseerd en voor niet gemotoriseerd verkeer;

dat wij daarom hebben gezocht naar een veiligere fietsroute naar de MFA;

dat het bestaande olifantenpad dat vanaf de Lange Huitinkstraat achter de huisnummers 27 t/m 37 van de Pelgrimstraat langs loopt een geschikte fietsroute voor schoolkinderen is;

dat aanwonenden van het olifantenpad ons hebben verzocht te onderzoeken of een fietspad door bestaande groenstroken in de directe omgeving van de parkeerplaats een goed alternatief zou kunnen zijn;

dat wij die alternatieve route hebben onderzocht;

dat wij tot de conclusie zijn gekomen dat dat alternatief onvoldoende veilig is, vanwege de aanfietsroute naar het begin van een dergelijk fietspad en eveneens vanwege de totale lengte van de fietsroute met gebruikmaking van een dergelijk fietspad;

dat wij geen andere voorstellen voor alternatieve fietsroutes hebben ontvangen;

dat wij van mening zijn dat er geen veiligere fietsroute naar de MFA kan worden gevonden dan over het bestaande olifantenpad;

dat wij op 7 april 2015 (collegebesluit inzake “Nieuwbouw MFA Gaanderen”) reeds hebben besloten tot het aanleggen van een half verhard fietspad over het tracé van het bestaande olifantenpad (informeel voetpad);

dat de gemeente over het voornemen tot deze verkeersmaatregel overleg heeft gevoerd met diverse betrokken partijen, waaronder omwonenden;

dat conform het bepaalde in artikel 24 van het BABW met betrekking tot dit verkeersbesluit overleg is gevoerd met de Politie, district Noord- en Oost-Gelderland en dat de politie met dit besluit kan instemmen;

dat de bekendmaking van de terinzagelegging van het ontwerp-verkeersbesluit met de daarop betrekking hebbende stukken en de mogelijkheid zienswijzen kenbaar te maken op dinsdag 6 september 2016 werd gepubliceerd in de Staatscourant;

dat het ontwerp-verkeersbesluit met de daarop betrekking hebbende bijlagen van dinsdag 6 september 2016 t/m maandag 17 oktober 2016 ter inzage hebben gelegen;

dat binnen de zienswijzentermijn tegen het ontwerp-verkeersbesluit vijf zienswijzen zijn ingediend;

dat de indieners van de zienswijzen de in de bij dit verkeersbesluit gevoegde Nota van Zienswijzen (zie bijlage) weergegeven standpunten hebben ingenomen;

dat wij die standpunten in de Nota van Zienswijzen hebben beantwoord;

dat alle indieners van zienswijzen van mening zijn:

  • -

    dat zij overlast van het fietspad zullen ondervinden door andere gebruikers dan schoolkinderen;

  • -

    dat zij hun privacy, woongenot en gevoel van veiligheid door het fietspad aangetast zullen zien, omdat volgens hen ook andere verkeersdeelnemers dan fietsende schoolkinderen gebruik zullen maken van het fietspad;

dat wij verwachten dat het op het fietspad op twee momenten van de dag drukker wordt, namelijk bij de haal- en brengmomenten, ‘s morgens en ’s middags;

dat wij op andere momenten van de dag en in het weekend geen grote verkeersstromen verwachten;

dat alle indieners van zienswijzen eigenaar zijn van woningen aan de Pelgrimstraat die met de achtertuin grenzen aan het gebied waar het olifantenpad doorheenloopt;

dat het olifantenpad meer dan 5 meter verwijderd is van de achterste perceelsgrens van het onroerend goed van alle indieners van zienswijzen;

dat wij gezien de situering van de percelen van alle indieners van zienswijzen (met de tuin naar het openbaar gebied met het olifantenpad) van mening zijn dat er geen sprake kan zijn van een onredelijke verkeerskundige ingreep;

dat er achter het onroerend goed van alle indieners van zienswijzen ook nu reeds sprake is van een voor eenieder toegankelijk pad dat ook door fietsers gebruikt wordt;

dat het fietspad ter plaatse van het huidige olifantenpad (mede op verzoek van bewoners) niet breed wordt, omdat wij aldus willen voorkomen dat het pad bovenproportioneel veel gebruikt gaat worden door andere gebruikers dan scholieren;

dat de herinrichting van het olifantenpad daarom niet tot veranderingen zal leiden die dusdanig ingrijpend zijn dat gezegd kan worden worden dat er sprake is van een geheel nieuwe situatie;

dat wij er daarom van uitgaan dat de nieuwe situatie niet tot meer overlast en evenmin tot een grotere inbreuk op de privacy, het woongenot en/of het gevoel van veiligheid zal leiden dan nu reeds het geval is;

dat wij na de herinrichting van het olifantenpad de situatie op en rond het fietspad zullen volgen;

dat wij, als mocht blijken dat na een zekere gewenningsperiode verder(e) maatwerk c.q. oplossingen/maatregelen nodig zijn voor onvoorziene problemen, daarvoor uiteraard onze verantwoordelijkheid zullen nemen;

dat uit vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State (zie bijv. ECLI:NL:RVS:2004:AQ1051) volgt dat een verkeersbesluit als een normale maatschappelijke ontwikkeling moet worden beschouwd, waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

dat dat niet wegneemt, dat er zich feiten en/of omstandigheden kunnen voordoen waardoor een individueel belang ten gevolge van een verkeersmaatregel zodanig zwaar wordt getroffen dat uit de maatregel voortvloeiend nadeel niet ten laste van gelaedeerde(n) kan blijven;

dat wij evenwel van mening zijn dat een dergelijke situatie zich in het onderhavige geval niet voordoet;

dat de indieners van zienswijzen zulks ook niet als zodanig hebben ingebracht;

dat de indieners van zienwijzen verder hebben opgemerkt dat voor de herinrichting van het fietspad bomen moeten worden geveld en dat er eveneens sprake zal zijn van een aantasting van het rivierduinlandschap;

dat de effecten van het fietspad op flora en fauna door adviesbureau Staring Advies zijn onderzocht (zie bijlage);

dat het fietspad zal worden aangelegd zonder dat daarvoor bomen hoeven te worden geveld;

dat het rapport van Staring Advies (rapport d.d. 8 juni 2015, nr. 1524 – zie bijlage) aantoont dat er geen nadelige effecten zijn op flora en fauna;

dat het fietspad dusdanig gesitueerd zal worden dat er geen sprake zal zijn van een aantasting van het rivierduinlandschap;

dat wij van alle door de indieners van zienswijzen naar voren gebrachte eigen belangen kennis hebben genomen;

dat aan die belangen gezien het vorenstaande niet dusdanig veel gewicht kan worden toegekend dat het belang van een zo kort mogelijke en zo veilig mogelijke fietsroute voor schoolgaande kinderen van het primair onderwijs als zijnde een ondergeschikt belang zou moeten worden beschouwd;

dat wij evenwel, om in ieder geval gedeeltelijk aan de wensen van de indieners van zienswijzen tegemoet te komen hebben besloten om het onderhavige verkeersbesluit op een tweetal punten aan te passen, nml.:

  • -

    het fietspad zal minder breed worden dan oorspronkelijk gepland (het wordt een secundair fietspad);

  • -

    ter hoogte van de uitgang van de school zullen wij hekjes laten plaatsen, die voor scholieren geen hindernis zullen zijn voor gebruik van het fietspad, maar die wel zullen bewerkstelligen dat andere potentiële gebruikers (bijv. vanuit de sportvereniging of de horeca) de voorkeur zullen geven aan een andere (fiets)route, nml. richting de Pelgrimstraat;

Dat wij, gezien het vorenstaande, het olifantenpad zullen inrichten als onverplicht fietspad (met halfverharding) en als zodanig zullen doortrekken naar de MFA en van daaruit naar de Watertapweg (e.e.a. zoals is weergegeven in de bij dit besluit gevoegde situatietekening met nummer IB1103-035;

dat deze verkeersmaatregel zal worden ondersteund door het plaatsen van verkeersborden van het type G13 (onverplicht fietspad) en type G14 (einde onverplicht fietspad) als bedoeld in bijlage 1 bij het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (e.e.a. zoals weergegeven in de bij dit besluit gevoegde situatietekening met nummer IB1103-035;

dat het nieuwe fietspad alleen mag worden gebruikt door fietsers en voetgangers;

dat de genoemde verkeersborden derhalve om elke twijfel daarover weg te nemen zullen worden voorzien van onderborden met de tekst ‘geen snor- en bromfietsen’;

dat deze verkeersmaatregel in het kader van het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers (als bedoeld in artikel 2, lid 1 aanhef en sub a en b van de Wegenverkeersweg 1994) wenselijk is, omdat de aanwezigheid van een fietspad bewerkstelligt dat niet gemotoriseerd verkeer de MFA veiliger kan bereiken;

dat deze verkeersmaatregel verder wenselijk is in het kader van het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer (als bedoeld in artikel 2, lid 1, aanhef en sub d van de Wegenverkeersweg 1994), omdat de inrichting van het olifantenpad als onverplicht fietspad faciliterend is voor het sturen van het fietsverkeer over dat pad;

dat deze verkeersmaatregel eveneens wenselijk is in het kader van het voorkomen of beperken van door het (gemotoriseerd) verkeer veroorzaakte gevolgen voor het milieu (als bedoeld in artikel 2, lid 2, aanhef en sub a van de Wegenverkeersweg 1994), omdat met deze verkeersmaatregel het halen en brengen van kinderen met de fiets wordt bevorderd;

dat deze verkeersmaatregel daarenboven wenselijk is in het kader van het bevorderen van een zuinig energieverbruik (als bedoeld in artikel 2, lid 3, aanhef en sub a van de Wegenverkeerswet 1994) , omdat met deze verkeersmaatregel kan worden bewerkstelligd dat de noodzaak om kinderen vanuit veiligheidsoverwegingen met de auto naar de MFA te brengen en ze daar op te halen komt te vervallen;

BESLUITEN,

op grond van vorenstaande overwegingen om:

  • 1.

    het bestaande olifantenpad dat vanaf de Lange Huitinkstraat achter de huisnummers 27 t/m 37 van de Pelgrimstraat langs loopt in te richten als onverplicht fietspad en als zodanig door te trekken naar de MFA en van daaruit naar de Watertapweg (e.e.a. zoals is weergegeven in de bij dit besluit gevoegde situatietekening met nummer IB1103-035;

  • 2.

    de onder nr. 1 genoemde verkeersmaatregel te ondersteunen door het plaatsen van verkeersborden van het type G13 (onverplicht fietspad) en type G14 (einde onverplicht fietspad) als bedoeld in bijlage 1 bij het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (e.e.a. zoals weergegeven in de bij dit besluit gevoegde situatietekening met nummer IB1103-035;

  • 3.

    de onder nr. 2 genoemde verkeersborden te voorzien van onderborden met de tekst ‘geen snor- en bromfietsen’;

  • 4.

    bij het onderhavige verkeersbesluit een situatietekening te voegen met nummer IB1103-035;

  • 5.

    bij dit besluit te voegen: de “Nota van zienswijzen bij het verkeersbesluit inzake ‘inrichten onverplicht fietspad naar de Multifunctionele Accommodatie Gaanderen (MFA)”;

  • 6.

    bij dit besluit te voegen: het rapport Quickscan natuurtoets MFA in Gaanderen, Staring advies;

  • 7.

    dit besluit bekend te maken door publicatie in de Staatscourant.

MEDEDELINGEN

Tegen dit verkeersbesluit kunnen:

 

  • 1.

    belanghebbenden die zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht naar voren hebben gebracht en

  • 2.

    belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij geen zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht naar voren hebben gebracht

    binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit verkeersbesluit (dus tot en met maandag 27 februari 2017) tegen dit verkeersbesluit een gemotiveerd beroepschrift indienen.

     

    Dit kan bij de Rechtbank Gelderland, Afdeling Bestuursrecht, Postbus 9030, 6800 EM te ARNHEM. Tegelijk met het indienen van een beroepschrift kan aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, Afdeling Bestuursrecht, Postbus 9030, 6800 EM te ARNHEM, een voorlopige voorziening worden gevraagd. Er is griffierecht verschuldigd.

     

    Nadere informatie is verkrijgbaar bij de gemeentewinkel, telefoonnummer 0314-377377.

      

    AFSCHRIFTEN

     

    Een afschrift van dit verkeersbesluit is verzonden aan:

    de Politie, district Noord- en Oost-Gelderland.

      

    Doetinchem, 10 januari 2017

    namens burgemeester en wethouders van Doetinchem,

     

    dr. Eric Wijnroks

    hoofd van de afdeling fysieke ontwikkeling

Naar boven