DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Logo Rijkswaterstaat - Dienst Noord-Holland

RWS-2017/9373

Vereiste van besluit

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 ben ik bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Motivering

Bij brief van 8 december 2016 met kenmerk 2016-9864 heeft de gemeente Amsterdam aan Rijkswaterstaat verzocht de status autoweg voor het gedeelte van rijksweg N200 tussen de aansluiting met de Seineweg en de Admiraal de Ruyterweg te laten vervallen.

Het Rijk en de regio hebben in het MIRT Sloterdijk namelijk afspraken gemaakt die het mogelijk moeten maken Sloterdijk gelegen aan deze rijksweg N200 te ontwikkelen tot een aantrekkelijk stedelijk gebied. Om in dit gebied woningbouw te kunnen ontwikkelen, zonder daarvoor dove gevels te hoeven aanbrengen, is het echter noodzakelijk om de status autoweg van het hierboven genoemde weggedeelte te laten vervallen en dit weggedeelte daarmee af te waarderen tot een gebiedsontsluitingsweg.

Het betrokken weggedeelte ligt buiten de bebouwde kom waardoor als gevolg van het verwijderen van de borden autoweg een maximumsnelheid van 80 km/u zou gaan gelden. Ter plaatse geldt op dit moment echter al een maximumsnelheid van 70 km/u aangegeven door borden model A01 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens. Uit administratief oogpunt wordt het daarom wenselijk geacht dit ook in onderhavig verkeersbesluit aan te geven.

BELANGENAFWEGING

Het verwijderen van de status autoweg past binnen de in artikel 2, tweede lid onder a en b van de Wegenverkeerswet genoemde belangen die door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu voorkomen of beperken respectievelijk door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden voorkomen of bepreken.

Bovendien tast het verwijderen van de status autoweg de doorstroming of verkeersveiligheid niet aan.

Gevolgde procedure

Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het wegverkeer is overleg gepleegd met de gemandateerde namens de chef van de politie eenheid Noord-Holland Noord. Het betrokken weggedeelte is in het beheer bij het Rijk en gelegen binnen de gemeente Amsterdam.

Overeenkomstig artikel 26 van het Besluit Administratieve Bepalingen, zal dit verkeersbesluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Besluit

Op grond van bovenstaande overwegingen besluit ik om:

1. door het verwijderen dan wel plaatsen van borden G3 en G4 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de rijksweg 200 (N200) tussen hectometerpunt 1.600 en hectometerpunt – 0.150 vice versa te Amsterdam af te waarderen tot gebiedsontsluitingsweg;

2. door het plaatsen dan wel handhaven van borden model A01-70 een maximumsnelheid van 70 km/u in te stellen op de rijksweg 200 (N200) tussen hectometerpunt 1.600 en hectometerpunt -0.150 vice versa te Amsterdam.

 

Met vriendelijke groet,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

namens deze, hoofd afdeling Vergunningverlening Rijkswaterstaat West- Nederland Noord,

    

mevrouw M. Nauta

Mededelingen

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden tegen deze beschikking binnen zes weken na de dag, waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu en worden gezonden aan de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Noord, Postbus 2232, 3500 GE te Utrecht.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende bevatten:

 

  • 1.

    naam en adres van de indiener;

  • 2.

    de dagtekening;

  • 3.

    een omschrijving van het besluit, waartegen het bezwaar is gericht; en

  • 4.

    de gronden van het bezwaar (motivering).

 

Voorlopige voorziening

Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kan, bij een spoedeisend belang, een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen het rechtsgebied waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft.

 

Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • 1.

    naam en adres van de indiener;

  • 1.

    de dagtekening;

  • 2.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht onder vermelding van datum en kenmerk van de beschikking;

  • 3.

    de gronden van het bezwaar (motivering).

 

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een kopie van het besluit, waarop het geschil betrekking heeft, overgelegd.

 

Griffierecht

In verband met het verzoek om voorlo­pige voorzie­ning wordt griffierecht geheven.

afschrift van dit besluit is gezonden aan:

Gemeente Amsterdam, Postbus 1104, 1000 BC te Amsterdam

Politie Amsterdam, DCIV, Verkeersadvisering, Postbus 2287, 1000 CG te Amsterdam.

Naar boven