Logo Leidschendam-Voorburg
Vestiging voorkeursrecht plangebied ‘Leidschendam Zuid’, Leidschendam-Voorburg

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg maken op grond van artikel 7 lid 1 Wet voorkeursrecht gemeenten (hierna Wvg) bekend dat de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg op 3 maart 2015 heeft besloten op basis van artikel 5 Wvg gronden aan te wijzen waarop de artikelen 10 tot en met 15, 24 en 26 Wvg van toepassing zijn.

Deze gronden zijn gelegen in het plangebied “Leidschendam Zuid”.

Het plangebied wordt begrensd door De Vliet (noordzijde), het bestemmingsplan

Landelijk Gebied (oostzijde), door het tracé van Rijksweg 4 en de gemeentegrens met Den

Haag (aan de zuidzijde) en het tracé Randstadrail (westzijde).

De percelen hebben een niet-agrarische bestemming en zijn nader aangegeven op de bij het raadsbesluit behorende perceellijst en kadastrale tekening.

Geldigheidsduur

Het besluit tot aanwijzing vervalt van rechtswege drie jaar na dagtekening, tenzij voor dat tijdstip een structuurvisie, bestemmingsplan of inpassingsplan is vastgesteld.

Inwerkingtreding

Het raadsbesluit treedt de dag na publicatie in de Staatscourant van 4 maart 2015 in werking.

Aanbiedingsplicht

Nadat het raadsbesluit in werking is getreden, moeten eigenaren en beperkt zakelijk gerechtigden van de in het voorstel begrepen percelen, wanneer zij hun percelen danwel daarop gevestigde zakelijke rechten wensen te vervreemden, deze eerst aan de gemeente Leidschendam-Voorburg te koop aanbieden.

Bezwaar tegen raadsbesluit

Het raadsbesluit wordt aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), zodat tegen dit besluit ingevolge de Awb bezwaar open staat.

Op basis van de Awb kunnen belanghebbenden gedurende een termijn van zes weken, ingaande op 5 maart een bezwaarschrift indienen bij de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg (correspondentieadres: Postbus 905, 2270 AX Voorburg).

Het bezwaarschrift moet tenminste uw naam en adres bevatten, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt en de gronden van het bezwaar en voorzien zijn van uw handtekening.

Indien belanghebbenden bezwaar hebben gemaakt tegen het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg als bedoeld in artikel 6 Wvg (voorlopige vestiging), hoeven zij niet opnieuw een bezwaarschrift in te dienen. Het bezwaar tegen het besluit van burgemeester en wethouders wordt thans, op basis van artikel 6, lid 3, Wvg geacht te zijn gericht tegen het raadsbesluit.

Omdat het indienen van een bezwaarschrift de werking van dit besluit niet opschort, kunt u desgewenst de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage (correspondentieadres: Postbus 20302, 2500 EH ’s-Gravenhage) verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening.

Terinzage

Het raadsbesluit met de bijbehorende stukken liggen met ingang van 5 maart 2015 tot en met 2 april 2015 ter inzage in het Servicecentrum van gemeente Leidschendam-Voorburg aan de Koningin Wilhelminalaan 10 te Leidschendam en Werkplein Corbulo, Prins Bernhardlaan 183 te Voorburg.

De eigenaren en beperkt zakelijk gerechtigden ontvangen één dezer dagen een afzonderlijke kennisgeving.

Leidschendam, 5 maart 2015.

Naar boven