Gemeente Den Haag, verkeersbesluit: Busken Huetstraat, tussen Beetsstraat en Alberdingk Thijmstraat (instellen 30 km/uur-gebied, intrekken (woon-erf) 

Logo 's-Gravenhage

[BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DEN HAAG,

gelezen het op 22 juli 2016 ingekomen verzoek van de heer J. Jankie van het Ingenieursbureau

Den Haag, ingediend namens mevrouw E. Vermeulen van de gemeente Den Haag, stadsdeel Laak,

tot het nemen van een verkeersbesluit voor instellen van een 30 km/uur-gebied en het gelijktijdig

intrekken van de (woon-)erffunctie op het gedeelte van de Busken Huetstraat dat is gelegen tussen

de Beetsstraat en Alberdingk Thijmstraat;

gelezen de op 16 september 2016 ontvangen brief van de Politie Den Haag, Dienst Regionale

Operationele Samenwerking, Afdeling Infrastructuur, Team Verkeer, kenmerk 2016/-;

overwegende,

dat bij de reconstructie van het gedeelte van de Busken Huetstraat dat is gelegen tussen de Beetsstraat

en Alberdingk Thijmstraat de (woon-)erf functie wordt omgezet naar een functie als 30 km/uur-gebied

zodat dit weggedeelte dan onderdeel uitmaakt van het omliggende 30 km/uur-gebied;

dat het beleid van de gemeente Den Haag om het autogebruik terug te dringen en de uitvoering

daarvan is vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 2 juli 1992 (rv 198, 1992);

dat het gemeentelijk beleid ten aanzien van de verkeersveiligheid er op is gericht om in de

zogenoemde verblijfsgebieden (woonbuurten) de verkeersonveiligheid zo veel mogelijk terug

te dringen door deze gebieden aan te wijzen en in te richten als 30 km/uur-zones teneinde

aldus een optimale leefbaarheid te bereiken en de invloed van de auto op de woonomgeving

zo veel mogelijk te beperken;

dat het gemeentelijk Verkeersveiligheidsplan onder meer strekt tot het op buurt- of wijkniveau

invoeren van 30 km/uur-zones;

dat dit aansluit bij de door de rijksoverheid voorgestane aanpak om binnen afzienbare tijd alle

stedelijke gebieden binnen Nederland aan te wijzen en in te richten als 30 km/uur-zone;

dat het invoeren van 30 km/uur-zones is gebonden aan wettelijke eisen ter zake waaronder het

nemen van maatregelen die de snelheid fysiek afdwingen;

dat daartoe snelheidsbeperkende maatregelen op aansluitpunten van zijwegen en/of oversteek-

plaatsen van langzaam verkeer kunnen worden getroffen dan wel tot het aanleggen van smalle

rijbanen kan worden overgegaan;

dat het, gelet op de beperkte mogelijkheden die bestaande woonstraten veelal hebben en gezien

de vaak hoge parkeerdruk, niet gewenst is om straten te versmallen ten koste van parkeer-

plaatsen, zodat het aanbrengen van verkeersdrempels de meest geschikte mogelijkheid is;

dat de wegen dienen te voldoen aan de inrichtingseisen zoals die laatstelijk zijn vastgesteld bij

regeling van 22 september 1999, nr. CDJZ/WBI/1999-707 (Stcrt. 188): Uitvoeringsvoorschriften

BABW, paragraaf 4, punt 4:

dat er alleen dan een 30km/uur-regeling op wegvakken mag worden toegepast indien wordt

voldaan aan de volgende eisen;

- iedere weg in het betrokken gebied heeft voornamelijk een verblijfsfunctie;

- om te voorkomen dat de verblijfsfunctie wordt aangetast door een relatief hoge intensiteit

van het gemotoriseerde verkeer, is de weg met zijn omgeving waar nodig aangepast;

- met het oog op snelheidsbeperking en attentieverhoging is extra

aandacht besteed aan potentieel gevaarlijke punten, zoals:

a. plaatsen waar voetgangers, in het bijzonder schoolkinderen en bejaarden, plegen over te

steken;

b. kruispunten met een hoofdroute voor fietsers en eventueel bromfietsers;

c. kruispunten waar de voorrang door middel van borden geregeld is;

- de overgangen naar een andere maximumsnelheid zijn door de constructie duidelijk

herkenbaar;

- indien de overgang naar een hogere maximumsnelheid binnen 20 meter van een kruisende

weg ligt, dan is de voorrang geregeld door middel van verkeerstekens of een in- en uitrit-

constructie, tenzij de kruisende weg geschikt is om in het betrokken gebied opgenomen te

worden;

dat de hierna onder punt I. van dit besluit aangegeven wegvakken voldoen aan de criteria

waaraan moet worden voldaan om aldaar een 30 km/uur-regeling toe te passen;

dat het, in het kader van het bevorderen van de verkeersveiligheid in de gemeente Den Haag,

gewenst is om het gedeelte van de Busken Huetstraat dat is gelegen tussen de Beetsstraat

en de Alberdingk Thijmstraat aan te wijzen en in te richten als 30 km/uur-gebied;

dat gezien het gestelde in artikel 21 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het

wegverkeer juncto artikel 2 Wegenverkeerswet kan worden opgemerkt dat met het nemen

van de onderhavige verkeersmaatregel(en) het volgende wordt nagestreefd:

het verzekeren van de veiligheid op de weg; dat het voornemen om deze verkeersmaatregel(en) in te stellen op de voorgeschreven wijze is gepubliceerd en gedurende een periode van vier weken ter inzage heeft gelegen teneindebelanghebbenden in de gelegenheid te stellen een zienswijze daarop kenbaar te maken; dat geen reactie is ingekomen;dat ten aanzien van de onderhavige verkeersmaatregel(en) het overleg als bedoeld in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer heeft plaatsgevonden; dat het betreffende weggedeelte in beheer is bij de gemeente Den Haag en gelegen binnen debebouwde kom van die gemeente; gelet op de mandaatregeling van burgemeester en wethouders van Den Haag en het daarop gebaseerde ondermandaatbesluit; gelet op artikel 18 eerste lid onder d van de Wegenverkeerswet 1994, juncto artikel 1, artikel 4eerste lid, artikel 12 onder a en b, artikel 18, artikel 21 en 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (Stb. 460, 1990); BESLUITEN: I. door het plaatsen van borden volgens model A0130 zb en A0230 ze, waarop aangegeven het getal 30, van Bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459, 1990) op het gedeelte van de Busken Huetstraat dat is gelegen tussen de Beetsstraat en de  Alberdingk Thijmstraat een 30 km/uur-gebied in te stellen zodat daar een maximum- snelheid van 30 km/uur geldt, dit zoals aangegeven op de hierna genoemde situatietekening; II. dat als gevolg van de bovenomschreven verkeersmaatregel(en) alle eerder genomen verkeersmaatregelen/-besluiten die hierop betrekking hebben, worden ingetrokken en de daarmee samenhangende verkeerstekens worden verwijderd) en wel voor zover het gestelde daarin direct betrekking heeft op hetgeen thans opnieuw wordt geregeld; III. dat bovengenoemde maatregel(en) gelden op de wijze als aangegeven op de bij dit besluit behorende en daar onlosmakelijk deel van uitmakende situatietekening, die kan worden ingezien bij de Dienst Stadsbeheer, Handhavingsorganisatie/Vergunningen en Handhaving, Loudonstraat 95, Den Haag;    

Naar boven