Gemeente Rotterdam - Verkeersbesluit Afsluiting - Renovatie Maastunnel

Logo Rotterdam

Afsluiting - Renovatie Maastunnel

Kenmerk 16/511702

C orsanummer AS16/17221

De directeur van cluster Stadsontwikkeling,

overwegende,

  • 1*

    dat de Maastunnel één van de belangrijkste stedelijke oeververbindingen van Rotterdam is;

  • 2*

    dat de Maastunnel daarnaast ook in regionaal opzicht als ontsluitingsroute van groot belang is;

  • 3*

    dat in 2011 is geconstateerd dat grootschalig onderhoud aan de Maastunnel noodzakelijk is;

  • 4*

    dat de benodigde werkzaamheden bestaan uit groot onderhoud aan de betonconstructie en de tunnel technische installaties;

  • 5*

    dat er ook op het gebied van tunnelveiligheid een upgrade nodig is, zodat de Maastunnel in 2019 voldoet aan wet- en regelgeving voor veiligheid in tunnels;

  • 6*

    dat de Maastunnel een rijksmonument is en er ook in dat kader restauratiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd;

  • 7*

    dat de Maastunnel bestaat uit twee tunnelbuizen met 2 rijstroken in zowel zuidelijke als noordelijke richting;

  • 8*

    dat het college op 28 januari 2014 heeft besloten om de Maastunnel voor een periode van twee jaar buis-voor-buis af te sluiten, dat de voetgangers- en fietstunnel tijdens deze periode open blijft en dat bepaald is dat de rijrichting van zuid naar noord buis-voor-buis beschikbaar zal blijven om de bereikbaarheid van de stad én het Erasmus Medisch Centrum te garanderen;

  • 9*

    dat de werkzaamheden gepland staan vanaf 3 juli 2017 tot en met 16 augustus 2019, waarbij eerst de westbuis en aansluitend de oostbuis van de Maastunnel aangepakt wordt;

  • 10*

    dat er voor gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van bouwverkeer en hulpdiensten bij calamiteiten, tijdens deze periode, geen mogelijkheid bestaat om de Maastunnel vanaf de noordzijde van de Maas in zuidelijke richting te gebruiken;

  • 11*

    dat het gemotoriseerd verkeer van noord naar zuid zal worden omgeleid via de Erasmusbrug, Willemsbrug en via de ring;

  • 12*

    dat met deze omleiding niet voorkomen kan worden dat er vooral in de avondspits hinder merkbaar zal zijn in grote delen van de binnenstad, op de ruit van rijkswegen en op de aan- en afvoerwegen naar de oeververbindingen;

  • 13*

    dat het daarom noodzakelijk is om aanvullende bereikbaarheidsmaatregelen te nemen, die deze nadelige effecten op de bereikbaarheid zo veel mogelijk beperken;

  • 14*

    dat de gemeenteraad in dit kader op 17 september 2015 de Rapportage bereikbaarheid Renovatie Maastunnel heeft vastgesteld (te vinden op www.rotterdam.nl);

  • 15*

    dat de daarin voorgestelde maatregelen, naast omgevingsmanagement en communicatie, bestaan uit fysieke maatregelen op straat, mobiliteitsmanagement om automobilisten te verleiden te kiezen voor alternatief vervoer en verkeersmanagement om te sturen en te informeren;

  • 16*

    dat indien voor de aanvullende fysieke maatregelen op grond van artikel 12 BABW een verkeersbesluit vereist is, deze verkeersbesluiten via separate besluitvorming genomen zullen worden;

  • 17*

    dat de af- en aanvoer van het bouwverkeer aan de noord- en zuidzijde van de Maastunnel via een vaste route verloopt en ondersteund wordt door verkeersregelinstallaties;

  • 18*

    dat ook in geval van calamiteiten voorzien is in een vaste routing;

  • 19*

    dat tijdens de werkzaamheden gebruik gemaakt wordt van bestaande (hoogte)detectiesystemen en er bij foutmeldingen gelegenheid is om te kunnen keren;

  • 20*

    dat de afsluiting van de Maastunnel is besproken met belanghebbenden en ook voor de komende periode een goede communicatie door middel van nieuwsbrieven, persberichten, de website van de gemeente en informatieborden met betrokken partijen prioriteit heeft;

  • 21*

    dat dit verkeersbesluit geldt voor de periode van 3 juli 2017 tot en met 16 augustus 2019, of zoveel korter danwel zoveel langer als voor de werkzaamheden dringend noodzakelijk is;

  • 22*

    dat de onderhavige verkeersmaatregel is weergegeven in de tekeningen “1. Noord- Westbuis dicht”,

“2. Zuid Westbuis dicht”, “3. Noord – Oostbuis dicht” en “4. Zuid – Oostbus dicht” die integraal onderdeel uitmaken van dit besluit;

  • 1*

    dat de maatregel en bijbehorende tekeningen zijn besproken in het verkeersoverleg van het gebied Charlois, Delfshaven en Centrum waarin het verkeersoverleg positief heeft geadviseerd;

  • 2*

    dat de maatregelen, gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw, besluit van 21 april 1994, Staatsblad (Stb.) 1994, 475, zoals nadien gewijzigd), strekken tot:

  • 3*

    het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • 4*

    het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • 5*

    het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • 6*

    het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • 7*

    dat deze belangen door het tijdig plegen van onderhoud op een wijze waarbij door een gedeeltelijke sluiting de bereikbaarheid naar de stad en EMC gewaarborgd blijft, prevaleren boven de hinder die dit verkeersbesluit, ondanks de maatregelen uit het bereikbaarheidsplan, gedurende de werkzaamheden gaat veroorzaken. Dat daarbij ook in overweging is genomen dat indien de Maastunnel in 2019 niet voldoet aan de gestelde tunnelveiligheidseisen een gehele sluiting van de tunnel dreigt.

  • 8*

    dat het treffen van een verkeersmaatregel daarnaast een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

  • 9*

    dat de weg onder beheer is van de gemeente Rotterdam;

  • 10*

    dat het verkeersbesluit aan de gebiedscommissies Delfshaven, Charlois en Centrum is voorgelegd in het kader van het adviesrecht zoals bedoeld in artikel 27 Verordening op de gebiedscommissies 2014 jo. Bijlage 1 Verordening op de gebiedscommissies 2014, nummer 4 Buitenruimte onder punt 07 (gemeenteblad 2013-96 of zoals nadien gewijzigd);

  • 11*

    dat de gebiedscommissie Centrum gebruik gemaakt heeft van het adviesrecht en daarbij positief heeft geadviseerd, maar wel aandacht vraagt voor de bereikbaarheid van het centrumgebied, in het bijzonder het Scheepvaartkwartier;

  • 12*

    dat de gebiedscommissies Delfshaven en Charlois hebben afgezien van hun adviesrecht;

  • 13*

    dat de dat in het kader van artikel 24 sub a. van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW, besluit van 26 juli 1990, Stb. 1990, 460,of zoals nadien gewijzigd) overleg heeft plaats gevonden met de Politie, eenheid Rotterdam;

gelet op artikel 18 aanhef en onder d. van de Wegenverkeerswet 1994 (Staatsblad 1994, nr. 475, zoals nadien gewijzigd), het bepaalde in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer en daartoe bevoegd krachtens door het college van Burgemeester en Wethouders verleend mandaat in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam Rotterdam 2016 (gemeenteblad 2016-6556, zoals nadien gewijzigd);

BESLUIT:

namens het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam,

1. tot afsluiting van de Westbuis van de noordzijde van de Maastunnel voor de rijrichting noord naar zuid vanaf 3 juli 2017 tot en met 21 juli 2018 (of zoveel korter danwel zoveel langer als voor de werkzaamheden dringend noodzakelijk is) door:

a. het instellen van een geslotenverklaring voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, door het plaatsen van borden C1 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 met onderbord ‘uitgezonderd bouwverkeer” op de Westzeedijk vanaf de kruising met de G.J. de Jonghweg en Parkhaven in noordoostelijke richting op de twee zuidelijk gelegen rijstroken richting de Maastunnel;

b. het instellen van een geslotenverklaring voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, door het plaatsen van borden C1 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op de Westzeedijk vanaf de kruising met het Droogleever Fortynplein in zuidoostelijke richting op de twee rijstroken richting de Maastunnel;

c. het instellen van een gebod tot het volgen van de rijrichting door het plaatsen van het bord D02-L als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op de G.J. de Jonghweg ter hoogte van de kruising met het Droogleever Fortynplein, om bestuurders te gebieden om de (tijdelijke) barriers en/of middengeleiders bij nadering aan de linkerzijde te passeren;

d. het instellen van een gebod tot het volgen van de rijrichting door het plaatsen van het bord D04, als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op de Westzeedijk ter hoogte van de kruising met het Droogleever Fortynplein, om bestuurders te gebieden om de (tijdelijke) barriers en/of middengeleiders bij nadering aan de linkerzijde te passeren;

e. het instellen van een gebod tot het volgen van de rijrichting door het plaatsen van het bord D04, als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op de Westzeedijk ter hoogte van de kruising G.J. de Jonghweg en Parkhaven, in noordwestelijke richting, om bestuurders van bouwverkeer te gebieden om de Westzeedijk in noordwestelijke richting op te rijden;

2. In het kader van de afsluiting zoals vermeld onder punt 1 aan de zuidzijde van de Maastunnel van 3 juli 2017 tot en met 21 juli 2018 (of zoveel korter danwel zoveel langer als voor de werkzaamheden dringend noodzakelijk is) de volgende maatregelen in te stellen:

a. een tweetal geslotenverklaringen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, in te stellen door het plaatsen van borden C1 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op de noordelijke rijbaan van de Doklaan ter hoogte van de ingangen van het bouwterrein in noordwestelijke richting;

b. een geslotenverklaringen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, in te stellen door het plaatsen van borden C1 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op de twee rijstroken komende vanaf de Maastunnel, op de Doklaan ter hoogte met de kruising Maastunnelplein;

c. een geslotenverklaring voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, door het plaatsen van borden C1 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 met onderbord “uitgezonderd bouwverkeer” in te stellen op de westelijke rijbaan van de Pleinweg ter hoogte van huisnummer 205 op de drie rijstroken komende vanaf de Maastunnel;

3. In het kader van de afsluiting zoals vermeld onder punt 4 aan noordzijde van de Maastunnel vanaf 21 juli 2018 tot en met 16 augustus 2019 (of zoveel korter danwel zoveel langer als voor de werkzaamheden dringend noodzakelijk is) de volgende maatregelen te nemen:

a. het instellen van een geslotenverklaring voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, door het plaatsen van borden C1 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op de Westzeedijk vanaf de kruising met het Droogleever Fortynplein in zuidoostelijke richting op de twee rijstroken richting de Maastunnel;

b. het instellen van een gebod tot het volgen van de rijrichting door het plaatsen van het bord D02-L als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op de G.J. de Jonghweg ter hoogte van de kruising met het Droogleever Fortynplein, om bestuurders te gebieden om de (tijdelijke) barriers en/of middengeleiders bij nadering aan de linkerzijde te passeren;

c. het instellen van een gebod tot het volgen van de rijrichting door het plaatsen van het bord D04, als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op de Westzeedijk ter hoogte van de kruising met het Droogleever Fortynplein, om bestuurders te gebieden om de (tijdelijke) barriers en/of middengeleiders bij nadering aan de linkerzijde te passeren;

d. het instellen van een geslotenverklaring voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, door het plaatsen van borden C1 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 met onderbord ‘uitgezonderd bouwverkeer, op de westelijke rijbaan van de tunneltraverse richting 's-Gravendijkwal, ter hoogte van de ingang naar het bouwterrein;

e. het instellen van een voorrangsregime op de oostelijke rijbaan van de tunneltraverse richting de ’s-Gravendijkwal ter hoogte van de oprit richting het Droogleever Fortynplein, zodat bestuurders op de oostelijke rijbaan van de 's-Gravendijkwal voorrang hebben op bestuurders komende vanaf het bouwterrein, door het plaatsen van verkeersbord met model B6, als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en het aanbrengen van haaientanden zoals bedoeld in Hoofdstuk IV, paragraaf 2, onderdeel 7 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW;

f. het instellen van een hoogtebeperking door plaatsing van het verkeersbord C19 (3.60 meter) ter hoogte van de westelijke rijbaan ter hoogte van de entree van de bouwplaats richting Drooglever Fortynplein;

4. Tot afsluiting van de oostbuis aan de zuidzijde van de Maastunnel en het instellen van een omleiding naar de westbuis aan de zuidzijde van de Maastunnel voor de rijrichting zuid naar noord vanaf 21 juli 2018 tot en met 16 augustus 2019 middels (of zoveel korter danwel zoveel langer als voor de werkzaamheden dringend noodzakelijk is): a. het instellen van een geslotenverklaring voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, door het plaatsen van borden C1 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, met onderbord “uitgezonderd bouwverkeer” op de oostelijke rijbaan van de tunneltraverse ter hoogte van het bouwterrein;

b. het instellen van een geslotenverklaring voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, door het plaatsen van borden C1 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op de noordelijke rijbaan van de Pleinweg ter hoogte van huisnummer 215 op de hoofdrijbaan in noordwestelijke richting op de twee rijstroken richting de Maastunnel;

c. het instellen van een gebod tot het voorbij gaan aan beide zijden door het plaatsen van het bord D03 + BB22 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, op de Pleinweg ter hoogte van huisnummer 215 op de hoofdrijbaan in noordwestelijke richting op de twee rijstroken richting de Maastunnel;

d. het instellen van een geslotenverklaring voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, door het plaatsen van borden C1 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 met onderbord ‘uitgezonderd bouwverkeer”, op de oostelijke rijbaan van de tunneltraverse ter hoogte van de kruising met het Maastunnelplein/Dorpsweg in noordwestelijke richting op de twee rijstroken richting de Maastunnel;

e. het instellen van een hoogtebeperking door plaatsing van het verkeersbord C19 (3.60 meter) ter hoogte van de -Pleinweg ter hoogte van huisnummer 215 op de hoofdrijbaan in noordwestelijke richting op de twee rijstroken richting de Maastunnel;

f. het instellen van een geslotenverklaring voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, door het plaatsen van borden C1 als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 met onderbord ‘uitgezonderd bouwverkeer” op de locatie Maastunnelplein;

g. het instellen van een voorrangsregime op de twee rijstroken van de oostelijke rijbaan komende vanaf de Maastunnel, zodat bestuurders op het Maastunnelplein voorang hebben op bestuurders van bouwverkeer komende vanaf de Maastunnel , door het plaatsen van verkeersbord met model B6, als bedoeld in bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en het aanbrengen van haaientanden zoals bedoeld in Hoofdstuk IV, paragraaf 2, onderdeel 7 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW;

Te bepalen dat de bij dit besluit behorende tekeningen “1. Noord- Westbuis dicht”, “2. Zuid Westbuis dicht”, “3. Noord – Oostbuis dicht” en “4. Zuid – Oostbuis dicht” integraal onderdeel uitmaakt van dit verkeersbesluit.

Te bepalen dat dit verkeersbesluit geldt voor de periode van 3 juli 2017 tot en met 16 augustus 2019, of zoveel korter danwel zoveel langer als voor de werkzaamheden dringend noodzakelijk is;

De directeur van Cluster Stadsbeheer wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Dit besluit wordt zowel in de Staatcourant als op de voor de gemeente gebruikelijke wijze gepubliceerd. Rotterdam, 10 mei 2017

Namens het college van Burgemeester en Wethoudersde directeur van het cluster Stadsontwikkeling,voor deze, het hoofd Verkeer en Vervoer,

S.M. Leijten-Adams

Niet eens met deze beslissing?

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na datum van publicatie in de Staatscourant, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet ten minste bevatten:- naam en adres van de indiener- datum bezwaarschrift- de gronden van het bezwaar- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt. Het bezwaarschrift moet worden gezonden naar:Het college van burgemeester en wethouders,t.a.v. de Algemene Bezwaarschriftencommissie, postbus 1011, 3000 BA te ROTTERDAM.Faxnummer Algemene Bezwaarschriftencommissie: (010) 2676300. U kunt uw bezwaarschrift ook digitaal indienen op: www.rotterdam.nl/bezwaar U kunt, indien u een bezwaarschrift bij het college heeft ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bij: Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, postbus 50951, 3007 BM te ROTTERDAM.Voor een dergelijk verzoek is griffiegeld verschuldigd.

 

Naar boven