Kennisgeving inspraak bestemmingsplan Buitengebied, agrarische gronden

Overeenkomstig artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening en artikel 3:12 eerste en tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht geven B&W kennis dat zij een bestemmingsplan voorbereiden.

Voor de agrarische gronden in het buitengebied van Westerveld is een ‘reparatie’ bestemmingsplan opgesteld. Het voornemen is om met dit bestemmingsplan te voorzien in de uitspraak van de Raad van State van 6 augustus 2014, waarbij de agrarische bestemmingen van het op 5 juli 2012 vastgestelde bestemmingsplan buitengebied werden vernietigd. De vernietiging is in hoofdzaak gebaseerd op de vaststelling dat het bestemmingsplan geen juridisch houdbare regeling bevat of anderszins zekerheid biedt dat geen negatieve effecten op Natura 2000 gebieden zullen optreden als gevolg van de ammoniakdepositie. Met deze vernietiging werd ook het reparatieplan buitengebied 2013 vernietigd. De daarin opgenomen reparaties die betrekking hebben op agrarische gronden worden met dit plan herhaald. Als gevolg van de vernietiging zijn de oude bestemmingsplannen buitengebied voor de agrarische bestemmingen weer rechtsgeldig geworden. Omdat deze plannen sterk verouderd zijn, is de ‘reparatie’ van het bestemmingsplan urgent.

In dit bestemmingsplan worden daarom uitsluitend wijzigingen meegenomen die op grond van het vernietigingsbesluit nodig worden geacht en wijzigingen die nodig zijn op grond van een ‘fout’ in het bestemmingsplan.

Het aangevulde en aangepaste Plan-MER met de passende beoordeling Natuurbeschermingswet zijn aanleiding om de planologische ontwikkelingsruimte voor de agrarische bedrijven nader te beoordelen. Hiervoor is onder andere gebruik gemaakt van bedrijfsgegevens uit het gemeentelijk inrichtingenbestand Wet milieubeheer en van actuele statistische gegevens.

Verder is het bestemmingsplan afgestemd op de intussen in werking getreden Programmatische Aanpak van Stikstof (PAS).

Eén en ander heeft ertoe geleid dat in dit bestemmingsplan de maximale planologische ontwikkelingsruimte voor de agrarische bedrijven, ten opzichte van het vernietigde bestemmingsplan, is verminderd. De planregels zijn in deze zin op verschillende onderdelen aangepast. Voorbeeld hiervan is dat de totale oppervlakte aan bedrijfsgebouwen (stallen en schuren) van agrarische bedrijven die in de bestemming “Agrarisch-2” liggen, ten hoogste 7.500 m2 mag worden. Binnen de bestemming “Agrarisch-1” is de maximale oppervlakte aan bedrijfsgebouwen 10.000 m2 gebleven. Voor het perceel Polderweg 1 is een specifieke bouwregeling (tot 12.000 m2) in het bestemmingsplan opgenomen.

In het plan is een nieuwe ‘stikstofregeling’ opgenomen, op grond waarvan de bestaande ammoniakemissie van een agrarisch bedrijf niet mag toenemen. Van deze bepaling kan slechts worden afgeweken, als vooraf vast staat dat er uit oogpunt van de bescherming van Natura 2000 gebieden geen beletselen zijn. Hiermee wordt bereikt dat als aan de PAS-regeling wordt voldaan, voor een toename van de ammoniakemissie geen uitgebreide planologische procedure hoeft te worden gevolgd.

Inzage: het voorontwerpbestemmingsplan, de oplegnotitie Plan-MER/passende beoordeling en de overige stukken liggen van 12 mei 2016 tot en met 9 juni 2016 in het gemeentehuis in Diever voor een ieder ter inzage. De digitale bestanden staan op de website van de gemeente Westerveld. Er kan gebruik worden gemaakt van de link www.gemeentewesterveld.nl/buitengebiedagrarischegronden

Inspraak: van 12 mei 2016 tot en met 9 juni 2016 kan een ieder een schriftelijke of een mondelinge inspraakreactie indienen bij het college van B&W van Westerveld, Postbus 50, 7970 AB Havelte.

Op telefonische afspraak (14 0521) kan een mondelinge toelichting worden gevraagd en eventueel een mondelinge inspraakreactie worden ingediend.

Contact: team Leefomgeving, telefoonnummer 14 0521.