Vrijstelling op grond van artikel 46, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden inzake het biocide VectoMax (Vrijstelling VectoMax exotische muggen 2016)

IENM/BSK-2016/10779

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

gezien het verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 december 2015, kenmerk 873563-144416-PG tot vrijstelling van het verbod op het gebruik van de biociden VectoBacWG op basis van de werkzame stof Bacillus thuriengiensis israeliensis (Bti), VectoMax op basis van de werkzame stoffen Bacillus sphaericus (Bs) en Bacillus thuriengiensis israeliensis (Bti) en Aqua-K-Othrine op basis van de werkzame stof deltamethrin, ten behoeve van de bestrijding van de larven en adulten van exotische muggen;

gelet op artikel 46, eerste en tweede lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

BESLUIT:

Artikel 1

In verband met de bestrijding van de larven van invasieve exotische muggen, wordt op grond van artikel 46, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden vrijstelling verleend van het verbod, bedoeld in artikel 43, eerste en tweede lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, om in strijd te handelen met artikel 17, eerste, vijfde en zesde lid van verordening (EU) nr. 528/2012, in dit geval inzake het onder voorwaarden op de markt aanbieden en gebruiken van het biocide VectoMax.

Artikel 2

Ten behoeve van de bestrijding van de larven van invasieve exotische muggen is het op de markt aanbieden voor uitsluitend het hierna genoemde gebruik en het gebruik in de hierna genoemde omstandigheden toegestaan van het middel VectoMax:

uitsluitend in kunstmatige waterpartijen op en tot 500 meter rond autobandenbedrijven en in kleine waterbevattende objecten op en tot 500 meter rond volkstuincomplexen en begraafplaatsen.

Artikel 3

Aan de vrijstelling, bedoeld in artikel 1, zijn de in de bijlage bij dit besluit opgenomen beperkingen en voorschriften verbonden.

Artikel 4

De vrijstelling wordt verleend voor de periode van 180 dagen, die begint op 1 maart 2016.

Artikel 5

Dit besluit treedt onmiddellijk in werking met ingang op de dag van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstelling VectoMax 2016.

Dit besluit zal met bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

BIJLAGE

Voorschriften en beperkingen voor gebruik VectoMax

Het middel mag alleen worden toegepast met geschikte handschoenen

De volgende zinnen dienen op het etiket te worden opgenomen:

P260: Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen.

P280: Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming

dragen.

P284: Adembescherming dragen.

Daarnaast dienen de volgende zinnen opgenomen te worden:

‘Micro-organismen kunnen mogelijk sensibiliserende reacties veroorzaken.’

‘Onbeschermde personen dienen niet aanwezig te zijn wanneer de behandeling plaatsvindt.’

TOELICHTING

Bij brief van 2 december 2015, kenmerk 873563-144416-PG heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om vrijstelling gevraagd van het verbod op het gebruik van de middelen VectoBac WG op basis van de werkzame stof Bacillus thuriengiensis israeliensis (Bti), VectoMax op basis van de werkzame stoffen Bacillus thuriengiensis israeliensis (Bti) en Bacillus sphaericus (Bs) en Aqua-K-Othrine op basis van deltamethrin voor de bestrijding van invasieve exotische muggen. De bestrijding van invasieve exotische muggen met deze middelen is noodzakelijk ter bescherming van de volksgezondheid tijdens het muggenseizoen in 2016.

Artikel 46, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden biedt de mogelijkheid niet toegelaten biociden tijdelijk op de markt aan te bieden of te gebruiken ter uitvoering van artikel 55 van verordening (EU) nr. 528/20121. Artikel 55 van verordening (EU) nr. 528/2012 biedt lidstaten de mogelijkheid om ten hoogste 180 dagen vrijstelling te verlenen van het verbod van het op de markt aanbieden en het gebruik van niet toegelaten biociden wegens een niet op andere wijze te bestrijden gevaar voor de volksgezondheid, de gezondheid van dieren of het milieu. Het moet voorts gaan om een beperkt en gecontroleerd gebruik onder toezicht van de bevoegde autoriteit.

Vestiging van alle invasieve exotische muggen, waaronder de tijgermug (Aedes albopictus), in Nederland is ongewenst; deze kunnen verschillende ziekten zoals dengue (knokkelkoorts) overdragen. Ook andere exotische muggen zoals de Aziatische bosmug (Aedes japonicus) komen soms voor in Nederland en worden gevonden voornamelijk op volkstuinen en begraafplaatsen.

Met het oog op de infectieziekte die deze muggen kunnen overbrengen en om te voorkomen dat de muggen zich verspreiden naar de rest van Nederland, hebben de NVWA en het RIVM VWS geadviseerd om exotische invasieve muggen te bestrijden.

Om te voorkomen dat de soort zich handhaaft en kan overleven dient de bestrijding gedurende het hele muggenseizoen 2016 plaats te vinden. Muggen in het larven stadium kunnen vanaf 1 maart 2016 bestreden worden, adulte muggen vanaf 1 april 2016. Dat dient te gebeuren op de plaatsen waar de invasieve exotische muggen gevonden zijn, op volkstuincomplexen en begraafplaatsen en op en rond autobandenbedrijven.

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden acht de risico’s van een vrijstelling op grond van artikel 46 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor VectoMax acceptabel, mits de in dit besluit voorgestelde risicoreducerende voorwaarden in acht worden genomen. Deze vrijstelling betreft voorts het gecontroleerde gebruik van VectoMax uitsluitend in de situaties en op plaatsen als bedoeld in artikel 2 en onder de voorschriften en beperkingen voor gebruik als bedoeld in artikel 3 van dit besluit.

Het ministerie van VWS werkt aan een aanpassing van het beleid rond exotische muggen.

Op 26 juni 2015 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de beleidswijzigingen die de minister op dit dossier voor ogen heeft (Kamerstuk 32 793, nr. 191). Nu zijn gemeenten nog verantwoordelijk voor de aanpak van exotische muggen wanneer deze in Nederland worden aangetroffen. De bestrijding van de ongewenste invoer en vestiging van exotische muggen in Nederland, zoals de tijgermug, moet in de toekomst onder verantwoordelijkheid van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport komen. De uitvoering, het toezicht en de handhaving komt in handen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Daarnaast wordt de minister in staat gesteld preventieve maatregelen op te leggen en daar sancties aan te koppelen bij het niet opvolgen van deze maatregelen. Dit alles zal een landelijke uniforme aanpak bevorderen waarmee de vestiging van exotische muggen zolang mogelijk kan worden uitgesteld. De wetswijziging hiertoe is op 4 december j.l. in de ministerraad besproken en ligt nu bij de Raad van State.

De minister van VWS heeft via de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) de ontwikkeling van een kader gefinancierd om de komende jaren de preventie, monitoring en bestrijding van deze invasieve exotische muggen te verbeteren (2014-2020). Het kader moet de lidstaten helpen bij het ontwikkelen of actualiseren van hun eigen operationele plannen, de harmonisatie van deze plannen en benaderingen tussen landen, grensoverschrijdende actie te ondernemen en mobiliseren van middelen om deze plannen uit te voeren.

De ervaring leert dat er ondanks deze maatregelen toch exotische muggen worden aangetroffen. Dat maakt het gebruik van biociden tegen larven en volwassen muggen een essentieel onderdeel van de bestrijding. De aanpak van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bij de aansturing en organisatie van de bestrijding van de tijgermug is vormgegeven volgens de principes van het IVM (Integral Vector Management), een door de WHO voorgestane aanpak.

De bestrijding zelf berust op 3 pijlers:

  • 1. het verwijderen/voorkomen van broed plaatsen

  • 2. het bestrijden van de larven

  • 3. het bestrijden van de adulten.

De bestrijding wordt uitsluitend uitgevoerd door getrainde experts onder toezicht van de NVWA en waar nodig ondersteund door KAD en RIVM.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven