Beleidsregels van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 3 maart 2015, kenmerk 620266, omtrent de vergoeding van een verklaring omtrent het gedrag voor vrijwilligers (Beleidsregels vergoeding verklaring omtrent het gedrag voor vrijwilligers)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 1, onderdeel a, sub 2 van de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De vergoeding zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel a, sub 2 van de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden is alleen van toepassing indien de aanvrager als vrijwilliger werkzaam is bij een door de minister van Veiligheid en Justitie geregistreerde vrijwilligersorganisatie.

  • 2. Een organisatie wordt op aanvraag door de minister van Veiligheid en Justitie als vrijwilligersorganisatie geregistreerd indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a. de organisatie bestaat voor minimaal 70% uit vrijwilligers;

    • b. de organisatie staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c. de organisatie is een rechtspersoon;

    • d. de organisatie heeft geen winstoogmerk en is niet actief op een concurrerende markt;

    • e. de voor de organisatie werkzame vrijwilligers zijn niet reeds op grond van andere wet-of regelgeving gehouden om een verklaring omtrent het gedrag aan te vragen;

    • f. de organisatie voert een actief preventie- en integriteitsbeleid.

Artikel 2

  • 1. Per kalenderjaar worden er maximaal 100.000 verklaringen omtrent het gedrag beschikbaar gesteld, die zonder de kosten in rekening te brengen, worden verstrekt.

  • 2. Indien het maximale aantal als bedoeld in het eerste lid is bereikt, worden nieuwe aanvragers hierover geïnformeerd alvorens hun aanvraag inhoudelijk in behandeling wordt genomen.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 4

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels vergoeding verklaring omtrent het gedrag voor vrijwilligers.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze, M.C.A. Blom Directeur-generaal Jeugd en Sanctietoepassing

TOELICHTING

Algemeen

Aanleiding

In 2012 is gestart met de pilot «gratis VOG voor vrijwilligers» om het gebruik van de verklaring omtrent het gedrag onder vrijwilligers die met minderjarigen werken te vergroten. Naar aanleiding van het succes van de pilot heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie in zijn brief van 12 juli 2013 aan de Tweede Kamer (33 400 VI, nr. 116, vergaderjaar 2012-2013) toegezegd de pilot uit te bouwen naar een structurele regeling voor vrijwilligers die met minderjarigen of met mensen met een verstandelijke beperking werken. Vanaf 1 januari 2015 is deze structurele regeling in werking getreden.

Op grond van artikel 1, onderdeel a, sub 2 van de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden (hierna: de regeling), is de vergoeding van de verklaring omtrent het gedrag kosteloos voor de aanvrager, indien deze rechtstreeks en elektronisch bij de Minister van Veiligheid en Justitie wordt aangevraagd teneinde op vrijwillige basis te werken met minderjarigen of verstandelijk beperkten, voor zover voldaan wordt aan nader te stellen beleidsregels. Op basis hiervan zijn de onderhavige beleidsregels opgesteld waarmee uitvoering wordt gegeven aan de toezegging die de Staatssecretaris op 12 juli 2013 heeft gedaan om de vergoeding van de verklaring omtrent het gedrag voor vrijwilligers die met minderjarigen of verstandelijke beperkten werken, structureel te regelen.

Doel

Niet iedere vrijwilliger komt in aanmerking voor een vergoeding van de kosten van een verklaring omtrent het gedrag. In deze beleidsregels is bepaald dat de verklaring omtrent het gedrag voor vrijwilligers die met minderjarigen en/of met verstandelijk beperkten werken, kosteloos is, indien voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden.

Het doel van het gratis verstrekken van de verklaring omtrent het gedrag voor vrijwilligers, werkzaam met minderjarigen of met mensen met een verstandelijke beperking, is tweeledig. In de eerste plaats is het doel om te voorkomen dat vrijwilligers met relevante antecedenten actief zijn in het vrijwilligerswerk met minderjarigen of met mensen met een verstandelijke beperking. Ten tweede wordt met de regeling gestimuleerd dat vrijwilligersorganisaties een breder preventie- en integriteitsbeleid voeren, zodat de sociale veiligheid binnen het vrijwilligerswerk wordt vergroot en seksueel grensoverschrijdend gedrag door vrijwilligers wordt voorkomen. Het beleid is gericht op minderjarigen en mensen met een verstandelijke beperking vanwege hun bijzondere kwetsbaarheid en het risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Voor de definitie van het begrip verstandelijke beperking wordt aangesloten bij de definitie die wordt gehanteerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), namelijk dat onder een verstandelijke beperking wordt verstaan een aangeboren of een later in de ontwikkeling opgetreden beperking in het intellectueel functioneren, die gepaard gaat met beperkingen in de sociale (zelf)redzaamheid.

Artikelsgewijs

Artikel 1

De verklaring omtrent het gedrag voor vrijwilligers is alleen bedoeld voor vrijwilligers die verbonden zijn aan een vrijwilligersorganisatie. Deze vrijwilligersorganisatie moet geregistreerd zijn door de minister van Veiligheid en Justitie. Registratie vindt plaats als voldaan wordt aan alle daarvoor in deze beleidsregels gestelde voorwaarden. Zo moet een vrijwilligersorganisatie rechtspersoonlijkheid bezitten, voor 70% uit vrijwilligers bestaan en geen winstoogmerk hebben. Een organisatie die in juridische zin geen winstoogmerk heeft, maar in het maatschappelijk verkeer functioneert als een met andere partijen concurrerende marktpartij, wordt niet beschouwd als een vrijwilligersorganisatie in de zin van deze beleidsregels en komt niet in aanmerking voor een registratie als vrijwilligersorganisatie. Dit vanwege het risico van een marktverstorend effect ten opzichte van concurrenten.

Als vrijwilligers bij bepaalde specifieke organisaties op grond van bestaande wet-of regelgeving al verplicht zijn om een verklaring omtrent het gedrag aan te vragen, zijn zij uitgezonderd van deze beleidsregels. Voorbeelden hiervan zijn scholen, peuterspeelzalen, Tussenschoolse Opvang (TSO) en Buitenschoolse Opvang (BSO). In deze gevallen is er immers sprake van een rechtsplicht en niet van een te stimuleren vrijwillige keuze.

Artikel 2

Er is een beperkt aantal verklaringen omtrent het gedrag dat kosteloos kan worden verstrekt. Indien het maximale aantal is bereikt, worden nieuwe aanvragers hierover vooraf geïnformeerd zodat zij de keuze kunnen maken om de aanvraag in te trekken dan wel het in artikel 1, onderdeel a, sub 1 van de regeling bepaalde bedrag te betalen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze, M.C.A. Blom Directeur-generaal Jeugd en Sanctietoepassing

Naar boven