Intrekken aangewezen route vervoer gevaarlijke stoffen
Logo Bodegraven-Reeuwijk
De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
overwegende, dat de raad van de voormalige gemeente Bodegraven bij besluit van 22 juni 2000 op grond van artikel 18, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, een ‘route vervoer gevaarlijke stoffen’ heeft vastgesteld;
dat hij (de raad) in zijn vergadering van 17 december 2014 heeft besloten de aanwijzing van de ‘route vervoer gevaarlijke stoffen’ in te trekken;
dat ingevolge het bepaalde in artikel 15, tweede lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, op de voorbereiding van het besluit tot intrekking van de aangewezen ‘route vervoer gevaarlijke stoffen’ afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is toegepast;
dat het ontwerpbesluit tot intrekking van de aangewezen ‘route vervoer gevaarlijke stoffen’ van 24 december 2014 tot en met 11 februari 2015 ter inzage heeft gelegen;
dat over het ontwerpbesluit geen zienswijzen naar voren zijn gebracht;
dat hij (de raad) zijn bevoegdheid tot het intrekken van het besluit tot aanwijzing van de ‘route vervoer gevaarlijke stoffen’ heeft gemandateerd aan het college van burgemeester en wethouders, indien gedurende de termijn van terinzageligging van het ontwerpbesluit geen zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren zijn gebracht;
gelet op het bepaalde in artikel 18 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
besluit:
in te trekken het besluit van de raad van de voormalige gemeente Bodegraven van 22 juni 2000 tot aanwijzing van een ‘route vervoer gevaarlijke stoffen’.
Bodegraven, 3 maart 2015.
 
De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk,
namens deze,
burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,
de secretaris, a.i.,
drs. J.G. de Jager
de burgemeester,
mr. C. van der Kamp
 
Beroep
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de datum van deze bekendmaking beroep instellen bij de Rechtbank Den Haag, Sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. U kunt geen beroep instellen als u gedurende de termijn van terinzageligging van het ontwerpbesluit geen zienswijze naar voren heeft gebracht, tenzij u dat redelijkerwijs niet kan worden verweten. Een beroepschrift moet uw naam en adres bevatten, de datum en uw handtekening, een omschrijving van het besluit en de motivering van uw beroep. Zo mogelijk moet een kopie van het besluit worden meegestuurd.
Naar boven