Autorisatiebesluit selectieverstrekking RIVM/PSIE, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum: 29 maart 2017

Kenmerk: 2017-0000150114

In het verzoek van 13 februari 2017, 2017-0000088547, heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu verzocht om de selectieverstrekking van gegevens als bedoeld in Artikel 37, eerste lid, onder b, van het Besluit BRP in verband met de uitvoering van de taak waarvoor genoemde Minister bij besluit van 30 januari 2014, 2014-0000055384 geautoriseerd is voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de Minister van VWS:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. de afnemersindicatie:

de codering die de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;

j. de selectieverstrekking van gegevens:

de selectieverstrekking van gegevens, bedoeld in Artikel 37, eerste lid, onder b, van het Besluit BRP;

k. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 2. De selectieverstrekking van gegevens aan de Minister van VWS

Artikel 2

  • 1. Op de selectiedatum worden eenmalig de persoonslijsten van ingeschrevenen geselecteerd, voor zover de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijsten is opgenomen.

  • 2. Van de geselecteerde persoonslijsten worden op de leveringsdatum de in de bijlage opgenomen gegevens aan de Minister van VWS verstrekt voor zover deze gegevens op de persoonslijsten zijn opgenomen.

  • 3. De selectiedatum en de leveringsdatum worden door de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens in overleg met de Minister van VWS vastgesteld.

Paragraaf 3. Overige verstrekkingen aan de Minister van VWS

Artikel 3

  • 1. Indien een verstrekking aan de Minister van VWS op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. Indien aan de Minister van VWS gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 4

  • 1. De Minister van VWS verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Minister van VWS;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Minister van VWS;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de Minister van VWS.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2017.

Het besluit en de bijlage bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 29 maart 2017

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, R. Maas Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De selectieverstrekking van gegevens

Eenmalig of periodiek worden persoonslijsten geselecteerd die aan een of meerdere voorwaarden voldoen. Van de geselecteerde persoonslijsten wordt een vastgestelde set gegevens verstrekt.

Overige verstrekkingen

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt.

Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. De verzending en ontvangst van berichten

Over de verstrekking van gegevens via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, over de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.

4. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

De geadresseerde van dit besluit is de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (in deze toelichting genoemd: de Minister van VWS).

De Minister van VWS is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.

4.1. Taak van de Minister van VWS

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is door de Minister van VWS belast met de uitvoering van het bevolkingsonderzoek Prenatale Screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie bij zwangere vrouwen. In het kader van dit bevolkingsonderzoek wordt een bloedonderzoek verricht bij zwangere vrouwen rond de twaalfde week van de zwangerschap. Het doel van het onderzoek is het voorkomen van ziekten bij de pasgeborene en het voorkomen van hepatitis B en HIV-dragerschap en verspreiding.

4.2. Wijzen van verstrekken aan de Minister van VWS

De Minister van VWS heeft ten behoeve van de uitvoering van de taken waarvoor hij bij besluit van 30 januari 2014, 2014-0000055384 is geautoriseerd systematische gegevensverstrekking nodig uit de basisregistratie personen. De Minister van VWS krijgt hiervoor een eenmalige selectieverstrekking.

De selectieverstrekking van gegevens aan de Minister van VWS

Eenmalig worden de persoonslijsten van de doelgroep zoals omschreven in artikel 2 geselecteerd. Van de geselecteerde persoonslijsten worden de gegevens, opgenomen in de bijlage aan de Minister van VWS verstrekt.

De selectieverstrekking van gegevens is noodzakelijk om te controleren of alleen bij zwangere vrouwen met afwijkende uitslagen in het bloedonderzoek een afnemersindicatie van de Minister van VWS is geplaatst. Dit wordt gecontroleerd door de persoonslijsten waarbij een afnemersindicatie van de Minister van VWS aanwezig is te vergelijken met de personen die in het bestand van het RIVM zijn opgenomen. Mocht blijken dat er afnemersindicaties al verwijderd hadden moeten zijn dan worden deze door het RIVM verwijderd.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

De gegevens die aan de Minister van VWS worden verstrekt zijn nader toegelicht in paragraaf 4.3 van de toelichting bij het besluit van 30 januari 2014, 2014-0000055384.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de Minister van VWS tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de Minister van VWS om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de Minister van VWS.

6. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, https://publicaties.rvig.nl

Naar boven