Convenant tot vierde wijziging van het convenant stimulering schone vrachtauto’s en milieuzonering

de partijen

1. de Minister van Infrastructuur en Milieu en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, beiden handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de staat der Nederlanden, waarvan de zetel is gevestigd in ‘s-Gravenhage

2. EVO, waarvan de zetel is gevestigd te Zoetermeer,

3. Transport en Logistiek Nederland, waarvan de zetel is gevestigd te Zoetermeer,

4. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Amsterdam,

5. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Arnhem,

6. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Breda,

7. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Delft,

8. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Den Haag,

9. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Eindhoven,

10. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Leiden,

11. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Maastricht,

12. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente ’s-Hertogenbosch,

13. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Rotterdam,

14. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Rijswijk,

15. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Tilburg,

16. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, en de gemeente Utrecht

De gemeente Amsterdam, de gemeente Arnhem, de gemeente Breda, de gemeente Delft, de gemeente Den Haag, de gemeente Eindhoven, de gemeente Leiden, de gemeente Maastricht, de gemeente ’s-Hertogenbosch, de gemeente Rotterdam, de gemeente Rijswijk, de gemeente Tilburg en de gemeente Utrecht hierna gezamenlijk te noemen: de Gemeenten, dan wel in enkelvoud: de gemeente,

in aanmerking nemende:

Dat het convenant ‘Stimulering Schone Vrachtauto’s en Milieuzonering’ op 31 december 2016 eindigt.

Dat bij de Partijen behoefte bestaat om het convenant ongewijzigd met één jaar te verlengen na 2016 vanwege de volgende redenen:

  • In sommige steden zijn nog (verwachte) luchtkwaliteitsknelpunten;

  • Het tijdig informeren van de doelgroep (eigenaren van vrachtauto’s en bewoners van de steden) over de periode na 2016;

  • Het met elkaar in gesprek blijven over praktische en principiële zaken met betrekking tot de milieuzones;

  • Het realiseren en onderhouden van alle gemaakte afspraken uit het convenant, bijvoorbeeld verschoning van het gemeentelijke wagenpark;

  • Voor een verlenging met één jaar is gekozen omdat een aantal gemeenten de milieuzone in 2017 evalueert en op basis daarvan wil besluiten over een toekomstig toegangsregime.

Deze wijziging van het convenant is op 12 juli2016 ontvangen door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, notificatienummer 2016/346/NL, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende de informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). Naar aanleiding daarvan zijn geen vragen of reacties ontvangen en hoeft onderhavig convenant niet gewijzigd te worden.

PARTIJEN BESLISSEN DAT

ARTIKEL 1: DE WIJZIGING VAN HET CONVENANT

Het Convenant als volgt wordt gewijzigd:

Artikel 1.1.:

De looptijd van het convenant wordt met een jaar verlengd van 01-01-2017 tot en met 31-12-2017.

Artikel 1.2.:

Uiterlijk 1 juli 2017 maken de Partijen een afspraak over het al dan niet in stand houden van de milieuzones in de periode na 31-12-2017.

ARTIKEL 2: PUBLICATIE IN DE STAATSCOURANT

Binnen een maand na inwerkingtreding van dit Wijzigend Convenant wordt de tekst daarvan door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu gepubliceerd in de Staatscourant.

ARTIKEL 3: INWERKINGTREDING

Deze wijziging van het Convenant treedt in werking als alle partijen deze wijziging hebben ondertekend. De looptijd van deze wijziging is tot en met 31 december 2017.

N.B. De gehele tekst van het Convenant stimulering Schone Vrachtauto’s en Milieuzonering, de aanvulling en de bijlagen kunnen geraadpleegd worden op www.milieuzones.nl.

Naar boven