De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk, ieder voor zover hun bevoegdheid betreft;
1) zij op verschillende terreinen gemeenschappelijke belangen hebben en dat zij ter behartiging van deze belangen wensen samen te werken, in het besef dat:
• aard, schaal en mate van samenwerking per taak en/of beleidsterrein
verschillend kunnen zijn;
• deze regeling onverlet laat de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van elke
afzonderlijke gemeente om ook buiten deze regeling samenwerking te zoeken en
2) zij (met uitzondering van de gemeente Heusden die op dat moment nog geen deelnemer was in de gemeenschappelijke regeling) op 11 november 2009 een intentieverklaring hebben ondertekend waarin zij uitspraken nadere afspraken te willen maken over verdere samenwerking, zowel inhoudelijk als organisatorisch;
3) deze intentieverklaring o.a. heeft geleid tot de vaststelling van een agenda voor de regio door vertegenwoordigers uit bedrijfsleven, kennisinstellingen en de gemeenten enerzijds en tot een agenda die gaat over publieke samenwerkingsopgaven en het overheidsdeel van de triple helix samenwerking (onderwijs, ondernemers en overheid) anderzijds;
4) de samenwerkende gemeenten Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk, handelend ter uitvoering van een besluit van het algemeen bestuur van 24 september 2012, op 13 december 2012 een samenwerkingsovereenkomst tekenden met de gemeente Heusden om de samenwerking met deze gemeente via een groeimodel gedurende het jaar 2013 op beide onder 3) genoemde agenda’s nadrukkelijk te versterken;
5) het Algemeen Bestuur op 7 februari 2013 besloot de voorstellen voor verbetering van de governance structuur van de publieke samenwerking binnen onderhavige gemeenschappelijke regeling te willen doorvoeren, zoals opgetekend in de notitie ‘Governance Hart van Brabant & Midpoint Brabant’;
6) als gevolg van deze veranderingen de gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant dient te worden vervangen door een nieuwe gemeenschappelijke regeling;
7) de gemeenteraden van de gemeenten die deze nieuwe gemeenschappelijke regeling aangaan, hun colleges van burgemeester en wethouders toestemming hebben verleend tot het aangaan ervan;
8) zij een gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant zijn aangegaan voor het behartigen van hun gemeenschappelijke belangen op verschillende terreinen;
9)zij in de overlegstructuren die in dit kader zijn ingesteld al intensief hebben samengewerkt bij de voorbereiding op de decentralisaties in het sociaal domein;
10) zij zich realiseren dat het op onderdelen van de nieuwe taken bijzonder aangewezen is regionaal samen te werken en op andere onderdelen voordelen heeft krachten te bundelen richting aanbieders van ondersteuning, bemiddeling en zorg in de regio;
11) dit voor de nieuwe taken op het gebied van jeugdhulp heeft geleid tot een regionaal beleidskader Jeugdstelsel Hart van Brabant;
12) zij ervoor kiezen de uitvoering van de bovenlokale Jeugdhulptaken gezamenlijk te organiseren;
13) de nieuwe Jeugdwet vraagt dat de colleges van een regio met elkaar samenwerken in de uitvoering van de nieuwe jeugdhulptaken (artikel 2.8 lid 1 en 2 van de Jeugdwet)
14) zij hiervoor willen aansluiten bij de bestaande Gemeenschappelijke Regeling Regio Hart van Brabant
15) zij hechten aan een duidelijke bestuurlijke aansturing van de bovenlokale jeugdhulp, vanwege het inhoudelijke en financiële belang dat daarmee gepaard gaat;
16) zij voor de regionale uitvoering van jeugdhulp kiezen voor de gemeente Tilburg als gastheergemeente;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;
De gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant inclusief de wijzigingen met het oog op de uitvoering van de bovenlokale jeugdhulptaken luidt als volgt: