Autorisatiebesluit AEGON Schadeverzekering N.V., Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum: 17 januari 2014

Kenmerk: 2014-0000028183

In het verzoek van 18 oktober 2013, 2013-0000661640, heeft AEGON Schadeverzekering N.V. verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met de uitvoering van de Pensioenwet voor zover het werkzaamheden betreft met betrekking tot arbeidsongeschiktheidspensioenen.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.3 van de Wet basisregistratie personen persoonsgegevens en artikel 39 van het Besluit basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de verzekeraar:

Aegon Schadeverzekering N.V.;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens;

j. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

k. het Agentschap BPR:

het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

l. arbeidsongeschiktheidspensioen:

het arbeidsongeschiktheidspensioen, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;

m. pensioenaanspraak:

de pensioenaanspraak, bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;

n. pensioenrecht:

het recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de verzekeraar

Artikel 2

  • 1. Aan de verzekeraar wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. De verzekeraar verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor de uitvoering van de Pensioenwet voor zover het werkzaamheden betreft met betrekking tot het arbeidsongeschiktheidspensioen.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid verzoekt de verzekeraar slechts om een gegeven, indien het verzoek gericht is op de verstrekking van gegevens over een ingeschrevene of diens gemachtigde die ten opzichte van de verzekeraar een pensioenaanspraak of een pensioenrecht heeft.

  • 4. Aan de verzekeraar worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de verzekeraar bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Paragraaf 3. Overige verstrekkingen aan de verzekeraar

Artikel 3

  • 1. Indien een verstrekking aan de verzekeraar op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. De verstrekking van gegevens aan de verzekeraar die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 3. Indien aan de verzekeraar gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 4

  • 1. De verzekeraar verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de verzekeraar;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de verzekeraar;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de verzekeraar.

Artikel 5

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 mei 2011, BPR2010/53014, wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 17 januari 2014 eb werkt terug tot en met 6 januari 2014.

Het besluit en de bijlage bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 17 januari 2014,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predikaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

08.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Verblijfplaats

   

58

VERBLIJFPLAATS

   

58.09.10

Gemeente van inschrijving

58.11.10

Straatnaam

58.11.15

Naam openbare ruimte

58.11.20

Huisnummer

58.11.30

Huisletter

58.11.40

Huisnummertoevoeging

58.11.50

Aanduiding bij huisnummer

58.11.60

Postcode

58.11.70

Woonplaatsnaam

58.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

58.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

58.12.10

Locatiebeschrijving

58.13.10

Land adres buitenland

58.13.20

Datum aanvang adres buitenland

58.13.30

Regel 1 adres buitenland

58.13.40

Regel 2 adres buitenland

58.13.50

Regel 3 adres buitenland

58.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Verblijfplaats

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt.

3. Aegon Schadeverzekering N.V.

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van Aegon Schadeverzekering N.V. (in deze toelichting genoemd: de verzekeraar).

De verzekeraar is ingevolge artikel 39 van het Besluit BRP aangewezen als derde die in aanmerking komt voor de systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. De verzekeraar is een pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet, die polissen over arbeidsongeschiktheidspensioenen afsluit.

3.1. Taken verzekeraar

De taak van de verzekeraar is onder meer het uitkeren van een geldsom bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde op grond van een afspraak tussen werkgever en werknemer, waarvoor de werkgever een verzekering (polis) heeft afgesloten bij de verzekeraar. Ook na beëindiging van de verzekering kan het recht op arbeidsongeschiktheidspensioen blijven bestaan.

Verder moet de verzekeraar op verschillende momenten de verzekerde op de hoogte stellen van de inhoud van zijn arbeidsongeschiktheidspensioen. Hierbij valt onder meer te denken aan het versturen van een zogenaamde startbrief aan de verzekerde, het informeren van de verzekerde over een wijziging in de pensioenovereenkomst en de mogelijkheid om het gewijzigde pensioenreglement op te vragen (artikel 21 Pensioenwet) en het jaarlijks versturen van een pensioenoverzicht aan de verzekerde (artikel 38 Pensioenwet). Bij eventuele premieachterstand van de werkgever wordt de verzekerde daarvan op de hoogte gesteld (artikel 29 Pensioenwet). Ten slotte verstrekt de verzekeraar aan de verzekerde informatie bij beëindiging van de deelneming (artikel 39 Pensioenwet).

3.2. Wijze van verstrekken aan de verzekeraar

De verzekeraar heeft ten behoeve van de uitvoering van de hiervoor beschreven taken (zie 3.1) systematische gegevensverstrekking nodig uit de basisregistratie personen ter aanvulling of actualisering van de gegevens die de verzekeraar van de werkgever heeft ontvangen.

De verzekeraar mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit. Uitsluitend de in deze bijlage vermelde gegevens kunnen – op verzoek van de verzekeraar – aan de verzekeraar verstrekt worden.

Tot de doelgroep van de verzekeraar behoort uitsluitend de verzekerde zelf en zijn eventuele gemachtigde. Niet tot de doelgroep behoren partners, ex-partners, nabestaanden en slapers.

De verzekeraar beperkt zijn vragen om persoonsgegevens tot de persoonslijst van de ingeschrevene die als verzekerde een pensioenaanspraak (recht op een nog niet ingegaan pensioen) of een pensioenrecht (recht op een ingegaan pensioen) heeft ten opzichte van de verzekeraar. Voorts ontvangt de verzekeraar gegevens voor het onderzoeken of de ingeschrevene als verzekerde een pensioenaanspraak of een pensioenrecht heeft.

Ten slotte mag de verzekeraar bevragen in verband met de informatieverplichting richting de verzekerde die de Pensioenwet op verschillende plaatsen voorschrijft.

3.3. Toelichting te verstrekken gegevens

De verzekeraar gebruikt het burgerservicenummer om koppelingen aan te leggen tussen de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen.

De verzekeraar heeft gegevens over huwelijk en geregistreerd partnerschap nodig voor het vaststellen van de juiste wijze van aanschrijven. Aan de hand van de gegevens Datum sluiting, Aanduiding naamgebruik, Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner en Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap kan de juiste aanschrijving worden bepaald.

De verzekeraar heeft tevens de mogelijkheid het gegeven Indicatie geheim (07.70.10) op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de verzekeraar aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

Gegevens uit de categorie Verblijfplaats zijn noodzakelijk om een persoon te kunnen aanschrijven, voor eenduidige identificatie van een persoon en om eventueel een persoon te kunnen traceren in het buitenland.

De gegevens Land adres buitenland, Datum aanvang adres buitenland, Regel 1 adres buitenland, Regel 2 adres buitenland en Regel 3 adres buitenland (08.13.10, 08.13.20, 08.13.30, 18.13.40 en 08.13.50) zijn gegevens van niet- ingezetenen. De verstrekking van deze gegevens is noodzakelijk om de niet-ingezetenen in het buitenland te kunnen traceren.

De historische verblijfplaatsgegevens buitenland (58.13.10, 58.13.20, 58.13.30, 58.13.40 en 58.13.50) zijn gegevens van niet- ingezetenen. De historische verblijfplaatsgegevens uit categorie 58 worden verstrekt voor het geval de pensioenuitvoerder met oude adresgegevens van een deelnemer wordt geconfronteerd die de werkgever heeft opgegeven.

4. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de verzekeraar tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de verzekeraar om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de verzekeraar.

5. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit 20 mei 2011, BPR2010/53014 ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen.

6. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.

Naar boven