Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 10 april 2017 nr. IENM/BSK-2016/284344, houdende vaststelling van beleidsregels met betrekking tot de sanering van woningen die geluidhinder ondervinden van windturbines (Beleidsregels tegemoetkoming geluidsanering windturbines)

De Staatssecretaris van infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1 (Begripsbepalingen)

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

geluidsbelasting:

geluidsbelasting als bedoeld in artikel 11.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

geluidsgevoelige ruimte:

ruimte als bedoeld in artikel 11.1 van de Wet milieubeheer;

maatgevende windturbine:

windturbine die het dichtst bij de desbetreffende woning gelegen is;

Minister:

Minister van Infrastructuur en Milieu;

windturbine:

windturbine als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

Artikel 2 (Doel van de beleidsregels)

Deze beleidsregels hebben als doel maatregelen te treffen met betrekking tot de geluidwering van de gevels van de woningen, genoemd in bijlage I bij deze beleidsregels, om te bevorderen dat de geluidsbelasting vanwege windturbines binnen die woningen in de geluidsgevoelige ruimten bij gesloten ramen ten hoogste 30 dB bedraagt.

Artikel 3 (Maatregelen)

  • 1. De minister onderzoekt voor de woningen, opgenomen in bijlage I bij deze beleidsregels, of de geluidsbelasting vanwege windturbines bij gesloten ramen binnen de woning hoger is dan 30 dB.

  • 2. Indien uit het onderzoek volgt dat de geluidsbelasting binnen een woning als bedoeld in het eerste lid hoger is dan 30 dB, treft de Minister met betrekking tot de geluidwering van de gevels van die woningen maatregelen om te bevorderen dat de geluidsbelasting binnen die woning in de geluidsgevoelige ruimten bij gesloten ramen wordt teruggebracht met minimaal 3 dB en ten hoogste 30 dB bedraagt.

Artikel 4 (Voorwaarden)

  • 1. Woningen komen alleen in aanmerking voor het onderzoek, bedoeld in artikel 3, eerste lid, indien:

    • a. de maatgevende windturbine op of na 1 januari 1997 en voor 1 januari 2011 is geplaatst;

    • b. de gecumuleerde geluidsbelasting op de gevel als gevolg van een of meer windturbines groter is dan 47dB;

    • c. de eigenaar van de woning geen zeggenschap heeft over de maatgevende windturbine of de grond waarop deze is geplaatst; en

    • d. niet de verwachting bestaat dat de eigenaar van de woning binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze beleidsregels zal worden onteigend of dat de bestemming als woning binnen die termijn zal vervallen.

  • 2. De maatregelen worden alleen getroffen voor zover:

    • a. deze geen wijziging inhouden van de gebruiksmogelijkheden van de gevel vóór de sanering;

    • b. deze een wijziging inhouden van de gebruiksmogelijkheden van de gevel vóór de sanering, die niet leidt tot meerkosten die ten laste van het Rijk worden gebracht;

    • c. het bedrag van de werkelijke kosten het maximum niet overschrijdt, zoals berekend met behulp van bijlage D, behorende bij de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai.

  • 3. In afwijking van het tweede lid, onderdeel c, kunnen de maatregelen bij een eventuele overschrijding van dat bedrag toch worden getroffen, indien zich naar het oordeel van de Minister bijzondere omstandigheden voordoen.

Artikel 5 (Procedure)

  • 1. Ten aanzien van de woningen, bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregels, is hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in de artikelen 6.2, 6.5, 6.6, 6.8 en 6.10 in plaats van ‘het bevoegd gezag’ wordt gelezen: de Minister.

  • 2. De minister geeft uitvoering aan de artikelen 6.4, tweede en derde lid, 6.6, 6.8, vierde lid, en 6.9, tweede en derde lid;

Artikel 6 (Kosten)

De kosten van de maatregelen, bedoeld in artikel 3, komen ten laste van het Rijk.

Artikel 7 (Rekenmethode)

  • 1. De geluidsbelasting vanwege windturbines binnen de woningen bij gesloten ramen wordt bepaald met gebruikmaking van hoofdstuk 6 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012.

  • 2. In afwijking van artikel 6.2, eerste lid, van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 wordt voor het equivalent geluidsniveau buiten de woning uitgegaan van de waarde zoals deze is opgenomen in Bijlage I bij deze beleidsregels.

Artikel 8 (Inwerkingtreding)

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst en vervallen met ingang van 1 januari 2022.

Artikel 9 (Citeertitel)

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels tegemoetkoming geluidsanering windturbines.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

BIJLAGE I, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2 VAN DE BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING GELUIDSANERING WINDTURBINES

Straat

Huisnummer

Huisnr toevoeging

Postcode

Woonplaats

Lden

Lepelaarweg

14

 

3897LC

Zeewolde

48

Callantsogervaart

17

 

1759LH

Callantsoog

48

Bloesemlaan

31

 

3897LN

Zeewolde

51

Otterkoog

10

 

1822BW

Alkmaar

49

Huygendijk

16

 

1703RH

Heerhugowaard

51

Dodaarsweg

33

 

3897LP

Zeewolde

48

Kahoolsterlaan

2

 

9172AN

Ferwert

48

Huygendijk

7

 

1703RG

Heerhugowaard

48

Voltastraat

7

 

8801PL

Franeker

48

Edisonstraat

10

 

8801PN

Franeker

50

Rijndijk

245

 

2394CD

Hazerswoude-Rijndijk

48

Strandhoekweg

3

 

4493NS

Kamperland

48

Egelskoog

21

 

1822BM

Alkmaar

49

Grote Sloot

155

 

1752JK

Sint Maartensbrug

49

Marterkoog

14

 

1822BK

Alkmaar

48

Erf van Odin

3

 

1703RS

Heerhugowaard

48

Marsweg

15

 

8938AM

Leeuwarden

59

Egelskoog

15

 

1822BM

Alkmaar

49

Heuvelderij

7

 

9982TX

Uithuizermeeden

48

Weersterweg

35

 

8747NR

Wons

50

Buorren

7

 

8721GM

Warns

50

Buorren

15

 

8721GM

Warns

48

Rijndijk

251

 

2394CD

Hazerswoude-Rijndijk

48

Oostelijke Industrieweg

25

 

8801JW

Franeker

56

Gedeputeerde Laanweg

10

 

1619PB

Andijk

48

Krabbedyk

2

 

8731CE

Wommels

51

Quarlespolderweg

14

 

4456NX

Lewedorp

48

Marsweg

17

 

8938AM

Leeuwarden

60

Luxemburgweg

21

 

3198LG

Europoort Rotterdam

53

Koetille

3

 

8861KP

Harlingen

49

Rijndijk

239

A

2394CD

Hazerswoude-Rijndijk

48

Stationswei

30

 

8722HC

Molkwerum

54

Sterappellaan

18

 

3897LL

Zeewolde

48

Oostpolderweg

7

 

9909TH

Spijk Gn

51

Skrins

2

 

8835KW

Easterlittens

50

Wulpweg

33

 

3897LW

Zeewolde

49

Warvenweg

22

 

9936TG

Farmsum

54

Appelvinkweg

1

 

3897LD

Zeewolde

48

Krabbeweg

7

 

3231NB

Brielle

48

Rijndijk

257

 

2394CE

Hazerswoude-Rijndijk

48

Nijhuzumerdyk

1

 

8711GS

Workum

51

Sondelerdyk

9

 

8565GD

Sondel

52

Lange Blikstraat

2

 

4541HX

Sluiskil

48

Kruisweg

1

 

3241LN

Middelharnis

48

Bloesemlaan

22

 

3897LN

Zeewolde

49

Rijndijk

253

 

2394CE

Hazerswoude-Rijndijk

48

Belkmerweg

22

 

1754GB

Burgerbrug

49

De Houwen

3

 

9174GA

Ginnum

54

Industrieweg-Zuid

23

 

4554LL

Westdorpe

49

Zevenhuizen

14

 

8801AW

Franeker

48

Luxemburgweg

11

 

3198LG

Europoort Rotterdam

53

Swingmaleane

1

 

8857RA

Wijnaldum

48

Swingmaleane

1

A

8857RA

Wijnaldum

48

Espelerringweg

13

 

8309RE

Tollebeek

54

Gruttoweg

61

 

3897LS

Zeewolde

51

Tweede Bloksweg

66

 

2742KL

Waddinxveen

50

Flemingweg

8

 

2408AV

Alphen aan den Rijn

49

Buorren

8

 

8721GP

Warns

48

Schollevaarweg

5

 

3897LA

Zeewolde

49

Octaanweg

9

 

1041AM

Amsterdam

55

Hopweg

60

C

8313RM

Rutten

48

Machineweg

21

 

1165NB

Halfweg

50

Grote Sloot

157

 

1752JK

Sint Maartensbrug

49

Grote Sloot

159

 

1752JK

Sint Maartensbrug

49

Joarumerleane

29

 

8732EC

K1baard

53

Nieuw Almersdorperweg

1

 

1775RC

Middenmeer

50

Marsweg

19

 

8938AM

Leeuwarden

59

Gruttoweg

58

 

3897LT

Zeewolde

49

Constructieweg

33

 

3641SB

Mijdrecht

48

Constructieweg

33

A

3641SB

Mijdrecht

48

Lepelaarweg

1

 

3897LB

Zeewolde

48

Machineweg

13

 

1165NB

Halfweg

51

Gruttoweg

54

 

3897LT

Zeewolde

48

Egelskoog

13

 

1822BM

Alkmaar

49

Exmorraweg

6

 

8701PJ

Bolsward

48

Professor Zuurlaan

11

 

8256PD

Biddinghuizen

48

Krabbedyk

4

 

8731CE

Wommels

60

Kluutweg

15

 

3897MC

Zeewolde

49

Bramenweg

3

A

7948LM

Nijeveen

49

Rijndijk

255

A

2394CE

Hazerswoude-Rijndijk

48

Professor Zuurlaan

9

 

8256PD

Biddinghuizen

48

Wulpweg

40

 

3897LW

Zeewolde

49

Robbenkoog

38

 

1822BB

Alkmaar

48

Futenweg

8

 

3898LG

Zeewolde

50

Rijndijk

241

 

2394CD

Hazerswoude-Rijndijk

48

Harlingerweg

87

 

8801PB

Franeker

48

Egelskoog

8

 

1822BM

Alkmaar

49

Nummer

4

 

8775XD

Nijhuizum

53

Grote Sloot

156

 

1752JP

Sint Maartensbrug

49

Erf van Odin

1

 

1703RS

Heerhugowaard

48

Gruttoweg

1

 

3897LS

Zeewolde

49

Lepelaarweg

7

 

3897LB

Zeewolde

48

Meerswal

2

 

8754JA

Makkum

51

Noorderlicht

12

 

1704ZL

Heerhugowaard

48

Dwarsweg

14

a

9982TW

Uithuizermeeden

48

Noorderlaan

26

 

8747NW

Wons

48

Gruttoweg

6

 

3897LT

Zeewolde

49

Tweede Bloksweg

68

 

2742KL

Waddinxveen

49

Verlengde Edisonstraat

25

 

8861NJ

Harlingen

55

Tweede Bloksweg

66

A

2742KL

Waddinxveen

50

Reigerweg

17

 

3897LH

Zeewolde

49

Professor Zuurlaan

7

 

8256PD

Biddinghuizen

48

SiciliÙweg

2

 

1045AS

Amsterdam

50

Schollevaarweg

81

 

3897LA

Zeewolde

51

Dijkweg

2

 

9979XS

Oudeschip

48

Westermeerweg

29

 

8311PE

Espel

55

Noorderlicht

14

 

1704ZL

Heerhugowaard

48

Buorren

9

 

8721GM

Warns

48

Rijndijk

243

 

2394CD

Hazerswoude-Rijndijk

48

Buorren

3

 

8721GM

Warns

51

Huygendijk

5

 

1703RG

Heerhugowaard

48

Ungabuurtsterweg

3

 

8861NK

Harlingen

49

Dodaarsweg

1

 

3897LP

Zeewolde

50

Ooievaarsweg

9

 

3897LG

Zeewolde

50

Grote Sloot

151

 

1752JK

Sint Maartensbrug

49

Heidenskipsterdyk

46

 

8724HX

It Heidenskip

50

Nieuwe Gouwe O.Z.

5

 

2801SB

Gouda

48

Vijdtpolder

1

 

4634PW

Woensdrecht

48

Provincialeweg

5

 

3641RS

Mijdrecht

48

Innovatiepark

15

C

4906AA

Oosterhout

53

Rijndijk

239

 

2394CD

Hazerswoude-Rijndijk

48

Vrusschenhusken

2

A

6422PL

Heerlen

48

Ommelanderweg

22

 

9978TC

Hornhuizen

53

SiciliÙweg

4

 

1045AS

Amsterdam

50

Basisweg

64

 

1043AP

Amsterdam

48

Sterappellaan

28

 

3897LL

Zeewolde

51

Hopweg

60

 

8313RM

Rutten

48

Provincialeweg

2

 

1735ET

’t Veld

51

Kloosterlaan

21

 

9936TE

Farmsum

54

Sterappellaan

5

 

3897LL

Zeewolde

48

Rijndijk

247

 

2394CD

Hazerswoude-Rijndijk

48

Oostpolderweg

23

 

9909TH

Spijk Gn

49

James Wattstraat

8

 

8801PK

Franeker

53

Schollevaarweg

29

 

3897LA

Zeewolde

54

Belkmerweg

29

a

1754GB

Burgerbrug

48

Schouwerzijlsterweg

11

 

9951TG

Winsum

49

Hemert

11

 

8742KH

Burgwerd

48

Vrusschenhusken

4

 

6422PL

Heerlen

49

Rijndijk

249

 

2394CD

Hazerswoude-Rijndijk

48

Reigerweg

14

 

3897LH

Zeewolde

49

Koegorsstraat

23

 

4541HT

Sluiskil

49

Oudelanderweg

44

 

1775RE

Middenmeer

48

Ossenkampweg

16

 

3898LA

Zeewolde

48

Rijndijk

253

A

2394CE

Hazerswoude-Rijndijk

48

Prinsen Schouw

3

 

2394CX

Hazerswoude-Rijndijk

48

Ooievaarsweg

33

 

3897LG

Zeewolde

50

Ooievaarsweg

25

 

3897LG

Zeewolde

48

Otterkoog

28

A

1822BW

Alkmaar

48

Kapelaan Verdonschotstraat

56

 

6104BM

Koningsbosch

48

Robbenoordweg

48

 

1771MD

Wieringerwerf

55

Buorren

11

 

8721GM

Warns

48

Sterappellaan

29

 

3897LL

Zeewolde

50

Beitel

19

 

6422PA

Heerlen

48

Noordermeerweg

11

 

8312RA

Creil

48

Belkmerweg

29

 

1754GB

Burgerbrug

48

Visvijverweg

56

 

8219PC

Lelystad

48

de Loads

8

 

8447GP

Heerenveen

48

Buorren

6

 

8721GP

Warns

49

Baburen

5

 

8765LS

Tjerkwerd

51

Algemiene Wei

4

 

8582KV

Oudega

56

Oostpolderweg

21

 

9909TH

Spijk Gn

51

Weersterweg

33

 

8747NR

Wons

58

Statendamweg

105

 

4905BR

Oosterhout

48

Hopweg

60

B

8313RM

Rutten

48

Locht

88

A

6465AJ

Kerkrade

48

Nieuw Almersdorperweg

11

 

1775RC

Middenmeer

50

Willem LorÚweg

34

 

9291MC

Kollum

54

Ungabuurtsterweg

5

 

8861NK

Harlingen

48

Tweede Bloksweg

70

 

2742KL

Waddinxveen

49

Nijhuzumerdyk

3

 

8711GS

Workum

51

Egelskoog

19

B

1822BM

Alkmaar

49

Statendamweg

123

A

4905BR

Oosterhout

49

Baardmeesweg

3

 

3898LD

Zeewolde

48

Baburen

3

 

8765LS

Tjerkwerd

52

De Meerenweg

2

 

9961PA

Mensingeweer

49

Buorren

1

 

8721GM

Warns

51

Provincialeweg

6

 

1735ET

’t Veld

51

Gruttoweg

34

 

3897LT

Zeewolde

50

Hermelijnkoog

46

 

1822CB

Alkmaar

48

Spuikreekweg

3

 

4541HV

Sluiskil

48

Sterappellaan

17

 

3897LL

Zeewolde

48

Jacobaweg

1

 

4493MX

Kamperland

52

Kluutweg

11

 

3897MC

Zeewolde

49

Kruiskade

1

 

2394CM

Hazerswoude-Rijndijk

49

Appelvinkweg

9

 

3897LD

Zeewolde

49

Noorderlaan

20

 

8747NW

Wons

54

Wulpweg

38

 

3897LW

Zeewolde

50

Bijlweg

2

 

8219PE

Lelystad

52

Baburen

1

 

8765LS

Tjerkwerd

50

Ungabuurtsterweg

4

 

8861NK

Harlingen

48

Meerweg

11

 

8758LC

Allingawier

56

Sterappellaan

1

 

3897LL

Zeewolde

49

Lepelaarpad

8

 

3897LE

Zeewolde

51

Koetille

2

 

8861KP

Harlingen

50

Machineweg

20

 

1165NB

Halfweg

51

Tureluurweg

1

 

3897LR

Zeewolde

48

Zuidpoort

1

 

1703RC

Heerhugowaard

51

Espelerringweg

7

2

8311PA

Espel

48

Middenweg

2

A

1703RC

Heerhugowaard

49

Grote Adriana Theodorapolder

5

 

3257LG

Ooltgensplaat

48

Basisweg

66

 

1043AP

Amsterdam

48

Reigerweg

18

 

3897LH

Zeewolde

49

Buorren

7

A

8721GM

Warns

49

Locht

100

 

6465AJ

Kerkrade

48

Machineweg

14

 

1165NB

Halfweg

51

Goliathspad

3

 

9979XG

Eemshaven

53

Dodaarsweg

2

 

3897LP

Zeewolde

50

Joarumerleane

27

 

8732EC

K1baard

49

Kajuitweg

3

 

1041AP

Amsterdam

52

Erf van Odin

2

 

1703RS

Heerhugowaard

48

Dijkweg

14

 

9979XS

Oudeschip

52

Zevenhuizen

53

 

8801AW

Franeker

48

Hopweg

60

A

8313RM

Rutten

48

Klokbekerweg

15

 

8219PD

Lelystad

49

Visvijverweg

58

 

8219PC

Lelystad

48

Pijlstaartweg

18

 

8218NG

Lelystad

48

Pijlstaartweg

13

 

8218NG

Lelystad

48

TOELICHTING

Algemeen deel

1. Inleiding

Het doel van de beleidsregels is een tegemoetkoming aan omwonenden van windturbines die vóór 2011 al een geluidsbelasting (Lden)1 ondervonden vanwege die windturbines van meer dan 47 dB. De tegemoetkoming bestaat uit het onderzoeken van de geluidsbelasting binnen in de woning, en indien nodig, het treffen van geluidwerende maatregelen tot minimaal 30 dB met een minimaal effect van 3 dB.. Deze beleidsregels geven het kader waarbinnen de tegemoetkoming verstrekt zal worden.

2. Aanleiding en achtergrond

Per 1 januari 2011 is afdeling 3.2.3 van het Activiteitenbesluit milieubeheer in werking getreden met nieuwe regels voor windturbines. Voor zowel bestaande als nieuwe windturbines gelden de normen van ten hoogste 47 dB Lden en 41 dB Lnight op de gevel van geluidgevoelige gebouwen en op de grens van geluidgevoelige terreinen. Het bevoegd gezag (de gemeente) kan een andere norm stellen in een maatwerkvoorschrift. Bij de behandeling van de wijziging van de milieuregels met betrekking tot windturbines in 2009 heeft de toenmalige bewindspersoon2, aangegeven onderzoek te doen ter voorbereiding van een eventuele saneringsoperatie. Dit onderzoek is door het RIVM uitgevoerd, waarna de Staatssecretaris in 2014 heeft toegezegd een beperkte tijdelijke subsidieregeling uit te werken voor woningen die vóór 2011 al een hogere geluidsbelasting door een windturbine hadden dan de nieuwe norm van 47 dB Lden 3. Deze regeling zou de geluidsisolatie van de betrokken woningen als maatregel ter beschikking stellen.

Voor nieuwe windturbines, geplaatst vanaf 2011, zullen gemeenten erop kunnen toezien dat aan de nieuwe geluidnorm wordt voldaan. Voor bestaande situaties, met een windturbine geplaatst vóór 2011, geldt dat bewoners geluidhinder kunnen ondervinden doordat zij een hogere geluidsbelasting door een windturbine ondervinden dan de norm. Voor laatstbedoelde situaties zijn, onder voorwaarden, deze beleidsregels bedoeld.

3. Hoofdlijnen

Eigenaren/bewoners van woningen nabij een windturbine komen onder de volgende voorwaarden in aanmerking voor onderzoek naar de noodzaak voor het treffen van geluidwerende maatregelen aan de gevel:

  • 1. De maatgevende windturbine is geplaatst tussen 1 januari 1997 en 31 december 2010,

  • 2. De geluidsbelasting in Lden op de gevel als gevolg van de nabijgelegen windturbines is (gecumuleerd) meer dan 47 dB, en

  • 3. De eigenaar van de woning heeft geen zeggenschap over de maatgevende windturbine.

Woningen die aan deze voorwaarden voldoen, zijn opgenomen in de lijst van woningen in bijlage 1 bij deze beleidsregels. De woningen zijn geselecteerd op basis van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) van 8 augustus 2016. De eigenaren en bewoners van deze woningen zullen namens de Minister een aanbod ontvangen voor een bouwkundig woningonderzoek om de geluidsbelasting binnen in de woning te bepalen. Wanneer de geluidsbelasting vanwege windturbines binnen de woning hoger is dan 30 dB, krijgen ze een aanbod voor geluidwerende maatregelen aan de gevel. Hieronder wordt ingegaan op de afzonderlijke aspecten van de beleidsregels.

Jaar van plaatsing windturbine

Voor de categorie windturbines die al een groot aantal jaren draait, geldt dat deze over enkele jaren uit gebruik zullen worden genomen. Als peildatum is daarom voor 1 januari 1997 gekozen. Voor de levensduur van een windturbine wordt uitgegaan van 15 tot 20 jaar. Windturbines uit 1996 zijn in 2017 21 jaar oud en ruimschoots aan het eind van hun levensduur. Deze windturbines zullen naar verwachting binnen enkele jaren worden verwijderd en dan kan ervoor gekozen worden een stillere windturbine te plaatsen of geen windturbine terug te plaatsen.

Voor woningen waar al voor 2011 een windturbine was, maar waar de windturbine inmiddels is vervangen, geldt dat de gemeente toeziet op de naleving van de in het Activiteitenbesluit milieubeheer opgenomen norm voor de geluidsbelasting. Nieuwere windturbines zijn stiller dan de generatie windturbines die momenteel wordt vervangen. De gemeente kan hiertoe de norm uit het Activiteitenbesluit handhaven of ervoor kiezen daarvan af te wijken en een maatwerkvoorschrift op te stellen. Omdat het lokale bevoegd gezag hierbij een keuze heeft, komen de woningen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming van het rijk.

Geluidsbelasting

Voor de geluidsbelasting op de gevels van woningen wordt uitgegaan van een overschrijding van de norm voor Lden in het Activiteitenbesluit van 47 dB. Deze geldt voor de gecumuleerde effecten van alle windturbines in de nabijheid van de woning. De dichtstbijzijnde windturbine draagt het meest bij aan de geluidsbelasting en geldt als de maatgevende windturbine.

De geluidsbelasting heeft het RIVM berekend volgens de methode die beschreven is in bijlage 1 bij het rapport RIVM (2011), ‘Sanering windturbinegeluid, een indicatieve raming van de kosten’ (rapportnummer 680375001/2011). Deze berekeningswijze verschilt van de rekenmethode die is opgenomen in het Reken- en meetvoorschrift windturbines uit bijlage 4 van de Activiteitenregeling milieubeheer. Kort gezegd wordt met de gehanteerde berekeningswijze om elke onderzochte windturbine een 47 dB contour getrokken, waarbij deze contour licht overschat wordt. Bij deze berekeningswijze vallen in ieder geval alle woningen binnen de ruime contour van 47 dB die daar ook binnen zouden vallen met een berekening volgens het Reken- en meetvoorschrift windturbines. Er is mogelijk zelfs sprake van een lichte overschatting.

Zeggenschap

Wanneer de eigenaar van de woning zeggenschap heeft over de maatgevende windturbine en/of over de grond waarop die staat, heeft de eigenaar zelf ingestemd met de aanwezigheid van de windturbine en heeft hij invloed op de bedrijfsvoering. Wanneer deze eigenaar tevens zelf de woning bewoont, ervaart hij over het algemeen geen hinder, zo blijkt uit onderzoek voor dit soort situaties (TNO (2008), ‘Hinder door geluid van windturbines; Dosis-effectrelaties op basis van Nederlandse en Zweedse gegevens’(rapportnummer 2008-D-R1051/B)). Om deze reden worden eigenaren van woningen, die zeggenschap hebben over de windturbine en/of de grond waarop de windturbine staat, uitgesloten van de toepassing van deze beleidsregels. Of een woningeigenaar zeggenschap heeft over de maatgevende windturbine is bepaald op grond van gegevens van het Kadaster en de Kamer van Koophandel (stand van zaken oktober 2016). Onder zeggenschap over de windturbine of de grond waarop die staat, wordt, naast eigenaarschap, ook begrepen een positie die in economische zin met die van eigenaar is te vergelijken. Te denken valt bijvoorbeeld aan zakelijke rechten als vruchtgebruik of opstalrecht met betrekking tot de grond, maar ook aan gedeelde eigendom van de windturbine, al of niet door een vennootschap, waarvan de aandelen over meer personen dan alleen de eigenaar van de woning zijn verdeeld, of een stichting, waarbinnen de eigenaar van de woning een bestuursfunctie bekleedt.

Binnenwaarde

Omdat de aanpak bestaat uit gevelisolatie is het van belang te weten wat de geluidsbelasting in de woning na geluidsisolatie moet zijn. In het Activiteitenbesluit milieubeheer is wel een norm voor de geluidsbelasting op de gevel gesteld, maar niet voor de binnenwaarde. In de Wet milieubeheer geldt voor de geluidsbelasting door weg- en railverkeer een binnenwaarde van 36 dB. Wanneer deze waarde wordt overschreden, moet het binnenniveau teruggebracht worden tot 3 dB onder de binnenwaarde. Deze geluidnormen zijn gebaseerd op dosis-effectrelaties. Deze zien er voor windturbines anders uit dan voor weg- en railverkeer (RIVM (2009), ‘Evaluatie nieuwe normstelling windturbinegeluid’ (rapportnummer 680300007/2009)). De geluidhinder begint bij een lager geluidniveau en stijgt daarna sneller. Op basis hiervan ligt een lagere toetswaarde voor de hand. Voor deze beleidsregels is gekozen voor een binnenwaarde van 30 dB als toetswaarde. Bij overschrijding daarvan moet de geluidsbelasting binnen de woning minimaal teruggebracht worden tot de toetswaarde. Om te voorkomen dat gevels moeten worden aangepast voor slechts een geringe verbetering wordt de voorwaarde gesteld dat de maatregelen moeten leiden tot een verlaging van de geluidsbelasting met minimaal 3 dB.

De geluidsbelasting in de woning wordt berekend op basis van de geluidsbelasting op de gevel en een berekening van de geluidwering op basis van de rekenmethode van hoofdstuk 6 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 (Rmg2012). Wanneer een berekening niet mogelijk is, bijvoorbeeld als er onduidelijkheid is over de in de gevel toegepaste materialen, zal een meting van de geluidwering worden gedaan, eveneens op basis van hoofdstuk 6 van het Rmg2012. Deze afweging wordt ter plaatse gemaakt door de betrokken akoestisch adviseur.

Procedure

De planning is om de uitvoering over drie jaren te spreiden. De eigenaren en bewoners zullen binnen deze periode worden verzocht om medewerking aan het onderzoek in de woning, en kunnen toestemming voor het onderzoek en het treffen van maatregelen verlenen of onthouden. Voor de wijze waarop dit gebeurt wordt aangesloten bij de procedure in hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder, die ook wordt toegepast bij het onderzoek in de woning en het treffen van maatregelen aan de gevel bij geluidsbelastingen als gevolg van verkeerslawaai in het kader van de Wet geluidhinder en hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer.

In de procedure van hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder is opgenomen dat maatregelen alleen worden getroffen wanneer de woning voldoet aan de relevante eisen in de Woningwet en het Bouwbesluit en er geen sprake is van andere gebreken of achterstallig onderhoud. Wanneer er in dit opzicht gebreken worden geconstateerd, en de eigenaar wel voor maatregelen in aanmerking wil komen, dient de eigenaar voor eigen rekening te zorgen dat deze gebreken worden opgeheven. Het treffen van maatregelen wordt vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de eigenaar van de woning en de Minister.

Op verschillende momenten in de procedure is sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen deze besluiten kan bezwaar en eventueel beroep worden ingesteld. Dit geldt ook voor deze beleidsregels. Voor de duidelijkheid wordt hieronder herhaald wat daarover in de toelichting bij het Besluit geluidhinder4 is opgenomen:

‘De mededelingen, genoemd in artikel 6.4, derde lid, 6.6, vierde lid, 6.8, vierde lid, en 6.9, derde lid, hebben steeds het karakter van een besluit. Zij zijn namelijk gericht op rechtsgevolg. Ook de mededeling waarbij een verlengde termijn wordt gesteld (bijvoorbeeld artikel 6.4, tweede lid), is een besluit. Geen besluit zijn vermoedelijk mededelingen waarbij wordt aangegeven dat het aanbrengen van maatregelen wordt overwogen (artikel 6.3), waarbij om toestemming wordt verzocht (bijvoorbeeld artikel 6.4, eerste lid), of waarbij het treffen van de feitelijke maatregelen wordt aangekondigd (artikel 6.8, tweede lid). De mededeling, genoemd in artikel 6.6, eerste lid, is in elk geval niet altijd een besluit, omdat zij slechts een bericht kan bevatten omtrent een verplichting die reeds uit anderen hoofde bestaat. Het verzoek, bedoeld in artikel 6.7, eerste lid, leidt niet tot een besluit, maar – ingevolge artikel 6.8, eerste lid, onder b – tot een voorstel voor een overeenkomst. De beslissing tot het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen (artikel 6.10) heeft evenmin het karakter van een besluit, omdat deze beslissing is gericht op het verrichten van feitelijke handelingen.’

4. Verhouding tot bestaande regelgeving

Er is geen wet- of regelgeving die de overheid verplicht woningen nabij windturbines in bepaalde gevallen van geluidwerende maatregelen aan de gevel te voorzien. In artikel 3.14a, vierde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer is wel het volgende bepaald: ‘In verband met een windturbine of een combinatie van windturbines waarvoor tot 1 januari 2011 een vergunning in werking en onherroepelijk was dan wel een melding was gedaan op grond van artikel 1.10, kunnen bij ministeriële beleidsregels maatregelen worden voorgeschreven die ertoe leiden dat binnen een bij die beleidsregels te bepalen termijn aan de norm van ten hoogste 47 dB Lden en ten hoogste 41 dB Lnight op de gevel van gevoelige gebouwen en bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein wordt voldaan in die gevallen waarin uit het akoestisch onderzoek, bedoeld in artikel 1.11, negende lid, blijkt dat de geluidsbelasting die waarde overschrijdt.’ Het gaat hier om maatregelen die de geluidsbelasting op de gevels van woningen verlagen, dus maatregelen aan de bron of overdrachtsmaatregelen tussen de bron en de woning. Deze maatregelen zijn echter niet doelmatig. Afschermende maatregelen (schermen) zijn vanwege de hoogte van de bron en de invloed van deze maatregel op de windsnelheid geen optie. Maatregelen aan de bron zijn niet mogelijk zonder dat dit tot exploitatieverlies leidt. Geluidmaatregelen zoals het (periodiek) stilzetten van de rotors en in het uiterste geval het ontmantelen van de installatie zijn zeer kostbaar doordat de investeringskosten dan niet worden terugverdiend.

Bron- en overdrachtsmaatregelen komen dus niet in aanmerking als saneringsmaatregel. Gemeenten kunnen als bevoegd gezag voor de windturbine deze maatregelen dus ook niet opleggen. Gevelwerende maatregelen komen wel in aanmerking om de geluidhinder van windturbines binnen in de woning te beperken. Gemeenten hebben echter geen wettelijk taak om woningen nabij windturbines bij overschrijding van de geluidnormen van gevelwerende maatregelen te voorzien. De Minister wil mede gelet op de reactie van de Tweede Kamer op de milieuregels voor windturbines in het Activiteitenbesluit een (onverplichte) tegemoetkoming doen aan de eigenaren / bewoners van de desbetreffende woningen door een aanbod om, bij overschrijding van de binnenwaarde, geluidwerende maatregelen aan de gevel te treffen. Op deze manier wordt hinder die volgens de huidige normen niet meer acceptabel is, beperkt. De eigenaren kunnen zelf beslissen of zij deze maatregelen uitgevoerd willen hebben.

5. Uitvoering en handhaving

Deze beleidsregels zullen worden uitgevoerd door Bureau Sanering Verkeerslawaai (hierna: BSV) te Woerden, dat ook de Subsidiebeleidsregels sanering verkeerslawaai uitvoert. Mandaat en machtiging daartoe is verleend in het Mandaatbesluit Bureau Sanering Verkeerslawaai 2016.

BSV zal er ook op toezien dat aan de voorwaarden van deze beleidsregels zal worden voldaan. Doordat de tegemoetkoming wordt verstrekt in de vorm van een onderzoek en het treffen van maatregelen namens de Minister, is gewaarborgd dat de beschikbare gelden niet voor andere doeleinden worden besteed. BSV is betrokken geweest bij het opstellen van de beleidsregels en heeft aangegeven dat de beleidsregels uitvoerbaar en handhaafbaar zijn.

6. Gevolgen

Als gevolg van de geluidwerende maatregelen aan de gevel zullen de bewoners in de woning minder hinder en gezondheidseffecten ervaren van een windturbine. Verwacht mag worden dat de waarde van de woning stijgt.

De beleidsregels zijn zodanig vormgegeven dat deze tot zo min mogelijk administratieve lasten voor eigenaren en bewoners zullen leiden. In de fase van het benaderen van de eigenaren en bewoners nemen de eigenaren en bewoners kennis van de beleidsregels en geeft de eigenaar wel of niet toestemming voor het bouwtechnisch onderzoeken van de woning. Na het onderzoek ontvangt de eigenaar een aanbod, waar hij wel of niet mee kan in stemmen. Het aanbod wordt met de eigenaar en eventueel de bewoner besproken, en daarbij bestaat de mogelijkheid om wensen in te dienen voor werkzaamheden die tegelijkertijd met de gevelmaatregelen worden uitgevoerd. De meerkosten hiervan zijn voor rekening van de eigenaren. De eigenaar en eventueel de bewoner moet vervolgens gelegenheid geven de werkzaamheden uit te voeren.

7. Advisering en consultatie

In de verzamelbrief regeldruk 2011–2015 van 19 september 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 29 515 nr. 333) is te lezen dat ‘uitgangspunt is dat voorstellen die significante verandering brengen in de rechten en plichten van burgers, bedrijven en instellingen of die grote gevolgen hebben voor de uitvoeringspraktijk via internet worden geconsulteerd’.

De tegemoetkomingsbeleidsregels hebben betrekking op een beperkt aantal woningen in de nabijheid van windturbines. De bewoners zijn gebaat bij een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de beleidsregels. De toegevoegde waarde van internetconsultatie is daarom als gering in te schatten. Gelet hierop is afgezien van internetconsultatie van deze beleidsregels.

8. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels gelden voor een periode van maximaal vijf jaar en vervallen op 31 december 2021. Zij blijven van toepassing op de nakoming van de vóór dat tijdstip gesloten overeenkomsten met eigenaren van woningen die in aanmerking komen voor geluidwerende maatregelen aan de gevel.

Artikelsgewijs

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de begripsbepaling van geluidsgevoelige ruimten wordt aangesloten bij hetgeen daarover is geregeld in artikel 11.1 van de Wet milieubeheer. Deze staan nader gespecificeerd in artikel 3 van het Besluit geluid milieubeheer. Binnen woningen zijn de geluidgevoelige ruimten beperkt tot ruimten die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer worden gebruikt of voor een zodanig gebruik zijn bestemd, en een keuken van ten minste 11 m2.

Bij de definitie van een windturbine wordt verwezen naar artikel 1.1, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer: een apparaat voor het opwekken van elektrisch of thermisch vermogen uit wind.

Voor de toepasselijkheid van deze beleidsregels wordt gekeken naar de windturbine die het dichtst bij de woning is gelegen. De dichtstbijzijnde windturbine draagt het meest bij aan de geluidsbelasting en geldt als de maatgevende windturbine.

Artikel 2. Doel van de beleidsregels

In dit artikel wordt het doel van de beleidsregels omschreven. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting.

Artikel 3. Maatregelen

Het eerste lid omschrijft dat voor iedere woning die is opgenomen in de bijlage wordt onderzocht of aan de binnenwaarde (30 dB) wordt voldaan. Als de woning wel voldoet en dus niet in aanmerking komt voor maatregelen, wordt de eigenaar hiervan op de hoogte gebracht, conform artikel 6.8, vierde lid, van het Besluit geluidhinder.

Het tweede lid bepaalt dat de Minister maatregelen treft aan de gevels van de woningen die niet aan de binnenwaarde van 30 dB voldoen. Dit komt erop neer dat aan de eigenaren van die woningen een maatregelpakket wordt aangeboden, waarin geluidwerende maatregelen aan de gevels van de woning zijn opgenomen. Deze zijn erop gericht de binnenwaarde minimaal terug te brengen tot 30 dB, met een minimaal effect van 3 dB.

Artikel 4 (Voorwaarden)

In dit artikel zijn in het eerste lid de voorwaarden opgenomen voor het in aanmerking komen voor onderzoek naar de noodzaak voor het treffen van geluidwerende maatregelen aan de gevel. Voor een nadere toelichting van deze voorwaarden wordt verwezen naar paragraaf 3 van het algemeen deel van deze toelichting. Verder worden in het tweede lid voorwaarden gesteld waaraan de voorgestelde maatregelen moeten voldoen. Deze voorwaarden zijn erop gericht het maatregelpakket zo sober en doelmatig mogelijk te maken. Zo mogen de gebruiksmogelijkheden van de gevel vóór de sanering niet wijzigen, tenzij dit niet leidt tot meerkosten (onderdeel a en b). Van een wijziging van de gebruiksmogelijkheden die over het algemeen niet tot meerkosten zal leiden is bijvoorbeeld sprake bij het vastzetten van een kantelraam. Een voorbeeld van een wijziging van de gebruiksmogelijkheden die wél kan leiden tot meerkosten is het plaatsen van een vliesgevel. Ook is het van belang dat zoveel mogelijk van bestaande ventilatievoorzieningen gebruik wordt gemaakt om de kosten te beperken.

Voor de normering van de bedragen van de aan te brengen voorzieningen wordt verwezen naar de toetsbedragen die worden genoemd in de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai. Uitgangspunt is het zoveel mogelijk voorkomen van overschrijding van deze toetsbedragen. In de praktijk zijn er in uitzonderingsgevallen echter omstandigheden denkbaar waardoor deze bedragen de kosten niet geheel dekken. Voorbeelden zijn bijzondere elementen in de gevel, waardoor alleen duurdere oplossingen mogelijk zijn, en omstandigheden, zoals de bereikbaarheid, die gewone uitvoering niet mogelijk maken. Ook is het mogelijk dat, ondanks de aanbesteding in concurrentie, door de aanwezige marktsituatie de kosten niet binnen de toetsbedragen kunnen worden gehouden. In die gevallen kan de Minister besluiten om de maatregelen alsnog te treffen.

Artikel 5 (Procedure)

Voor de procedure wordt aangehaakt bij de procedure die is ingericht voor industrielawaai en verkeerslawaai in hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder. De procedure omvat voorschriften omtrent de wijze waarop bewoners benaderd worden en gevraagd worden om medewerking aan het onderzoek of het aanbrengen van de maatregelen. Voor een toelichting op de procedure wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van het algemene deel van deze toelichting. Een uitgebreidere toelichting is te vinden in de toelichting op het Besluit geluidhinder (Stb. 2006, nr. 532, pagina 45–47).

Artikel 6 (Kosten)

De kosten van de maatregelen komen volledig ten laste van het Rijk.

Artikel 7 (Rekenmethode)

De binnenwaarde wordt bepaald door de geluidsbelasting op de gevel te verminderen met de geluidwering van deze gevel. De precieze methode om een binnenwaarde te bepalen staat omschreven in hoofdstuk 6 van het Rmg2012. Daar wordt dan ook naar verwezen in de beleidsregels.

De geluidsbelasting binnen woningen wordt in het kader van deze beleidsregels in principe berekend. Er worden geen metingen uitgevoerd om de geluidwering van een woning te bepalen, behalve wanneer een berekening niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat er onduidelijkheid is over de samenstelling van de gevel.

Bijlage 1

De lijst die is opgenomen in Bijlage 1 is tot stand gekomen op basis van onderzoek dat is uitgevoerd door het RIVM, gecombineerd met gegevens van het Kadaster en de Kamer van Koophandel. Voor een nadere toelichting wordt hier verwezen naar hoofdstuk 3 van het algemeen deel van deze toelichting.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Lden is maat ter bepaling van de geluidsbelasting of een andere geluidwaarde op een plaats en vanwege een bron over alle perioden van 07.00–19.00 uur, van 19.00–23.00 uur en van 23.00–07.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onderdeel 1, van richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189);

X Noot
2

Kamerstukken II, 2009/10, 31 209, nr. 99, blz. 17

X Noot
3

Kamerstukken II, 2013/14, 30 175, nr. 195

X Noot
4

Staatsblad 2006/532, blz. 47

Naar boven