Verkeersbesluit instellen voorrangskruisingen Kapelseweg, Kloetinge

Logo Waterschap Scheldestromen

Het adjunct afdelingshoofd Wegen van waterschap Scheldestromen,

gelet op de bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994, het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb),

overwegende:

  • -

    dat de Kapelseweg tussen de kernen Kloetinge en Kapelle ligt en aansluit op de Monnikendijk;

  • -

    dat de weg een breedte heeft van circa 4,6 meter;

  • -

    dat de Kapelseweg twee aansluitingen heeft in de vorm van Moerwegje en Waanskinderen;

  • -

    dat de Kapelseweg druk bereden wordt door fietsers;

  • -

    dat daarom op de Kapelseweg fietssuggestiestroken worden aangelegd;

  • -

    dat het verkeer, met name vanwege de veiligheid voor de fietsers, op de Kapelseweg voorrang moet krijgen op het verkeer uit de zijwegen en daarom de gelijkwaardige kruisingen met Moerwegje en Waanskinderen ingesteld worden als voorrangskruisingen;

  • -

    dat gelet op het voorgaande, met het onderhavige verkeersbesluit de volgende doelstellingen worden beoogd:

    • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

    • het beschermen van de weggebruikers en passagiers;

    • het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast of hinder;

  • -

    dat ter zake ingevolge artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de korpschef van de politie Zeeland – West-Brabant, namens deze de beleidsadviseur verkeer (advies d.d. 15-03-2017) en zij een positief advies hebben gegeven, echter adviseren om een stopbord en stopstreep te plaatsen in plaats van een voorrangsbord en haaientanden;

  • -

    dat in afwijking van dit advies, gezien de lage intensiteiten op de Waanskinderen en Moerwegje, vastgehouden wordt aan het plaatsen van voorrangsborden en haaientanden;

  • -

    dat er overleg heeft plaatsgevonden met gemeente Goes (advies d.d. 30-03-2017) en zij inhoudelijk een positief advies hebben gegeven, echter hebben verzocht om het nemen van de maatregel uit te stellen;

  • -

    dat in afwijking van dit verzoek, gezien de verkeersonveilige situaties op en het benodigde onderhoud aan de Kapelseweg, de maatregel niet uitgesteld wordt.

besluit:

Tot het instellen van:

 

  • 1.

    twee voorrangskruisingen, door het plaatsen van borden B4, B5 en B6, zoals opgenomen in bijlage 1 van het RVV 1990;

Mededelingen

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen, Kanaalweg 1, 4337 PA Middelburg.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

 

  • 1.

    de naam en het adres van de indiener;

  • 2.

    de dagtekening;

  • 3.

    vermelding van de datum en het nummer of kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

  • 4.

    een opgave van redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

 

Indien een bezwaarschrift is ingediend is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West Brabant, Team Bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda.

 

Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • 1.

    de naam en het adres van de verzoeker;

  • 2.

    de dagtekening;

  • 3.

    vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en datum en nummer of kenmerk van dat besluit;

  • 4.

    de gronden van het verzoek (motivering).

 

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden gevoegd.

 

Naar aanleiding van het verzoek kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de Rechtbank wijst de verzoeker na de indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Naar boven