Autorisatiebesluit Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum: 19 december 2013

Kenmerk: 2013-0000763621

In het verzoek van 12 september 2013, 2013-0000554290 heeft de directeur van de Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming namens de buitengewoon opsporingsambtenaren, bedoeld in het Besluit buitengewoon opsporings-ambtenaar LID 2007, verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de LID:

de Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming namens de buitengewoon opsporingsambtenaren, bedoeld in het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar LID 2007;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

k. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

l. het Agentschap BPR:

het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de LID

Artikel 2

  • 1. Aan de LID wordt op haar verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

  • 2. De LID verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor de controle op de naleving van wetgeving en voor de opsporing van gepleegde strafbare feiten in het kader van het dierenwelzijn, zoals bedoeld in artikel 3 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar LID 2007 en het Convenant Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, Algemene Inspectiedienst en Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en indien het verzoek gericht is op de verstrekking van gegevens over verdachten, aangevers, getuigen, melders of beklaagden op grond van artikel 3 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar LID 2007.

  • 3. Aan de LID worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de LID bij haar verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

Paragraaf 3. De verstrekking van adresgegevens op verzoek aan de LID

Artikel 3

  • 1. Aan de LID wordt op haar verzoek een gegeven als opgenomen in bijlage II bij dit besluit verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van iedere ingeschrevene van wie de actuele adresgegevens in Nederland, die op de persoonslijst zijn opgenomen overeenkomen met:

    • a. een in het verzoek aangegeven adres, of

    • b. het actuele adres dat op de persoonslijst van een in het verzoek aangegeven ingeschrevene is opgenomen.

  • 2. De LID doet slechts een verzoek als bedoeld in het eerste lid, om een gegeven dat is aangegeven in bijlage II bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor opsporing en toezicht zoals bedoeld in artikel 3 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar LID 2007 en het Convenant Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, Algemene Inspectiedienst en Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en één van de op het adres ingeschreven personen kan worden gekwalificeerd als verdachte of beklaagde op grond van artikel 3 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar LID 2007.

  • 3. Aan de LID worden slechts gegevens verstrekt, indien de gegevens waarvan de LID in haar verzoek gebruik heeft gemaakt zijn opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

Paragraaf 4. Overige verstrekkingen aan de LID

Artikel 4

  • 1. Indien een verstrekking aan de LID op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. De verstrekking van gegevens aan de LID die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 3. Indien aan de LID gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 5

  • 1. De LID verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de LID;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de LID;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de LID.

Artikel 6

Het Agentschap BPR draagt er zorg voor dat slechts daartoe bevoegde functionarissen informatie kunnen verkrijgen over de verstrekking van gegevens aan de LID op basis van dit besluit.

Artikel 7

Het besluit van de Minister van 20 juni 2011, BPR2010/52861, wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet basisregistratie personen in werking treedt.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 19 december 2013

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

02.01.20

Burgerservicenummer ouder1

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

03.01.20

Burgerservicenummer ouder2

   

04

NATIONALITEIT

   

04.05.10

Nationaliteit

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.20

Adellijke titel/predicaat echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.10

Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.20

Geboorteplaats echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

08.10.10

Functie adres

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.

40 Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

   

58

VERBLIJFPLAATS

   

58.09.10

Gemeente van inschrijving

58.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

58.10.10

Functie adres

58.10.20

Gemeentedeel

58.10.30

Datum aanvang adreshouding

58.11.10

Straatnaam

58.11.15

Naam openbare ruimte

58.11.20

Huisnummer

58.11.30

Huisletter

58.11.40

Huisnummertoevoeging

58.11.50

Aanduiding bij huisnummer

58.11.60

Postcode

58.11.70

Woonplaatsnaam

58.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

58.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

58.12.10

Locatiebeschrijving

   

11

GEZAGSVERHOUDING

   

11.32.10

Indicatie gezag minderjarige

11.33.10

Indicatie curateleregister

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 3 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

11

GEZAGSVERHOUDING

   

11.32.10

Indicatie gezag minderjarige

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

De adresverstrekking op verzoek

Op verzoek worden gegevens verstrekt van alle personen die op dat moment zijn ingeschreven op een bepaald adres in Nederland. In het verzoek kan worden aangeven welk adres het betreft. Echter, in het verzoek kunnen in plaats van het adres ook gegevens van een ingeschrevene worden opgenomen. De gegevensverstrekking bevat dan de gegevens van alle personen die op dat moment op hetzelfde adres zijn ingeschreven als de (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene. De set gegevens die mag worden opgevraagd is opgenomen in het autorisatiebesluit.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. Geheime en gevoelige gegevensverstrekking

Op basis van dit besluit vindt de gegevensverstrekking plaats onder een zogenoemd gevoelig regime.

Gevoelige gegevensverstrekking

Het feit dat er gegevensverstrekking aan een bepaalde afnemer plaatsvindt kan stigmatiserend werken voor de ingeschrevene. In die situatie wordt in het autorisatiebesluit bepaald dat het Agentschap BPR beveiligingsmaatregelen treft tegen onnodige kennisname van gegevensverstrekking aan de LID door functionarissen die deze gegevens niet nodig hebben voor hun taak.

4. Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming

De geadresseerde van dit autorisatiebesluit is de Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming namens de buitengewoon opsporings-ambtenaren, bedoeld in het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar LID 2007 (in deze toelichting genoemd: de LID).

Een buitengewoon opsporingsambtenaar in dienst van de LID is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.

De LID is door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (thans de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) aangewezen als toezichthouder op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de daarop gebaseerde regelgeving. Uit de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren volgt dat de LID naast opsporingsbevoegdheden ook een toezichthoudende bevoegdheid heeft. De doelstellingen van de LID zijn ondermeer het uitoefenen van controle op de naleving van de wetgeving gericht op het dierenwelzijn en het opsporen van strafbare feiten gericht op het dierenwelzijn. De inspecteurs van de LID hebben de status van buitengewoon opsporingsambtenaar en beschikken derhalve over opsporings-bevoegdheid en voor deze taak hebben de buitengewoon opsporingsambtenaren persoonsgegevens uit de basisregistratie personen nodig.

4.1. Taken van de LID

Artikel 3 van het Besluit aanwijzing buitengewoon Opsporingsambtenaar LID 2007 geeft aan dat de buitengewoon opsporingsambtenaar bij of krachtens de in dit artikel genoemde wetgeving bevoegd is tot het opsporen van strafbare feiten. In het Convenant Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, Algemene Inspectiedienst en Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is de toezichtsrol van de LID vastgelegd tezamen met de werkafspraken tussen de LID en de Algemene Inspectiedienst (thans de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit). Op grond van deze afspraken is de Algemene Inspectiedienst in de eerste plaats belast met het toezicht op de naleving van bepalingen over landbouwhuisdieren. De werkzaamheden van de LID zien primair op gezelschapsdieren en het afhandelen van meldingen. In het convenant wordt met name aangegeven dat de LID en de Algemene Inspectiedienst voor elkaar een achtervangfunctie vervullen. In het geval één van beide diensten geen of onvoldoende menskracht heeft, of wanneer er behoefte is aan assistentie of ondersteuning wordt dit door de andere dienst opgepakt. Ten tijde van dierziektecrises kan de LID de reguliere werkzaamheden van de Algemene Inspectiedienst overnemen.

Het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen is onder andere noodzakelijk voor de LID om meldingen gericht op het dierenwelzijn te kunnen traceren. Na constatering van een strafbaar feit wordt een proces-verbaal opgemaakt door de LID. Hiervoor heeft de LID de juiste naam- en adresgegevens van de betrokkene nodig. Het proces-verbaal wordt overhandigd aan de Officier van Justitie die al dan niet tot strafrechtelijke vervolging overgaat.

4.2. Wijzen van verstrekken aan de LID

De LID krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de LID vindt plaats door middel van gegevensverstrekking op verzoek en de verstrekking van adresgegevens op verzoek. Tot de doelgroep van de LID behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de LID

De LID mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage I. De LID beperkt haar vragen om persoonsgegevens tot de persoonslijsten van de ingeschrevenen die noodzakelijk zijn voor de controle op de naleving van wetgeving en de opsporing van gepleegde strafbare feiten in het kader van het dierenwelzijn, zoals bedoeld in artikel 3 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar LID 2007 en het Convenant Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, Algemene Inspectiedienst en Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Naast deze taakomschrijving is ook de groep personen waarop het verzoek van de LID gericht mag zijn, beperkt. Het betreft de verstrekking van gegevens over verdachten, aangevers, getuigen, melders of beklaagden op grond van artikel 3 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar LID 2007.

Adresverstrekking op verzoek aan de LID

De LID kan tevens gegevens verstrekt krijgen van personen die op hetzelfde adres in Nederland ingeschreven zijn als de in het verzoek omschreven persoon. De LID verzoekt slechts om gegevens die zijn aangegeven in bijlage II. Het is van belang voor de veiligheid van de buitengewoon opsporingsambtenaar om te weten wie en hoeveel mensen op een bepaald adres in Nederland staan ingeschreven. De gegevens zijn ook relevant om te kunnen achterhalen wie de eigenaar, verzorger of houder is van het dier.

De LID is alleen bevoegd om gegevens te verzoeken, indien een van de personen die op dat adres in Nederland ingeschreven is, voldoet aan de criteria die opgenomen zijn in artikel 3 van dit besluit.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

In bijlage I zijn gegevens opgenomen over Huwelijk/geregistreerd partnerschap. Deze gegevens zijn noodzakelijk om te bepalen wie de eigenaar van het dier is en in geval van een scheiding van het dier afstand mag doen. Het gegeven “04.05.10 nationaliteit” is van belang voor het proces-verbaal en de daar eventueel uit voort vloeiende gerechtelijke stappen. Het gegeven “11.32.10 Indicatie gezag minderjarige” geeft aan wie belast is met het gezag over de minderjarige ingeschrevene die verdacht wordt van strafbare feiten gepleegd in het kader van het dierenwelzijn. Het gegeven “11.33.10 Indicatie curateleregister” kan de aanduiding weergeven dat iemand onder curatele is gesteld. De LID heeft tevens de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de LID aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

De actuele gegevens buitenland (08.13.10 t/m 08.13.50) zijn gegevens van niet-ingezetenen. Deze verstrekking is noodzakelijk omdat de niet-ingezetenen bij de uitvoering van bovengenoemde taken van de LID tot de doelgroep behoren.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de LID tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in haar taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de LID om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de LID.

6. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 20 juni 2011, BPR2010/52861ingetrokken.

Deze intrekking is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen en van een uitbreiding van de gegevensset. De gegevensset is uitgebreid met de volgende gegevens: “08.13.10 Land adres buitenland”, 08.13.30 Regel 1 adres buitenland”, 08.13.40 Regel 2 adres buitenland” en “08.13.50 Regel 3 adres buitenland”.

7. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.

Naar boven