Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Financiën van 21 maart 2016, nr. MinBuZa-2016.149250, tot aanwijzing van de heer Baraa Ibrahim Ahmad als persoon jegens wie de Sanctieregeling terrorisme 2007-II van toepassing is

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Financiën;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Sanctieregeling terrorisme 2007-II;

Besluit:

De Sanctieregeling terrorisme 2007-II is van toepassing op:

  • Baraa Ibrahim Ahmad, geboren op 1 februari 1994 te Assen.

De gronden voor dit besluit zijn vermeld in de bijlage.

Van dit besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing van het besluit in de Staatscourant, met uitzondering van de daarbij behorende bijlage.

De Minister van Buitenlandse Zaken, Voor deze, Het hoofd van de afdeling Nederlands recht van de directie Juridische Zaken, J.O. van der Loo

Tegen dit besluit kan binnen zes weken na bekendmaking schriftelijk bezwaar worden aangetekend bij de Minister van Buitenlandse Zaken, Postbus 20061, 2500 EB Den Haag. Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn ondertekend en tenminste bevatten: naam en adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaarschrift berust. Zo mogelijk dient een kopie van het bestreden besluit te worden toegevoegd.

Naar boven