CITY DEAL Eurolab: grensoverschrijdend werken, leren en ondernemen

Ondergetekenden:

1. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen, handelend als bestuursorgaan, namens deze de wethouder Economie, Werkgelegenheid, Sport en Dienstverlening van de gemeente Heerlen, hierna te noemen: gemeenten Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen;

2. Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg, handelend als bestuursorgaan, namens deze de gedeputeerde Werk en Welzijn, hierna te noemen: Provincie Limburg;

3. De Stichting Limburg Economic Development, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van de stichting, hierna te noemen: Limburg Economic Development;

4. De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Economische Zaken, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ieder handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna gezamenlijk te noemen: de Rijksoverheid;

Hierna allen tezamen genoemd: Partijen;

Alsmede

5. Brightlands Campussen, te dezen vertegenwoordigd door de CEO van de Brightlands Smart Services Campus;

6. De Universiteit Maastricht;

Overwegingen

Algemene context Agenda Stad

  • a. Overheden, private partijen, kennisinstellingen en andere actoren werken aan de totstandkoming van de Agenda Stad, die de groei, innovatie en leefbaarheid van steden in samenhang moet versterken om daarmee het concurrentievermogen en groeipotentieel van het Nederlandse stedennetwerk te vergroten.

  • b. Betrokken Partijen beogen hieraan onder andere invulling te geven door middel van het sluiten van ‘City Deals’. City Deals onderscheiden zich in het feit dat ze: 1) een aansprekende ambitie formuleren ten aanzien van een of meerdere grote maatschappelijke opgaven; 2) agglomeratiekracht organiseren (massa/schaalvoordeel door samenwerking tussen en/of binnen stedelijke regio’s); 3) betrokkenheid kennen van uiteenlopende publieke en private partijen (waaronder het Rijk); 4) innovatief en gericht zijn op doorbraken, door bijvoorbeeld bestaande systemen anders vorm te geven, en; 5) (inter)nationaal aansprekend en uitventbaar zijn.

  • c. In het position paper ‘Agenda Stad Zuid-Limburg 2020’ hebben de steden Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen hun ambities in het kader van Agenda Stad beschreven. Deze ambities zijn gebaseerd op de analyses van de Transformatiemonitor Limburg , Grensoverschrijdend perspectief Zuid-Limburg1, de Atlas van kansen voor Zuid-Limburg, Tongeren, Hasselt, Luik en Aken, de beleidsverkenning Nederland van het ministerie van I&M2, het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) en de daarop gebaseerde bestuursafspraken POL-Zuid-Limburg, het beleidsplan van het triple helix netwerk Limburg Economic Development (LED) en de MIRT-agenda.

  • d. De Euregio Maas-Rijn heeft in haar ontwikkelingsplan EMR2020 de grensoverschrijdende ambities opgenomen als basis voor grensoverschrijdende initiatieven om het gezamenlijk potentieel van de Euregio Maas-Rijn verder te ontplooien tot een dynamische en creatieve grensregio in Europa.

Context City Deal Eurolab

  • 1. Zuid-Limburg heeft een unieke positie in het Nederlandse stedennetwerk. De afstand tot de meeste Nederlandse steden is relatief groot, terwijl de op korte afstand gelegen steden Aken, Luik Hasselt en Genk samen met de Zuid-Limburgse steden het voornaamste grensoverschrijdende stedennetwerk van Nederland vormen.

  • 2. De agglomeratiekracht van deze sterk verstedelijkte euregio kan verder worden versterkt door het verbinden van bedrijven/bedrijfssectoren en kennisinstellingen die sterk vertegenwoordigd zijn in de euregio. We zien met name dat de sectoren ‘High Tech Systemen en Materialen’, ‘Life Sciences and Health’ en Chemie sterk vertegenwoordigd zijn in zowel het Nederlandse, Belgische als Duitse deel van deze euregio3. Door samenwerking te bevorderen in de sectoren waarin de landen complementair aan elkaar zijn, wordt de agglomeratiekracht van de regio optimaal gebruikt en ontstaan er kansen voor economische groei, meer banen en innovatie. Ook biedt verdere integratie van de arbeidsmarkt mogelijkheden om vacatures in te vullen voor specialistische functies4. De agglomeratiekracht die vanuit deze sectoren ontstaat is de hefboom om één Euregionale kennniseconomie en één Euregionale arbeidsmarkt te realiseren. De integratie met de arbeidsmarkten over de grens zal grote effecten hebben: de sterke toename van de omvang van de regionale arbeidsmarkt zorgt ook voor een toename van de kansen voor het verder diversifiëren van de regionale economie".

  • 3. Zuid-Limburg heeft zichzelf de ambitie gesteld om in de periode tot 2020 17.000 nieuwe banen te creëren, €8,5 mld extra omzet te genereren en de werkloosheid te doen dalen tot onder de 3%. Deze doelstellingen zijn gebaseerd op de wens om vanuit de krachtige uitgangspositie door te ontwikkelen tot een Europese Top kennisregio, deels door samenwerking met Zuidoost-Nederland, maar ook voor een belangrijk deel door verdergaande integratie met de regio’s over de grens.

  • 4. Ondanks langdurige beleidsaandacht voor dit grensoverschrijdende stedennetwerk is het lastig gebleken om dit potentieel in zijn volle omvang te benutten. Zo is minder dan 10 procent van alle personen die binnen een acceptabele woon- en werkreistijd van een van de andere landen woont, ook daadwerkelijk over de grens werkzaam (bron CBS). Ook de vervlechting van kennisinstellingen en bedrijfsleven tussen de buurlanden is relatief klein.

  • 5. Een belangrijke oorzaak van deze onderbenutting is dat de drie landen die deze grensregio vormen, ieder een eigen taal, cultuur en gewoonten kennen. Ook verschilt de wet- en regelgeving op relevante terreinen als sociale zekerheid, fiscaliteit en zorg. Aangezien harmonisatie niet altijd mogelijk is, wordt met name ingezet op onder andere informatievoorziening, bemiddeling, wederzijdse erkenning van onderwijsdiploma’s, onderwijsafstemming, kennis van elkaars talen en verbetering van de fysieke bereikbaarheid van de buurlanden.

  • 6. Om de bestaande belemmeringen beter te identificeren en waar mogelijk op te lossen vanuit concrete casuïstiek, heeft het kabinet Rutte-II het Actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid (GEA) ingesteld, waarin de grensregio’s (waaronder ook de provincie Limburg), het MKB, de VNG en het Rijk met de ministeries van BZK, EZ, OC&W en SZW zitting hebben. Het actieteam doet aanbevelingen voor maatregelen om (ervaren) belemmeringen bij grensarbeid te verminderen. Het actieteam geeft prioriteit aan de aanpak van de volgende onderwerpen: (a) informatievoorziening voor werkzoekenden en bedrijven die aan de andere kant van de grens aan de slag willen gaan; (b) grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling; (c) erkenning van Nederlandse diploma’s in onze buurlanden; (d) buurtaalonderwijs en cultuur; (e) OV-bereikbaarheid van Duitse en Belgische grensstreek; en (f) knelpunten voor ondernemen over de grens. De voorzitter van het Actieteam Grensoverschrijdende Economie en Arbeid (GEA), de heer Matthijs Huizing heeft zijn steun toegezegd aan de Eurolab City Deal en zal zich ervoor inspannen dat, gedurende het bestaan van het actieteam, de krachten van het actieteam en het Eurolab worden gebundeld.

  • 7. In het kader van het Interbestuurlijke Actieplan Bevolkingsdaling zijn door de rijksoverheid, provincie en gemeenten eveneens activiteiten ondernomen om het Nederlandse deel van de Euregio Maas-Rijn verder te versterken.

  • 8. De betrokken actoren in de Euregio Maas-Rijn hebben eigenstandig eveneens concrete acties ondernomen voor het verder versterken van de grensregio o.a. door de oprichting van grensinfopunten, het expatinfocentrum (Holland Expats Centre South), het expertisecentrum voor mobiliteits- en grensoverschrijdende vraagstukken (ITEM) en de inzet van een functionaris die specifiek is ingesteld om grensbelemmeringen weg te nemen (‘ontgrenzer’).

  • 9. De Duitse en Belgische steden uit het MALHH-stedennetwerk (Maastricht, Aken, Luik, Hasselt, Heerlen) hebben per brief hun steun uitgesproken voor grensoverschrijdende samenwerking binnen het kader van Eurolab. Hiermee is de betrokkenheid van de stedelijke partners in de buurlanden bij deze City Deal geborgd.

  • 10. De City Deal Eurolab is een aanvulling op de hiervoor genoemde en andere initiatieven op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking door op basis van concrete casuïstiek aan de kansen en ontwikkelopgaven van de regio te werken en bij deze initiatieven zowel publieke als private partijen te betrekken. Het gaat daarbij om een transitie naar een Euregionaal verbonden onderwijs- en kennislandschap dat met name aansluit bij de groeisectoren in de Euregio Maas-Rijn, om het stimuleren van grensarbeid daar waar tekorten op de arbeidsmarkt ontstaan, om het aantrekken en vasthouden van toptalent waar dat niet in de Euregio Maas-Rijn beschikbaar is, en om het beter benutten van het innovatieve vermogen van het midden- en kleinbedrijf (MKB) aan beide zijden van de grens.

Komen overeen

1. Doel

De inzet van Partijen is om met de City Deal Eurolab een versnelling tot stand te brengen in de realisatie van een polycentrische agglomeratie Maas-Rijn met een samenhangende, grensoverschrijdende arbeidsmarkt, kennisinfrastructuur, openbaarvervoerssysteem en economie.

Het Eurolab wordt een werkplaats waarin Nederlandse, Duitse en Belgische bedrijven, uitvoeringsorganisaties, kennis- en maatschappelijke instellingen, de rijksoverheid, provincies en steden aan de hand van concrete casuïstiek kansen en uitdagingen op het gebied van grensoverschrijdend werken, leren en ondernemen onderkennen en mogelijke oplossingen verkennen.

2. Resultaatafspraken en ontwikkelopgaven 2016-2018

Om de versnelling in grensoverschrijdende samenwerking tot stand te brengen werken Partijen in het kader van deze City Deal samen op de volgende onderwerpen en de bijbehorende resultaten:

  • a. De inrichting van een Eurolab grensoverschrijdend werken, leren en ondernemen.

    Een functionerende werkplaats waarin Nederlandse, Duitse en Belgische bedrijven, uitvoeringsorganisaties, kennis- en maatschappelijke instellingen, de rijksoverheid, provincies en steden kansen voor grensoverschrijdend werken en ondernemen identificeren, oplossingen verkennen, ervaringen monitoren en succesvolle oplossingen waar mogelijk in een bredere context toepassen.

    • Het aantonen van de bijdrage van de casuïstiek aan de ontwikkelopgaven van de regio doordat in veel concrete gevallen grensbeperkingen effectief zijn geadresseerd (opgelost, omzeild of onderzocht).

    • Een start met de agendering van vier ontwikkelopgaven (b t/m e) in 2016, en het agenderen van aanvullende ontwikkelopgaven in 2017.

    • In het Eurolab wordt casuïstiek ingebracht door verschillende partijen, waaronder bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de Euregio Maas-Rijn.

  • b. Vergroten van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit van (V)MBO- en HBO personeel, met name gericht op de stuwende sectoren in de Euregio Maas-Rijn (automotive, chemie, ICT, zorg).

    Bedrijven in de Euregio Maas-Rijn in de stuwende sectoren kunnen meer groeien als het arbeidspotentieel waaruit zij kunnen putten niet beperkt is tot vakmensen in het eigen land, maar ook vakmensen in de buurlanden in de Euregio Maas-Rijn tot dit arbeidspotentieel behoren.

    • Ten minste vier sectoren, bedrijven of clusters van bedrijven hebben hun toekomstperspectief vergroot doordat een deel van de vrijkomende vacatures is opgevuld door gekwalificeerd personeel uit de buurlanden. Mogelijke casussen zijn VDL-Nedcar, de bedrijven op de Chemelot-site, zorginstelling Zuyderland en de Smart Service Campus.

  • c. Meer toptalent van buiten de EU aan de kennisinstituten in de Euregio Maas-Rijn te binden.

    De onderzoeks- en ontwikkelkracht van de kennisinstituten in de Euregio Maas-Rijn, inclusief de Brightlandcampussen, groeit als specifiek toptalent van buiten de EU kan worden aangetrokken en deze onbelemmerd hun onderzoekswerk kunnen doen in de hele Euregio Maas-Rijn.

    • Ten minste vier (afdelingen van) kennisinstituten in de Euregio Maas-Rijn zijn erin geslaagd om de gewenste toptalenten uit landen buiten de EU aan te trekken, maximaal gebruik makend van de bestaande wet- en regelgeving, om onbelemmerd onderzoekswerk in de hele Euregio Maas-Rijn te doen. Mogelijke casussen hebben betrekking op ICT (o.a. Smart Services Campus) en biobased materials (instituut Chemelot).

  • d. Een forse toename van uitwisseling van docenten en studenten tussen de onderwijs en onderzoeksinstellingen in de Euregio Maas-Rijn.

    Het aanbod aan onderwijs in de Euregio Maas-Rijn wordt verbreed en de kwaliteit vergroot, als de onderwijs- en onderzoeksinstellingen in de Euregio Maas-Rijn meer dan nu het geval is als één kennisnetwerk kunnen functioneren met onbeperkte uitwisselingsmogelijkheden voor docenten en studenten.

    • Ten minste vier afdelingen van onderzoeks- of onderwijsinstellingen in de Euregio Maas-Rijn hebben een groter aantal studenten en docenten uit de buurlanden actief laten deelnemen aan het onderwijsprogramma (o.a. stages, gastcolleges, deelname aan instellingsoverstijgende onderwijsmodules, enz.). Mogelijke casussen zijn techniek, zorg en ICT.

    • Oplossen van casuïstiek gericht op het optimaliseren van de wisselwerking tussen de onderwijs- en onderzoeksstrategie van de instellingen in de Euregio Maas-Rijn en de Euregionale arbeidsmarkt in relatie tot de stuwende sectoren in de Euregio Maas-Rijn.

  • e. Het vergroten van de grensoverschrijdende innovatiekracht van het MKB in de Euregio Maas-Rijn.

    Grensoverschrijdende, cross-sectorale innovatie-samenwerking tussen MKB – onderling en met kennisinstellingen – in de Euregio Maas-Rijn is een stuwende factor om de ambitie van Zuid-Limburg waar te maken dat het Nederlandse MKB € 5 miljard extra bijdraagt aan het bruto regionaal product van Zuid-Limburg.

    • Ten minste vier MKB’s hebben hun producten- en/of dienstenaanbod geïnnoveerd of zijn allianties met bedrijven over de grens aangegaan, gebruik makend van kennis of financieringsmogelijkheden in de buurlanden. Mogelijke casussen zijn zorginnovatie, duurzaamheidstechnologie in de gebouwde omgeving. Een mogelijke casus is ook om bestaande subsidies voor innovaties binnen het MKB in te zetten voor het bekostigen van kennis bij de Euregionale kennisinfrastructuur zoals RWTH en haar instituten, Fachhochschule, Universiteit Hasselt/Diepenbeek en haar campussen, enz.

  • f. Verankeren van succesvolle formules om grensoverschrijdend werken en ondernemen te bevorderen.

    Het betrekken van beschikbare wetenschappelijke kennis en waar nodig uitvoeren van onderzoek naar de effecten van concrete maatregelen die voortvloeien uit de aangedragen casuïstiek kan een bijdrage leveren aan het versnellen van de realisatie van een grensoverschrijdende arbeidsmarkt, kennisinfrastructuur en economie.

    • Het monitoren van grensoverschrijdend werken, leren en ondernemen op basis van structureel grensoverschrijdende datavergaring en data-analyse. Na behandeling van elke casus wordt in het Eurolab gereflecteerd op de gehanteerde werkwijze en worden eventuele ‘lessons learned’ gemarkeerd en gedocumenteerd, zodat andere euregio’s en partijen de leerervaringen uit het Eurolab kunnen benutten.

    • Actieve communicatie over de aanpak en de geboekte vorderingen opdat het geloof in de mogelijkheden van grensoverschrijdend werken, leren en ondernemen in de Euregio Maas-Rijn wordt vergroot.

    • Ervaringen benutten uit het sectorplan ‘Grenzeloos werken’ en van het actieteam GEA. Het sectorplan ‘Grenzeloos werken’ beoogt Nederlandse werknemers en werkzoekenden gericht om- en bij te scholen en te plaatsen op een kansrijk beroep bij een werkgever over de grens in Duitsland.

Zoals hiervoor geschetst vindt de ontwikkeling van Eurolab plaats in een dynamische context met een veelheid aan partners en meerdere parallelle (overheids)trajecten op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking. De Partijen die deelnemen aan de City Deal Eurolab zijn zich hier terdege van bewust en streven ernaar om alle partners, publieke en private, binnenlandse en buitenlandse, goed te betrekken bij de activiteiten die in het kader van Eurolab plaatsvinden. Complementariteit is het uitgangspunt; de verschillende trajecten moeten elkaar versterken en geen nieuwe belemmeringen creëren. De initiatieven die in het kader van Eurolab plaatsvinden dienen een toegevoegde waarde te hebben ten opzichte van andere trajecten. Om dit zeker te stellen vindt vanuit de bij Eurolab betrokken Partijen afstemming plaats met het Actieteam GEA en/of het secretariaat van GROS op het moment dat inbreng vanuit de Rijksoverheid in het Eurolab gewenst is.

3. Inzet en acties Partijen

Hieronder volgen de eerste concrete acties die Partijen in gang zetten in het kader van deze City Deal. Deze opsomming is niet uitputtend. Partijen beogen een ‘rollende agenda’ te realiseren, waar nieuwe acties aan de orde kunnen zijn.

De inrichting van een Eurolab grensoverschrijdend werken, leren en ondernemen

  • De Zuid-Limburgse partijen dragen als volgt bij aan de inrichting van het Eurolab:

    • o Gemeenten Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen:

      • inhuur van een projectleider, inclusief de vervulling van de opdrachtgeversrol; (samen met Limburg Economic Development)

      • beschikbaar stellen van eigen inhoudsdeskundigen

      • huisvesting van het Eurolab

      • beschikbaar stellen trainee in afstemming met de provincie

    • o Limburg Economic Development:

      • inhuur projectleider (samen met de gemeenten Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen)

    • o Brightlands Campussen:

      • Beschikbaar stellen van inhouds- en ervaringsdeskundigen

    • o Universiteit Maastricht:

      • beschikbaar stellen inhoudsdeskundigen ITEM

      • beschikbaar stellen van de ‘ontgrenzer’ (samen met provincie)

    • o Provincie Limburg:

      • beschikbaar stellen eigen inhoudsdeskundigen

      • beschikbaar stellen trainee, in afstemming met de gemeenten Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen)

      • beschikbaar stellen van de ‘ontgrenzer’ (samen met de Universiteit Maastricht)

  • De minister van BZK fungeert als eerste aanspreekpunt voor de rijksoverheid en zorgt voor een adequate rijksinzet waar deze opportuun is voor de casuïstiek die in het Eurolab aan de orde komt.

  • De minister van BZK stelt de inzet van een expert op het gebied van grensoverschrijdende arbeidsmarkt ter beschikking, die samen met de projectleider (het ophalen van) de casuïstiek organiseert voor het Eurolab.

  • Het Eurolab wordt gevestigd in het Centre Ceramique in Maastricht, en aangehaakt in de setting van het Holland Expat Centre South, het expertisecentrum ITEM en de grensinfopunten België-Nederland en Aken-Eurode. De rijksoverheid en het Actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid leveren meedenkkracht om praktische maatwerkoplossingen te ontwikkelen, maximaal gebruik makend van de bestaande wet- en regelgeving;

  • Elk van de Partijen betrekt zijn/haar ‘counterpart’ in Duitsland en België bij het Eurolab.

  • Partijen spannen zich samen in om onder andere binnen Europese Interreg-programma’s aanvullende middelen voor het Eurolab te vinden.

Vergroten van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit

  • Op basis van de leerpunten in het Eurolab, doen Partijen aanbevelingen voor vervolgstudies en analyses om het ontwikkelpotentieel van specifieke bedrijvigheid en het benutten van arbeidspotentieel aan beide zijden van de grens scherper in beeld te krijgen.

  • Werkgevers in de Euregio maken hun vraag op de arbeidsmarkt specifiek, alsmede de grensbelemmering die hun parten speelt bij het aantrekken van personeel uit het buurland;

  • Partijen testen, optimaal gebruik makend van de bestaande wet- en regelgeving, maatwerkoplossingen om het korte-termijn probleem van de werkgevers op te lossen, voortbouwend op de ervaringen uit het sectorplan ‘Grenzeloos werken’ en van het actieteam GEA.

  • ITEM levert wetenschappelijke begeleiding van grensoverschrijdende arbeidsbemiddelingsteams en grenseffectenrapportages.

  • ITEM levert- in opdracht van de Euregio Maas Rijn-onderzoek naar de vergelijkbaarheid van processen rondom grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling in Nederland, België en Duitsland.

  • Daar waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van grensoverschrijdende data en datavergelijking door het CBS.

Meer toptalent van buiten de EU aan de kennisinstituten in de Euregio Maas-Rijn te binden.

  • Werkgevers en kennisinstellingen worden door de Partijen uitgenodigd om de kansen te expliciteren die kenniswerkers, waaronder internationaal toptalent, van buiten de EU bieden voor de Euregio Maas-Rijn en meer specifiek, de stuwende sectoren in deze euregio.

  • Als onderdeel van het oplossen van casuïstiek in het Eurolab ontwikkelen Partijen een pakket aan maatwerkvoorstellen die, optimaal gebruik makend van de bestaande wet- en regelgeving, het mogelijk maakt dat deze kenniswerkers minder belemmeringen ervaren in het grensoverschrijdend werken, wonen of verblijven binnen de drie landen van de Euregio.

Een forse toename van uitwisseling van docenten en studenten tussen de onderwijs- en onderzoeksinstellingen in de Euregio Maas-Rijn.

  • Kennisinstellingen worden door partijen uitgenodigd om ontwikkelkansen te identificeren door het aantrekken van gastdocenten en studenten uit buurlanden, alsmede de belemmeringen die dit bemoeilijken.

  • Vanuit het oplossen van de casuïstiek ontwikkelen de Partijen voorstellen voor een maatwerkpakket dat het mogelijk maakt dat kortlopende gastdocentschappen ingevuld kunnen worden zonder extra bureaucratie, alsmede voorstellen voor een maatwerkpakket voor onbelemmerd gebruik van onderwijsvoorzieningen, financiering, huisvesting, stageplaatsen en diplomaerkenning.

Grensoverschrijdend versterken van de innovatiekracht van MKB

  • Ten behoeve van het genereren van casuïstiek voor het Eurolab, worden het MKB en andere relevante partners door de Partijen uitgenodigd de ontwikkelkansen van het MKB in de Euregio Maas-Rijn en de belemmeringen die zij ervaren bij grensoverschrijdend ondernemen nader te concretiseren.

  • Bij het expliciteren van deze ontwikkelkansen verkennen Partijen de mogelijkheden en belemmeringen voor samenwerkende MKB’s aan weerszijden van de grens om gebruik te maken van subsidies die in een van beide landen beschikbaar zijn.

  • Bij het expliciteren van deze ontwikkelkansen verkennen Partijen, in zijn algemeenheid, de mogelijkheden en belemmeringen van grensoverschrijdende consortia om succesvol in te schrijven op grote aanbestedingen in de Euregio Maas-Rijn.

  • Bedrijfsleven en kennisinstellingen concretiseren de behoefte aan ondernemersgerichte studies, zoals binnen Economie en Business opleidingen in Maastricht en in samenwerking met de RWTH en de universiteit van Luik.

Verankeren van succesvolle formules om grensoverschrijdend werken en ondernemen te bevorderen.

  • ITEM voert grenseffectenrapportes uit.

  • Partijen maken gebruik van bestaande monitors en evaluaties op het gebied van grensoverschrijdend werken en ondernemen.

  • De projectleiders van het Eurolab dragen zorg voor de documentatie van de ervaringen met de aangedragen casuïstiek.

  • De Partijen dragen zorg voor actieve communicatie van de successen van Eurolab, met name in de Euregio.

Bijdrage aan doelen Agenda Stad en de European Urban Agenda

Het benutten van het Euregionale agglomeratievoordeel draagt in hoge mate bij aan innovatie, groei en leefbaarheid in Limburg. Door een gezamenlijke aanpak wordt schaal gecreëerd en worden agenda’s van Rijk, provincie, en de steden uit de Euregio Maas-Rijn (Aken, Genk, Hasselt, Heerlen, Luik, Maastricht, Sittard-Geleen) complementair aan elkaar.

Een sterker Euregionaal stedennetwerk draagt bij aan economische groei en werkgelegenheid in Nederland. Omdat dit gebeurt via het benutten van agglomeratievoordelen, past de City Deal bij uitstek bij de doelen van Agenda Stad. Bovendien kunnen lessen die geleerd worden in deze City Deal toegepast worden in andere grensoverschrijdende netwerken, waaronder de verschillende Euregio’s. De samenwerking door middel van partnerships in het kader van de European Urban Agenda, biedt in dit kader een unieke gelegenheid om binnen de Europese Unie kennis te delen en in te zetten voor concrete uitdagingen waarmee de Euregio’s worden geconfronteerd.

Slotbepalingen

Teneinde zo veel mogelijk partners in de gelegenheid te stellen om te participeren in deze City Deal, bestaat de mogelijkheid om gedurende de looptijd van de City Deal als partij toe te treden. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de City Deal voortvloeien te aanvaarden. Een toetredende partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan de projectleider van Eurolab. Zodra de Partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van partij van de City Deal en gelden voor die partij de voor haar uit de City Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de City Deal gehecht en maken integraal onderdeel uit van deze City Deal.

Elke partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de City Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen. Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft meegedeeld. De wijziging en de verklaring(en) tot instemming worden als bijlage aan de City Deal gehecht en maken integraal onderdeel uit van deze City Deal.

Elke partij kan de City Deal met inachtneming van een opzegtermijn van 6 weken (tussentijds) schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze City Deal billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden. Wanneer een partij de City Deal opzegt, beraden de overige Partijen zich over de gevolgen daarvan voor de City Deal. Ingeval van beëindiging van de City Deal krachtens opzegging is geen van de partijen jegens een andere partij schadeplichtig.

Deze City Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen. De City Deal heeft een looptijd tot 1 januari 2018. Voor de duur van de looptijd van de City Deal heeft Eurolab de vorm van een project. De intentie van de ondertekende Partijen is dat het project Eurolab na dit moment zal overgaan in het Eurolab als reguliere werkwijze, met een gelijkwaardige betrokkenheid van partners over de grens.

Alle in deze City Deal genoemde afspraken worden zo snel mogelijk ter hand genomen. Partijen kunnen op tekortkomingen in de nakoming van de onder paragraaf 2 genoemde resultaatafspraken en onder paragraaf 3 genoemde inzet en acties van deze City Deal of afspraken die daarmee samenhangen, bij de bevoegde rechter geen beroep doen. Over de voortgang van de City Deal voeren Partijen periodiek overleg. Deze City Deal vormt de basis voor een samenwerkingsproces op basis van een rollende agenda, gevoed door de aangedragen casuïstiek in het Eurolab. Het is uitdrukkelijk de bedoeling om in de komende periode ook de bestuurlijke partners uit België en Duitsland te betrekken bij de ontwikkeling van Eurolab. Over de voortgang zal jaarlijks door de projectleider van Eurolab worden gerapporteerd en geadviseerd aan de minister van BZK en bestuurlijke trekkers van de betrokken steden.

Deze City Deal zal, net als andere afgesloten City Deals, binnen één maand na inwerkingtreding, openbaar worden gemaakt door plaatsing in de Staatscourant, waardoor andere partners kennis kunnen nemen van de gesloten City Deals. Van wijziging in de City Deal, toetreden, uittreden, opzeggen of ontbinden wordt melding gemaakt in de Staatscourant. Het Rijk rapporteert over de Agenda Stad, alsmede de hieruit voortvloeiende City Deals naar de Tweede Kamer.

Aldus overeengekomen en ondertekend te Alphen a/d Rijn, 10 maart 2016

Wethouder gemeente Heerlen, mede namens de gemeenten Maastricht en Sittard-Geleen Handelen ter uitvoering van de besluiten van de colleges van B&W van de gemeenten Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen van 8 maart 2016. M.E.E. de Beer

Gedeputeerde Provincie Limburg Handelen ter uitvoering van het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Limburg van 8 maart 2016. M. van Rijnsbergen

Voorzitter Limburg Economic Development J.L.J.M. Schneiders

CEO Brightlands Smart Services Campus, mede namens Brightlands Chemelot Campus en Brightlands Maastricht Health Campus P.A.C. Verkoulen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Onderzoek 'Grens-overschrijdend perspectief Zuid-Limburg' (2012) in vervolg op afspraak Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT)

X Noot
2

Beleidsverkenning voor het Ruimtelijk Economisch Vestigingsklimaat in Regio Zuid-Limburg, Ministerie IenM, juni 2015

X Noot
3

Volgens ESD2 kunnen door een betere integratie van de regionale arbeidsmarkt in theorie 37% meer skill gelieerde banen binnen het gebied worden gerealiseerd.

X Noot
4

Public Result 2014. Update transformatiemonitor Limburg 2014 Op basis van de economische ontwikkelplannen van Zuid-Limburg, heeft onderzoeksbureau Public Result berekend dat in de periode tot aan 2020 een tekort dreigt aan circa 4.500 werknemers op HBO/WO niveau en circa 19.500 werknemers op MBO niveau.

Naar boven