Regeling van de Minister van Economische Zaken van 17 maart 2017, nr. WJZ/17041366, houdende regels inzake aanvraag en verlenging vergunningen landelijke commerciële radio-omroep in de FM-band (Regeling verlenging en digitalisering landelijke commerciële radio-omroep 2017)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 11, 12 en 18, vijfde en elfde lid, van het Frequentiebesluit 2013;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

commerciële radio-omroep:

radio-omroep als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 die wordt verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet;

FM-vergunning:

vergunning voor landelijke commerciële radio-omroep in de FM-band die op grond van het Besluit verlengbaarheid vergunningen landelijke commerciële radio FM-band 2016 verlengbaar is;

minister:

Minister van Economische Zaken;

kavel:

frequentie of samenstel van frequenties voor het gebruik waarvan een vergunning kan worden verleend;

radioprogramma:

radioprogramma als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008;

vergunning voor digitale radio-omroep:

vergunning voor het gebruik van 1/9e deel van een capaciteit van het frequentieblok bedoeld in nationale voetnoot HOL007A van het Nationaal Frequentieplan 2014 die gekoppeld is aan de te verlengen vergunning.

Artikel 2

  • 1. Een aanvraag om verlenging van de looptijd van een FM-vergunning tot 1 september 2022 wordt ingediend bij de minister.

  • 2. De aanvraag wordt in de periode van 27 maart 2017 tot en met 24 april 2017, voor 16.00 uur, per post ontvangen dan wel door middel van persoonlijke overhandiging ingediend op het volgende adres: Agentschap Telecom, ter attentie van Projectteam verlengingen, Emmasingel 1, 9726 AH Groningen. De persoonlijke overhandiging vindt in de genoemde periode plaats op werkdagen tussen 9.30 uur en 12.00 uur en tussen 13.30 uur en 16.00 uur.

  • 3. Bij persoonlijke overhandiging van de aanvraag wordt een bewijs van ontvangst afgegeven dat is voorzien van datum en tijdstip van ontvangst en ondertekening.

  • 4. De aanvrager dient slechts één aanvraag in, ook indien hij houder is van meer dan één FM-vergunning en aanspraak wenst te maken op verlenging van meer dan één van deze vergunningen.

  • 5. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het in bijlage 1 opgenomen model en gaat vergezeld van de in dit model genoemde gegevens en bescheiden.

Artikel 3

  • 1. Teneinde te kunnen voldoen aan het Nationaal Frequentieplan 2014, doet de aanvrager gelijktijdig met zijn aanvraag om verlenging, bedoeld in artikel 2, eerste lid, een aanvraag voor een vergunning voor digitale radio-omroep per FM-vergunning waar die aanvraag tot verlenging betrekking op heeft. In geval van persoonlijke overhandiging is artikel 2, derde lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Artikel 2, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4

  • 1. Indien de aanvrager een of meer bedragen is verschuldigd op grond van artikel 2 van de Regeling vaststelling bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2017, verstrekt de aanvrager een waarborgsom of een bankgarantie ter grootte van het totale verschuldigde bedrag.

  • 2. Bij de verstrekking van een waarborgsom wordt deze uiterlijk 24 april 2017 om 16.00 uur ontvangen op het bankrekeningnummer 705001199, IBAN: NL41INGB0705001199, BIC: INGBNL2A, ten name van Ministerie van Economische Zaken, Agentschap Telecom, Afdeling Bedrijfsvoering – Finance, onder vermelding van de desbetreffende kavel of kavels in de FM-band en van ‘vergunning voor digitale radio-omroep’.

  • 3. Bij de verstrekking van een bankgarantie wordt gebruik gemaakt van de modelbankgarantie, opgenomen in bijlage 2. Artikel 2, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

  • 1. Indien niet is voldaan aan artikel 2, tweede lid, of artikel 3, eerste lid, weigert de minister de aanvraag om verlenging, bedoeld in artikel 2.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, wordt de aanvraag om verlenging, bedoeld in artikel 2, geweigerd in geval de aanvraag om een vergunning voor digitale radio-omroep, bedoeld in artikel 3, eerste lid, op grond van artikel 3.18 van de wet wordt geweigerd.

Artikel 6

  • 1. Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan een van de in artikel 2, vierde en vijfde lid, in artikel 3, tweede lid, of in artikel 4 gestelde eisen, deelt de minister dit de aanvrager mee en stelt de minister de aanvrager in de gelegenheid het verzuim te herstellen.

  • 2. De aanvrager heeft gedurende tien werkdagen te rekenen vanaf de dag na dagtekening van de mededeling, bedoeld in het eerste lid, de gelegenheid het verzuim te herstellen.

  • 3. De gegevens of bescheiden ten behoeve van het verzuimherstel worden per post ontvangen dan wel door middel van persoonlijke overhandiging ingediend op het adres, genoemd in artikel 2, tweede lid, binnen de in het tweede lid bedoelde termijn, met dien verstande dat persoonlijke overhandiging op werkdagen tussen 9.30 uur en 12.00 uur en 13.30 en 16.00 uur geschiedt.

  • 4. Indien het verzuim niet binnen de termijn, bedoeld in het tweede en het derde lid, en niet op de wijze, vermeld in het derde lid, is hersteld of de aanvrager na herstel niet heeft voldaan aan de in artikel 2, vierde en vijfde lid, in artikel 3, tweede lid, of in artikel 4 gestelde eisen, kan de minister besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7

Een aanvraag om verlenging, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt toegewezen, voor zover de aanvraag:

  • a. niet is geweigerd op grond van artikel 5;

  • b. niet buiten behandeling is gesteld op grond van artikel 6, vierde lid, of

  • c. door de minister niet wordt geweigerd met toepassing van de gronden bedoeld in artikel 3.19, tweede lid, van de wet, welke gronden van overeenkomstige toepassing worden verklaard op de aanvraag tot verlenging, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 8

Indien de aanvraag, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt toegewezen, verleent de minister gelijktijdig een vergunning voor digitale radio-omroep per, op grond van die aanvraag, te verlengen FM-vergunning. De aanvraag om verlening van een vergunning voor digitale radio-omroep wordt in elk geval geweigerd indien de aanvraag, bedoeld in artikel 2, eerste lid, niet wordt toegewezen.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verlenging en digitalisering landelijke commerciële radio-omroep 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 17 maart 2017

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BIJLAGE 1, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, VIJFDE LID

Model voor een aanvraag

Aan:

Agentschap Telecom,

t.a.v. Projectteam verlengingen

Emmasingel 1

9726 AH Groningen

A.1. Aanvraag

Hiermee dien ik een aanvraag in om verlenging van de looptijd van de hierna aangeduide FM-vergunning(en) voor de periode van 1 september 2017 tot en met 31 augustus 2022 en om verlening van een daaraan gekoppelde vergunning voor digitale radio-omroep voor de periode van 1 september 2017 tot en met 31 augustus 2022.

Kruis aan wat van toepassing is.

FM-VERGUNNINGEN

□ vergunning voor kavel A01, alsmede een vergunning voor digitale radio-omroep

□ vergunning voor kavel A02, alsmede een vergunning voor digitale radio-omroep

□ vergunning voor kavel A03, alsmede een vergunning voor digitale radio-omroep

□ vergunning voor kavel A04, alsmede een vergunning voor digitale radio-omroep

□ vergunning voor kavel A05, alsmede een vergunning voor digitale radio-omroep

□ vergunning voor kavel A06, alsmede een vergunning voor digitale radio-omroep

□ vergunning voor kavel A07, alsmede een vergunning voor digitale radio-omroep

□ vergunning voor kavel A08, alsmede een vergunning voor digitale radio-omroep

□ vergunning voor kavel A09, alsmede een vergunning voor digitale radio-omroep

A.2. Verbondenheid

A.2.1 Verbondenheidstoets

Vermeld hieronder de datum van de laatste op u betrekking hebbende verbondenheidstoets waarvan u bij het invullen van dit onderdeel van de aanvraag bent uitgegaan.

Verbondenheidstoets Commissariaat voor de Media, datum:

---------------------------------------------- <<datum verbondenheidstoets invullen >>

A.2.2 Wijzigingen eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen

U dient aan te geven, door telkens door te halen wat niet van toepassing is, in hoeverre de onderstaande genoemde gegevens zijn gewijzigd, sinds het moment waarop de laatste op u betrekking hebbende verbondenheidstoets, zoals hierboven door u onder A.2.1 vermeld, heeft plaatsgevonden. Ook bij kleine wijzigingen, dient u ‘ja’ aan te geven.

  • a. De statuten van een of meer van de volgende rechtspersonen: de aanvrager, eventuele dochtermaatschappijen als bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en als de aanvrager deel uit maakt van een groep, bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, van de andere ondernemingen waarmee de aanvrager als verbonden instelling wordt aangemerkt?

    ja / nee

    Indien het antwoord ‘ja’ gegeven dient te worden, dienen de geldende statuten van de bedoelde rechtspersonen bij de aanvraag te worden gevoegd.

  • b. De grootte van het aandelenkapitaal, de samenstelling in soorten aandelen, zoals gewone, preferente, converteerbare of prioriteitsaandelen, en de verdeling over de aandeelhouders?

    ja / nee

    Indien het antwoord ‘ja’ gegeven dient te worden, dient u van de hier genoemde aspecten een volledige beschrijving op te nemen in de aanvraag.

  • c. Het vreemde vermogen van de aanvrager, zoals obligatieleningen, achtergestelde leningen, en leningen waarvoor een hypotheek- of pandrecht is verstrekt, wie de financiële middelen ter beschikking hebben gesteld en aan wie de aanvrager zekerheidsrechten heeft verleend?

    ja / nee

    Indien het antwoord ‘ja’ gegeven dient te worden, dient u van de hier genoemde aspecten een volledige beschrijving op te nemen in de aanvraag.

  • d. De wijze van besluitvorming binnen het bestuur, de raad van commissarissen en de vergadering van aandeelhouders onder meer bij benoeming, schorsing of ontslag van leden van het bestuur of de raad van commissarissen?

    ja / nee

    Indien het antwoord ‘ja’ gegeven dient te worden, dient u van de hier genoemde aspecten een volledige beschrijving op te nemen in de aanvraag.

  • e. De personen aan wie en de condities en beperkingen waaronder doorlopende volmachten zijn gegeven om de aanvrager te vertegenwoordigen (procuratie)?

    ja / nee

    Indien het antwoord ‘ja’ gegeven dient te worden, dient u van iedere verleende geldige volmacht een kopie bij de aanvraag te voegen.

  • f. Bestaande en voorgenomen overeenkomsten tussen enerzijds de aanvrager of een rechtspersoon die behoort tot de groep, bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van de aanvrager en anderzijds rechtspersonen, vennootschappen, of natuurlijke personen, die zelf of via een dochter- of moedervennootschap radioprogramma’s via de ether verzorgen of van plan zijn dat te doen?

    ja / nee

    Indien het antwoord ‘ja’ gegeven dient te worden, dient een kopie van bestaande en voorgenomen overeenkomsten bij de aanvraag te worden gevoegd. Indien deze informatie niet is vastgelegd, dient hiervan een volledige beschrijving te worden opgenomen in de aanvraag.

  • g. Andere dan de onder a tot en met e bedoelde banden die de rechtspersoon van de aanvrager of een daarmee verbonden instelling raken en die van belang (kunnen) zijn voor de beoordeling of er sprake is van een verbonden instelling in die zin van artikel 22, eerste lid, van het Mediabesluit 2008?

    ja/nee

    Indien het antwoord ‘ja’ gegeven dient te worden, dient u van die banden een volledige beschrijving op te nemen in de aanvraag.

A.2.3. Extra bij te voegen documenten

Indien u onder A.2.2 bij een of meerdere onderdelen ‘ja’ heeft ingevuld, dienen in verband met de toetsing op verbondenheid bovendien de volgende documenten bij de aanvraag te worden gevoegd:

  • a. een kopie van het aandeelhoudersregister van de aanvrager zoals geldend ten tijde van de van de aanvraag, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de regeling;

  • b. kopieën van overeenkomsten tussen en volmachten van stemgerechtigden in de algemene vergadering van aandeelhouders van de aanvrager en in de algemene vergadering van aandeelhouders van de moedermaatschappij van de aanvrager;

  • c. kopieën van documenten inzake beschermingsconstructies van de aanvrager en de moedermaatschappij van de aanvrager, in het bijzonder beschermingsconstructies met betrekking tot plaatsing van preferente aandelen of prioriteitsaandelen bij een rechtspersoon of een natuurlijk persoon.

A.3. Ondertekening

Naam van de vergunninghouder: .........................

Naam en functie van degene die namens de vergunninghouder deze aanvraag indient en ondertekent:

................................................................ , ...........

Handtekening: ...........................

Bij deze aanvraag wordt door bijvoeging van een uittreksel uit het handelsregister dat niet ouder is dan een maand en een kopie van de statuten aangetoond dat de indiener van de aanvraag, overeenkomstig de vertegenwoordigingsbepalingen uit dat register en die statuten, bevoegd is deze aanvraag namens de vergunninghouder in te dienen.

NB:

  • ingevolge artikel 2, tweede lid, en artikel 3, eerste lid, dient de aanvraag tot verlenging van de FM-vergunning(en) en de daaraan gekoppelde aanvraag om een vergunning voor digitale radio-omroep uiterlijk 24 april 2017 voor 16.00 uur te zijn ontvangen op de voorgeschreven wijze;

  • ingevolge artikel 2, vierde lid, dient de aanvrager slechts één aanvraag in, ook indien hij houder is van meer dan één FM-vergunning en aanspraak wenst te maken op verlenging van meer dan één van deze FM-vergunningen.

BIJLAGE 2, BEHOREND BIJ ARTIKEL 4, DERDE LID

– Model bankgarantie –

I. De ondergetekende .......................................... (naam van een bank die is gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte)*, gevestigd te ........................................, mede kantoorhoudende te ........................................., hierna te noemen: ‘de Bank’;

In aanmerking nemende:

  • A. dat artikel 3.13, eerste lid, van de Telecommunicatiewet bepaalt dat voor het gebruik van frequentieruimte een vergunning is vereist van de Minister van Economische Zaken (hierna: ‘de Minister’);

  • B. dat ....................................................... (naam aanvrager), rechtspersoon naar ....................................... (het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte)* recht, waarvan de zetel is gevestigd te ......................................................., kantoorhoudende te ......................................................., hierna te noemen: ‘de Aanvrager’, voornemens is een aanvraag te doen voor verlenging van zijn vergunning(en), kavel(s) ............................ (nummer kavel(s)), voor landelijke commerciële radio in de FM-band en verlening van een daaraan gekoppelde vergunning(en) voor digitale radio-omroep;

  • C. dat de Minister met betrekking tot de verlenging van vergunningen voor landelijke commerciële radio in de FM-band regels heeft gesteld. Deze regels zijn vastgelegd in de Regeling verlenging en digitalisering landelijke commerciële radio-omroep 2017 (hierna: de Regeling);

  • D. dat degene die een aanvraag om de voornoemde vergunning(en) indient op grond van artikel 4 van de Regeling verplicht is voor die vergunning(en) een zekerheid te verschaffen door een waarborgsom ter grootte van het ingevolge artikel 2 van de Regeling vaststelling bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2017 voor de verlenging van de betrokken kavel(s) en verlening van de daaraan gekoppelde vergunning(en) voor digitale radio-omroep verschuldigde bedrag te storten dan wel voor dat bedrag een bankgarantie te verstrekken;

  • E. dat de Aanvrager op grond hiervan is gehouden een waarborgsom te storten of een bankgarantie te doen stellen ter zekerheid van al hetgeen de aanvrager ter zekerheid verschuldigd is, hierna te noemen: ‘de Vordering’, aan de Staat der Nederlanden, rechtspersoon naar Nederlands recht, waarvan de statutaire zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: ‘de Staat’;

  • F. dat de Aanvrager de Bank heeft verzocht een onherroepelijke en onafhankelijke bankgarantie te stellen ten behoeve van de Staat, welke op eerste verzoek van de Staat betaalbaar is.

II. Verbindt zich tot het navolgende:

  • 1. De Bank stelt zich bij wijze van zelfstandige verbintenis tot een bedrag van € .........** (zegge: ...... euro**), onherroepelijk garant jegens de Staat voor de betaling van al hetgeen de Staat blijkens een schriftelijke verklaring van de Staat ter zake van de Vordering van de Aanvrager te vorderen heeft, aldus dat de Bank zich verbindt het gevorderde bedrag als eigen verplichting aan de Staat te voldoen.

  • 2. De Bank verbindt zich om als eigen schuld op eerste verzoek en op de enkele schriftelijke mededeling van de Staat zonder overlegging van enig ander document of opgaaf van redenen te verlangen, aan de Staat te voldoen het bedrag dat de Staat verklaart ter zake van de Vordering van de Aanvrager te vorderen te hebben, met dien verstande dat de Bank nimmer gehouden is aan de Staat meer te voldoen dan het hiervoor vermelde maximumbedrag.

  • 3. Deelberoepen onder deze bankgarantie zijn mogelijk. Het maximumbedrag van deze bankgarantie wordt met een bedrag gelijk met dat van elk deelberoep verlaagd.

  • 4. Deze bankgarantie vervalt na ontvangst door de Bank van een per aangetekende brief gezonden schriftelijke verklaring van de Staat dat de bankgarantie vervalt en in ieder geval op 1 november 2017, tenzij de Bank ten minste één maand voor de einddatum van de garantie per aangetekende brief een schriftelijke verklaring van of namens de Minister heeft ontvangen dat deze bankgarantie niet vervalt, in welk geval de garantie telkens voor een nieuwe termijn van 3 maanden geldig is.

  • 5. Deze bankgarantie wordt beheerst door Nederlands recht. Geschillen ter zake van deze bankgarantie kunnen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter te ’s-Gravenhage.

  • 6. Na verval van deze bankgarantie kan de Staat geen enkele aanspraak meer maken jegens de Bank uit hoofde van deze bankgarantie tenzij de Bank voorafgaande aan het moment waarop deze bankgarantie zou vervallen een mededeling ontving als bedoeld onder 2 waaraan de Bank nog niet voldeed. Op verzoek van de Bank zal de Staat deze bankgarantie nadat deze is vervallen retourneren aan de Bank.

Plaats: ..................................................................................................................................................................

Datum: .................................................................................................................................................................

Naam Bank en ondertekening

..............................................................................................................................................................................

* hetgeen in het bovenstaande cursief is gedrukt moet door de Bank worden ingevuld.

** vul in het bedrag dat ingevolge artikel 2 van de Regeling vaststelling bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2017 voor de verlenging van het in onderdeel B genoemde kavel(s) verschuldigd is. Indien u voor meer dan één kavel een bedrag verschuldigd bent, dient u het totaal van de verschuldigde bedragen in te vullen.

TOELICHTING

Algemeen

1. Aanleiding

In 2009 is besloten om vanuit de overheid een impuls te geven aan digitalisering van de radio met het oog op doelmatig gebruik van het schaarse spectrum. Er werd besloten om over te gaan tot een verlenging van de analoge commerciële radiovergunningen onder de voorwaarden dat er geïnvesteerd werd in het aanleggen en ontwikkelen van een digitale etherinfrastructuur. Door middel van de zogenaamde koppeling kregen partijen ook de beschikking over een DAB-vergunning. Met die verlengde vergunningen werden vergunninghouders onder meer verplicht een programma dat men analoog verspreidt óók digitaal aan te bieden (de zogenaamde simulcast-verplichting). Ook werd in de vergunning een ingebruiknameverplichting opgenomen die borgt dat digitale radio op ten minste 80% van het Nederlandse grondgebied ontvangen kan worden.

Gelet op de vele voordelen van digitalisering ten opzichte van analoge radio, wil de overheid ook de komende jaren in blijven zetten op het in 2009 in gang gezette digitaliseringsbeleid. Daartoe is bij besluit van 23 juni 2016 besloten om de vergunningen voor landelijke commerciële radio in de FM-band verlengbaar te maken. Voor een nadere toelichting en onderbouwing van dit besluit tot verlengbaarheid en het belang van het behoud van die koppeling, wordt verwezen naar dit zogenoemde verlengbaarheidsbesluit1.

Ingevolge artikel 18, vijfde lid, van het Frequentiebesluit 2013 wordt een aanvraag om verlenging ingediend binnen een bij ministeriële regeling te bepalen periode. Voorts kunnen op grond van het elfde lid van die bepaling nadere regels worden gesteld omtrent de verlenging van vergunningen. De voorliggende regeling dient ter uitvoering van deze bepalingen. Zoals in het verlengbaarheidsbesluit is vermeld, zal een eenvoudige aanvraagprocedure gehanteerd worden, die vergelijkbaar is met de procedure die gold bij de verlenging van de betrokken vergunningen in 20112.

Tegelijk met de aanvraag om verlenging van de analoge vergunning wordt de daaraan gekoppelde vergunning voor digitale radio-omroep aangevraagd. De in deze regeling opgenomen aanvraagprocedure ziet derhalve evenzeer op de aanvraag van die vergunningen. De ten aanzien van die aanvraag gestelde regels zijn gebaseerd op de artikelen 11 en 12 van het Frequentiebesluit 2013.

2. Aanvraagprocedure

Houders van een landelijke commerciële FM-vergunning kunnen, voor zover hun vergunning ingevolge het betrokken verlengbaarheidsbesluit verlengbaar is, gedurende enkele weken een aanvraag om verlenging van hun analoge vergunning met een gelijktijdige aanvraag om verlening van een vergunning voor digitale radio-omroep indienen. De aanvrager kan in essentie volstaan met indiening van de aanvraag met gebruikmaking van het aanvraagformulier en, indien van toepassing, het verstrekken van zekerheid voor het ingevolge de Regeling vaststelling bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2017 verschuldigde bedrag.

Zoals gezegd dient de vergunninghouder op grond van deze regeling gelijktijdig met de verlengingsaanvraag ook een aanvraag voor een vergunning voor digitale radio-omroep in te dienen. Deze vergunning wordt uitsluitend verleend indien ook de verlengingsaanvraag wordt toegewezen. De digitale vergunning is met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht voorbereid.

Het vereiste om zekerheid te stellen voor het geval de aanvraag een vergunning betreft waarvoor een bedrag is vastgesteld, dient ertoe om te voorkomen dat aanvragen worden gedaan door partijen die naderhand niet in staat zijn het verschuldigde bedrag te voldoen. Door verstrekking van een bankgarantie of een waarborgsom toont de aanvrager in feite aan voldoende financiële armslag te hebben. Indien de vergunningen worden verlengd onderscheidenlijk verleend, wordt de zekerheid aangewend voor de betaling van ingevolge de Regeling vaststelling bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2017 verschuldigde bedrag.

3. Consultatie

Een ontwerp van deze regeling is van 20 januari 2017 tot en met 3 maart 2017 ter inzage gelegd.

Een aantal respondenten heeft van de gelegenheid tot het indienen van een zienswijze gebruik gemaakt. Daarbij hebben zij allen laten weten dat zij volledig met de ontwerpregeling kunnen instemmen. Voor het overige hebben de ingebrachte zienswijzen betrekking op het ontwerp van de Regeling vaststelling bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2017 en de ontwerpvergunning voor digitale landelijke commerciële radio-omroep die tegelijk met het ontwerp van deze regeling ter inzage zijn gelegd. Op die zienswijzen zal bij de vaststelling van de Regeling vaststelling bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2017 onderscheidenlijk bij het verlenen van de genoemde vergunningen nader worden ingegaan.

4. Administratieve lasten

De houder van een commerciële FM-vergunning die besluit gebruik te willen maken van de mogelijkheid tot het verlengen van zijn vergunning en het verwerven van een vergunning voor digitale radio-omroep, zal een aanvraag moeten indienen, vergezeld van bescheiden waarmee wordt aangetoond dat de indiener van de aanvraag bevoegd is die aanvraag namens de vergunninghouder in te dienen. Er is afgezien van verplichtingen om alle gegevens te overleggen om te kunnen toetsen of de vergunninghouder nog steeds voldoet aan de bij de verlening van de oorspronkelijke vergunning gestelde toelatingseisen en toetscriteria. Alleen indien daartoe een concrete aanleiding is, zal de aanvrager worden verzocht aanvullende gegevens of bescheiden te overleggen. Op deze wijze zijn de administratieve lasten van deze aanvraagprocedure sterk gereduceerd.

De procedure voor verlenging van de analoge vergunning en verlening van een digitale vergunning begint met het indienen van een aanvraag. Voor de aanvraag is nodig een volledig ingevuld aanvraagformulier overeenkomstig bijlage 1 en de daarop betrekking hebbende gegevens en bescheiden Voor zover een zekerheidsstelling nodig is, wordt opgemerkt dat de aanvrager deze kan voldoen in de vorm van een waarborgsom of een bankgarantie. In het geval de aanvrager voor de waarborgsom kiest, leidt dit niet tot een verzwaring van de administratieve lasten. Voor zover een aanvrager kiest om de zekerheidstelling te voldoen in de vorm van een bankgarantie, leidt dit echter wel tot een verzwaring van de administratieve lasten. De keuze is aan de aanvrager. Hij heeft daarmee op dit punt zelf invloed op de administratieve lasten die hij maakt.

Als wordt bezien wat het totaal van de administratieve lasten is voor de verlenging van de analoge vergunningen en voor de verlening van de bijbehorende digitale vergunningen, kan, ongeacht of de lasten zijn gebaseerd op de voorliggende regeling of de Algemene wet bestuursrecht, het volgende beeld worden geschetst.

De totale administratieve lasten voor de verlenging en verlening van vergunningen zijn naar verwachting circa € 18.000,–, hetgeen ongeveer € 2000,– per analoge en digitale vergunning is. Deze kosten zijn in principe eenmalig voor de looptijd van de vergunningen. Deze vergunningen worden voor vijf jaar verlengd respectievelijk verleend, waarna er in principe een procedure volgt om deze frequentieruimte te verdelen. De eenmalige lasten mogen in dit geval aan de periode van vijf jaar worden toegerekend hetgeen neerkomt op een bedrag per jaar van naar verwachting circa € 400,– per combinatie van analoge en digitale vergunning.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling strekt tot uitvoering van het digitaliseringsbeleid dat is gericht op de verlenging van vergunningen onder oplegging van een verplichting ten aanzien van de uitrol en uitzending van digitale radio. De huidige commerciële FM-vergunningen lopen af op 31 augustus 2017. Het is van groot belang voor de huidige vergunninghouders dat zij ruim voor deze datum duidelijkheid hebben over de verlenging onderscheidenlijk verlening van deze vergunningen. Deze duidelijkheid is nodig om bijvoorbeeld tijdig contracten ten behoeve van reclame-opbrengsten te kunnen afsluiten of voortzetten. Voorts zal zekerheid over verlenging en verlening van belang zijn voor een snelle voortzetting van investeringen in digitalisering, zoals de landelijke commerciële radio-omroepen in hun gezamenlijk digitaliseringsplannen hebben toegezegd. Met het oog hierop is afgeweken van het beleid ten aanzien van de vaste verandermomenten; de uitzonderingsgrond ‘Hoge c.q. buitensporige private of publieke voor- en nadelen van vertragingen of vervroeging van invoering’ is hier van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel duidt onder meer de vergunningen waarop deze regeling betrekking heeft aan door ten aanzien van het begrip FM-vergunning te verwijzen naar het betrokken verlengbaarheidsbesluit en de vergunningen die daarin verlengbaar zijn geacht. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de verlenging betrekking heeft op de in die besluiten genoemde vergunningen, inclusief (in elk geval) de daarbij aangekondigde wijzigingen.

Daarnaast is in deze bepaling een omschrijving gegeven van de vergunning voor digitale radio-omroep. Het betreft het gebruik van een negende deel van een zogenaamde multiplex, gelet op het feit dat de multiplex bestemd is voor de houders van de landelijke commerciële FM-vergunningen. Er kan zich de situatie voordoen dat minder dan negen van deze vergunningen voor digitale radio-omroep in gebruik zijn. In dat geval kunnen de vergunninghouders ieder naar rato een deel van de resterende capaciteit gebruiken. Dit zal, net als thans het geval is, worden vastgelegd in de te verlenen vergunning voor digitale radio-omroep.

Artikel 2

De houders van de FM-vergunningen waar deze regeling betrekking op heeft, kunnen vanaf 27 maart 2017 tot en met 24 april 2017, voor 16:00 uur een aanvraag indienen die betrekking heeft op verlenging van hun vergunning. Daarbij dienen zij gebruik te maken van het in bijlage 1 bij deze regeling opgenomen formulier. Ook als vergunninghouders eerder al een verlengingsaanvraag hebben ingediend, dienen zij in de hiervoor bedoelde periode een aanvraag overeenkomstig deze regeling in te dienen.

Voor indiening per post geldt dat de aanvraag in de periode vanaf 27 maart 2017 tot en met 24 april 2017 voor 16.00 uur moet zijn ingediend. Voor persoonlijke overhandiging geldt dat de aanvraag in die periode elke werkdag kan worden ingediend, enkel tussen 9.30 uur en 12.00 uur en 13.30 uur en 16.00 uur bij de receptie van Agentschap Telecom, Emmasingel 1, Groningen.Voor alle duidelijkheid wordt nog opgemerkt dat tot 16.00 uur betekent dat de aanvraag vóór 16.00 uur dient te worden ontvangen. Om 16:00 uur is dus te laat en heeft tot gevolg dat de aanvraag die dag niet in ontvangst kan worden genomen. In het geval van persoonlijke overhandiging op de laatste dag van de termijn dient dit voor 16.00 uur plaats te vinden. Is dit niet het geval dan heeft dit tot gevolg dat de aanvraag moet worden geweigerd.

De aanvrager dient slechts één aanvraag in, ook indien hij houder is van meer dan één FM-vergunning. Dit betekent bijvoorbeeld dat de aanvrager die de huidige houder is van twee vergunningen, waarbij de vergunninghouder dus dezelfde rechtspersoon is, maar één aanvraag indient. Ander voorbeeld is dat bij verschillende vergunninghouders (rechtspersonen) binnen één concern die een verlenging van hun vergunningen willen aanvragen, er per vergunning een aanvraag moet worden ingediend.

Ten behoeve van de verbondenheidstoets en de daarvoor over te leggen gegevens, wordt opgemerkt dat bij het indienen van de aanvraag uit kan worden gegaan van de verbondenheidstoets ten aanzien van de aanvrager die het meest recent door het Commissariaat van de Media heeft plaatsgevonden. Alleen in geval sindsdien wijzigingen hebben plaatsgevonden die van invloed zouden kunnen zijn op de verbondenheidstoets behoeven de betrokken gegevens en documenten te worden overgelegd. In geval niet bekend is wanneer de meest recente verbondenheidstoets heeft plaatsgevonden, kan hierover contact worden opgenomen met het Commissariaat.

Artikel 3

Ingevolge het digitaliseringsbeleid worden bij de verlenging van de FM-vergunningen frequenties voor digitale radio-omroep uitgegeven. In het Nationaal Frequentieplan 2014 (verder: NFP) is bepaald dat de frequentieruimte waarop de FM-vergunningen betrekking hebben, bestemd is voor gebruik door partijen die ook gebruik maken van frequentieruimte die is bestemd voor digitale radio-omroep. In die zin zijn de onderscheidenlijke frequentiebanden ‘gekoppeld’.

De aanvraag om verlenging van de analoge vergunning dient daarom vergezeld te gaan van een aanvraag om verlening van een vergunning voor digitale radio-omroep. In het geval een aanvraag om verlenging betrekking heeft op twee analoge vergunningen, dan moeten blijkens het eerste lid tegelijkertijd twee vergunningen voor digitale radio-omroep worden aangevraagd.

De aanvraag voor digitale radio-omroep moet binnen dezelfde termijn als die gesteld is voor de aanvraag om verlenging van de FM-vergunning worden ingediend. De aanvraagprocedure voor een vergunning voor digitale radio-omroep is dus gekoppeld met die voor de verlenging van de analoge vergunningen en kent dezelfde vereisten. Om die reden zijn de desbetreffende bepalingen in het tweede lid van overeenkomstige toepassing verklaard. Aldus dient bijvoorbeeld gebruik te worden gemaakt van het in bijlage 1 opgenomen formulier.

Artikel 4

Uit de Regeling vaststelling bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2017 volgt in hoeverre de houder of verkrijger van een vergunning voor landelijke commerciële radio-omroep een bedrag is verschuldigd. Het betreft de vergunningen voor de kavels A1, A3, A6 en A7 en de daaraan gekoppelde vergunningen voor digitale radio-omroep.

De aanvrager stelt zekerheid ter grootte van het verschuldigde bedrag voor het totaal aan te verlengen kavels. Dit kan middels het storten van een waarborgsom of het verstrekken van een bankgarantie. In geval de zekerheid wordt gesteld middels een bankgarantie dient dit overeenkomstig het in bijlage 2 opgenomen model te worden verstrekt.

Artikel 5

Indien de aanvraag tot verlenging niet in de in artikel 2, tweede lid, bepaalde periode is ontvangen, op een andere wijze is ontvangen (bijvoorbeeld per fax of e-mail) of op een ander adres, wordt de aanvraag geweigerd. De aanvraag tot verlenging wordt eveneens geweigerd indien bij die aanvraag niet tegelijkertijd een aanvraag om verlening van een vergunning voor digitale radio-omroep is gevoegd. Voor het ontbreken van een dergelijke aanvraag wordt derhalve geen verzuimherstel geboden.

Dat verkrijgen van de vergunning voor digitale radio-omroep in zoverre randvoorwaardelijk is voor verlenging van de FM-vergunning, volgt ook uit het tweede lid, waarin verwezen wordt naar artikel 3.18 van de Telecommunicatiewet. In artikel 3.18 van de Telecommunicatiewet zijn de weigeringsgronden voor verlening van een vergunning opgenomen. De vergunningen voor digitale radio-omroep worden niet verlengd, maar (opnieuw) verdeeld, als gevolg waarvan het kader van de Telecommunicatiewet voor vergunningverlening, waaronder artikel 3.18 van de Telecommunicatiewet, onverkort van toepassing is. Uit het Nationaal Frequentieplan 2014 volgt dat van verlenging van de analoge vergunningen, waar deze regeling betrekking op heeft, uitsluitend sprake kan zijn voor zover daaraan een vergunning voor digitale radio-omroep wordt gekoppeld. Het tweede lid van artikel 5 borgt dit uitgangspunt door expliciet te maken dat de aanvraag om verlenging wordt geweigerd, in geval de vergunning voor digitale radio-omroep op grond van artikel 3.18 van de Telecommunicatiewet wordt geweigerd.

In dit kader is voorts van belang dat uit artikel 8 volgt dat de aanvraag tot verlening van een vergunning voor digitale radio niet wordt toegewezen als de aanvraag tot verlenging van de FM-vergunning niet is toegewezen. Niet tijdig indienen van de aanvraag tot verlenging leidt in die zin automatisch tot afwijzing van de aanvraag om verlening van een vergunning voor digitale radio-omroep.

Artikel 6

Zoals vermeld in de toelichting bij artikel 2 wordt de aanvraag tot verlenging (en daarmee ingevolge artikel 8 ook de aanvraag tot verlening van een vergunning voor digitale radio-omroep) geweigerd indien niet aan de vereisten voor tijdstip en wijze van indiening van een aanvraag is voldaan. Indien bij deze aanvraag tot verlenging of bij de aanvraag tot verlening van de vergunning voor digitale radio-omroep niet is voldaan aan de andere vereisten – betreffende het volstaan met één aanvraag om verlenging, het gebruik van het aanvraagmodel en het stellen van zekerheid – wordt gelegenheid geboden om het geconstateerde verzuim te herstellen. In geval het geconstateerde verzuim niet is hersteld, kan dat aanleiding zijn de aanvraag buiten behandeling te stellen, op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat dit artikel ziet op beide aanvragen (zowel verlenging van de analoge vergunning als verlening van de digitale vergunning).

Artikel 7

Deze bepaling markeert dat de aanvraag om verlenging wordt toegewezen indien er geen grond is om de aanvraag buiten behandeling te laten of te weigeren. Daarbij zijn niet alleen de in deze regeling gestelde eisen van belang. Met onderdeel c worden ook de in artikel 3.19, tweede lid, van de Telecommunicatiewet opgenomen intrekkingsgronden van toepassing geacht op de beoordeling van de aanvraag tot verlenging. Dat betekent dat in geval er omstandigheden zijn die grond bieden voor intrekking, dit eveneens een grond is voor het weigeren van de verlenging. Anders zou een vergunninghouder voor verlenging van zijn vergunning in aanmerking komen, hoewel er redenen zijn voor intrekking van zijn vergunning. Ten aanzien van de toepassing van de wettelijke intrekkingsgronden kan men denken aan bijvoorbeeld de situatie dat de houder van een vergunning niet meer voldoet aan de gestelde eisen om in aanmerking te komen voor de vergunning; bijvoorbeeld indien hij failliet is verklaard. In dergelijke situaties zou het niet wenselijk zijn wel de vergunning te verlengen. Alsdan dient de verlenging te worden geweigerd, al dan niet voorafgegaan door een intrekking van de bestaande vergunning. Of de weigering wordt voorafgegaan door de intrekking van de huidige vergunning zal mede afhangen van de mate waarin de procedure voor verlenging parallel loopt aan een voornemen tot intrekking en de overige omstandigheden van het geval.

Voor alle duidelijkheid wordt nog opgemerkt dat de beoordelingsruimte bij de totstandkoming van een besluit tot intrekking van een lopende vergunning beperkter is dan in geval van een besluit om een vergunning niet (nogmaals) te verlengen. Een intrekking heeft tot gevolg dat een vergunninghouder niet meer van zijn recht gebruik kan maken gedurende de initieel vergunde vergunningsduur. Bij een verlenging wordt de oorspronkelijke vergunningsduur verlengd, in afwijking van de hoofdregel dat een vergunning die geveild of via een vergelijkende toets is verdeeld in beginsel niet wordt verlengd. De mogelijkheid om binnen bepaalde voorwaarden een vergunning te verlengen valt dan ook niet gelijk te stellen aan de intrekking van een lopend recht. Dit maakt de beoordeling die bij een verlenging gemaakt kan worden dan ook ruimer dan de beoordeling die gemaakt dient te worden bij de intrekking van een lopende vergunning. Dit betekent evenwel niet dat deze gronden lichtvaardig zullen worden toegepast. Uiteraard zullen alle omstandigheden worden afgewogen en zal de betrokken grond slechts worden toegepast in geval over de toepassing daarvan geen twijfel kan bestaan en een weigering proportioneel is. In dit kader wordt voorts opgemerkt dat een weigering van een aanvraag ook een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit is, zodat rechtsbescherming geborgd is.

Artikel 8

De aanvraag om verlening van een vergunning voor digitale radio-omroep wordt (uitsluitend) toegewezen indien ook de bijbehorende aanvraag om verlenging van de analoge vergunning wordt toegewezen. Vindt geen verlenging van de bijbehorende analoge vergunning plaats, dan wordt de aanvraag om verlening van een vergunning voor digitale radio-omroep afgewezen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
2

Regeling verlenging en digitalisering commerciële radio- omroep, Stcrt. 2011, 5064

Naar boven