Bekendmaking aanmeldnotitie (Mer-beoordeling) Pandijk 11 te Sterksel

Logo Heeze-Leende

Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende maken als bevoegd gezag, gelet op artikel 7.17, van de Wet milieubeheer, het volgende bekend.

Op 28 mei 2016 is een aanmeldingsnotitie ingediend voorafgaand aan een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het veranderen van zijn agrarisch bedrijf met pluimvee op het adres Pandijk 11 te Sterksel. In plaats van de oorspronkelijk vergunde legkippen bestaat het voornemen om ofwel vleeskuikens (met schapen en paarden) ofwel opfokkippen van legrassen te gaan houden in bestaande pluimveehokken. Deze activiteit is onderworpen aan een milieueffectrapportage beoordeling op basis van artikel 7.2 lid 1 onder sub b van de Wet milieubeheer juncto artikel 2, tweede lid van het Besluit milieueffectrapportage.

Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende hebben besloten dat voor de locatie Pandijk 11 te Sterksel geen milieueffectrapport behoeft te worden opgesteld. Hierdoor kan een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu zonder opschortende voorwaarden worden ingediend en in behandeling worden genomen.

Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende zijn van mening dat de omstandigheden waaronder de voorgenomen activiteit wordt ondernomen, niet tot zodanige nadelige milieugevolgen leiden dat het opstellen van een milieueffectrapport noodzakelijk is.

Het besluit en de overige stukken liggen vanaf 8 december 2016 gedurende zes weken tijdens de openingsuren ter inzage in het gemeentehuis aan de Jan Deckersstraat 2 te Heeze.

Tegen een besluit om af te zien van een milieueffectrapport staat in dit geval geen bezwaar en beroep open. De Raad van State heeft eerder bepaald dat sprake is van een zogenaamde beslissing inzake de procedure ter voorbereiding van een besluit. Volgens artikel 6.3. van de Algemene wet bestuursrecht is een dergelijke beslissing niet vatbaar voor bezwaar en beroep, tenzij ze de belanghebbende – los van het voor te bereiden besluit tot vergunningverlening – rechtstreeks in zijn belang treft. In eerdere uitspraken heeft de Raad van State bepaald dat omwonenden en bijvoorbeeld milieuverenigingen niet als direct belanghebbenden worden gezien. Indien zij van mening zijn dat de omstandigheden waaronder de activiteit wordt verricht, wel leiden tot aanzienlijke milieueffecten, dan dienen zij dit aan de orde te stellen in de vergunningprocedure.

Naar boven