Verkeersbesluit Prinsengracht 281 aanleg elektrische oplaadplaats

Logo Amsterdam - Centrum

Nummer 2016-014391D d.d. 7 oktober 2016

 

Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie voor stadsdeel Centrum;

 

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Gelet op de bepalingen van de Wegenverkeerswet, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, de verordening op de bestuurscommissie en het ondermandaatsbesluit van het algemeen bestuur van 28 maart 2014,

 

gelet op de bepalingen van de Wegenverkeerswet (WVW 1994), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990),

 

Verder gelet op

  • het Actieplan Luchtkwaliteit (24 januari 2006),

  • Voorrang voor een Gezonde Stad (25 juni 2008),

  • het Plan van Aanpak Elektrisch Vervoer “Amsterdam Elektrisch” (nr. 383 van afd. 1 van het Gemeenteblad, 2009)

  • het besluit Opschaling netwerk oplaadinfrastructuur elektrisch rijden (College van B&W, 29 juni 2010).

  • Het beleid en de richtlijnen “uitbreiding en realisatie van openbare infrastructuur in Amsterdam van 22 februari 2016

 

Overwegende dat:

  • dat de Gemeente Amsterdam elektrisch vervoer stimuleert, zoals vastgesteld in de Agenda Duurzaamheid d.d. 11 maart 2015

  • dat elektrisch vervoer bijdraagt aan het verbeteren van de luchtkwaliteit en leefomgeving in Amsterdam;

  • dat voor elektrisch vervoer een openbaar netwerk van oplaadlocaties noodzakelijk is;

  • dit gebeurt door het aanwijzen en aanleggen van oplaadpunten voor elektrische voertuigen in Amsterdam;

  • de Gemeente Amsterdam daarom sinds 2009 oplaadlocaties inricht;

  • het beleid van de gemeente Amsterdam er op is gericht:

  • om bij een oplaadpunt twee laadplekken aan te leggen zodat nieuwe uitbreidingsverzoeken kunnen worden verwezen naar bestaande laadpunten in de buurt om efficiënt gebruik te bevorderen en de hoeveelheid aan nieuwe infrastructuur op straat te beperken.

  • oplaadpunten voor algemeen gebruik zijn bestemd; auto’s van bezoekers, deelauto’s , taxi’s en bestelverkeer (indien elektrisch) maken ook gebruik van het openbare oplaadnetwerk binnen het geldende parkeer/vergunning regime.

  • Er geen openbare laadvoorzieningen worden gerealiseerd op basis van uitbreidingsverzoeken waar sprake is van ‘eigen terrein’.

  • oplaadpunten alleen door elektrische voertuigen gebruikt kunnen worden en dat de hoeveelheid parkeerruimte in de wijk voor niet-elektrische voertuigen daardoor afneemt;

  • het belang van het ontwikkelen van een openbaar oplaadnetwerk prevaleert boven het verlies aan parkeergelegenheid;

  • Uitbreiding van het netwerk vraaggestuurd en op basis van gebruiksdata geschiedt.

  • voor het reserveren van een parkeergelegenheid voor het opladen van elektrische voertuigen op grond van artikel 15 lid 1 WVW 1994 een verkeersbesluit vereist is;

  • de maatregel in dit besluit wordt genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer te voorkomen of te beperken;

  • het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van de betrokkenen behoren te blijven tenzij benadeelden onevenredig getroffen worden;

  • met betrekking tot de in dit besluit genoemde maatregelen conform artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de politie en dat deze positief heeft geadviseerd;

  • het hierna genoemde weggedeelte onder beheer is van en gelegen is binnen de grenzen van stadsdeel Centrum.

 

BESLUIT

  • 1.

    Twee parkeerplaatsen aan de Prinsengracht ter hoogte van nummer 281 aan te wijzen voor het opladen van elektrische voertuigen door het plaatsen van een bord conform model E4 als bedoeld in bijlage 1 van het RVV 1990, gecombineerd met onderbord met de tekst 'opladen elektrisch voertuig', en onderbord met OB504 daarop afgebeeld twee pijlen op een hoek van 45° als bedoeld in bijlage 1 van het RVV 1990 en onderbord (OB-304) met wegsleepregeling.

  • 2.

    hiermee twee parkeerplaatsen te onttrekken aan het reguliere parkeerareaal;

  • 3.

    dit besluit in werking te laten treden zodra het bord en onderbord onder 1 geplaatst zijn;

 

Algemeen bestuur van de bestuurscommissie voor stadsdeel Centrum,

 

namens deze,

 

K. van Grunsven

 

Afdelingshoofd Schoon en Heel

 

 

MEDEDELINGEN

Bezwaar- of beroepsclausule

Belanghebbenden kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum van publicatie een gemotiveerd bezwaar maken tegen dit besluit.

 

Een bezwaarschrift moet worden ondertekend en minstens bevatten: uw naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt, de gronden van uw bezwaar en het kenmerk nummer van dit besluit. Wilt u ook uw telefoonnummer vermelden en een kopie van dit besluit mee zenden. Het algemeen bestuur stelt het op prijs als u een kopie van uw bezwaarschrift faxt naar nummer 020 256 4433.

 

U stuurt uw bezwaarschrift naar:

Algemeen bestuur van de bestuurscommissie voor stadsdeel Centrum

Juridische Zaken

Postbus 202

1000 AE Amsterdam

 

Het maken van bezwaar schorst de werking van dit besluit niet. In spoedeisende gevallen kunt u bij de Voorzieningenrechter een voorlopige voorziening vragen, nadat u bezwaar heeft gemaakt, bij de Voorzieningenrechter, sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. U betaalt hiervoor griffierechten.

 

Origineel aan:

Informatievoorziening IDB

 

Afschrift aan :

RvE Dienstverlening/Vergunningen (regulier)

Informatievoorziening/Functioneel en Gegevensbeheer

RvE Dienstverlening/Algemeen en sociaal loket

Gebiedsmanagement

Schoon & Heel Procesunit

Politie regionale eenheid Amsterdam

Dienst Stadstoezicht

Stichting Gehandicapten Overleg Amsterdam

ENFB

Naar boven