Tweede wijziging Gemeenschappelijke Regeling RUD Zuid-Limburg

Logo Limburg

 

de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen om de Gemeenschappelijke Regeling RUD Zuid-Limburg in overeenstemming te brengen met de gewijzigde Wet;

Voorts van de gelegenheid gebruik te maken om enkele tekstuele wijzigingen door te voeren, enkele bepalingen te verplaatsen en enkele onvolkomenheden te repareren, alsmede de bepalingen rondom de resultaatverdeling aan te passen;

Gezien:

het voorstel van het Dagelijks Bestuur van de RUD Zuid-Limburg inzake de tweede wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling RUD Zuid-Limburg,

Gelet op:

de toestemming van provinciale staten van Limburg en de toestemmingen van de raden van Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal,

Besluiten:

A.

Vast te stellen de tweede wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling RUD Zuid-Limburg:

Artikel I

A. Artikel 1

Het eerste lid, onder n komt te luiden: RIE: Richtlijn Industriële Emissies.

B. Artikel 6

In het eerste lid wordt “IPPC” vervangen door: RIE.

C. Artikel 9

Het vierde lid vervalt.

Het vijfde lid tot en met het tiende lid worden vernummerd tot vierde lid tot en met negende lid.

Het elfde lid vervalt.

D.

Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a Incompatibiliteiten

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 20 en 52, eerste lid, onder d en tweede lid, van de Wet is het lidmaatschap van het algemeen bestuur onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van één der deelnemers aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar wordt voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld zij die in dienst van één der deelnemers dan wel van het openbaar lichaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.

    • E.

      Artikel 10.

In het tweede lid, eerste volzin wordt “eenmaal per kwartaal” vervangen door “jaarlijks tenminste tweemaal”.

In het tweede lid vervalt de laatste volzin.

In het derde lid wordt na de tweede volzin toegevoegd “Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

Het vierde lid vervalt.

F. Artikel 11.

Na het eerste lid worden drie leden ingevoegd, luidende:

  • 2.

    Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam en door een commissie als bedoeld in artikel 24 en 24a, ieder ten aanzien van stukken die zij aan het algemeen bestuur of aan de leden van het algemeen bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.

  • 3.

    De krachtens het tweede lid aan het algemeen bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding vervalt, indien de oplegging niet door het algemeen bestuur in zijn eerstvolgende vergadering, die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, tezamen vertegenwoordigend meer dan de helft van het aantal stemmen, is bezocht, is bekrachtigd.

  • 4.

    De krachtens het tweede lid aan de leden van het algemeen bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding wordt door hen in acht genomen totdat het orgaan, dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel, indien het onderwerp waaromtrent geheimhouding is opgelegd aan het algemeen bestuur is voorgelegd, totdat het algemeen bestuur haar opheft. Het algemeen bestuur kan deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, tezamen vertegenwoordigend meer dan de helft van het aantal stemmen, is bezocht.

    • G.

      Artikel 12

In het tweede lid wordt “lid 1” vervangen door: eerste lid en wordt “kan de voorzitter een nieuwe vergadering beleggen” vervangen door: belegt de voorzitter een nieuwe vergadering.

In het derde lid wordt “lid 2” vervangen door tweede lid, en wordt “lid 1” vervangen door: eerste lid.

H. Artikel 13

In het zesde lid wordt “beslist de voorzitter” vervangen door: beslist terstond het lot.

I.

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14 Inlichtingen- en verantwoordingsplicht

  • 1.

    Het algemeen bestuur verschaft de raden, burgemeester en wethouders, provinciale staten of gedeputeerde staten, binnen een redelijke termijn alle inlichtingen die door deze organen of een of meer van hun leden worden gevraagd.

  • 2.

    Een lid van het algemeen bestuur verschaft aan het college dat hem heeft aangewezen alle inlichtingen die door dit college of een of meer leden daarvan wordt verlangd.

  • 3.

    Een lid van het algemeen bestuur is aan het college dat hem heeft aangewezen verantwoording verschuldigd voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.

  • 4.

    De colleges bepalen op welke wijze de door hen aangewezen leden aan hun plichten in het tweede en derde lid moeten voldoen.

  • 5.

    Het tweede tot en met het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de raden en provinciale staten respectievelijk een of meer leden daarvan.

J.

Artikel 15 vervalt.

K. Artikel 16

In het tweede lid wordt “gekozen” vervangen door: aangewezen.

L. Artikel 17

In het vijfde lid wordt na de eerste (vol)zin een twee volzinnen toegevoegd, luidende:

Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden waarop het algemeen bestuur tot ontslag van een lid van het dagelijks bestuur heeft besloten.

M.

Artikel 20 komt te luiden:

Artikel 20 Inlichtingen- en verantwoordingsplicht

  • 1.

    Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur geeft het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

    • N.

      Artikel 21

In het eerste lid wordt na “de voorzitter” ingevoegd en een plaatsvervangend voorzitter en wordt “wordt” vervangen door: worden.

In het tweede lid wordt voor “voorzitter” ingevoegd: (plaatsvervangend)

Het derde lid komt te luiden:

3. De (plaatsvervangend) voorzitter vervult zijn functie voor de periode die parallel loopt met de zittingsduur van de leden van het algemeen bestuur zoals bepaald in artikel 9, derde lid, en eindigt met de aanwijzing van een andere (plaatsvervangend) voorzitter door het algemeen bestuur.

In het vijfde lid wordt “gemachtigde” vervangen door: persoon.

O. Artikel 22

Na het tweede lid worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Het algemeen bestuur besluit slechts tot oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.

  • 4.

    Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden en provinciale staten een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur.

  • 5.

    Het algemeen bestuur is bevoegd tot het mede treffen van en tot het deelnemen aan een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de artikelen 93 en 96 van de Wet. Artikel 95 en 98 van de Wet zijn van overeenkomstige toepassing.

P.

Artikel 23 komt te luiden:

Artikel 23 Bevoegdheden Dagelijks Bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd:

    • a.

      het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam te voeren, waaronder het toezicht op het beheren van de financiën en de eigendommen van het openbaar lichaam;

    • b.

      beslissingen van het algemeen bestuur voor te bereiden en uit te voeren;

    • c.

      regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam;

    • d.

      ambtenaren te benoemen, te schorsen en te ontslaan;

    • e.

      tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van het openbaar lichaam te besluiten, met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 55a van de Wet;

    • f.

      te besluiten namens het openbaar lichaam,, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.

  • 1.

    Het dagelijks bestuur neemt, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

Q.

Na artikel 23 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 23a Machtiging uitoefening bevoegdheden

1. Het dagelijks bestuur kan een of meer leden van het dagelijks bestuur machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

R.

Het opschrift “Hoofdstuk 4 Organisatiebepalingen komt te luiden:

Hoofdstuk 4 Commissies

S.

Artikel 24 komt te luiden:

Artikel 24 Commissies van advies

1. Het algemeen bestuur alsmede het dagelijks bestuur kan besluiten ten behoeve van de aan hen opdragen taken commissies van advies, als bedoeld in artikel 24 Wgr, instellen.

T.

Na artikel 24 wordt een artikel en een opschrift voor een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Artikel 24a Bestuurscommissies

1. Het algemeen bestuur kan commissies, als bedoeld in artikel 25 Wgr, instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen.

Hoofdstuk 5 Organisatiebepalingen

U.

Artikel 25

In het eerste lid wordt “algemeen” vervangen door: dagelijks.

Het vierde lid vervalt.

V.

Artikel 26 vervalt.

W. Artikel 27

In het eerste lid wordt “openbaar lichaam” vervangen door: dagelijks bestuur

In het tweede lid vervalt de tweede volzin.

X.

Het opschrift “Hoofdstuk 5 Financiën” komt te luiden:

Hoofdstuk 6 Financiën.

Y. Artikel 28

In het tweede lid wordt “maart” vervangen door: april

In het vijfde lid wordt “10” vervangen door: 8

In het zesde lid, eerste volzin wordt “1” vervangen door: 19

In het zesde lid, tweede volzin wordt “15 juli” vervangen door: 1 augustus

Z. Artikel 29

Het eerste lid komt te luiden:

1. Het dagelijks bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden en provinciale staten.

Het vierde lid komt te luiden:

  • 4.

    Het algemeen bestuur kan besluiten de blijkens de jaarrekening behaalde negatieve resultaten geheel of ten dele:

    • a.

      af te boeken van reserves, voor zover aanwezig;

    • b.

      ten laste te brengen van deelnemers naar rato van ieders afname (= omzet ) in het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft;

    • c.

      in de kalenderjaren of een deel van een kalenderjaar waarin nog geen personeel in dienst is van de RUD Zuid-Limburg, de resultaten ten laste te brengen van deelnemers naar afname van uren opgenomen in het werkprogramma van het jaar waarop de resultaten betrekking hebben.

      • -

        Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5.

    Het algemeen bestuur kan besluiten de blijkens de jaarrekening behaalde positieve resultaten geheel of gedeeltelijk te bestemmen voor:

    • a.

      een egalisatiereserve;

    • b.

      uit te keren aan deelnemers naar rato van ieders afname (= omzet ) in het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft

    • c.

      in de kalenderjaren of een deel van een kalenderjaar waarin nog geen personeel in dienst is van de RUD Zuid-Limburg, de resultaten naar afname van uren zoals opgenomen in het werkprogramma van het jaar waarop de resultaten betrekking hebben.

AA. Artikel 30

Het achtste lid komt te luiden:

  • 8.

    Wanneer het algemeen bestuur overeenkomstig het gestelde in het vorige lid een besluit heeft genomen omtrent het bijdragen door de deelnemers in het nadelig exploitatiesaldo, wordt het nadelige exploitatiesaldo

    • a.

      Gedragen op basis van ieders afname (=omzet) in het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft;

    • b.

      In de kalenderjaren of een deel van een kalenderjaar waarin nog geen personeel in dienst is van de RUD Zuid-Limburg, gedragen naar rato van afname van uren zoals opgenomen in het werkprogramma van het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft.

AB

Het opschrift “Hoofdstuk 6 Overige bepalingen” komt te luiden:

Hoofdstuk 7 Overige bepalingen

Het opschrift “Hoofdstuk 7 Slotbepalingen” komt te luiden:

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

AC Artikel 36

Het derde lid vervalt.

Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.

Na het derde lid (nieuw) wordt een vierde lid ingevoegd, luidende.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten zijn belast met de bekendmaking van besluiten tot wijziging, verlenging of opheffing van de regeling, alsmede op besluiten tot toetreding en uittreding, in de deelnemende provincie en gemeenten door kennisgeving van de inhoud daarvan in de Staatscourant. Artikel 137 van de Provinciewet is van overeenkomstige toepassing.

    • -

      Het vijfde lid vervalt.

B.

Conform bijgevoegde tekst de Gemeenschappelijke Regeling RUD Zuid-Limburg, met daarin opgenomen de tweede wijziging van de regeling, integraal vast te stellen.

Artikel II

De tweede wijziging in werking te laten treden per 21 december 2015.

Artikel III

De tweede wijzing op de gebruikelijke wijze bekendmaken.

Artikel IV

Gedeputeerde Staten de tweede wijziging van deze regeling te laten toezenden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter

Mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris

Uitgegeven, 27 oktober 2015,

De secretaris,

Mr. A.C.J.M. de Kroon

Naar boven