Autorisatiebesluit Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum: 22 mei 2014

Kenmerk: 2014-0000263265

In het verzoek van 14 april 2014, 2014-0000214202, heeft het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met de openbare geestelijke gezondheidszorg en de inspectie kinderopvang.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de GGD:

het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogst tien bedraagt;

k. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

l. het Agentschap BPR:

het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

m. OGGZ:

openbare geestelijke gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1 sub e van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

n. leefgebieden:

terreinen waarop zorgmijders en zorgmissers problemen kunnen hebben, zoals persoonlijke verzorging, huishouding, sociaal functioneren, geestelijk functioneren, somatisch functioneren, verslaving, veiligheid, dagbesteding/werk, financiën, juridische zaken en huisvesting;

o. zorgmijder:

persoon die gemiddeld op vijf of zes leefgebieden gedurende langere tijd ernstige problemen heeft en slecht contact kan leggen of onderhouden met reguliere hulpverleners, ofwel zorgmijdend is;

p. zorgmisser:

persoon die gemiddeld op vijf of zes leefgebieden gedurende langere tijd ernstige problemen heeft en die in het bestaande reguliere hulpverleningsaanbod niet adequaat geholpen kan worden;

q. kinderopvang:

kinderopvang in de zin van artikel 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

r. toezicht op de kinderopvang:

toezicht als bedoeld in artikel 1.61 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

s. gastouder:

gastouder in de zin van artikel 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de GGD

Artikel 2

  • 1. Aan de GGD wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage I, II of IV bij dit besluit.

  • 2. De GGD verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I, indien de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor de uitvoering van de OGGZ en het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:

    • a. zorgmijders;

    • b. zorgmissers, of

    • c. personen waarover een melding bij de GGD is binnengekomen en waarnaar door de GGD een nader onderzoek wordt gestart om na te gaan of deze personen zorgmijders of zorgmissers zijn.

  • 3. De GGD verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II, indien de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor de uitvoering van de OGGZ en het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over personen die echtgenoot/partner, ouder, kind of medebewoner zijn van de personen als bedoeld in het tweede lid, onder a. of b.

  • 4. De GGD verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage IV, indien de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor de uitvoering van het toezicht op de kinderopvang en het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:

    • a. gastouders die kinderopvang in eigen huis verzorgen;

    • b. de bij de gastouder bedoeld onder a, inwonende volwassen huisgenoten, waaronder de volwassen kinderen en de echtgenoot/geregistreerd partner;

    • c. de minderjarige kinderen van de gastouder, bedoeld onder a.

  • 5. Aan de GGD worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de GGD bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage I, II of IV bij dit besluit.

Paragraaf 3. De verstrekking van adresgegevens op verzoek aan de GGD

Artikel 3

  • 1. Aan de GGD wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt als opgenomen in bijlage III of IV bij dit besluit, dat is vermeld op de persoonslijst van iedere ingeschrevene van wie de actuele adresgegevens die op de persoonslijst zijn opgenomen overeenkomen met:

    • a. een in het verzoek aangegeven adres, of

    • b. het actuele adres dat op de persoonslijst van een in het verzoek aangegeven ingeschrevene is opgenomen.

  • 2. De GGD doet slechts een verzoek als bedoeld in het eerste lid, om een gegeven dat is aangegeven in bijlage III bij dit besluit indien een van de op het adres ingeschreven personen:

    • a. een persoon is die zorgmijder is;

    • b. een persoon is die zorgmisser is, of

    • c. een persoon is waarover een melding bij de GGD is binnengekomen en waarnaar door de GGD een nader onderzoek wordt gestart om na te gaan of deze persoon zorgmijder of zorgmisser is.

  • 3. De GGD doet slechts een verzoek als bedoeld in het eerste lid, om een gegeven dat is aangegeven in bijlage IV bij dit besluit, indien op het betreffende adres door een gastouder kinderopvang wordt aangeboden.

  • 4. Aan de GGD worden slechts gegevens verstrekt, indien de gegevens waarvan de GGD in zijn verzoek gebruik heeft gemaakt zijn opgenomen in bijlage I of IV bij dit besluit.

Paragraaf 4. Overige verstrekkingen aan de GGD

Artikel 4

  • 1. Indien een verstrekking aan de GGD op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. De verstrekkingen aan de GGD die plaatsvinden op grond van dit besluit bevatten geen gegevens waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 3. Indien aan de GGD gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 5

  • 1. De GGD verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de GGD;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de GGD;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de GGD.

Artikel 6

Het Agentschap BPR draagt er zorg voor dat slechts daartoe bevoegde functionarissen informatie kunnen verkrijgen over de verstrekking van gegevens aan de GGD op basis van dit besluit.

Artikel 7

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 december 2013, 2013-0000760551, wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang 1 juni 2014.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 22 mei 2014

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

02.01.20

Burgerservicenummer ouder1

02.02.10

Voornamen ouder1

02.02.20

Adellijke titel/predicaat ouder1

02.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1

02.02.40

Geslachtsnaam ouder1

02.03.10

Geboortedatum ouder1

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

03.01.20

Burgerservicenummer ouder2

03.02.10

Voornamen ouder2

03.02.20

Adellijke titel/predicaat ouder2

03.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2

03.02.40

Geslachtsnaam ouder2

03.03.10

Geboortedatum ouder2

   

04

NATIONALITEIT

   

04.05.10

Nationaliteit

04.65.10

Aanduiding bijzonder Nederlanderschap

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.20

Adellijke titel/predicaat echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

08.10.10

Functie adres

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.14.20

Datum vestiging in Nederland

   

58

VERBLIJFPLAATS

   

58.09.10

Gemeente van inschrijving

58.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

58.10.10

Functie adres

58.10.20

Gemeentedeel

58.10.30

Datum aanvang adreshouding

58.11.10

Straatnaam

58.11.15

Naam openbare ruimte

58.11.20

Huisnummer

58.11.30

Huisletter

58.11.40

Huisnummertoevoeging

58.11.50

Aanduiding bij huisnummer

58.11.60

Postcode

58.11.70

Woonplaatsnaam

58.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

58.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

58.12.10

Locatiebeschrijving

58.13.20

Datum aanvang adres buitenland

58.14.20

Datum vestiging in Nederland

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.01.20

Burgerservicenummer kind

09.02.10

Voornamen kind

09.02.20

Adellijke titel/predicaat kind

09.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam kind

09.02.40

Geslachtsnaam kind

09.03.10

Geboortedatum kind

   

10

VERBLIJFSTITEL

   

10.39.10

Aanduiding verblijfstitel

10.39.20

Datum einde verblijfstitel

10.39.30

Ingangsdatum verblijfstitel

   

11

GEZAGSVERHOUDING

   

11.32.10

Indicatie gezag minderjarige

11.33.10

Indicatie curateleregister

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.20

Adellijke titel/predicaat echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

08.10.10

Functie adres

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.14.20

Datum vestiging in Nederland

BIJLAGE III

Bijlage bij artikel 3 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

02.01.20

Burgerservicenummer ouder1

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

03.01.20

Burgerservicenummer ouder2

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.01.20

Burgerservicenummer kind

BIJLAGE IV

Bijlage bij de artikelen 2 en 3 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

02.01.20

Burgerservicenummer ouder1

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

03.01.20

Burgerservicenummer ouder2

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.10

Functie adres

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.01.20

Burgerservicenummer kind

09.02.40

Geslachtsnaam kind

   

11

GEZAGSVERHOUDING

   

11.32.10

Indicatie gezag minderjarige

   

61

GEZAGSVERHOUDING

   

61.32.10

Indicatie gezag minderjarige

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

De adresverstrekking op verzoek

Op verzoek worden gegevens verstrekt van alle personen die op dat moment zijn ingeschreven op een bepaald adres in Nederland. In het verzoek kan worden aangeven welk adres dit betreft. Echter, in het verzoek kunnen in plaats van het adres ook gegevens van een ingeschrevene worden opgenomen. De gegevensverstrekking bevat dan de gegevens van alle personen die op dat moment op hetzelfde adres zijn ingeschreven als de (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene. De set gegevens die mag worden opgevraagd is opgenomen in het autorisatiebesluit.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. Gevoelige gegevensverstrekking

Op basis van dit besluit vindt de gegevensverstrekking plaats onder een zogenoemd gevoelig regime.

Het feit dat er gegevensverstrekking aan een bepaalde afnemer plaatsvindt kan stigmatiserend werken voor de ingeschrevene. In die situatie wordt in het autorisatiebesluit bepaald dat het Agentschap BPR beveiligingsmaatregelen treft tegen onnodige kennisname van gegevensverstrekking aan de GGD door functionarissen die deze gegevens niet nodig hebben voor hun taak.

4. De GGD

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht (in deze toelichting genoemd: de GGD).

De GGD is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.

In artikel 14 van de Wet publieke gezondheid wordt bepaald dat de gemeenteraden ter uitvoering van deze wet, dienen zorg te dragen voor de instelling en instandhouding van gemeentelijke gezondheidsdiensten. De GGD is zo’n gezondheidsdienst.

De GGD kan onder meer belast zijn met de uitvoering van de volgende taken:

  • Jeugdgezondheidszorg;

  • Sociaal medisch advisering;

  • Infectieziektebestrijding;

  • Epidemiologie;

  • Toezicht op kinderopvang;

  • De openbare geestelijke gezondheidszorg.

In onderhavig besluit wordt de GGD geautoriseerd voor het verstrekt krijgen van gegevens uit de basisregistratie personen voor de openbare geestelijke gezondheidszorg en het toezicht op kinderopvang. De autorisatie voor andere taken die de GGD uitvoert is opgenomen in een separaat autorisatiebesluit.

4.1. Taakomschrijving van de GGD

4.1.1 Openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ)

De omschrijving van de openbare geestelijke gezondheidszorg in de Wet maatschappelijke ondersteuning luidt: het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg.

In de praktijk betekent dit dat hulp wordt verleend aan personen die op meerdere terreinen (leefgebieden) complexe problemen hebben en ofwel in het reguliere zorgverleningstraject buiten de boot vallen (zorgmissers), ofwel zelf moeite hebben de aangeboden zorg te aanvaarden of zelf zorg aan te vragen (zorgmijders).

De leefgebieden die hierbij worden gehanteerd zijn bijvoorbeeld persoonlijke verzorging, huishouding, sociaal functioneren, geestelijk functioneren, somatisch functioneren, verslaving, veiligheid, dagbesteding/werk, financiën, juridische zaken en huisvesting.

De GGD heeft voor de uitvoering van de OGGZ persoonsgegevens nodig uit de basisregistratie persoonsgegevens. De feitelijke werkzaamheden van de GGD waarvoor de gegevens noodzakelijk zijn bestaan uit:

  • het in ontvangst nemen en registreren van de melding;

  • het vaststellen of de betreffende persoon in aanmerking komt voor OGGZ;

  • het coördinerend en in samenspraak met betrokken partijen/ketenpartners bepalen van het OGGZ-hulpverleningstraject van de betreffende persoon (o.a. verwijzen naar ketenpartners die hulp verlenen, coachen van de persoon en het voeren van casusoverleg over de persoon);

  • het samenwerken met ketenpartners t.a.v. het OGGZ-hulpverleningstraject, en

  • het monitoren van de persoon tijdens het hulpverleningstraject.

De juridische grondslag van bovengenoemde werkzaamheden aan de categorieën van personen zijn artikel 1, eerste lid, sub e en sub g, onderdeel 8 en artikel 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

4.1.2 Toezicht op de kinderopvang

Het college van burgemeester en wethouders wijst ingevolge artikel 1.61 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen de directeur van de GGD aan als toezichthouder in de zin van deze wet.

De GGD-en houden aldus door middel van inspecties toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang. Voor de controle op gastouderopvang, met name van gastouders die opvang in eigen huis verzorgen, heeft de GGD gegevens uit de basisregistratie personen nodig. De GGD controleert of de gastouder aan de vereisten van de wet voldoet. Dit zijn zaken als een verklaring omtrent het gedrag, diploma/ certificaat en EHBO van de gastouder, maar tevens de eisen aan accommodatie en inrichting van de opvang, pedagogische kwaliteit en het aantal kinderen waaraan opvang wordt geboden. Ook houdt de GGD een inspectieonderzoek als er signalen zijn dat de opvang niet in orde zou zijn.

De juridische regelingen die ten grondslag liggen aan bovengenoemde werkzaamheden en aan de categorieën van personen zijn de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, de Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang en peuterspeelzalen 2013 en het Toetsingskader dat uit beide regelingen voortvloeit.

4.2. Wijzen van verstrekken aan de GGD

De GGD heeft ten behoeve van de uitvoering van de OGGZ systematische gegevensverstrekking nodig uit de basisregistratie personen. De GGD krijgt hiervoor gegevensverstrekking op verzoek en adresverstrekking op verzoek uit de basisregistratie personen. Tot de doelgroepen van de GGD behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

4.2.1 De verstrekking van gegevens op verzoek aan de GGD
4.2.1.1 OGGZ

De GGD mag voor de uitvoering van de OGGZ de gegevens opvragen die zijn opgenomen in bijlage I over zorgmijders, zorgmissers en over personen over wie een melding binnenkomt bij de GGD en naar wie een nader onderzoek wordt gestart om na te gaan of deze personen in een van de hiervoor genoemde categorieën vallen.

Het is tevens van belang om de omgeving van deze personen in kaart te brengen (zijn er familieleden, kinderen, hoe groot is het sociale vangnet?). Daarom kunnen ook gegevens worden verstrekt van de persoonslijsten van personen die echtgenoot/partner, ouder, kind of medebewoner van deze personen zijn. Van de persoonslijsten van familieleden van de zorgmijder/-misser mogen minder gegevens worden opgevraagd (bijlage II). Dit zijn de gegevens die nodig zijn om contact op te nemen met deze familieleden.

4.2.1.2 Toezicht op de kinderopvang

Voor het toezicht op de kinderopvang mag de GGD de gegevens opvragen die zijn opgenomen in bijlage IV over gastouders, inwonende volwassen huisgenoten en de eigen minderjarige kinderen van de gastouder. Zie ook de toelichting bij “verstrekking van adresgegevens op verzoek”.

4.2.2 De verstrekking van adresgegevens op verzoek aan de GGD
4.2.2.1 OGGZ

De GGD kan op verzoek de gegevens die zijn opgenomen in bijlage III verstrekt krijgen van de personen die ingeschreven zijn op een bepaald adres. Dit betreft de adressen van de zorgmijders, zorgmissers of van de persoon van wie nader moet worden onderzocht of deze in een van deze categorieën valt. Door een adresvraag op verzoek te stellen kan worden bezien met wie de betreffende persoon samenwoont en of er eventueel kinderen en/of partners zijn die zelf ook weer zorg nodig hebben.

4.2.2.2 Toezicht op de kinderopvang

In het kader van toezicht op de kinderopvang mag de GGD de gegevens opvragen die zijn opgenomen in bijlage IV over personen die zijn ingeschreven op het adres waar de gastouder de kinderopvang verzorgt. Deze gegevens zijn in eerste instantie nodig om alle volwassen huisgenoten van de gastouder in kaart te brengen. Ingevolge artikel 1.56b, derde lid van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen dient de gastouder van alle bij hem of haar inwonende personen van 18 jaar of ouder een verklaring omtrent het gedrag (VOG) over te leggen. De GGD kan met behulp van de gegevens uit de basisregistratie personen nagaan of alle VOG’s door de gastouder zijn overgelegd.

De bevraging is tevens nodig omdat er een maximum is gesteld op het aantal kinderen waaraan door de gastouder opvang mag worden verleend. Hierbij worden de eigen kinderen meegerekend. Deze limiet is vastgesteld in een convenant tussen de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de drie brancheverenigingen voor kinderopvang. Het is dus van belang om te bepalen of en hoeveel minderjarige, thuiswonende kinderen de gastouder heeft.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

4.3.1 OGGZ

De GGD krijgt om reeds hierboven genoemde redenen van de persoonslijsten van (potentiële) zorgmijders en zorgmissers gegevens verstrekt van gerelateerden (ouders, partners, kinderen).

De GGD krijgt tevens historische adresgegevens verstrekt. Indien de zorgmijder of zorgmisser in het werkgebied van een andere GGD heeft gewoond, kan het immers nodig zijn om bij de andere GGD navraag te doen.

Nationaliteitsgegevens en verblijfstitelgegevens worden verstrekt omdat ingevolge artikel 8 van de Wet maatschappelijke ondersteuning alleen personen met de Nederlandse nationaliteit of personen met een geldige verblijfstitel recht hebben op de openbare geestelijke gezondheidszorg.

Het gegeven “indicatie curateleregister” is nodig om te kunnen bepalen of de (potentiële) zorgmijder of zorgmisser handelingsbekwaam is en om in voorkomende gevallen contact op te kunnen nemen met de curator.

Het actuele en historische gegeven “datum aanvang adres buitenland” is nodig voor de GGD-taak openbare geestelijke gezondheidszorg om de binding van een persoon met een regio in Nederland te kunnen bepalen.

4.3.2 Toezicht op de kinderopvang

De gegevens BSN, geboortedatum, geslachtsnaam e.d. van de gastouder zijn nodig om de identiteit van deze persoon eenduidig vast te stellen.

Gegevens over de ingeschreven verblijfplaats zijn nodig om te controleren of de gegevens op de aanvraag wel overeenstemmen met de daadwerkelijke locatie.

De gegevens van de gerelateerden (ouders, partner, kind) zijn nodig om de relaties tussen de verschillende personen op het adres van de gastouder zo goed mogelijk in kaart te brengen.

De actuele en historische gegevens “indicatie gezag minderjarige” zijn nodig om vast te stellen dat de gastouder zowel in het heden als in het verleden het gezag over de eigen kinderen heeft/had.

4.3.3 Algemeen

De GGD heeft tevens de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de GGD aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

De GGD heeft gegevens over huwelijk en geregistreerd partnerschap nodig voor het vaststellen van de juiste wijze van aanschrijven. Aan de hand van de gegevens “datum sluiting”, “aanduiding naamgebruik”, “geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner” en “datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap” kan de juiste aanschrijving worden bepaald.

Met het gegeven “08.14.20 Datum vestiging in Nederland” kan de GGD bepalen of de ingeschrevene, die voorheen niet-ingezetene was, tot de doelgroep van de GGD behoort.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de GGD tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de GGD om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de GGD.

6. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 december 2013, 2013-0000760551 ingetrokken.

Deze intrekking is het gevolg van de volgende wijzigingen in de autorisatie van de GGD. De GGD oefent de taak OGGZ niet alleen uit voor ingezetenen, maar ook voor niet-ingezetenen. Daarom is de doelgroep van het autorisatiebesluit uitgebreid met niet-ingezetenen en is de gegevensset voor verstrekking op verzoek uitgebreid met de gegevens 08/58.13.20 Datum aanvang adres buitenland.

7. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.

Naar boven