Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 23 februari 2015, nr. 15019885 tot wijziging van het besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 18 december 2014, nr. DGNR-RRE/14206284, houdende aanwijzing van de managementautoriteit, de certificeringsautoriteit en de auditautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014–2020, ten behoeve van de aanwijzing van intermediaire instanties voor het Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014–2020

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Uitvoeringswet EFRO;

Besluit:

ARTIKEL I

Het besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 18 december 2014, nr. DGNR-RRE/14206284, houdende aanwijzing van de managementautoriteit, de certificeringsautoriteit en de auditautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014–2020, wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt ‘Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014–2020’ telkens vervangen door: Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014–2020.

B

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

Het college van Burgemeester en Wethouders van respectievelijk de gemeente Amsterdam, de gemeente Utrecht en de gemeente Den Haag wordt aangewezen als intermediaire instantie, bedoeld in artikel 123, zesde en zevende lid, van verordening 1303/2013, ten behoeve van de uitvoering van het Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014–2020, wat betreft de programmadelen voor geïntegreerde territoriale investeringen voor respectievelijk Amsterdam, Utrecht en Den Haag.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 12 december 2014.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 februari 2015

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

Op 18 december 2014 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken de managementautoriteit, de certificeringsautoriteit en de auditautoriteit aangewezen voor het Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014–2020. Gebleken is dat het wenselijk is dat ten behoeve van de uitvoering van het programma intermediaire instanties als bedoeld in artikel 123, zesde en zevende lid, van verordening 1303/2013 worden aangewezen. De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag beheren elk een deel van het operationele programma voor West-Nederland dat specifiek gericht is op integrale stedelijke ontwikkeling. Voor Amsterdam, Utrecht en Den Haag wordt daarbij gebruik gemaakt van een globale subsidie als bedoeld in artikel 123, zevende lid, van verordening 1303/2013. Het college van Burgemeester en Wethouders van deze steden wordt daarom aangewezen als intermediaire instantie. Voor Rotterdam is dit niet nodig, omdat het college van Burgemeester en Wethouders is aangewezen als managementautoriteit van het Operationeel Programma EFRO West-Nederland 2014–2020.

Met dit besluit wordt tevens een verschrijving in het besluit van 18 december 2014 rechtgezet.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven