Besluit van de directeur Financieel-economische Zaken, houdende het verlenen van mandaat aan de directeur Financiën van het Rijksvastgoedbedrijf

Gelet op artikel 5, tweede lid, van de Regeling kwijtschelding en buiteninvorderingstelling 2014;

Gezien de instemming van de directeur-generaal Rijksvastgoedbedrijf en de Secretaris-generaal;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Aan de directeur Financiën van het Rijksvastgoedbedrijf wordt mandaat verleend voor het geven van toestemming voor een buiteninvorderingstelling door het Rijksvastgoedbedrijf die niet op basis van een a.o.-procedure plaatsvindt, voor zover het gaat om vorderingen op derden van ten hoogste € 25.000,–.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing in het geval de directeur Financiën van het Rijksvastgoedbedrijf tot buiteninvorderingstelling besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op 1 november 2016.

Directeur Financieel-economische Zaken, C.J.M. Kollau

TOELICHTING

Het buiteninvordering stellen van vorderingen door het Rijksvastgoedbedrijf is een taak die niet dagelijks behoeft te worden uitgevoerd. Om die reden wordt in artikel 1 eerste lid gesproken over buiteninvorderingstelling niet op basis van een -a.o.- procedure, naar analogie van de Regeling Kwijtschelding en buiteninvorderingstelling 2014.

In het tweede lid wordt de situatie beschreven waarin directeur Financiën zelf een besluit tot buiteninvorderingstelling zou willen nemen. Hij is daartoe niet bevoegd, het besluit is dan voorbehouden aan de directeur Financieel-economische Zaken.

Naar boven