Autorisatiebesluit bestuur van het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, Veilig Thuis Twente, Rijkswet voor Identiteitsgegevens

Datum: 26 maart 2015

Kenmerk: 2015-0000147545

In het verzoek 10 december 2014, 2015-0000147468, heeft het bestuur van het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, Veilig Thuis Twente verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen voor de uitvoering de taken als genoemd in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Gelet op de artikelen 3.1, 3.2 en 3.3 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. het AMHK:

het bestuur van het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, Veilig Thuis Twente;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

k. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

l. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan het AMHK

Artikel 2

  • 1. Aan het AMHK wordt op verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. Het AMHK verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:

    • a. een persoon over wie een melding is gedaan als bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 betreffende huiselijk geweld, kindermishandeling of een vermoeden daarvan;

    • b. een persoon naar wie onderzoek wordt gedaan naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 3. Aan het AMHK worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan het AMHK bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Paragraaf 3. De verstrekking van adresgegevens op verzoek aan het AMHK

Artikel 3

  • 1. Aan het AMHK wordt op zijn verzoek een gegeven als opgenomen in de bijlage bij dit besluit verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van iedere ingeschrevene van wie de actuele adresgegevens in Nederland, die op de persoonslijst zijn opgenomen overeenkomen met:

    • a. een in het verzoek aangegeven adres, of

    • b. het adres dat als actueel gegeven op de persoonslijst van een in het verzoek aangegeven ingeschrevene is opgenomen.

  • 2. Het AMHK verzoekt slechts om een gegeven dat is aangegeven in de bijlage bij dit besluit, indien een van de op het adres ingeschreven personen een ingeschrevene is naar wie een onderzoek wordt gedaan naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 4.1.1., tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 3. Aan het AMHK worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan het AMHK bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Paragraaf 4. Overige verstrekkingen aan het AMHK

Artikel 4

  • 1. Indien een verstrekking aan het AMHK op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. De verstrekkingen aan het AMHK die plaatsvinden op grond van dit besluit bevatten geen gegevens waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 3. Indien aan het AMHK gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 5

  • 1. Het AMHK verstrekt aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het AMHK;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het AMHK;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van het AMHK.

Artikel 6

  • 1. Indien aan het AMHK gegevens van een ingeschrevene worden verstrekt op basis van dit besluit, wordt hierover geen informatie verstrekt aan de ingeschrevene.

  • 2. De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens draagt er zorg voor dat slechts daartoe bevoegde functionarissen informatie kunnen verkrijgen over de verstrekking van gegevens aan het AMHK op basis van dit besluit.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op 1 april 2015.

Het besluit en de bijlage bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 26 maart 2015,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE

Bijlage bij de artikelen 2 en 3 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

02.01.20

Burgerservicenummer ouder1

02.02.10

Voornamen ouder1

02.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1

02.02.40

Geslachtsnaam ouder1

02.03.10

Geboortedatum ouder1

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

03.01.20

Burgerservicenummer ouder2

03.02.10

Voornamen ouder2

03.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2

03.02.40

Geslachtsnaam ouder2

03.03.10

Geboortedatum ouder2

   

04

NATIONALITEIT

   

04.05.10

Nationaliteit

04.65.10

Aanduiding bijzonder Nederlanderschap

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.10

Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.20

Geboorteplaats echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.30

Geboorteland echtgenoot/geregistreerd partner

05.04.10

Geslachtsaanduiding echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

08.14.20

Datum vestiging in Nederland

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.01.20

Burgerservicenummer kind

09.02.10

Voornamen kind

09.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam kind

09.02.40

Geslachtsnaam kind

09.03.10

Geboortedatum kind

09.03.20

Geboorteplaats kind

09.03.30

Geboorteland kind

   

10

VERBLIJFSTITEL

   

10.39.10

Aanduiding verblijfstitel

10.39.20

Datum einde verblijfstitel

10.39.30

Ingangsdatum verblijfstitel

   

11

GEZAGSVERHOUDING

   

11.32.10

Indicatie gezag minderjarige

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

De adresverstrekking op verzoek

Op verzoek worden gegevens verstrekt van alle personen die op dat moment zijn ingeschreven op een bepaald adres in Nederland. In het verzoek kan worden aangeven welk adres dit betreft. Echter, in het verzoek kunnen in plaats van het adres ook gegevens van een ingeschrevene worden opgenomen. De gegevensverstrekking bevat dan de gegevens van alle personen die op dat moment op hetzelfde adres zijn ingeschreven als de (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene. De set gegevens die mag worden opgevraagd is opgenomen in het autorisatiebesluit.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. Geheime gegevensverstrekking

Op basis van dit besluit vindt de gegevensverstrekking plaats onder een zogenoemd geheim regime.

Geheime gegevensverstrekking

In het geval van geheime gegevensverstrekking wordt van deze verstrekking geen aantekening gehouden. In het Besluit BRP is bepaald van welke verstrekkingen geen aantekening wordt gehouden in verband met de veiligheid van de staat of de voorkoming, opsporing of vervolging van strafbare feiten. In dat geval is in het autorisatiebesluit geregeld dat over deze gegevensverstrekking geen informatie wordt gegeven aan de ingeschrevene.

4. Het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, Veilig Thuis Twente

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, Veilig Thuis Twente (in deze toelichting genoemd: het AMHK).

Aan het AMHK kan op grond van hoofdstuk 3, afdeling 1, §1, van de Wet BRP systematisch gegevens worden verstrekt.

Een AMHK, niet zijn een overheidsorgaan, is ingevolge artikel 3.3 van de Wet BRP en artikel 39 van het besluit BRP aangewezen als organisatie die in aanmerking komt voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen.

4.1. Taken van het AMHK

Het AMHK fungeert als herkenbaar en toegankelijk meldpunt voor alle gevallen of vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het AMHK geeft advies en consult aan de melder. Het AMHK doet onderzoek naar aanleiding van een melding van (een vermoeden van) geweld in huiselijke kring, waaronder kindermishandeling, om te bepalen of sprake is van kindermishandeling of een andere vorm van geweld in huiselijke kring. Het AMHK informeert, indien nodig, de politie en de raad voor de kinderbescherming en schakelt passende hulpverlening in. Zodra blijkt dat vrijwillige hulpverlening de problemen niet kan oplossen en een kind bedreigd wordt in zijn ontwikkeling, draagt het AMHK de casus onmiddellijk over aan de raad voor de kinderbescherming. De raad onderzoekt vervolgens of het nodig is om de kinderrechter een kinderbeschermingsmaatregel te verzoeken.

4.2. Wijzen van verstrekken aan het AMHK

Het AMHK heeft ten behoeve van de uitvoering van de hiervoor omschreven taken systematische gegevensverstrekking nodig uit de basisregistratie personen. Het AMHK krijgt hiervoor een gegevensverstrekking op verzoek en een adresverstrekking op verzoek uit de basisregistratie personen. Tot de doelgroep van het AMHK behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan het AMHK

Het AMHK mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in de bijlage. Het AMHK beperkt zijn vragen om persoonsgegevens tot de persoonslijsten van de ingeschrevenen over wie een melding is gedaan of naar wie onderzoek wordt gedaan naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Adresverstrekking op verzoek aan het AMHK

Het AMHK kan tevens gegevens die zijn opgenomen in de bijlage verstrekt krijgen van personen die ingeschreven zijn op een bepaald adres in Nederland. Het AMHK kan in zijn verzoek zelf aangeven welk adres dit betreft. Het AMHK kan in plaats van het adres ook andere gegevens van een ingeschrevene in zijn verzoek opnemen. Het krijgt dan gegevens verstrekt van de personen die op hetzelfde adres in Nederland zijn ingeschreven als deze (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene.

Het AMHK is alleen bevoegd om gegevens te verzoeken, indien deze noodzakelijk zijn in verband met het onderzoek naar aanleiding van een melding bij het AMHK en ten minste een van de personen die op dat adres ingeschreven is, voldoet aan de criteria die opgenomen zijn in dit artikel.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

Categorie 01 Persoon

Het AMHK moet de identiteit van de betrokkenen kunnen vaststellen. Het AMHK krijgt hiertoe de identificerende gegevens uit categorie 01 van de persoonslijst van de ingeschrevene verstrekt, waaronder het burgerservicenummer en het A‑nummer. Het burgerservicenummer en het A-nummer worden gebruikt om de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen aan elkaar te koppelen en tot de juiste persoon te herleiden. Gegevens uit categorie 01 dienen tevens om de ingeschrevene op de juiste wijze aan te kunnen schrijven.

Categorie 02 ouder 1, categorie 03 ouder 2, categorie 05 huwelijk/geregistreerd partnerschap en categorie 09 kind

Voor het AMHK is het van belang de leefsituatie van de betrokkene in kaart te kunnen brengen om passende hulpverlening in te kunnen schakelen.

Aan de hand van de gegevens uit categorie 02 en 03 kan het AMHK vaststellen wie de ouders van de ingeschrevene zijn.

Het AMHK heeft gegevens over huwelijk en geregistreerd partnerschap uit categorie 05 van de persoonslijst van de ingeschrevene nodig om vast te kunnen stellen of de ingeschrevene getrouwd, dan wel geregistreerd partner is.

Daarnaast gebruikt het AMHK de gegevens uit categorie 05 om de ingeschrevene die getrouwd of partners is, op de juiste wijze aan te kunnen schrijven. Aan de hand van de gegevens “datum sluiting”, “aanduiding naamgebruik”, “geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner” en “datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap” kan de juiste aanschrijving worden bepaald.

Het gegeven “geslachtsaanduiding partner” is noodzakelijk om vast te kunnen stellen of kindermishandeling door de (stief)vader, (stief)moeder of beiden gebeurt. Ook zijn er vormen van kindermishandeling waarbij het geslacht van de pleger van belang is voor het onderzoeken van het vermoeden van kindermishandeling: te denken valt aan seksueel misbruik en Munchhausen by proxy.

Aan de hand van gegevens uit categorie 09 kan het AMHK vaststellen of de ingeschrevene kinderen heeft.

Categorie 04 nationaliteit

Aan de hand van de gegevens uit deze categorie kan het AMHK vaststellen of de ingeschrevene de Nederlandse nationaliteit heeft of een andere nationaliteit bezit. Deze informatie is van belang voor het bejegenen van betrokkenen en het plaatsen van gedrag en opvattingen in de culturele context.

Categorie 06 overlijden

Het AMHK krijgt het gegeven “Datum overlijden” om vast te kunnen stellen of de ingeschrevene nog in leven is. In onderzoeken naar situaties van geweld is informatie over een overlijden van belang voor de risicotaxatie.

Categorie 07 inschrijving

Het AMHK heeft de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan het AMHK aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

Categorie 08 verblijfplaats

De verstrekking van deze gegevens is noodzakelijk ten behoeve van correspondentie en vanwege het feit dat de hulpverlener, in het belang van het hulpverleningstraject, de verblijfplaats van een eventueel slachtoffer van huiselijk geweld of kindermishandeling goed dient te documenteren.

De gegevens “Land adres buitenland”, “Datum aanvang adres buitenland”, “Regel 1 adres buitenland”, “Regel 2 adres buitenland” en “Regel 3 adres buitenland” (08.13.10, 08.13.20, 08.13.30, 08.13.40 en 08.13.50) zijn gegevens van niet- ingezetenen. Niet-ingezetenen kunnen Nederlanders zijn die in het buitenland wonen, of buitenlanders die niet beschikken over een vast woonadres in Nederland.

Categorie 10 verblijfstitel

Aan de hand van gegevens uit categorie 10 kan het AMHK vaststellen welke verblijfstitel de ingeschrevene heeft, wanneer de verblijfstitel is ingegaan en beëindigd. De verblijfsstatus en is noodzakelijk voor het onderzoek en voor het in gang zetten van passende hulp.

Categorie 11 gezagsverhouding

Aan de hand van gegevens uit categorie 11 kan het AMHK vaststellen of de ingeschrevene onder gezag valt van ouders of voogd.

4.4 Bijzonderheden aangaande het AMHK

Vanaf 1 januari 2015 draagt het college van burgemeester en Wethouders zorg voor de organisatie van het AMHK. Conform artikel 2.6.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 werken colleges met elkaar samen, indien dat voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering aangewezen is. Het AMHK is regionaal georganiseerd, waarbij de samenwerkende colleges de opdracht om een AMHK te vormen veelal hebben neergelegd bij reeds bestaande organisaties.

De opdracht voor de vorming van een AMHK en het uitvoeren van de bijbehorende taken is door de samenwerkende colleges bijvoorbeeld neergelegd bij samenwerkingen tussen stichtingen die voorheen de steunpunten huiselijk geweld en advies- en meldpunten kindermishandeling vormden, gecertificeerde instellingen of Gemeenschappelijke Gezondheidsdiensten.

Het uitvoeren van de taken van het AMHK staat los van de overige taken die bijvoorbeeld gecertificeerde instellingen (voorheen: Bureaus Jeugdzorg) of Gemeenschappelijke Gezondheidsdiensten uitvoeren. Ten behoeve van hun eigen taken beschikken deze organisaties daarom over een aparte aansluiting op de basisregistratie personen, waarvoor een apart autorisatiebesluit is genomen en een aparte autorisatietabelregel is opgesteld.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient het AMHK tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in diens taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van het AMHK om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van het AMHK.

6. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, www.rvig.nl.

Naar boven