Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 april 2016, nr. 2016-0000217051, houdende vaststelling van de voor de uitvoeringsinformatie te gebruiken taakvelden en regeling van de verstrekking van de informatie voor derden (Regeling vaststelling taakvelden en verstrekking informatie voor derden)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 66, vierde lid, en artikel 71, eerste, tweede en vijfde lid, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

Besluit:

Artikel 1

Gedeputeerde staten onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders gebruiken voor de uitvoeringsinformatie, bedoeld in artikel 66 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, de taakvelden die in bijlage 1 bij deze regeling zijn opgenomen.

Artikel 2

  • 1. Gedeputeerde staten onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders verstrekken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Centraal bureau voor de statistiek de in het vierde, vijfde en zesde lid bedoelde informatie voor derden door invulling van de desbetreffende onderdelen van de verdelingsmatrix, het model voor het EMU-saldo en het overzicht van balansstanden, die door het Centraal bureau voor de statistiek beschikbaar worden gesteld. De verstrekking gaat vergezeld van een door gedeputeerde staten respectievelijk het college van burgemeester en wethouders ondertekende brief aan het Centraal bureau voor de statistiek.

  • 2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt jaarlijks uiterlijk vóór 1 juli gedeputeerde staten en het college van burgemeester en wethouders in kennis van de vindplaats en inhoud van de verdelingsmatrix, het model en het overzicht, bedoeld in het eerste lid, die voor de verstrekking worden gebruikt.

  • 3. De verdelingsmatrix bevat afzonderlijke tabellen waarin, verbijzonderd naar de economische categorieën, genoemd in bijlage 2 bij deze regeling, per tabel worden weergegeven de baten en lasten behorend bij:

    • a. de taakvelden voor provincies en gemeenten, genoemd in bijlage 1 bij deze regeling;

    • b. de balansmutaties voor de balansposten, genoemd in bijlage 3 bij deze regeling.

  • 4. Vóór 15 november van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar worden verstrekt de geraamde baten en lasten van de taakvelden en de geprognosticeerde balansmutaties, verbijzonderd naar de economische categorieën, alsmede het model voor het EMU-saldo.

  • 5. Vóór 15 juli van het jaar volgend op het begrotingsjaar worden verstrekt de gerealiseerde baten en lasten van de taakvelden en de balansmutaties, verbijzonderd naar de economische categorieën, alsmede het overzicht van de in bijlage 3 bij deze regeling genoemde balansstanden.

  • 6. Binnen een maand na afloop van elk kwartaal worden verstrekt de gerealiseerde, gecumuleerde baten en lasten van de taakvelden en de balansmutaties, alsmede het overzicht van in bijlage 4 bij deze regeling genoemde balansstanden. Daarnaast verstrekt het college van burgemeester en wethouders de actuele begroting.

Artikel 3

Indien het in een uitzonderlijk geval door een onvoorziene omstandigheid gedurende een lopend begrotingsjaar in het belang is van de gebruikers van de informatie voor derden om inzicht te hebben in de baten en lasten van activiteiten die niet in de uitvoeringsinformatie van provincies onderscheidenlijk gemeenten zijn opgenomen kan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties daarover een deelverantwoording vragen.

Artikel 4

De Regeling informatie voor derden wordt ingetrokken.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling taakvelden en verstrekking informatie voor derden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1 VAN DE REGELING VASTSTELLING TAAKVELDEN EN VERSTREKKING INFORMATIE VOOR DERDEN

Taakvelden provincies

0. Algemene dekkingsmiddelen

  • 0.1 Uitkering provinciefonds

  • 0.2 Opbrengst provinciale belastingen

  • 0.3 Geldleningen en uitzettingen

  • 0.4 Deelnemingen

  • 0.5 Algemene dekkingsmiddelen, overige baten en lasten

  • 0.6 Overhead

  • 0.7 Vennootschapsbelasting

  • 0.8 Mutaties reserves

  • 0.9 Resultaat

1. Bestuur

  • 1.1 Provinciale staten

  • 1.2 Gedeputeerde staten

  • 1.3 Kabinetszaken

  • 1.4 Bestuurlijke organisatie

  • 1,5 Interbestuurlijk toezicht op de regio

  • 1.6 Openbare orde en veiligheid

  • 1.9 Bestuur, overige baten en lasten

2. Verkeer en vervoer

  • 2.1 Landwegen

  • 2.2 Waterwegen

  • 2.3 Openbaar vervoer

  • 2.9 Verkeer en vervoer, overige baten en lasten

3. Water

  • 3.1 Waterkeringen

  • 3.2 Kwantiteit oppervlaktewater

  • 3.3 Kwantiteit grondwater

  • 3.4 Kwaliteit oppervlaktewater

  • 3.5 Kwaliteit grondwater

  • 3.9 Water, overige baten en lasten

4. Milieu

  • 4.1 Bodembescherming

  • 4.2 Luchtverontreiniging

  • 4.3 Geluidhinder

  • 4.4 Vergunningverlening en handhaving

  • 4.5 Ontgronding

  • 4.6 Duurzaamheid

  • 4.9 Milieu, overige baten en lasten

5. Natuur

  • 5.1 Natuurontwikkeling

  • 5.2 Beheer natuurgebieden

  • 5.3 Beheer flora en fauna

  • 5.9 Natuur, overige baten en lasten

6. Regionale economie

  • 6.1 Agrarische aangelegenheden

  • 6.2 Logistiek

  • 6.3 Kennis en innovatie

  • 6.4 Recreatie en toerisme

  • 6.9 Regionale economie, overige baten en lasten

7. Cultuur en maatschappij

  • 7.1 Cultuur

  • 7.2 Maatschappij

  • 7.9 Overige baten en lasten

8. Ruimte

  • 8.1 Ruimtelijke ordening

  • 8.2 Volkshuisvesting

  • 8.3 Stedelijke vernieuwing

  • 8.9 Ruimte, overige baten en lasten

Taakvelden gemeenten

0. Bestuur en ondersteuning

  • 0.1 Bestuur

  • 0.2 Burgerzaken

  • 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden

  • 0.4 Overhead

  • 0.5 Treasury

  • 0.61 OZB woningen

  • 0.62 OZB niet-woningen

  • 0.63 Parkeerbelasting

  • 0.64 Belastingen overig

  • 0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds

  • 0.8 Overige baten en lasten

  • 0.9 Vennootschapsbelasting (VpB)

  • 0.10 Mutaties reserves

  • 0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten

1. Veiligheid

  • 1.1 Crisisbeheersing en brandweer

  • 1.2 Openbare orde en veiligheid

2. Verkeer, vervoer en waterstaat

  • 2.1 Verkeer en vervoer

  • 2.2 Parkeren

  • 2.3 Recreatieve havens

  • 2.4 Economische havens en waterwegen

  • 2.5 Openbaar vervoer

3. Economie

  • 3.1 Economische ontwikkeling

  • 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur

  • 3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen

  • 3.4 Economische promotie

4. Onderwijs

  • 4.1 Openbaar basisonderwijs

  • 4.2 Onderwijshuisvesting

  • 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken

5. Sport, cultuur en recreatie

  • 5.1 Sportbeleid en activering

  • 5.2 Sportaccommodaties

  • 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie

  • 5.4 Musea

  • 5.5 Cultureel erfgoed

  • 5.6 Media

  • 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie

6. Sociaal domein

  • 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

  • 6.2 Wijkteams

  • 6.3 Inkomensregelingen

  • 6.4 Begeleide participatie

  • 6.5 Arbeidsparticipatie

  • 6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

  • 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

  • 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

  • 6.81 Geëscaleerde zorg 18+

  • 6.82 Geëscaleerde zorg 18-

7. Volksgezondheid en milieu

  • 7.1 Volksgezondheid

  • 7.2 Riolering

  • 7.3 Afval

  • 7.4 Milieubeheer

  • 7.5 Begraafplaatsen en crematoria

8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

  • 8.1 Ruimtelijke Ordening

  • 8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijven terreinen)

  • 8.3 Wonen en bouwen

BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, DERDE LID, AANHEF VAN DE REGELING VASTSTELLING TAAKVELDEN EN VERSTREKKING INFORMATIE VOOR DERDEN

Economische categorieën lasten

1. Salarissen en sociale lasten

  • 1.1 Salarissen en sociale lasten

2. Belastingen

  • 2.1 Belastingen

3. Goederen en diensten

  • 3.1 Grond

  • 3.2 Duurzame goederen

  • 3.3 Pachten

  • 3.4.1 Sociale uitkeringen in natura

  • 3.5.1 Ingeleend personeel

  • 3.8 Overige goederen en diensten

4. Overdrachten

  • 4.1.1 Sociale uitkeringen in geld

  • 4.2 Subsidies

  • 4.3.1 Inkomensoverdrachten – Rijk

  • 4.3.2 Inkomensoverdrachten – gemeenten

  • 4.3.3 Inkomensoverdrachten – gemeenschappelijke regelingen

  • 4.3.4 Inkomensoverdrachten – provincies

  • 4.3.5 Inkomensoverdrachten – waterschappen

  • 4.3.6 Inkomensoverdrachten – overige overheden

  • 4.3.7 Inkomensoverdrachten – Europese Unie

  • 4.3.8 Inkomensoverdrachten – overige instellingen en personen

  • 4.3.9 Inkomensoverdrachten – onverdeeld

  • 4.4.1 Kapitaaloverdrachten – Rijk

  • 4.4.2 Kapitaaloverdrachten – gemeenten

  • 4.4.3 Kapitaaloverdrachten – gemeenschappelijke regelingen

  • 4.4.4 Kapitaaloverdrachten – provincies

  • 4.4.5 Kapitaaloverdrachten – waterschappen

  • 4.4.6 Kapitaaloverdrachten – overige overheden

  • 4.4.7 Kapitaaloverdrachten – Europese Unie

  • 4.4.8 Kapitaaloverdrachten – overige instellingen en rechtspersonen

  • 4.4.9 Kapitaaloverdrachten – onverdeeld

5. Rente en dividend

  • 5.1 Rente

6. Financiële transacties

  • 6.1 Financiële transacties

7. Verrekeningen

  • 7.1 Mutatie reserves

  • 7.2 Mutatie voorzieningen

  • 7.3 Afschrijvingen

  • 7.4 Toegerekende reële en bespaarde rente

  • 7.5 Overige verrekeningen

Economische categorieën baten

2. Belastingen

  • 2.2.1 Belastingen op producenten

  • 2.2.2 Belastingen op huishoudens

3. Goederen en diensten

  • 3.1 Grond

  • 3.2 Duurzame goederen

  • 3.3 Pachten

  • 3.4 Eigen bijdragen en verhaal sociale uitkeringen in natura

  • 3.5 Uitgeleend personeel

  • 3.6 Huren

  • 3.7 Leges en andere rechten

  • 3.8 Overige goederen en diensten

4. Overdrachten

  • 4.1.2 Verhaal sociale uitkeringen in geld

  • 4.3.1 Inkomensoverdrachten - Rijk

  • 4.3.2 Inkomensoverdrachten – gemeenten

  • 4.3.3 Inkomensoverdrachten – gemeenschappelijke regelingen

  • 4.3.4 Inkomensoverdrachten – provincies

  • 4.3.5 Inkomensoverdrachten – waterschappen

  • 4.3.6 Inkomensoverdrachten – overige overheden

  • 4.3.7 Inkomensoverdrachten – Europese Unie

  • 4.3.8 Inkomensoverdrachten – overige instellingen en personen

  • 4.3.9 Inkomensoverdrachten – onverdeeld

  • 4.4.1 Kapitaaloverdrachten – Rijk

  • 4.4.2 Kapitaaloverdrachten – gemeenten

  • 4.4.3 Kapitaaloverdrachten – gemeenschappelijke regelingen

  • 4.4.4 Kapitaaloverdrachten – provincies

  • 4.4.5 Kapitaaloverdrachten – waterschappen

  • 4.4.6 Kapitaaloverdrachten – overige overheden

  • 4.4.7 Kapitaaloverdrachten – Europese Unie

  • 4.4.8 Kapitaaloverdrachten – overige instellingen en rechtspersonen

  • 4.4.9 Kapitaaloverdrachten – onverdeeld

5. Rente en dividend

  • 5.1 Rente

  • 5.2 Dividend en winsten

6. Financiële transacties

  • 6.1 Financiële transacties

7. Verrekeningen

  • 7.1 Mutatie reserves

  • 7.2 Mutatie voorzieningen

  • 7.3 Afschrijvingen

  • 7.4 Toegerekende reële en bespaarde rente

  • 7.5 Overige verrekeningen

BIJLAGE 3 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, DERDE LID, ONDERDEEL B, VAN DE REGELING VASTSTELLING TAAKVELDEN EN VERSTREKKING INFORMATIE VOOR DERDEN

Balansstanden activa

Vaste activa

Immateriële vaste activa:

  • A111 Kosten verbonden aan sluiten geldlening en saldo agio/disagio

  • A112 Kosten onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief

  • A113 Bijdrage aan activa in eigendom van derden

Materiële vaste activa:

  • A121 Gronden en terreinen

  • A122 Woonruimten

  • A123 Bedrijfsgebouwen

  • A124 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

  • A125 Vervoermiddelen

  • A126 Machines, apparaten en installaties

  • A127 Overig

Financiële vaste activa:

  • A1311 Kapitaalverstrekking aan deelnemingen

  • A1312 Kapitaalverstrekking aan gemeenschappelijke regelingen

  • A1313 Kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen

  • A1321 Leningen aan woningbouwcorporaties

  • A1322 Leningen aan deelnemingen

  • A1323 Leningen aan overige verbonden partijen

  • A1331a Leningen aan openbare lichamen (art. 1a Wet Fido)

  • A1331b Overige langlopende leningen

  • A1332a Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een looptijd ≥ 1 jaar

  • A1332b Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een looptijd ≥ 1 jaar

  • A1332c Overige uitzettingen met een looptijd ≥ 1 jaar

Vlottende activa

Voorraden:

  • A212 Overige grond- en hulpstoffen

  • A213 Onderhanden werk (incl. bouwgronden in exploitatie)

  • A214 Gereed product en handelsgoederen

  • A215 Vooruitbetalingen

Uitzettingen:

  • A221 Vorderingen op openbare lichamen

  • A222a Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen (art. 1a Wet Fido)

  • A222b Overige verstrekte kasgeldleningen

  • A223a Rekening courant verhouding met het Rijk

  • A223b Rekening courant verhoudingen overige niet-financiële instellingen

  • A224 Overige vorderingen

  • A225a Uitzettingen in ’s Rijksschatkist met een looptijd < 1 jaar

  • A225b Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een looptijd < 1 jaar

  • A225c Overige uitzettingen met een looptijd < 1 jaar

  • A23 Liquide middelen (kas, banksaldi)

Overlopende activa:

  • A29a Nog te ontvangen bijdragen van de EU

  • A29b Nog te ontvangen bijdragen van het Rijk

  • A29c Nog te ontvangen bijdragen van overige overheid

  • A29d Overige overlopende activa

Balansstanden passiva

Vreemd- en eigen vermogen

Vaste passiva

Eigen vermogen:

  • P111 Algemene reserve

  • P112 Bestemmingsreserves

  • P114 Saldo van rekening

  • P12 Voorzieningen

Vaste schuld:

  • P131 Obligatieleningen

  • P132 Onderhandse leningen van binnenlandse pensioenfondsen en verzekeraars

  • P133 Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen

  • P134 Onderhandse leningen van binnenlandse bedrijven

  • P135a Onderhandse leningen van openbare lichamen (art. 1a Wet Fido)

  • P135b Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren

  • P136 Onderhandse leningen van buitenlandse instellingen

  • P137 Door derden belegde gelden

  • P138 Waarborgsommen

  • P139 Renteswaps en derivaten

Vlottende passiva

Vlottende schuld:

  • P211a Kasgeldleningen van openbare lichamen (art. 1a Wet Fido)

  • P211b Overige Kasgeldleningen

  • P212 Banksaldi

  • P213 Overige vlottende schulden

Overlopende passiva:

  • P29a Vooruit ontvangen bijdragen van de EU

  • P29b Vooruit ontvangen bijdragen van het Rijk

  • P29c Vooruit ontvangen bijdragen van overige overheid

  • P29d Overige overlopende passiva

BIJLAGE 4 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, ZESDE LID, VAN DE REGELING VASTSTELLING TAAKVELDEN EN VERSTREKKING INFORMATIE VOOR DERDEN

Balansstanden activa

Vaste activa

Financiële vaste activa:

  • A1311 Kapitaalverstrekking aan deelnemingen

  • A1312 Kapitaalverstrekking aan gemeenschappelijke regelingen

  • A1313 Kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen

  • A1321 Leningen aan woningbouwcorporaties

  • A1322 Leningen aan deelnemingen

  • A1323 Leningen aan overige verbonden partijen

  • A1331a Leningen aan openbare lichamen (art. 1a Wet Fido)

  • A1331b Overige langlopende leningen

  • A1332a Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een looptijd ≥ 1 jaar

  • A1332b Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een looptijd ≥ 1 jaar

  • A1332c Overige uitzettingen met een looptijd ≥ 1 jaar

Vlottende activa

Uitzettingen:

  • A221 Vorderingen op openbare lichamen

  • A222a Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen (art. 1a Wet Fido)

  • A222b Overige verstrekte kasgeldleningen

  • A223a Rekening courant verhouding met het Rijk

  • A223b Rekening courant verhoudingen overige niet-financiële instellingen

  • A224 Overige vorderingen

  • A225a Uitzettingen in ’s Rijksschatkist met een looptijd < 1 jaar

  • A225b Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een looptijd < 1 jaar

  • A225c Overige uitzettingen met een looptijd < 1 jaar

  • A23 Liquide middelen (kas, banksaldi)

Overlopende activa:

  • A29a Nog te ontvangen bijdragen van de EU

  • A29b Nog te ontvangen bijdragen van het Rijk

  • A29c Nog te ontvangen bijdragen van overige overheid

  • A29d Overige overlopende activa

Balansstanden passiva

Vreemd en eigen vermogen

Vaste passiva

Vaste schuld:

  • P131 Obligatieleningen

  • P132 Onderhandse leningen van binnenlandse pensioenfondsen en verzekeraars

  • P133 Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen

  • P134 Onderhandse leningen van binnenlandse bedrijven

  • P135a Onderhandse leningen van openbare lichamen (art. 1a Wet Fido)

  • P135b Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren

  • P136 Onderhandse leningen van buitenlandse instellingen

  • P137 Door derden belegde gelden

  • P138 Waarborgsommen

  • P139 Renteswaps en derivaten

Vlottende passiva

Vlottende schuld:

  • P211a Kasgeldleningen van openbare lichamen (art. 1a Wet Fido)

  • P211b Overige Kasgeldleningen

  • P212 Banksaldi

  • P213 Overige vlottende schulden

Overlopende passiva:

  • P29a Vooruit ontvangen bijdragen van de EU

  • P29b Vooruit ontvangen bijdragen van het Rijk

  • P29c Vooruit ontvangen bijdragen van overige overheid

  • P29d Overige overlopende passiva

TOELICHTING

Algemeen

Met de laatste wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (hierna BBV) is de wijze waarop de informatie voor derden wordt verstrekt gewijzigd en vereenvoudigd.1 Dit is het gevolg van de introductie van de taakvelden die de huidige productenramingen en productenrealisaties (de zogeheten productenindeling) vervangen voor wat betreft het opstellen van de uitvoeringsinformatie. De uitvoeringsinformatie was de nadere uitwerking van de programma’s in producten en bevatte de geraamde of gerealiseerde baten, lasten en saldo per product. Gedeputeerde staten en het college van burgemeester en wethouders konden naar eigen inzicht de productenindeling opstellen. Omdat de informatie voor derden vervolgens wel gebruik maakte van een vaste indeling (de functionele indeling) was het niet mogelijk om één op één de uitvoeringsinformatie op te nemen in de verdelingsmatrix die werd gebruikt voor de verstrekking van de informatie voor derden. Er was een tussenstap nodig; een conversietabel welke producten onder de programma’s vallen en de baten en lasten per product en een tabel om de baten en lasten volgens de functionele indeling te verdelen, waarbij ook moest worden aangegeven welke producten onder een functie vielen en welk verdelingsprincipe daarbij was gebruikt.

In de nieuwe situatie is het niet langer noodzakelijk om de aan de verschillende producten toegekende baten en lasten te converteren naar de functionele indeling. Dit komt omdat ingevolge (het nieuwe) artikel 66 van het BBV de productenindeling wordt vervangen door de taakvelden. In de nieuwe regeling voor informatie voor derden wordt voorgeschreven welke taakvelden provincies en gemeenten moeten gebruiken voor het opstellen van de uitvoeringsinformatie (zie bijlage 1 bij deze regeling). Verder kunnen de taakvelden naar behoefte nader worden onderverdeeld in deeltaken en activiteiten. De taakvelden kunnen daardoor toebedeeld worden aan meerdere programma’s. Dit maakt het mogelijk de taakvelden naar eigen behoefte in te zetten als instrumenten voor interne sturing bij de uitvoering van de programma’s. De voorgeschreven taakvelden hebben geen invloed op de indeling van de programmabegroting en de uitoefening van de autorisatiebevoegdheid door provinciale staten en de raad en laten dus de wijze van sturing via de begroting vrij.

De indeling van de taakvelden is gebaseerd op, en komt in sterke mate overeen, met de functionele indeling van de ‘oude’ verdelingsmatrix voor de informatie voor derden. In de nieuwe situatie wordt de functionele indeling (in de verdelingsmatrix) vervangen door de in bijlage 1 opgenomen taakvelden. Zodoende is het niet langer noodzakelijk om de producten en bijbehorende baten en lasten te converteren naar de functionele indeling. Zodoende kunnen de voor de uitvoeringsinformatie op te stellen overzichten met baten en lasten per taakveld zonder conversie gebruikt worden voor de verstrekking van informatie voor derden.

De wijze waarop de verdelingsmatrix wordt ontsloten in de regelgeving is veranderd. In de oude situatie werd de complete verdelingsmatrix als bijlage opgenomen in de Regeling informatie voor derden. Dat is in de nieuwe situatie niet langer het geval. Vanwege de omvang van de verdelingsmatrix was deze op www.wetten.nl niet goed te lezen. In deze ministeriële regeling is er voor gekozen om alleen in de bijlage de indeling van de rijen (taakvelden, kostenplaatsen en balansmutaties) en kolommen (categoriale indeling) op te nemen waar de matrix uit is opgebouwd. Daarnaast zijn nu in een aparte bijlage de activa en passiva opgenomen waarvan de balansstanden moeten worden opgegeven. In de praktijk zal dit echter geen gevolgen hebben voor de werkwijze die de afgelopen jaren is gehanteerd voor de verstrekking van de informatie voor derden. Het CBS blijft, via Bureau Kredo, de verdelingsmatrix, het model voor het EMU-saldo en het overzicht voor de balansstanden digitaal aanbieden.

Hieronder wordt verder per artikel verder nog op verschillende aspecten van de verstrekking van de informatie van derden ingegaan.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De taakvelden die gedeputeerde staten respectievelijk het college van burgemeester en wethouders gebruiken voor het opstellen van de uitvoeringsinformatie worden in bijlage 1 vastgesteld. Het gebruik van de taakvelden laat onverlet dat een nadere onderverdeling van activiteiten onder de taakvelden kan worden gehanteerd. De taakvelden vervangen de functionele indeling die in de verdelingsmatrix werd gebruikt.

Artikel 2

Eerste lid

Het eerste lid regelt op welke wijze gedeputeerde staten en de colleges van burgemeester en wethouders de informatie voor derden verstrekken, die uit de begroting of verantwoordingsstukken moet worden gegenereerd. Het CBS verstrekt hiervoor de benodigde formats. Dat zijn de verdelingsmatrix (die zowel bij de begroting jaarrekening als de kwartaalleveringen wordt gebruikt), het model voor de berekening van het EMU-saldo en een overzicht met balansstanden. De verstrekking van de informatie voor derden geschiedt door het invullen van deze door het CBS digitaal aangeboden formats.

Tweede lid

De formats voor de verstrekking van de informatie voor derden worden door het CBS vóór 1 juli van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop ze van toepassing zijn beschikbaar gesteld. Omdat de verdelingsmatrix niet langer als bijlage bij deze regeling zal worden gepubliceerd informeert de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van de beschikbaarheid van de formats.

Derde lid

In de nieuwe opzet van de regeling voor de verstrekking van de informatie voor derden wordt de verdelingsmatrix niet langer als bijlage gepubliceerd. In plaats daarvan worden in de bijlagen de verschillende onderdelen waaruit de verdelingsmatrix is opgebouwd opgenomen:

  • de taakvelden (in bijlage 1);

  • de balansmutaties van de balansposten die in bijlage 3 worden opgesomd;

  • de economische categorieën, genoemd in bijlage 2.

Vierde tot en met zesde lid

Afhankelijk van het moment waarop de informatie voor derden in de begroting- en verantwoordingscyclus wordt verstrekt, wordt naast de verdelingsmatrix (die zowel bij de begroting, de jaarrekening en de kwartaalleveringen dient te worden verstrekt) ook de verstrekking van andere informatie verlangd. In de leden 4 tot en met 6 wordt dit geregeld.

Bij de begroting (lid 4) wordt naast een ingevulde verdelingsmatrix tevens verlangd de informatie die nodig is voor de berekening van het EMU-saldo.

De informatie voor derden ten tijde van de jaarrekening (lid 5) bestaat naast de ingevulde verdelingsmatrix uit het overzicht van de balansstanden van de balansposten die in bijlage 4 worden genoemd.

De kwartaalleveringen (lid 5) omvatten naast de verdelingsmatrix ook een overzicht van de balansstanden van de balansstanden genoemd in bijlage 4.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Besluit van 5 maart 2016, houdende wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in verband met de invoering van een aantal wijzigingen die bijdragen aan de interne sturing door provinciale staten en de raad alsmede aan een betere vergelijkbaarheid tussen provincies en gemeenten (Stb. 2016, 101).

Naar boven